ten minr.te vooral niet in de eerste
plaats voor de studenten. Voorts
verheft zij .dan die wetenschap hoog
boven den strijd tusschen geloof en
ongeloof, accepteert eene ,,onbe
vooroordeclde" wetenschap van
staatswege, ook al erkent zij, dat
vele geleerden wel bevooroordeeld
zullen zijn; legt buitengewouen na
druk op de zelfstandigheid der
studenten, en den beperkten invloed
der professoren, en koint dan tot
de slotsom, dat de Staat ziju open
bare universiteiten niet als ongeloo-
vig moet brandmerken door daar
nevens christelijke te steunen.
Ondanks alle liefde voor den ver-
moedelijken steller det artikelen in
de Nederlander moeten wij toch een3
vragen waarin verschilt deze
beschouwing nog van de liberale
En wat is dit alles anders dan
theorie
Wat hebben wij er aan, of de
ministers al gereformeerde en
roomsche professoren mogen voor
dragen ter benoeming, ais zij het in
werkelijkheid niet doen, en als zij
den senaat zóó inrichten, dat geheel
het universitaire plan den stempel
van het ongeloof draagt?
Ook de bewering dat achttienjarige
jonge mannen „zichzelf" beginnen
op te voeden, en dus de studenten
niet meer geleid en opgevoed worden
door hun professoren, gaat o. i. lang
niet op. Immers juist om het
gewichtige werk en de meerdeie
verantwoordelijkheiddie de studenten
later, als zij „klaar" zijD, in de
maatschappij te dragen hebben, is
voor hen langer voorbereiding noodig,
en hoe kan dit onder het aanhooren
der lessen van de professoren ge
schieden, zonder hun invloed te
ondergaan En hoe ter wereld kan
een hoogleeraar studeeren en doceeren
met een neutraal hart Neutrale
menschen zijn eenvoudig nergens te
vinden. Dus waarom zou de Over
heid „officieel" moeten aannemen
hetgeen in het practische leven toch
absent is Waarom niet liever de
zaak eenvoudig opgenomen gelijk
zij is, en toegestemd dat een groot
deel der natie met de bandelooze
wetenschap zoomin practisch als
principieel genoegen kan nemen, en
dat dus voor de uitbreiding der
rechtsgelijkheid het steunen van
particuliere universiteiten en „aan-
vullings"- (of „contra" katheders
onvermijdelijk is.
Wij komen nog wel nader op
deze zaak terugmaar spreken ons
leedwezen uit, dat de Nederlander
zulk een rationalistisch idéé heeft
van de „vrijheid" op hooger onder
wijsgebied.
Aristocratie.
Recht voor allen.
Uil de Pers.
Uit de samenstelling van dit woord
is reeds op te maken, dat liet doelt op
een regeeringsvormop een wijze van
Staatsbestuur en Staatsmacht: want het
bestaat uit de twee woorden aristos, dat
besteen cratos, dat macht beteekent.
Een aristocratie, nu 't woord genomen
in zijn Griekscho grondgedachte, is dus
een regeeringsvorm, waaibij de souve-
reine macht en de daaruit voortvloeiende
inferieure machten berusten bij een groep
der „besten", der aanzienlijken en hoog-
geplaatsten. Aristoteles, de leermeester
van Alexander den Groote, (384322
voor Chr.) onderscheidde drie grond
vormen van Staatsbestuur nl. de monar
chie, waarbij één persoon optrad,, de
aristocratie, waarbij eenige bevoorrechten,
of een geheele klasse van aanzienlijken
regeerde en de democratie, in welke de
vrije burgerij liet bestuur uitoefent.
In den loop der tijden is de politieke
beteekenis niet gewijzigd, maar later
heeft de spraakmakende gemeente, dat
is 'r Volk, iiec denkbeeld van beste, aan
zienlijkste overgebracht op de mannen
van kapitaal, van adel en hooge afkomst;
zoodat toen onder aristocratie, niet alleen
verstaan werd een regeeringsvorm, maar
ook de hooge staat of stand van eeri
deel der Maatschappijnog later viel
ook 't begrip van best langzamerhand
in zooverre weg, dat de overtuiging le
vendig werd, dat alles wat zich tegen
woordig als aristocratie aandient, daar
om nog niet het edelste, het hoogstont-
wikkelde, het meest fijngevoolende en
grootsch denkende deel der Natie is
en dat onder de democratie evenveel
waarachtigen adel en rijk geestesleven
gloort als onder vele „aristocraten" met
een stamboom, die zijn wortelen slaat
in de „donkere" Middeleeuwen, of in
de oertijden van Willebrordius.
Er is velerlei aristocratie
Er is een aristocratie des geestes
Zich l iteud ia machtige Kennis, fijne
Kunst en onuitputtelijke Wijsheid.
In machtige Kennis! In geniale vin
ding, uiteenzetting, verdediging of uit
eenrafeling van stelsels, systemen en
methoden. In het doen blinken van waar-
bedon, onder 't puin der eeuwen als be
dolven In 't ontsluieren van geheime
nissen in natuur en leven, wier bestaan
zelfs door wijzen der Eeuw nauwelijks
werd vermoed.
In fijne, hooge Kunst! Zich open
barend in een laten leven van kleuren
en lijnen; in een samenspel van tonen
en klanken 1
Saamgevoegd tot scheppingen opdoek,
majestueuscb, rijk van gedachte, impo-
neorend uw geheeie ziel, uw hart tok
kelend tot geestvervoering.
Saamgevoegd tot symfonieën of aceoor-
den eu n elodieëu, wegslepend schoon
nu eens u ontpersend tranen van smart
en zielepijn dan u doende huppelen op
den vrool. ken rythmus der toneuzee.
Troostend nu; verwijtend en aanklagend
dan.
Samengevoegd tot architectuur, die u
toespreekt in pilaar eu geve' doel en
bestemming leert kennen uit bouworde
en steensoort; in die lijnen, boogswijze
samenloopendin Gothiseheu trant u
wijzend naar dat Eeuwige Middelpunt
van alle leven en zjjn.
Er is een aristocratie des harten]
Zielende!, zoo verheven zielevreugd
zoo reinzielesmart zoo stil gedragen
zieleleven zoo rijk Die zichzelven ver
geet om anderer te zijnen nochtans
zichzelven eert, omdat zij des naasten
zich opoffert.
Er is een geldaristocratie! Onrmozei
menigmaalverwaand en ongenaakbaar
meestentijdsgelukkig bij stinkenden
lofbeleedigd na welverdienden blaam.
Hatelijk en gehaat! Gesteund door be-
dfieitetsBespot door weidenkenden.!
Bemind door weinigen
Er is een dorpsaristocratie.
Tweeërlei, eene hoogere en eene lagere.
Hierin komen ze overeen, dat ze geen
van beide een wppenschild voereD, en
allen pogen in woning en kleedij, iaal
en spraak wat meer dan ordinair te zijn.
De hoogere aristocratie staat boven
de lagere in ontwikkeling en fijnere be
schaving, behoudens de noodige uitzon
deringen. Wat karakter betreft is de
eerste soms fijn heerschzuehtig; de tweede
soms dom eergierig.
De eerste is meest d8 meerdere der
burgerij in afkomst en opvoedingde
tweede is dier evenknie öf ook wei do
gelijkboortige van 't proletariaat; aange
dreven op een stroowiscb, maar door
protec ie, erfenis, geluk, huwelijk enz.
hooger op geklommen uit 't moeras van
elleode en armoe.
De eerste is ireest beleefd en voor
komend soms fiju hatelijk; de tweede
op beleefdheid eu eerbewijs bijzonder
gesteld; soms onnoozel belachelijk.
De eerste ia overeenkomstig haar stand
meest deftig, waardigwat hoog gevoe
lende en toch zelden trotsob. De tweede
beeldt zich spoedig in, dat haar uil een
valk is; en haar katoentjes echt satijn.
De eerste behoort onder de magistra
te infériores; en heeft gezag in gemeente,
vereeniging, kerk en school. Zj zoekt
het niet, maar eo ipso wordt 't haar
geschonkende tweede dingt er naar,
soms met reden en zeer terecht, maar
ook uit eerbejag zonder ooit echter zich
verdienstelijk gemaakt te hebben.
Onder de eerste heerscht klassegevoe!
en standseenheid; 'i patricische bloed mag
zich niet vermengen met dat der ple
bejers; en niet gau .v wordt men als gast
in d9 „salons" toegelaten. Er i3 familie
band StandsliefdeIets patriarchaals
ligt over de leden van den stam 1 Men
zoekt elkaar, men steunt elkaar, om de
waardigheid van den stand te handhaven.
Men sluit zich af, men wil onder-
scheiden zjn van de andere standen, eu
nochtans niet grescbeiden.
Onder de tweede is dit alles veel
minder. Eer heerscht daar naijver op,
dan liefde voor elkander. Belang treedt
meer op den voorgrond bij huwelijken
en conversatie dan k'asselie/de. Ér ia
standsgevoel, maar 't uit te schudden
kost niet zooveel inspanning.
Er is eeu dorpsaristocratieer is geld
aristocratie er is eene aristocratie des
harten en des gee3tes; er is een aristo
cratie door naam eD door titels; er is
een aristocratie, die plejebisch een de
mocratie, die patricisch is. Er is een
geboren en een verworven aristocratie;
een aristocratie, die godsdienstig is en
ook eene, die den godsdienst haat.
Waarde Lezer! Ik had 't plan, alleen
maar 't plan om u over de aristocratie
en haar arbeid op politiek terrein te
spreken. Daarom begon ik met den groo-
ten wjsgeer der oudheidEn hoe
dwaalde ik af! Ik spreek als Pierson in
zjn Intimus volgaarne mj'n Peecavi! uit.
Het Bestuur yan den Bond tegen
Vaccinedwang zendt ons ter pliatsing het
volgende adres.
Jan
Ilare Majesteit de Koningin.
Geeft met vnschuldigden eerbied te
kennen de Bond legen vaccinedwang
(goedgekeurd bij Kon. Besiuit van 19
October 1883, No. 32),
dat bj met groo e ingenomenheid heeft
kennis genomen van bet wetsvoorstel
tot wijziging van ar:. 17 der wet van
4 Dec." 1872
dat de rechtvaardigheid evenwel eiseht,
dat ook aan ouders, die hun kiudereu
niet op oen bijzondere schooi willenzen-
den, de gelegenheid gegeven worde vrij
stelling ven urLi7, 1° te erlangen;
dat dit te meer kiemt, doordien er ook
ouders zijn, die wol hun kinderen naar
de bjjzoudere school willen maar niet
kunnen zenden, omdat in plaats hunner
inwoning geen bijzondere school is of
kan worden opgericht
redenon, waarom hij tot Uwo Majes
teit het eerbiedig verzoek richt, het daar
heen te willen leidon, dat ook ouders,
die hun kinderen t i d op een bijzonde
re school willen of kunnen zenden, de
gelegenheid ontvangen, dit te doen zon
der dat zij het i t art. 17 1° gevraagde
bewijs behoeven over ie leggen.
Hetwelk doende enz.
II' t Be^piur van den Bond
tegen de Vaccinedwang
Wij kunnen ons geheel met doel en
slrekki >g vereonigen. Vrijheid voorden
oen, maar evenzeer voor den ander.
Drankmisbruik.
Wilt gij u eetiig denkbeeld maken van
de enorme som, welke jaarlijks in ons
land aan sterken drank verkwist wordt?
Gij ken een Statenbijbel?
Welnu, iemand heeft geteld, dat daar
3,000,000 letters in ziju. Als gij 't niet
gelooft, moogt gij 't natellen Stel u voor,
dat iemand in uwe tegenwoordigheid voor
O O
elke letter f 15, - - ongeveer uittelde, dan
zijt ge zoowat aan de som, die jaarlijks
in ons Christelijk Nederland aan sterken
drank wordt zoek gemaakt.
Hoeveel minder armoede zou er zijn,
indien die miliioemén op nuttige wijze be
steed werden
In eiken borrel zie men toch een tirail -
leur van een leger, dat volgt en zoo
ontzettend veel ellende meebreng! in zijn
achterhoede De Zeeuw.
Er wordt in het district Sittard bij de
verkiezingen zeer veel misbruik gemaakt
van sterken drank, en de Nieuwe Rotter-
damsche Courant had voor een paar
dagen de vriendelijkheid daar nu het woord
^Christelijke aan vast te knoopen, en ha
telijk te spreken van een Christelijk e dis
trict.
De Standaard gaf toen aan het groote
liberale orgaan te verstaan, dat de liberale
partij waarlijk zelf wel eens de hand in
den boezem mocht steken.
Het spreekt van zelf dat het stukje uit
de N. R. C. ook iu Limburg is gelezen en
onder de oogen geraakt van pastoor
Thissen, den redacteur van de Limburger
Koerierdie, op allesbehalve zachte wijze
de Limburgsche drinkgewoonten laakte, de
Nieuwe Hotterdamsche als volgt de les
leest
Gij zijt over de kiespraktljken inj 't district
Sittard zoo verontwaardigd, dat gij cr de ehriste-
lijken bijhaalt.
Maar zeg eens, „N. R." zijt gij al vergeten dat
bij de laatste verkiezing in Rotterdam II de li
berale candidaat gekozen werd door middel van
een vHsch stuk?
Nu dunkt ons dat falsarissen vrij wat lager
staan dan bierschenkers.
Is dat ook niet uwe mocuing
l)ooh ik heb nog meer met u te bespreken.
Herinnert gij u niet, dat er voor lange jaren
een liberaal minister was, die aan een invloed
rijk persoon in Limburg een brief schreef, waarin
hij allerlei gunsten aan Limburg beloofde, indien
het liberale candidaten koos
En herinnert, gij u niet, hoe die liberale mi
nister (zijn naam weet ik (op 'toogenblik niet)
hoe die liberale minister met stalen voorhoofd
in de publieke Kamer ontkende, zoo'n brief ooit
te hebben geschreven
En herinnert gij u verder, dat wijlen mr. L.
Haffmans dien brief uit zijn zak haalde en iu
de Kamer voorlas, zoodat die liberale minister,
stem-schacheraar en publiek leugenaar, met
sehande en verachting beladen, als een dief uit
de Kamer vluchtte, en het ministerie solidair in
dat liberaal kiesschandaal op staanden voet zijn
ontslag moest nemen
Herinnert gij u dat werkelijk niet meer?
Men zou het hcusch moeten getooven. Anders
immers 'zoudt gij toek de onbeschaamdheid niet
gehad hebben in de ergerlijke kiespraktijken in
't district Sittard ons ministerie te willen be
trekken.
Want schandelijker kiesmanoeuvres dan die
van uw liberalen minister zijn weliiclrt in ons
land nooit voorgekomen.
Immers „N. R."
Ik zal uw geheugen nog eens verder opfrissclien.
In die tijden, waar gemold kicsgeschacher
plaats greep, liberaliseerde Limburg nog al vrij
sterk
Het liberale Katholicisme had hier veel in de
melk te brokken.
En wat deden uwe liberale ministeries
Om Limburg's kiezers te lijmen, gaven zij gul
bijna alle subsidies die voor noodzakelijke gods
dienstige doeleinden gevraagd werden.
En zie, de kaart keert Limburg rukt los uit
de listige netten van 't liberalisme. Yan dat
oogenblik kreeg het geen cent meer.
„Zie nu eens aan," zei Mgr. Paredis, zaliger
gedachtenis, „toen Limburg min of meer liberaal
was, kreeg ik van de regeering alles wat ik noo
dig had, en nu geen duit meer."
Wat dunkt u, „N. R.",wat is laakbaarder en
onverantwoordelij ker
Een candidaat die stemmen koopt van zijn
eigen geld, of een minister die stemmen werft
met het geld van de staatskas
Ik zal u nog eens wat vertellen.
In de tijden, waarover ik |jhier schrijf, kwam
in verschillende Limburgsche districten vaak
stembusstrijd voor tusschen een Katholiek en
en een liberaal.
Toen werd ook met bier en Schiedammer ge
werkt van beide zijden. Daarover hebben wij
nooit afkeuring en verontwaardiging in een li
berale courant gelezen. Natuurlijk! Toen ging
het om steun van een liberaal ministerie.
Ik zal u nog eens verder wat aan 't verstand
brengen.
In ons Limburg zijn nog altijd liberalen, die
natuurlijk er niet aan denken kunnen ergens in
een district een Kamermandaat van den haak
te halen.
En dat nu is voor de liberale propaganda in
ons gewest niet voordeel ig
En wat deden nu de liberale regeeringen?
Zij gaven aan die slachtoffers hunner liberale
overtuiging allerlei hooge en vette betrekkingen,
om zoodoende hun invloed te versterken, en hun
ijver voor de liberale zaak aan te vuren.
Hoe oordeelt gij dtutf over, „N. R."
Is dat geen koopen van stemmen, te verfoel-
lijker, omdat die stemmen gekocht worden door
(ie duiten uit de publieke kas, terwijl de bier-
stemmen gekocht worden uit eigen beura, zoo
als wij boven reeds vroegen
Ons dunkt, de N. 11. Courant beleeft
zoo van hare hatelijkheid niet veel plezier.
Tisssi- eas I^ti ii'al w
KAINIET OP VLAS.
Toen we verleden week ons opstelletje over
magnesia besloten met de mededeeling aangaande
de gunstige werking van magnesiahoudende
zouten op vlas, toen hadden we allerminst ge
dacht, die zaak e.-n week later andermaal onder
de aandacht van onze lezers te zullen brengen.
Het „verslag van de proefvelden aangelegd van
wege de Vereeniging Landbouw-0/iderwijs te Mid-
delharnis 19011190:1geeft hiertoe een gerede aan
leiding.
Ouder No. 1 en 2 toch vinden we hierin be
sproken eene „proeve tot het nagaan van den
invloed eener kalibemesting op de kwaliteit en
kwantiteit bij vlas." Op de desbetreffende proef
velden een van teemachtig zaml en één van
zware klei bleef perceel A zonder kali, perceel
B ontving Choorknlium bij het zaaien, perceel
C kaïniet bij het zaaien on perceel D kaïniet in
Januari.
En hoe stond het nu met de resultaten?
Zie eens hier.
(Leemachtig zand.)
Perceel
Bemesting.
K.G.
groen
vlas.
K.G.
schoon
vlas.
Zonder kali
Chloor kali
Kaïniet bij 't zaad
Kaïniet in Januari
(Zware klei.
3750
4225
3750
4050
475
455
487,5
540
Perceel
Bemesting.
K.G.
groen
vlas.
K.G.
schoon
vlas.
A.
B.
C.
D.
Zonder kali
Chloor kali
Kaïniet bij 't zaad
Kaïniet in Januari
2220
2355
1822,5
2535
133.2
169,5
105.3
172,2
De heer Yan Bijlevelt eindigt zijn zeer uit
voerig verslag met de woorden „Aangezien deze
proeven ook met nog andere kalimeststoffen wor
den voortgezet, zullen nog geen conclusiën wor
den getrokken."
Ook wij zouden ons met het oog op boven
staande feiten niet graag aan eene conclusie wa
gen, maar toch moet ons .de opmerking van 't
hart, dat de opvallend flinke uitkomst bij de
aanwending van kaïniet (uitgestrooid in Januari)
naar alle waarschijnlijkheid wel in verband staat
met het betrekkelijk hooge niagnesiagehalte van
dit kalizout.
Kaïniet toch bevat behalve zwavelzuur kalium
ook zwavelzuur-magnesium en chloor-magnesiutn.
Zooals de naam voldoende aanduidt komt in de
beide laatste verbindingen magnesia voor. En
deze stof nu wordt niet gevonden in het chloor-
kali, dat bij de proefneming ook gebezigd werd.
Eu nu nog eene opmerking, waarmee de ge
bruikers huil voordeel kunnen doen. De uit
komsten hebben, dunkt ons, ook bewezen, dat
kaïniet nimmer te laat moet .worden aangewend.
Als het wat vroeg uitgestrooid wordt, zullen de
schadelijke verbindingen, die er in mochten voor
komen weggezakt zijn, (zoo heet het gewoonlijk)
als de planten beginnen te groeien. Het feit, dat
het vroeg aangewende kaïniet veel gunstiger
werkte dan het met het zaad uitgestrooide klopt
heelemaal met bedoelde redeneering.
Ten slotte nog deze mededeeling. Wij namen
met ongewone belangstelling kennis van deze
proefnemingen. Van harte hopen we, dat de heer
Yan Bijlevelt ook deze met de hem eigene nauw-
gczelheid zal voortzetten. Ten allen tijde zullen
wij ons beijveren, de resultaten ervan in wijde
ren kring bekend te maken. M.
Bij den uitgever W. Boekhoven te
Sommelsdijli verschijnt begin Juli een tiieutv
blad, gewijd aan de belangen van Landbouw,
Industrie en Arbeid, ouder Redactie van
den heer H. Schooaejongen Jacobz. te 's
Graveuhage.
Het blad zal het officiéél orgaan zijn
van de Nederlandsche vereeniging tot be
vorder. ng van Nationalen Arbeid, gevestigd
te Utrecht, en zich bovenal wijden aan het
Protectie-vraagstuk.
Vragen en Antwoorden worden Icosieloos geplaatst.
Antwoorden oi medodeeJlagcn
zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
521. Ia het waar, dat er vanéén graankorrel wel
meer dan één a «.r komt
522. Hoe komt het toch, dat ik op mijn groote
booneu (Roomscjie boon en) haast altijd zooveel mieren
zie scharrelen
525. Heeft tarwestof bemesfingwaarde
Antwoorden en mededeeling en.
518. Wat zyn steogeiaal jes Dat ziju uiterst
kleine wormpjes, zéé klein, dat ze met het bloote oog
niet eens gemakkelijk gezien kunnen worden. Ze gaan
uic den grond over in stengels van planten. En als
ze 't daarin naar den zin hebben en er zich verme
nigvuldigen, dan doen ze vrij wat kwaad aan de
planr,, waarin ze huizen.
519. Leg een blaadje waarop ge een eitje hebt
aangetroffen op wat vochtige aarde in een bloempot
en dek die met een stukje glas Ha een paar dagen
komt 't rupeje wel uit. Geel lïefc geregeld vers die
blaadjes en zonder twijfel zult ge 't rupsje groot
kunnen brengen.
520. Probeer het eens met zwavel 'ampen. Plaats,
als er geen wind is, eens een test b. v. met zwavel
onder de heg en steek dan de zwavel in brandDe
dampen stijgen tusschen de bladeren en takken door
omhoog en zullen de rupsen wel van s- eek brengen.
Up wat oude kranten v.ingt ge gein tkkelijk de ex«m -
plaren op, die zioh laten vallen. Ze moeten dan dood
gemaakt worden. Doch dut is geen groote karwei.
Bevalt u deze manier niet of komt het u te duur,
beproef het dan eens met Bordeausche pap, (een pa u
ons kopervitriool in een emmer water opgelost; ook
zooveel ongehluschte k» lk eerst blusschen en dan in
een anderen emmer water 'ot kalkmelk aanroeren
dan in een derde emmer van elk der twee vloei
stoffen de helft en goed doorroeren. Men heeft dan
één emmer Bordeausche pap en kan van de beide an
dere halve emmers nog een maken) GLt dit mot een
gieter op de rupsen uit. Een spuit helpt beter dat
spreekt.
Deel de resuPaten eens mee s. v. p.
BiKiiKCiie stStrasssc«a
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
XII.
Overmorgen komen we te Padang en dan ia
onze mailreis op een oor na gevild.
We hielden ook nu weder, van af Perim, het
mooiste wéér, dat men zich maar wenschen kan
Wel begon 't zonnetje met den dag, volgens
sommigen zelfs met het uur, steeds feller te bran
den, docli dat is nu eenmaal ons voorland in de
tropen.
In alle geval is de Oostersohe warmte verreweg
te verkiezen boven nattige kou, guren Noorden
wind, sneeuwjacht en dergelijkhedcn meer, waar
mee moeder natuur ons vaderland zoo nu en dan
begiftist. Als een der passagiers dan ook over de
warmte begint te mopperen, behoef ik slechts even
aan dien dag in het „Kanaal van IJmuiden" te
herinneren en de man is dadelijk met den nieu
wen toestand verzoend.
Men moet er zich (echter op kleeden en niet
doen als een paar eigenwijze „baren" aan boord,
d'e beweren, dat zo de Indische dracht onfatsoen
lijk en onsmaakvol vinden
Nu, we zullen die heeren en dames over een
paar maanden wel eens nader spreken-
Veel belangrijks ondervonden we op ons traject
uil Perim nu juist niet.
23 Maart passeerden we de beruchte „Kaap Guar-
dafui of op zijn Hollandsoh „Kaap pas op je tellen".
Het kan hier soms leelijlc spoken, zooals ik trou
wens zei f op mijn thuisreis in December 1900 onder
vond. Thans hadden we er een spiegelgladde zee
zooals men dat noemt al is er natuurlijk eenige
beweging en golving te bespeuren.
We zagen dien dag ook nog the Brothers, een
paar gevaarlijke klippen, waarop, vooral in onze
zomermaanden, vele zeilschepen stukloopen.
Op die hoogte kwam ons, heel in de vertellet
S.S. „Gedé" der Rotterdamsche Lloyd voorbij, op
de terugreis naar Holland. Onwillekeurigdenk ik
weder aan mijn eerste uitvaart naar het land der
zonne, in 1896 op diezelfde goede oude „Gedé" met
de 240 mannetjes Koloniale Reserve aan boord.
Wat brachten die vroolijke kerels een leven in
de brouwerij Yan een klein detachement merkt
men zoo bitter weinig. Neen, dan moet'top zoo'n
groot Engelsch transportschip met 2 3000 man
troepen pas je ware zijn
De passagiers brachten een kleine driehonderd
gulden bij elkaar om de equipage en de militairen
eens een verzetje te geven.
28 Maart was het feest.Het programma bestond
uit touwtrekken, stroophappen, een wedloop met
hindernissen, zakloopen enz.
De mannen verzochten mij, hier openlijk namens
hen inde bladen, hartelijk dank te betuigen voor
het genotene.
Tegen 3 uur in den middag van den feestroes
zagen we aan bakboord het schoone eiland Ceylon
met zijn blauwgrijze bergen en heerlijk groene heu
vels. We gingen dieht onder een bosehrijken wal
en konden duidelijk met 't bloote oog de eerste
klapperboomen (kokospalmen) onderscheiden.
Bij „Point de Galle" werd om half zes'snamid-
dags geseind „voor rapport naar Amsterdam en
Batavia alles wel."
De ondergaande zon wierp haar gouden licht
bundels op 't tropische strand en jammer, dood
jammer was het dat de duisternis zoó snel inviel en
we toen niets meer zagen van dat heerlijk schoone
eiland.
Nu hunkeren wij allen naar Padang. Daar is
de natuur nog veel schooner en zijn we feitelijk
weer in ons eigen vaderland, in het Nederland
tusschen de keerkringen.
Het passagiersbertaan op een stoomboot wordt
op den duur toch knapjes vervelend. Niet dat
we 't niet goed hebben Integendeel, er heerscht
op de sche'en der Maatschappij „Nederland" en
der Rotterdamsche Lloyd eer overdaad en er is
bepaald zeer zelfbedwang en wilskracht noodig
om zich niet ziek te eten.
Het ware iu. i. heter de passagekostcn wat te
verlagen en dan eenvoudiger op te disschen.
Ik moet u nog altijd ons leven aan boord
schetsen 'en wil daarom thans met n, uur voor
uur, een dag doorworstelen, zooals wij passagiers
dat sedert een week gewoon zijn.
,t Is half zes in den morgen. Het dek is als
bezaaid met slapende menschen en maakt wer
kelijk den indruk van een zigeunerkamp.
Daar hoort men plotseling zware voetstappen
dreunen en hard klinkende mannenstemmen.
De bootsman met zijn matrozen komt met de
brandslangen om schoon schip te maken of liever
gezegd dek te spoelen. Ze zijn erg zindelijk op
zoo'u Holhuidsche bootHals over kop vluchten
nu allen naar de benauwde hutten om handdoek
en zeep te halen en dan wordt't een ware vliegen
afvangerij om in de badkamers te komen. (Zie
rechtmatige klacht in vorige Penkras).
Zij die wachten moeten, kunnen niet meer
weg, anders verliezen ze hun beurt, ze slurpen
daarom verdrietig hun kop koffie, steken een
pijp of een sigaret op, (de heeren wei te verstaan,
want de dames rooken niet en wachten niet),
en mopperen over het „verschrikkelijk geteut"
der gelukkigen, die nu reeds van't lekkere stort
bad genieten.
Na de duoche gaat men ontbijten. De tafel blijft
tot 9 uur gedekt en de meeste dames en heeren
zijn zoo verstandig om, zoolang het scheepsregle-
ment het toelaat, in het zoo luchtig Indische
négligé te verschijnen. Vooral de meer donker
gekleurden weten de sarong en kabaja met eene
zekere gratie te dragen. Jammer, dat voor ons
heeren op de bepaalde uren (van 9 tot 12
's morgens) wanneer het juist het warmst is, die
zoo practische kleeding verboden vrucht wordt.
Het ontbijt is meer dan goed. In de 1 ste klasse
krijgt men b. v. vandaag: koffie of thee, versch
aan boord gebakken witte brood, paling in gele i,
kalfsvleesch, gerookte tong, gelei, koek, kaas en
beschuit. In de 2de precies hetzelfde behalve de
paling in gelei en het kalfsvleesch.
Als de inwendige mensch nu voldoende ver
sterkt is tegen de vermoeienissen (sic) van den
komenden dag, gaat men naar boven. De meesten
gaan daar erg lui in hun lange rieten stoel liggen,
voor den vorm met een Maleisch leerboekje of
een roman bij zich. Enkele vaste clubjes spelen
kaart of domino. De jongeren flirten zoo'u beetje
met de aardige bakvisebjes aan boord, terwijl de
vele kinderen onvermoeid krijgertje spelen en
't lieele schip door hun gekraai en gelach doen
weerklinken.
Om 10 uur brengen de Javaanache bedienden
(een verbasterd soort Inlanders, bedorven als ze
worden door hun veelvuldig bezoek aan Amster
dam) ons eene versnapering b. v. heden abrikozen
sorbet en daarna wordt het langzamerhand tijd
voor een „paltje" (bittertje).
Pait wordt in de tropen tweemaal daags ge
dronken, omdat men er ook tweemaal daags
warm eten nuttigt. Men is hier aan boord dade
lijk met die Indische gewoonte begonnen, trouwens
op Hr. Ms. oorlogschepen wordt zij ook steeds
gevolgd.
Om 12 uur luidt de bel voor het middagmaal
en we zullen nu maar wêêr eens het menu van
de 1ste klasse raadplegen.
Het bestaat uit
1. Indische rijsttafel2. biefstuk; 3.doperwten
4. gebakken aarddapelen5. citroen-bavaroise
6. vruchten en 7. koffie.
Bij de 2de klasse vervalt alleen de citroen-ba
varoise.
Na tafel trachten velen een dutje te doen, wat
echter uiterst moeilijk is door het liefelijk ge
kweel der jeugd.
Anderen weêr dooden den tijd als in de morgen
uren.
Tegen 3 uur gaat de bel voor de after-noon tea
en daarna begint opnieuw de strjjd om het dage-
iijksch bad.
Is de zon onder, dan moeten we door een voed-
zamen maaltijd weer op krachten gebracht worden
en dat het niet voor poes is, blijkt wel uit het
onderstaand menu der 1ste klasse.
1. soep; 2. niorbroodjes 3. ossenhaas au Riche -
lieu 4. vol au vent de Toulouse 5. ham 6. bloem
kool; 7. gekookte aardappelen; S. gebraden
kapoen9. compote10. cabinet-pudding met
rhumsaus; 11. roomtaart; 12. vruclylen13. ijs;
14. koffie, kaas, beschuit, enz.
Bij de 2de klasse vervallen alleen de nummers
8, 9, 11 en 13.
H zult met me eens zijn, dat men 't er best
op kan uithouden en ik geloof, dat menigeen
aan boord het thuis nooit zoo gehad heeft en
het in Indië nooit m-er zoo hebben zal. Toch
zijn er nog ontevredenen onder de passagiers,
menschen, die over alles en nog wat durven
mopperen.
En nu begint de lange avond, die doorgewor
steld wordt met zingen, guitaargetokkel, Jansen
j enz., enz., totdat men tegen 11 uur op zij a stoel