ten minr.te vooral niet in de eerste plaats voor de studenten. Voorts verheft zij .dan die wetenschap hoog boven den strijd tusschen geloof en ongeloof, accepteert eene ,,onbe vooroordeclde" wetenschap van staatswege, ook al erkent zij, dat vele geleerden wel bevooroordeeld zullen zijn; legt buitengewouen na druk op de zelfstandigheid der studenten, en den beperkten invloed der professoren, en koint dan tot de slotsom, dat de Staat ziju open bare universiteiten niet als ongeloo- vig moet brandmerken door daar nevens christelijke te steunen. Ondanks alle liefde voor den ver- moedelijken steller det artikelen in de Nederlander moeten wij toch een3 vragen waarin verschilt deze beschouwing nog van de liberale En wat is dit alles anders dan theorie Wat hebben wij er aan, of de ministers al gereformeerde en roomsche professoren mogen voor dragen ter benoeming, ais zij het in werkelijkheid niet doen, en als zij den senaat zóó inrichten, dat geheel het universitaire plan den stempel van het ongeloof draagt? Ook de bewering dat achttienjarige jonge mannen „zichzelf" beginnen op te voeden, en dus de studenten niet meer geleid en opgevoed worden door hun professoren, gaat o. i. lang niet op. Immers juist om het gewichtige werk en de meerdeie verantwoordelijkheiddie de studenten later, als zij „klaar" zijD, in de maatschappij te dragen hebben, is voor hen langer voorbereiding noodig, en hoe kan dit onder het aanhooren der lessen van de professoren ge schieden, zonder hun invloed te ondergaan En hoe ter wereld kan een hoogleeraar studeeren en doceeren met een neutraal hart Neutrale menschen zijn eenvoudig nergens te vinden. Dus waarom zou de Over heid „officieel" moeten aannemen hetgeen in het practische leven toch absent is Waarom niet liever de zaak eenvoudig opgenomen gelijk zij is, en toegestemd dat een groot deel der natie met de bandelooze wetenschap zoomin practisch als principieel genoegen kan nemen, en dat dus voor de uitbreiding der rechtsgelijkheid het steunen van particuliere universiteiten en „aan- vullings"- (of „contra" katheders onvermijdelijk is. Wij komen nog wel nader op deze zaak terugmaar spreken ons leedwezen uit, dat de Nederlander zulk een rationalistisch idéé heeft van de „vrijheid" op hooger onder wijsgebied. Aristocratie. Recht voor allen. Uil de Pers. Uit de samenstelling van dit woord is reeds op te maken, dat liet doelt op een regeeringsvormop een wijze van Staatsbestuur en Staatsmacht: want het bestaat uit de twee woorden aristos, dat besteen cratos, dat macht beteekent. Een aristocratie, nu 't woord genomen in zijn Griekscho grondgedachte, is dus een regeeringsvorm, waaibij de souve- reine macht en de daaruit voortvloeiende inferieure machten berusten bij een groep der „besten", der aanzienlijken en hoog- geplaatsten. Aristoteles, de leermeester van Alexander den Groote, (384322 voor Chr.) onderscheidde drie grond vormen van Staatsbestuur nl. de monar chie, waarbij één persoon optrad,, de aristocratie, waarbij eenige bevoorrechten, of een geheele klasse van aanzienlijken regeerde en de democratie, in welke de vrije burgerij liet bestuur uitoefent. In den loop der tijden is de politieke beteekenis niet gewijzigd, maar later heeft de spraakmakende gemeente, dat is 'r Volk, iiec denkbeeld van beste, aan zienlijkste overgebracht op de mannen van kapitaal, van adel en hooge afkomst; zoodat toen onder aristocratie, niet alleen verstaan werd een regeeringsvorm, maar ook de hooge staat of stand van eeri deel der Maatschappijnog later viel ook 't begrip van best langzamerhand in zooverre weg, dat de overtuiging le vendig werd, dat alles wat zich tegen woordig als aristocratie aandient, daar om nog niet het edelste, het hoogstont- wikkelde, het meest fijngevoolende en grootsch denkende deel der Natie is en dat onder de democratie evenveel waarachtigen adel en rijk geestesleven gloort als onder vele „aristocraten" met een stamboom, die zijn wortelen slaat in de „donkere" Middeleeuwen, of in de oertijden van Willebrordius. Er is velerlei aristocratie Er is een aristocratie des geestes Zich l iteud ia machtige Kennis, fijne Kunst en onuitputtelijke Wijsheid. In machtige Kennis! In geniale vin ding, uiteenzetting, verdediging of uit eenrafeling van stelsels, systemen en methoden. In het doen blinken van waar- bedon, onder 't puin der eeuwen als be dolven In 't ontsluieren van geheime nissen in natuur en leven, wier bestaan zelfs door wijzen der Eeuw nauwelijks werd vermoed. In fijne, hooge Kunst! Zich open barend in een laten leven van kleuren en lijnen; in een samenspel van tonen en klanken 1 Saamgevoegd tot scheppingen opdoek, majestueuscb, rijk van gedachte, impo- neorend uw geheeie ziel, uw hart tok kelend tot geestvervoering. Saamgevoegd tot symfonieën of aceoor- den eu n elodieëu, wegslepend schoon nu eens u ontpersend tranen van smart en zielepijn dan u doende huppelen op den vrool. ken rythmus der toneuzee. Troostend nu; verwijtend en aanklagend dan. Samengevoegd tot architectuur, die u toespreekt in pilaar eu geve' doel en bestemming leert kennen uit bouworde en steensoort; in die lijnen, boogswijze samenloopendin Gothiseheu trant u wijzend naar dat Eeuwige Middelpunt van alle leven en zjjn. Er is een aristocratie des harten] Zielende!, zoo verheven zielevreugd zoo reinzielesmart zoo stil gedragen zieleleven zoo rijk Die zichzelven ver geet om anderer te zijnen nochtans zichzelven eert, omdat zij des naasten zich opoffert. Er is een geldaristocratie! Onrmozei menigmaalverwaand en ongenaakbaar meestentijdsgelukkig bij stinkenden lofbeleedigd na welverdienden blaam. Hatelijk en gehaat! Gesteund door be- dfieitetsBespot door weidenkenden.! Bemind door weinigen Er is een dorpsaristocratie. Tweeërlei, eene hoogere en eene lagere. Hierin komen ze overeen, dat ze geen van beide een wppenschild voereD, en allen pogen in woning en kleedij, iaal en spraak wat meer dan ordinair te zijn. De hoogere aristocratie staat boven de lagere in ontwikkeling en fijnere be schaving, behoudens de noodige uitzon deringen. Wat karakter betreft is de eerste soms fijn heerschzuehtig; de tweede soms dom eergierig. De eerste is meest d8 meerdere der burgerij in afkomst en opvoedingde tweede is dier evenknie öf ook wei do gelijkboortige van 't proletariaat; aange dreven op een stroowiscb, maar door protec ie, erfenis, geluk, huwelijk enz. hooger op geklommen uit 't moeras van elleode en armoe. De eerste is ireest beleefd en voor komend soms fiju hatelijk; de tweede op beleefdheid eu eerbewijs bijzonder gesteld; soms onnoozel belachelijk. De eerste ia overeenkomstig haar stand meest deftig, waardigwat hoog gevoe lende en toch zelden trotsob. De tweede beeldt zich spoedig in, dat haar uil een valk is; en haar katoentjes echt satijn. De eerste behoort onder de magistra te infériores; en heeft gezag in gemeente, vereeniging, kerk en school. Zj zoekt het niet, maar eo ipso wordt 't haar geschonkende tweede dingt er naar, soms met reden en zeer terecht, maar ook uit eerbejag zonder ooit echter zich verdienstelijk gemaakt te hebben. Onder de eerste heerscht klassegevoe! en standseenheid; 'i patricische bloed mag zich niet vermengen met dat der ple bejers; en niet gau .v wordt men als gast in d9 „salons" toegelaten. Er i3 familie band StandsliefdeIets patriarchaals ligt over de leden van den stam 1 Men zoekt elkaar, men steunt elkaar, om de waardigheid van den stand te handhaven. Men sluit zich af, men wil onder- scheiden zjn van de andere standen, eu nochtans niet grescbeiden. Onder de tweede is dit alles veel minder. Eer heerscht daar naijver op, dan liefde voor elkander. Belang treedt meer op den voorgrond bij huwelijken en conversatie dan k'asselie/de. Ér ia standsgevoel, maar 't uit te schudden kost niet zooveel inspanning. Er is eeu dorpsaristocratieer is geld aristocratie er is eene aristocratie des harten en des gee3tes; er is een aristo cratie door naam eD door titels; er is een aristocratie, die plejebisch een de mocratie, die patricisch is. Er is een geboren en een verworven aristocratie; een aristocratie, die godsdienstig is en ook eene, die den godsdienst haat. Waarde Lezer! Ik had 't plan, alleen maar 't plan om u over de aristocratie en haar arbeid op politiek terrein te spreken. Daarom begon ik met den groo- ten wjsgeer der oudheidEn hoe dwaalde ik af! Ik spreek als Pierson in zjn Intimus volgaarne mj'n Peecavi! uit. Het Bestuur yan den Bond tegen Vaccinedwang zendt ons ter pliatsing het volgende adres. Jan Ilare Majesteit de Koningin. Geeft met vnschuldigden eerbied te kennen de Bond legen vaccinedwang (goedgekeurd bij Kon. Besiuit van 19 October 1883, No. 32), dat bj met groo e ingenomenheid heeft kennis genomen van bet wetsvoorstel tot wijziging van ar:. 17 der wet van 4 Dec." 1872 dat de rechtvaardigheid evenwel eiseht, dat ook aan ouders, die hun kiudereu niet op oen bijzondere schooi willenzen- den, de gelegenheid gegeven worde vrij stelling ven urLi7, 1° te erlangen; dat dit te meer kiemt, doordien er ook ouders zijn, die wol hun kinderen naar de bjjzoudere school willen maar niet kunnen zenden, omdat in plaats hunner inwoning geen bijzondere school is of kan worden opgericht redenon, waarom hij tot Uwo Majes teit het eerbiedig verzoek richt, het daar heen te willen leidon, dat ook ouders, die hun kinderen t i d op een bijzonde re school willen of kunnen zenden, de gelegenheid ontvangen, dit te doen zon der dat zij het i t art. 17 1° gevraagde bewijs behoeven over ie leggen. Hetwelk doende enz. II' t Be^piur van den Bond tegen de Vaccinedwang Wij kunnen ons geheel met doel en slrekki >g vereonigen. Vrijheid voorden oen, maar evenzeer voor den ander. Drankmisbruik. Wilt gij u eetiig denkbeeld maken van de enorme som, welke jaarlijks in ons land aan sterken drank verkwist wordt? Gij ken een Statenbijbel? Welnu, iemand heeft geteld, dat daar 3,000,000 letters in ziju. Als gij 't niet gelooft, moogt gij 't natellen Stel u voor, dat iemand in uwe tegenwoordigheid voor O O elke letter f 15, - - ongeveer uittelde, dan zijt ge zoowat aan de som, die jaarlijks in ons Christelijk Nederland aan sterken drank wordt zoek gemaakt. Hoeveel minder armoede zou er zijn, indien die miliioemén op nuttige wijze be steed werden In eiken borrel zie men toch een tirail - leur van een leger, dat volgt en zoo ontzettend veel ellende meebreng! in zijn achterhoede De Zeeuw. Er wordt in het district Sittard bij de verkiezingen zeer veel misbruik gemaakt van sterken drank, en de Nieuwe Rotter- damsche Courant had voor een paar dagen de vriendelijkheid daar nu het woord ^Christelijke aan vast te knoopen, en ha telijk te spreken van een Christelijk e dis trict. De Standaard gaf toen aan het groote liberale orgaan te verstaan, dat de liberale partij waarlijk zelf wel eens de hand in den boezem mocht steken. Het spreekt van zelf dat het stukje uit de N. R. C. ook iu Limburg is gelezen en onder de oogen geraakt van pastoor Thissen, den redacteur van de Limburger Koerierdie, op allesbehalve zachte wijze de Limburgsche drinkgewoonten laakte, de Nieuwe Hotterdamsche als volgt de les leest Gij zijt over de kiespraktljken inj 't district Sittard zoo verontwaardigd, dat gij cr de ehriste- lijken bijhaalt. Maar zeg eens, „N. R." zijt gij al vergeten dat bij de laatste verkiezing in Rotterdam II de li berale candidaat gekozen werd door middel van een vHsch stuk? Nu dunkt ons dat falsarissen vrij wat lager staan dan bierschenkers. Is dat ook niet uwe mocuing l)ooh ik heb nog meer met u te bespreken. Herinnert gij u niet, dat er voor lange jaren een liberaal minister was, die aan een invloed rijk persoon in Limburg een brief schreef, waarin hij allerlei gunsten aan Limburg beloofde, indien het liberale candidaten koos En herinnert, gij u niet, hoe die liberale mi nister (zijn naam weet ik (op 'toogenblik niet) hoe die liberale minister met stalen voorhoofd in de publieke Kamer ontkende, zoo'n brief ooit te hebben geschreven En herinnert gij u verder, dat wijlen mr. L. Haffmans dien brief uit zijn zak haalde en iu de Kamer voorlas, zoodat die liberale minister, stem-schacheraar en publiek leugenaar, met sehande en verachting beladen, als een dief uit de Kamer vluchtte, en het ministerie solidair in dat liberaal kiesschandaal op staanden voet zijn ontslag moest nemen Herinnert gij u dat werkelijk niet meer? Men zou het hcusch moeten getooven. Anders immers 'zoudt gij toek de onbeschaamdheid niet gehad hebben in de ergerlijke kiespraktijken in 't district Sittard ons ministerie te willen be trekken. Want schandelijker kiesmanoeuvres dan die van uw liberalen minister zijn weliiclrt in ons land nooit voorgekomen. Immers „N. R." Ik zal uw geheugen nog eens verder opfrissclien. In die tijden, waar gemold kicsgeschacher plaats greep, liberaliseerde Limburg nog al vrij sterk Het liberale Katholicisme had hier veel in de melk te brokken. En wat deden uwe liberale ministeries Om Limburg's kiezers te lijmen, gaven zij gul bijna alle subsidies die voor noodzakelijke gods dienstige doeleinden gevraagd werden. En zie, de kaart keert Limburg rukt los uit de listige netten van 't liberalisme. Yan dat oogenblik kreeg het geen cent meer. „Zie nu eens aan," zei Mgr. Paredis, zaliger gedachtenis, „toen Limburg min of meer liberaal was, kreeg ik van de regeering alles wat ik noo dig had, en nu geen duit meer." Wat dunkt u, „N. R.",wat is laakbaarder en onverantwoordelij ker Een candidaat die stemmen koopt van zijn eigen geld, of een minister die stemmen werft met het geld van de staatskas Ik zal u nog eens wat vertellen. In de tijden, waarover ik |jhier schrijf, kwam in verschillende Limburgsche districten vaak stembusstrijd voor tusschen een Katholiek en en een liberaal. Toen werd ook met bier en Schiedammer ge werkt van beide zijden. Daarover hebben wij nooit afkeuring en verontwaardiging in een li berale courant gelezen. Natuurlijk! Toen ging het om steun van een liberaal ministerie. Ik zal u nog eens verder wat aan 't verstand brengen. In ons Limburg zijn nog altijd liberalen, die natuurlijk er niet aan denken kunnen ergens in een district een Kamermandaat van den haak te halen. En dat nu is voor de liberale propaganda in ons gewest niet voordeel ig En wat deden nu de liberale regeeringen? Zij gaven aan die slachtoffers hunner liberale overtuiging allerlei hooge en vette betrekkingen, om zoodoende hun invloed te versterken, en hun ijver voor de liberale zaak aan te vuren. Hoe oordeelt gij dtutf over, „N. R." Is dat geen koopen van stemmen, te verfoel- lijker, omdat die stemmen gekocht worden door (ie duiten uit de publieke kas, terwijl de bier- stemmen gekocht worden uit eigen beura, zoo als wij boven reeds vroegen Ons dunkt, de N. 11. Courant beleeft zoo van hare hatelijkheid niet veel plezier. Tisssi- eas I^ti ii'al w KAINIET OP VLAS. Toen we verleden week ons opstelletje over magnesia besloten met de mededeeling aangaande de gunstige werking van magnesiahoudende zouten op vlas, toen hadden we allerminst ge dacht, die zaak e.-n week later andermaal onder de aandacht van onze lezers te zullen brengen. Het „verslag van de proefvelden aangelegd van wege de Vereeniging Landbouw-0/iderwijs te Mid- delharnis 19011190:1geeft hiertoe een gerede aan leiding. Ouder No. 1 en 2 toch vinden we hierin be sproken eene „proeve tot het nagaan van den invloed eener kalibemesting op de kwaliteit en kwantiteit bij vlas." Op de desbetreffende proef velden een van teemachtig zaml en één van zware klei bleef perceel A zonder kali, perceel B ontving Choorknlium bij het zaaien, perceel C kaïniet bij het zaaien on perceel D kaïniet in Januari. En hoe stond het nu met de resultaten? Zie eens hier. (Leemachtig zand.) Perceel Bemesting. K.G. groen vlas. K.G. schoon vlas. Zonder kali Chloor kali Kaïniet bij 't zaad Kaïniet in Januari (Zware klei. 3750 4225 3750 4050 475 455 487,5 540 Perceel Bemesting. K.G. groen vlas. K.G. schoon vlas. A. B. C. D. Zonder kali Chloor kali Kaïniet bij 't zaad Kaïniet in Januari 2220 2355 1822,5 2535 133.2 169,5 105.3 172,2 De heer Yan Bijlevelt eindigt zijn zeer uit voerig verslag met de woorden „Aangezien deze proeven ook met nog andere kalimeststoffen wor den voortgezet, zullen nog geen conclusiën wor den getrokken." Ook wij zouden ons met het oog op boven staande feiten niet graag aan eene conclusie wa gen, maar toch moet ons .de opmerking van 't hart, dat de opvallend flinke uitkomst bij de aanwending van kaïniet (uitgestrooid in Januari) naar alle waarschijnlijkheid wel in verband staat met het betrekkelijk hooge niagnesiagehalte van dit kalizout. Kaïniet toch bevat behalve zwavelzuur kalium ook zwavelzuur-magnesium en chloor-magnesiutn. Zooals de naam voldoende aanduidt komt in de beide laatste verbindingen magnesia voor. En deze stof nu wordt niet gevonden in het chloor- kali, dat bij de proefneming ook gebezigd werd. Eu nu nog eene opmerking, waarmee de ge bruikers huil voordeel kunnen doen. De uit komsten hebben, dunkt ons, ook bewezen, dat kaïniet nimmer te laat moet .worden aangewend. Als het wat vroeg uitgestrooid wordt, zullen de schadelijke verbindingen, die er in mochten voor komen weggezakt zijn, (zoo heet het gewoonlijk) als de planten beginnen te groeien. Het feit, dat het vroeg aangewende kaïniet veel gunstiger werkte dan het met het zaad uitgestrooide klopt heelemaal met bedoelde redeneering. Ten slotte nog deze mededeeling. Wij namen met ongewone belangstelling kennis van deze proefnemingen. Van harte hopen we, dat de heer Yan Bijlevelt ook deze met de hem eigene nauw- gczelheid zal voortzetten. Ten allen tijde zullen wij ons beijveren, de resultaten ervan in wijde ren kring bekend te maken. M. Bij den uitgever W. Boekhoven te Sommelsdijli verschijnt begin Juli een tiieutv blad, gewijd aan de belangen van Landbouw, Industrie en Arbeid, ouder Redactie van den heer H. Schooaejongen Jacobz. te 's Graveuhage. Het blad zal het officiéél orgaan zijn van de Nederlandsche vereeniging tot be vorder. ng van Nationalen Arbeid, gevestigd te Utrecht, en zich bovenal wijden aan het Protectie-vraagstuk. Vragen en Antwoorden worden Icosieloos geplaatst. Antwoorden oi medodeeJlagcn zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 521. Ia het waar, dat er vanéén graankorrel wel meer dan één a «.r komt 522. Hoe komt het toch, dat ik op mijn groote booneu (Roomscjie boon en) haast altijd zooveel mieren zie scharrelen 525. Heeft tarwestof bemesfingwaarde Antwoorden en mededeeling en. 518. Wat zyn steogeiaal jes Dat ziju uiterst kleine wormpjes, zéé klein, dat ze met het bloote oog niet eens gemakkelijk gezien kunnen worden. Ze gaan uic den grond over in stengels van planten. En als ze 't daarin naar den zin hebben en er zich verme nigvuldigen, dan doen ze vrij wat kwaad aan de planr,, waarin ze huizen. 519. Leg een blaadje waarop ge een eitje hebt aangetroffen op wat vochtige aarde in een bloempot en dek die met een stukje glas Ha een paar dagen komt 't rupeje wel uit. Geel lïefc geregeld vers die blaadjes en zonder twijfel zult ge 't rupsje groot kunnen brengen. 520. Probeer het eens met zwavel 'ampen. Plaats, als er geen wind is, eens een test b. v. met zwavel onder de heg en steek dan de zwavel in brandDe dampen stijgen tusschen de bladeren en takken door omhoog en zullen de rupsen wel van s- eek brengen. Up wat oude kranten v.ingt ge gein tkkelijk de ex«m - plaren op, die zioh laten vallen. Ze moeten dan dood gemaakt worden. Doch dut is geen groote karwei. Bevalt u deze manier niet of komt het u te duur, beproef het dan eens met Bordeausche pap, (een pa u ons kopervitriool in een emmer water opgelost; ook zooveel ongehluschte k» lk eerst blusschen en dan in een anderen emmer water 'ot kalkmelk aanroeren dan in een derde emmer van elk der twee vloei stoffen de helft en goed doorroeren. Men heeft dan één emmer Bordeausche pap en kan van de beide an dere halve emmers nog een maken) GLt dit mot een gieter op de rupsen uit. Een spuit helpt beter dat spreekt. Deel de resuPaten eens mee s. v. p. BiKiiKCiie stStrasssc«a Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. XII. Overmorgen komen we te Padang en dan ia onze mailreis op een oor na gevild. We hielden ook nu weder, van af Perim, het mooiste wéér, dat men zich maar wenschen kan Wel begon 't zonnetje met den dag, volgens sommigen zelfs met het uur, steeds feller te bran den, docli dat is nu eenmaal ons voorland in de tropen. In alle geval is de Oostersohe warmte verreweg te verkiezen boven nattige kou, guren Noorden wind, sneeuwjacht en dergelijkhedcn meer, waar mee moeder natuur ons vaderland zoo nu en dan begiftist. Als een der passagiers dan ook over de warmte begint te mopperen, behoef ik slechts even aan dien dag in het „Kanaal van IJmuiden" te herinneren en de man is dadelijk met den nieu wen toestand verzoend. Men moet er zich (echter op kleeden en niet doen als een paar eigenwijze „baren" aan boord, d'e beweren, dat zo de Indische dracht onfatsoen lijk en onsmaakvol vinden Nu, we zullen die heeren en dames over een paar maanden wel eens nader spreken- Veel belangrijks ondervonden we op ons traject uil Perim nu juist niet. 23 Maart passeerden we de beruchte „Kaap Guar- dafui of op zijn Hollandsoh „Kaap pas op je tellen". Het kan hier soms leelijlc spoken, zooals ik trou wens zei f op mijn thuisreis in December 1900 onder vond. Thans hadden we er een spiegelgladde zee zooals men dat noemt al is er natuurlijk eenige beweging en golving te bespeuren. We zagen dien dag ook nog the Brothers, een paar gevaarlijke klippen, waarop, vooral in onze zomermaanden, vele zeilschepen stukloopen. Op die hoogte kwam ons, heel in de vertellet S.S. „Gedé" der Rotterdamsche Lloyd voorbij, op de terugreis naar Holland. Onwillekeurigdenk ik weder aan mijn eerste uitvaart naar het land der zonne, in 1896 op diezelfde goede oude „Gedé" met de 240 mannetjes Koloniale Reserve aan boord. Wat brachten die vroolijke kerels een leven in de brouwerij Yan een klein detachement merkt men zoo bitter weinig. Neen, dan moet'top zoo'n groot Engelsch transportschip met 2 3000 man troepen pas je ware zijn De passagiers brachten een kleine driehonderd gulden bij elkaar om de equipage en de militairen eens een verzetje te geven. 28 Maart was het feest.Het programma bestond uit touwtrekken, stroophappen, een wedloop met hindernissen, zakloopen enz. De mannen verzochten mij, hier openlijk namens hen inde bladen, hartelijk dank te betuigen voor het genotene. Tegen 3 uur in den middag van den feestroes zagen we aan bakboord het schoone eiland Ceylon met zijn blauwgrijze bergen en heerlijk groene heu vels. We gingen dieht onder een bosehrijken wal en konden duidelijk met 't bloote oog de eerste klapperboomen (kokospalmen) onderscheiden. Bij „Point de Galle" werd om half zes'snamid- dags geseind „voor rapport naar Amsterdam en Batavia alles wel." De ondergaande zon wierp haar gouden licht bundels op 't tropische strand en jammer, dood jammer was het dat de duisternis zoó snel inviel en we toen niets meer zagen van dat heerlijk schoone eiland. Nu hunkeren wij allen naar Padang. Daar is de natuur nog veel schooner en zijn we feitelijk weer in ons eigen vaderland, in het Nederland tusschen de keerkringen. Het passagiersbertaan op een stoomboot wordt op den duur toch knapjes vervelend. Niet dat we 't niet goed hebben Integendeel, er heerscht op de sche'en der Maatschappij „Nederland" en der Rotterdamsche Lloyd eer overdaad en er is bepaald zeer zelfbedwang en wilskracht noodig om zich niet ziek te eten. Het ware iu. i. heter de passagekostcn wat te verlagen en dan eenvoudiger op te disschen. Ik moet u nog altijd ons leven aan boord schetsen 'en wil daarom thans met n, uur voor uur, een dag doorworstelen, zooals wij passagiers dat sedert een week gewoon zijn. ,t Is half zes in den morgen. Het dek is als bezaaid met slapende menschen en maakt wer kelijk den indruk van een zigeunerkamp. Daar hoort men plotseling zware voetstappen dreunen en hard klinkende mannenstemmen. De bootsman met zijn matrozen komt met de brandslangen om schoon schip te maken of liever gezegd dek te spoelen. Ze zijn erg zindelijk op zoo'u Holhuidsche bootHals over kop vluchten nu allen naar de benauwde hutten om handdoek en zeep te halen en dan wordt't een ware vliegen afvangerij om in de badkamers te komen. (Zie rechtmatige klacht in vorige Penkras). Zij die wachten moeten, kunnen niet meer weg, anders verliezen ze hun beurt, ze slurpen daarom verdrietig hun kop koffie, steken een pijp of een sigaret op, (de heeren wei te verstaan, want de dames rooken niet en wachten niet), en mopperen over het „verschrikkelijk geteut" der gelukkigen, die nu reeds van't lekkere stort bad genieten. Na de duoche gaat men ontbijten. De tafel blijft tot 9 uur gedekt en de meeste dames en heeren zijn zoo verstandig om, zoolang het scheepsregle- ment het toelaat, in het zoo luchtig Indische négligé te verschijnen. Vooral de meer donker gekleurden weten de sarong en kabaja met eene zekere gratie te dragen. Jammer, dat voor ons heeren op de bepaalde uren (van 9 tot 12 's morgens) wanneer het juist het warmst is, die zoo practische kleeding verboden vrucht wordt. Het ontbijt is meer dan goed. In de 1 ste klasse krijgt men b. v. vandaag: koffie of thee, versch aan boord gebakken witte brood, paling in gele i, kalfsvleesch, gerookte tong, gelei, koek, kaas en beschuit. In de 2de precies hetzelfde behalve de paling in gelei en het kalfsvleesch. Als de inwendige mensch nu voldoende ver sterkt is tegen de vermoeienissen (sic) van den komenden dag, gaat men naar boven. De meesten gaan daar erg lui in hun lange rieten stoel liggen, voor den vorm met een Maleisch leerboekje of een roman bij zich. Enkele vaste clubjes spelen kaart of domino. De jongeren flirten zoo'u beetje met de aardige bakvisebjes aan boord, terwijl de vele kinderen onvermoeid krijgertje spelen en 't lieele schip door hun gekraai en gelach doen weerklinken. Om 10 uur brengen de Javaanache bedienden (een verbasterd soort Inlanders, bedorven als ze worden door hun veelvuldig bezoek aan Amster dam) ons eene versnapering b. v. heden abrikozen sorbet en daarna wordt het langzamerhand tijd voor een „paltje" (bittertje). Pait wordt in de tropen tweemaal daags ge dronken, omdat men er ook tweemaal daags warm eten nuttigt. Men is hier aan boord dade lijk met die Indische gewoonte begonnen, trouwens op Hr. Ms. oorlogschepen wordt zij ook steeds gevolgd. Om 12 uur luidt de bel voor het middagmaal en we zullen nu maar wêêr eens het menu van de 1ste klasse raadplegen. Het bestaat uit 1. Indische rijsttafel2. biefstuk; 3.doperwten 4. gebakken aarddapelen5. citroen-bavaroise 6. vruchten en 7. koffie. Bij de 2de klasse vervalt alleen de citroen-ba varoise. Na tafel trachten velen een dutje te doen, wat echter uiterst moeilijk is door het liefelijk ge kweel der jeugd. Anderen weêr dooden den tijd als in de morgen uren. Tegen 3 uur gaat de bel voor de after-noon tea en daarna begint opnieuw de strjjd om het dage- iijksch bad. Is de zon onder, dan moeten we door een voed- zamen maaltijd weer op krachten gebracht worden en dat het niet voor poes is, blijkt wel uit het onderstaand menu der 1ste klasse. 1. soep; 2. niorbroodjes 3. ossenhaas au Riche - lieu 4. vol au vent de Toulouse 5. ham 6. bloem kool; 7. gekookte aardappelen; S. gebraden kapoen9. compote10. cabinet-pudding met rhumsaus; 11. roomtaart; 12. vruclylen13. ijs; 14. koffie, kaas, beschuit, enz. Bij de 2de klasse vervallen alleen de nummers 8, 9, 11 en 13. H zult met me eens zijn, dat men 't er best op kan uithouden en ik geloof, dat menigeen aan boord het thuis nooit zoo gehad heeft en het in Indië nooit m-er zoo hebben zal. Toch zijn er nog ontevredenen onder de passagiers, menschen, die over alles en nog wat durven mopperen. En nu begint de lange avond, die doorgewor steld wordt met zingen, guitaargetokkel, Jansen j enz., enz., totdat men tegen 11 uur op zij a stoel

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 2