voor de Zuidhollandsclie en Zeeuwsclie Eilanden.
Vrijdag 4 September 1908.
Antirevo lu tionair
Achttiende Jaarg. No. 933.
Orgaan
■IENST
I
j r IN HOC SIGN O VINCES
FEUILLETON.
t. boekhoven.
ÜO.V.WEljSUIJH
bijvoegsel.
uitgever:
Alle stukken voor de Kedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te eenden aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
jScliUn-cliristendom.
Eén der christelijke schoolbladen
vestigde dezer dagen de aandacht
op het feit, dat sommige lieden uit
gebrek aan plaats op de openbare
school, tot de christelijke komen
overloopen, niet omdat zij het chris
telijk onderwijs hebben liel gekregen,
maar omdat zij het verdrietig vin
den, dat hun akte anders te lang
renteloos blijft. Er moeten reeds
enkele onderwijzers van dat soort
geplaatst zijn, en wij boorden zelfs
van een chr. onderwijzer, die een
maal aangesteld, slechts met dwang
er toe te krygen was om dagelijks
het schoolwerk met gebed aan te
var gen en met dankzegging te slui
ten.
Ons dunkt, een vrij afdoend mid
del tegen zulke indringers zal zyn,
dat de besturen onzer chr. scholen
niemand aanstellen, die niet in het
bezit is van een diploma van één
der Hoofdbesturen voor chr. onder
wijs.
Want wel is er op zichzelf niets
tegen, en is het veeleer een ver
blijdend verschijnsel, dat jongelieden
uit andere kringen afkomstig, zich
op het christelijk schoolgebied wil-
begeven. Maar dit moet dan ook
van harte gemeend zijn, en zulk
een veranderde overtuiging kon wol
mede het best hieruit blijken, dat
de eischen van het chr. onderwijs
grondig worden nagespeurd, dat de
candidaten zich goed op de hoogte
stellen van de Bijbelsche geschiede
nis en de hoofdwaarheden uit de
H. Schrift, die in de confessie ver
zameld liggen.
Overigens maakt dat willen over
loopen van sommigen om des ge-
wins wil, deel uit van een alge
meen verschijnsel, dat schier onaf
scheidelijk is van het in eere ko
men van eene politieke partij. Op
kerkelijk gt. bied ervaart men hetzelf
de. Vele menschen zijn niet zulke
doodsvijanden van godsdienstige vor
men, of, als het christendom weer
den toon gaat aangeven, dan willen
zij het als een mode-artikel ook wel
aannemen. Daartegen is dan waak
zaamheid noodig bij hen, die tot
besturen, keuren en schiften zijn
geroepen. Maar bij zulk een over
gang der chr. partij uit de verdruk
king tot de positie der eere komen
ook veel meerderen in het vischnet
van Gods Koninkrijk en is er «ook
kans op hartgrondige bekeering
door de macht van Gods Geest.
Beteugeling der
loterijen.
De minister van Justitie heeft een
wetsontwerp in gereedheid gebracht
strekkende om de loterijen als spe
culatie op den speelhartstocht tegen te
gaan.
Vóór de invoering der nieuwe
strafwetgeving in 1886 was het op
richten en het houden van eene bij de
wet niet toegelaten loterij strafbaar,
ingevolge art. 410 van den Code Pé-
nal. By het ontwerpen van het nieuwe
strafwetboek en by de tot stand-
brenging daarvan in 1881, zat de
bedoeling voor om de loteryen in
het algemeen vry te laten. Doch
later veranderde men van meening,
en werden de verbodsbepalingen van
de wet van 1814 teg.n alle vreem
de of particuliere loteryen gehand
haafd, doch zonder dat de noo-
dige (straf werd bedreigd, zooals in
de (toen afgeschafte) wet van 1114.
Aan dezen dubbelzinnigen toestand
wil de Regeering nu een einde ma
ken, door een geheel nieuwe rege
ling der loterijen in te voeren. Niet
elke lotery wordt in het ontwerp
verboden of alsonzedelyk beschouwde,
maar wel het aanwakkeren der speel
zucht voor particulier winstbejag.
Het wettelyk begrip van loterij is
uitgebreid, en omvat thans mede
die, welke by de winkelnering is in
geslopen. Kleine loteryen, waarin de
gezamelyke pryzen niet boven de
f 100 gaan, met uitsluiting van
geld of geldswaardig papier, worden
afhankelijk gesteld van de toestem
ming van Burgemeester en Wet
houders, mits die loteryen strekken
tot een liefdadig doel, of tot bevor
dering van wetenschap, kunst of
andere algemeene belangen. Overi
gens is meestal Koninklijke goed
keuring noodig op voorlichting van
den minister, en zyn er waarborgen
gesteld voor een eerlyke uitvoering
der aldus nog overblyvende loterijen.
Opzettelyke misleiding van het
publiek by eene lotery is aan zware
bestraffing onderworpen.
Schier onnoodig te zeggen, dat
zulk een wetsontwerp in hoofdzaak
onze sympathie heeft. Do Kamer-
arbeid is er al weer door vermeer
derd. Het is te hopen, dat de Ka
mer in het nieuwe zittingsjaar wat
vlug met hare bezigheden opschiet,
en dat de meest aan langdradigheid
lydende redenaars zich wat zullen
toeleggen op beknoptheid.
Ons Ziekenhuis.
55
>er a.s. naar de Paar-
uilensluis.
1UKTVKT
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat
Advert "utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Om maar eerlijk de waarheid te zeggen
die vergadering van verleden week Woens
dag in 't hotel Spee over 't Ziekenhuis
is ons bitter tegengevallen.
We zijn er heengegaan met de ge
dachten Nu zal de zaak haar finaal be
slag krijgende voorloopige commissie
zal de meest nauwkeurige inlichtingen
verstrekken over bouw en exploitatie, over
de best mogelijke inrichting van kamers
en zalen enz. en de heeren Burgemeesters
met medici zullen enkele geldelijke be
zwaren tot oplossing trachten te brengen
of medische adviezen schenken, in verband
met aantal patiënten, pleegzusters, consul
ten, vervoer enz. We hadden beslist ver
wacht, dat de heeren medici in 't verloo-
pen jaar, waarin de voorloopige commissie
reeds werkt, waarin in de bladen over 't
Ziekenhuis is geschreven, zich reeds een
zeer heldere voorstelling hadden gevormd
van 't geheele fundeeren, reilen en zeilen
der stichting.
We hadden verwacht, dat de heeren
medici als mannen van wetenschap, ook
en vooral op het terrein van ziekenhuizen
met alles wal daaraan vast is, gekomen
zouden zijn met een goedkeurend votum
over alles wat de voorloopige commissie
had ter tafel gebracht of anders bij ver
schil van meening niet degelijke arguinen -
ten, èn fiuantieele, èn [medische èn sociale,
hadden verbeterd en geamendeerd de voor
stellen der Commissie.
We hadden verwacht, dat de heeren
medici van de meeste dorpen niet met
een stoicijusche onverschilligheid de zaken
vanj 't ziekenhuis hadden gadegeslagen
maar met liefde, met energie bezield, den
ganschen toestand reeds door en door
hadden onder de oogen gezien, en op die ver
gadering in gloeiende speeches en kernach
tige redenen gepleit zouden hebben voor de
belangen van den armen stakker, die geen
geschikte woning heeft om er zijn lieve
kranken te helpen, zooals kranken moeten
geholpen worden.
Het glazen huis, de pers, heeft ten
jaar opengestaan om den heeren intrek te
verleenen, maar 't bleef voor hen Geen
zin tot in- en voorlichting.
In de Commissie zit een ambtsbroeder,
met wie steeds had kunnen gecorrespon
deerd en gesproken worden desnoods zeer
collegiaal vergaderd als doktoren onderling,
vragende en gevende inlichtingen, op- en
aanmerkingen om, al zit men zelf niet
in de Commissie, één in geest en streven
na te jagen 't schoone doeleen ziekenhuis
voor de nooddruftigen op Elakkee.
Maar wat hebben we op de vergadering
gehoord
Een uitvoerige correspondentie met andere
ziekenhuizen, die reeds bouwstoffen te over
bevatte om tot een vast plan te kunnen
komen. Door die correspondentie hadden
zaken kunnen worden gedaan.
Doch overigens verliep de heele vergade
ring een uur lang in een bespreking over
het directeurschap in de stichting; een
kwestie, die wij nooit in 7 publiek zouden
hebben aangeroerd.
Dat was een persoonlijke kwestieeen
kwestie van eerdie zaak van den primus
inter pares, die veel beter onder vier oogen
had kunnen besproken zijn.
Het aanwezige publiek had met de
geheime drijfveeren van het doktorenhart
niets te makenen wat treurig vonden
wij het, toen we zelfs van een der sprekers
vernamen, dat juist dat punt het funda
ment was, waarop de medewerking van
bijna alle doktoren kon gevestigd worden.
We dachten in onze mindere kennis en
garsn, dat het fundament te vinden was
in de eenparige liefde, en de groote behoefte
aan hulp, voor menschen, die een dokter
een emmer aanbieden om zijn handen te
wasschen.
Wie zal directeur zijn?
Het was een somber verloop, dat de ver
gadering had.
Er was veel klein ideaals in, dat ons
tegen de borst stuitte.
Docü 't is voorbij.
Sommelsdiik 5 Cent extra.
t De Directeur der Gasfabriek
ADRIAANS.
de Buitensluis 's namiddags 5 uur,
Dat moeder daar zeer mede ingenomen
was laat zich denken want voor haur alleen
was het niet mogelijk zooveel te verdienen,
als haar huisgezin noodig had. Ze scheen er
wel op uit te zijn, want als zij op den dag
uit werken was geweest, haastte zij zich naar
huis om in de uren fan rust, de kousen der
kinderen te stoppen, hunne onder- en boven-
kleederen te verstellen, of haar eigen wascli,
waaraan die week de laatste hand moest ge
legd worden verder af te werken.
Branderhorst scheen zich om zijn huisge
zin minder te bekommeren. Hij verdiende
zeer weinig want bij voorkeur had men hem
liever niet in zijn dienst en als hij soms iets
verdiende werd een groot deel bij Hein op
den hoek of in //Het Zwarte Anker// ge
bracht. Ja hij ontzag zich soms niet, om de
door zijn vrouw zuur verdiende penningen
daarheen te brengen, als hij er meester van
kou worden.
Groot was het verdriet van Cornelia, ont
zettend zwaar het kruis dat ze moest dragen,
en was ze alleen, dan kon men de verzuch
tingen hooren opgaan tot den troon der ge
nade. "Was niet de trouw van haar God haar
rust en steunpunt geweest, dan zou de arme
vrouw zeker van smart bezweken zijn.
Toch was de maat der ellende niet vol.
Had ze tot nog toe geen verdriet van hare
kinderen ook dat stond haar te wachten. Hij
was de oudste zoon, op wien zij zoo gehoopt
had.
De jongen zijn weekgeld was steeds ver
groot, en aanvankelijk scheen het hem een
genot te zijn moeder daarmede te kunnen ver
blijden. Had hij soms verwacht, dat de op
hem volgende zusters op dien zelfden voet
'.ouden gehandeld hebben als hij, en dat moet
lier niet meer uit werken behoefde te gaan,
ils ook zij hunne verdiende penningen thuis
jraehten? Hij meende daarin teleurgesteld te
zijn. Zeker handelde zij juist zooals hij reeds
lang had gedaan, maar hun aanvankelijk
klein salaris als loop- of kindermeisje had
moeder noodig om de meisjes behoorlijk te
kleeden. Al zorgde moeder nu ook zooveel
mogelijk voor hem, scheen hij zich toch ver
ongelijkt te achten, zoodat hij eenigszins on
verschillig werd.
Wanneer hij vroeger tusschen vader en
moeder zou moeten kiezen, zou hij ongetwij-
leld aan de zijde van moeder gestaan, maar
ook dat werd aanmerkelijk minder. Als hij
soms met zijn vader samen was gaf hij de
zen zijn nood te kennen, want moeder scheen
het niet goed iu te zien.
Branderhorst beklaagde da» zijn zoon, en
zocht hem wijs te maken, dat moeder reeds
vroeger ten aanzien van vader niet altijd
evengoed de billijkheid in acht heeft geno
men. Hij illusstreerdc zijn beweren met soms
geheel gefantaseerde verhalen uit het vroe
ger huwelijksleven, //Mijn leven is verre van
goed,// zei vader dan, //maar menigeen zou
het in mijn plaats, misschien nog erger ge
maakt hebben// en zocht zoo tegenover zijn
zoon zijn schande te dekken door ze geheel
ten onrechte op zijn vrouw te werpen.
De jonge Pieter begon al heel spoedig zelf
te tiepalenhoeveel zakgeld hem toekwam,
zonder gelijk steeds was gebeurd, af te wach
ten, welk bedrag moeder geeddaclit. Cornelia
kon zich daarmede niet goed vereenigenmaar
gedeeltelijk afhankelijk van haar kind moest
ze er gedwongen genoegen mede nemen. Kort
daarop begon de jonge Pieter te koopen, het
geen altoos aan moeder \vas overgelaten.
Eerst kleinigheden, later meer. Moeder was
haar finantieele rekening over hem verloren.
Zijn houding in huis werd onverschilliger en
's avonds werd het ook al wat later dan ge
woonlijk. Hij bezocht plaatsen, waarvan hij
wist, dat zijn vrome moeder het tranen moest
kosten, en herhaalde daar zijn bezoeken zoo
dikwijls en op zulke wijze, dat men hem niet
zonder oorzaak een kind van zijn vader be
gon te noemen.
Zoodoende volgde de zoon het kwade voor
beeld zijns vaders, ten koste van zijn eigen
gezondheid en de rust zijns harte, alsmede
de tranen zijner moeder en den welvaart van
het huisgezin. Cornelia trok het zich ernstig
aan, en binnen weinige weken lag de arme
vrouw uitgeput van vermoeienis en geheel on
dermijnd door de zenuwen op haar ziekbed.
En niet lang daarna verwisselde Cornelia het
tijdelijke met het eeuwige. Uit dit moeitevolle
leven ging zij over naar de gewesten des
vredes, waar geen tranen zullen gestort en
geen smart zal gekend worden. Kort voor
haar sterven stonden Pieter en de kinderen
aan haar sponde, het laatste oogenblik waar
naar de vrome vrouw vurig verlangde, af te
wachten. Zij troost hen door hare zekere
verwachting op een zalig ontslapen uit te spre
ken. Ook voor haar man is zij even als al
tijd zeer teder. Ze was getrouw jegens hem,
maar zoo bescheiden en voorzichtig alsof zij
vreesde iets te zeggen, wat hem onaangenaam
zou zijn.
En tochDe goede vrouw kon daar niet
buiten zonder ontrouw aan de waarheid te
zullen zijn, want het leven van Pieter had
daartoe te veel berispelijks. Eindelijk richte
zij het moede hoofd op en gaf ze te kennen
nog iets te willen zeggen aan haar man en
toen deze bij haar kwam fluisterde zij //Pie
ter Ge hebt God niet voor oogen gehouden
en mij niet genoeg liefgehad. Mijn leven,
thans bijna afgelegd, is voor een deei ook
doorgebracht in het gebed voor u. De drank
is oorzaak van uw verderf en dat van ons
kind, die in uwe voetsporen wandelt. De
drank is oorzaak van den ondergang van
ons gezin, de ellende onzer kinderen. De
drank beett het leven uwer
vrouw verkort.// Zij zonk in haar kussen
en na eenige oogenblikken was zij niet meer.
Ze had nog iets gezegd, maar het werd niet
meer verslaan. Dat was ontzettend. Daar stond
hij dan nu bij het lijk zijner vrouw, bezwaard
door een beschuldigend geweten, veroordeeld
door zijn stervende vrouw, omringd door zijne
ongelukkige kinderen, in wier oog hij de
moordenaar hunner moeder moest zijn. Hij
snelde naar boven, en wierp zich op de
knieen en riep overluid//O, God, sta mij
bij en laat mij door daden toonen in waar
heid berouw te hebben over hetgeen door
mij zoo schandelijk werd misdreven. Mijn
kinderen zullen mij haten, omdat ik
//Neen, zeiden drie der kinderen, die hun
vader in zijne vertwijfeling waren gevolgd,
//wij zuilen u liefhebben} en God zal u zege
nen, want moeder heeft altijd gezegd: //Die
zijn zonden belijdt en laat, zal barmhartig
heid verkrijgen.//
Twee jaren gingen voorüij. Branderhorst
had vanaf het overlijden zijner vrouw elke
gelegenheid vermeden, waar hij in verzoeking
zou kunnen komen De zorg voor het huis
gezin had hij toevertrouwd aan zijn oudste
dochtermaar als het kon was vader zelf in
zijn woning. De oudste zoon werkte geregeld
en had nog wel eens een verkeerde bui na
den dood zijner moeder gehad, maar de be
sliste houding zijns vaders was gelukkig hem
ten goede.
Branderhorst zelf maakte toen een beteren
indruk dan vroeger, en ofschoon hij toen
jonger was, werd hij nu toch beter vertrouwd,
en kwam hij daardoor meer in de gelegen
heid iets te kunnen verdienen.
In den huiselijken kring leefde men recht
genoeglijk met elkander. Men beijverde zich
om het elkander zoo aangenaam mogelijk te
maken. Ook het ameublement vermeerderde
weer, en toen er een goede tijd was geweest
prijkte de oude Statenbijbel weer op zijn
plaats. Branderhorst had net zoolang gespaard
tot hij het noodige bedrag, daarvoor bij el
kander had. Want hij wist waar hij zich be
vond, en meende gehoord te hebben, dat die
menschen hem ook weer wilde verkoopen.
En toen hij het onderzocht bleek het juist te
zijn.
Zoo leefde dit gezin nog jaren gelukkig e»
tevreden. En als Branderhorst soms aan ta
fel het betreurde, dat moeder zoo jong was
heengegaan en dit genoegclijk leven heeft
moeten missen, dan troosten hem de kinderen
door te zeggen: /.Ach vader, wij zijn geluk
kig, maar moeder nog gelukkiger.// We hopen
ze toch eens weêr te zien.
EINDE.