Yrijdag 12 Juni 1903. Achttiende Jaarg. No. 921. Antirevolutionair r V Orgaan voor de Zuidliollandsclie en Zeeuwsclte Eilanden. IN HOC SIGN O VINCES FEUILLETON. T. BOEKHOVEN. Alle stokken voor <le dedaclie hcsleiatd, Advertentie» en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Bij dit nummer behoort een BIJYOEGSüL. Klassenstrijd. Aan velen schijnt niet recht dui delijk, hoe zij nu eigenlijk hebben te denken over den „klassenstrijd", ot die er wezen mag en of bij goed is ja dan neen, en of hij moet uitge breid worden al daD niet. Evenwel is deze quaestie zeer eenvoudig, zouden wij zeggen. Alle strijd is een gevolg van de zonde, want God de Heere schiep eene wereld van enkel harmonie, en op de nieuwe aarde, die een maal zeker komtde aarde waar op gerechtigheid woontis ook de strijd voor goed buitengesloten. Zoowel binnen- als buitenlandsche oorlog, zoowel strijd tussehen amb tenaren als strijd in de vrije han delskringen, evengoed standen- of klassenstrijd als huiselijk getwist wijst dus op het bestaan van de zonde. God wil niet, dat de standen of klassen elkaar bestrijden als tegen elkaar over staande machten, maar dat zij elkaar op „menschwaardige" wijze in den geest der liefde zullen naderen, ontmoeten en helpen. Door het storend indringen der zonde is echter de strijd onvermij delijk geworden, in vele gevallen, en gebruikt God iu Zijn al wijs be stuur dien strijd vaak tot het daar- stellen van veel goeds. Zoo ook op oeconomi8ch gebied. Bij het invoe ren der machines, het toenemen der bevolking en het toenemen der ar beiders in verstandelijke ontwik keling hadden en die arbeiders, en niet minder hun patroons wijze lief derijke maatregehn moeten zoeken om te zamen een dragelijk leven te houden. Nu zoovelen dit niet deden, droeg het eindje den last, en moest het op strijd uitloopen. Maar nu bestaat het verschil tussehen de politieke partijen hierin, dat de sociaal-democraten als het ware leven (behagen scheppen) in dien strijd, dat de vrijzinnig-demo- eraten hem slechts willen „tempe ren", en dat de christelijk gezinden hem begeeren op te heffen. De klassenstrijd kon dus noodig en goed zijn, maar alleen als pro test tegen de zonde. Het ideaal moet altijd blijven de v?'ede, en de verdraagzaamheid. Jezus, de Vredevorst zelf, bracht het zwaard op aard maar niet dan noodgedrongen alleen ter wegberei ding, voor den waren viede- Aldus ook Zijne volgelingen. Strij dend jagen zij naar het vrederijk. Be roode draad. Tal van artikelen in den „Chris ten-Democraat" komen er op neer, dat er even goed of beter eerie samenwerking te verkrijgen is van alle sterk democratisch geziiiden als van alle christelijk gezinden in den lande. Men zie hierover b. v. het nummer van 4 Juni jl. Als de „Rotterdammer" aanraadt aan de christenen om „schouder aau schouder" te gaan staan in onzen tijd, nu het ongeloof en de revolu tie zoo driest den kop opsteken, dan zegt de „Christen-Demoeraat" och wat, de christelijke lieden zijn im mers in zake kiesrecht, in de soci ale vraagstukken, opzichtens de zondagswet, fiet vaccine-vraagstuk en de invoerrechten zoo verdeeld, dat zij toch samen niet vooruit kunnen. Maar als „de Christelijke School" doet uitkomen, dat men ondanks verschillende beweegredenen, wel punten van overeenkomst kan heb ben in de praktijk, en dat dus christen-democraten en sociaal-de mocraten wel zich vereenigen kunnen, ook al hebben zij in wereld- en le vensbeschouwingen niets gemeen, dan roept hetzelfde blad bravo dien kant moet het uit Feitelijk stelt de redactie hier mede de belangen boven de beginse len en toont zij niet te beseffen, dat, al zijn er dan ook op de chris lelijke basis tal van verschillen over de toepassing der gemeenschappelijke beginselen, er toch in die wortel gemeenschap meer waarborg en kracht zit om geruimen tijd bij el kaar te blijven en voor het land nuttig te zijn dan in de meer toe vallige aanraking op sommige punten van den oeconomischen omtrek van het leven. Hoe eigenaardig ook vaD „de Christen-democraat", om bij de christelijk gezinden wel alle punten van verschil op te sommen, maar hoofdpunten van overeenkomst zoo als de üandhaving van het gezag te midden der revolutionaire be roeringen van dit jaar, te passeeren, als waren dat kleinigheden. Neen, zoo ooit, dan hadden thans na die uitbarstingen eener onchris telijke democratie haar oogen moeten opengaan voor de ontzaglijke geva ren, die er verbonden zijn aan het streven naar lotsverbetering in ver- eeniging met hen, die het eeuwige lot van den mensch geheel buiten rekening laten en de wetten der moraliteit naar eigen goedvinden verstellen. Het is dan ook niet te sterk gesproken, wanneer men zegt dat de „Christen-democraat" eigenlijk niet meer antirevolutionair is. Aalezing. Wie de brochure //Februari-stor- men en Maartsche buienvan den heer P. Brouwer leest, wordt versterkt in de overtuiging, dat het wel zeer noodig is om nauwkeurig de geheele historie van de staking en de stakings- wetten sedert 31 Januari gepasseerd, te boeken, opdat de vele feiten, die elkaar zoo snel opvolgden, over eén of twee jaren niet gansch en al ver draaid den volke worden voorgesteld. Op meesterlijke wijze is de heer P. Brouwer hierin voorgegaan. In dood UE DKAVU. kalme taal, bondig, pittig, hier en daar met eene geestige, guitige uit drukking gekruid, hangt hij met een vijftigtal bladzijden het geheele tafe reel nog eens voor de oogen, en hij laat op alle voorname punten de au thentieke stukken zelf getuigen. Wie een duidelijke legger wil hebben van deze merkwaardige episode uit de dagen van het christelijk ministerie waarvan wij een langdurige ver lenging van God afbidden moet niet nalaten dit boekje zich aan te schaffen. Het kost slecJts dertig cent en bij hoeveelheden ter verspreiding minder. De naamlooze vennootschap „Vada" zorgde voor keurig papier en een helderen druk. In zeven hoofdstukjes werd de stof ingedeeld „op 31 Januariv //water op volgde" //de regeering aan 't woord//; vde stakingswetten" //libe ralen en socialisten" „de christelijke partijen", en ,.van't Haagsche binnen hof," Helder stelt de schrijver onder meer in het lichtde macht der organisatie, de oorzaken der eerste spoorwegsta king (een revolutionaire geest, het bestaan van gegronde en gemaakte grieven,) de inmenging van het anar chisme, het onhoudbare van de critiek der socialisten op de stakingswetten, de onvaste houding van de groote liberale pers, de gewaagde uiting van de liberale Unie, de eensgezindheid der christelijke partijen (de redactie van „de Christen-Democraat"alleen uitgezonderd), de beginselvastheid en wijze inschikkelijkheid der regeering. Men ziet het, de inhoud is belang rijk. Zij, die tijd voor historische navorsching hebben, en de groote bla den en tijdschriften van Februari tot April kunnen machtig worden, moeten zich door des heeren Brouwers geschrift wel geprikkeld gevoelen om op dit veld nieuwe schoven saam te lezen, en aan de vergetelheid te ontrukken, door ze in een nog uitgebreider geschrift bijeen te voegen. Voor een eenvoudig volksgeschrift gaf de genoeg. heer B. echter ruimschoots De heer Lohman diepte herinneringen op. 't Calvinistisch beginsel. t Democratisch element. Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. JLhoniiMnMrtsprijt per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar. ifzonderlyhe nummers 5 Cent. uitgeyek: Advertentiëu 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsraimte die zij beslaat. Advert utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. S3) Hoofdstuk VI. MISKENDE TROUW. En dat was ook zoo. Branderhorst had de gewoonte, als hij ver geloopen had, een café binnen te gaan en een glas melk, een heel enkel geval zelfs een glas bier te gebruiken. In gewone gevallen zou daarop niet gelet worden, maar thans diende het, vooral door een vijandige tong, niet ten gunste voor hem. Weer een ander wist te verhalen, dat hij een beproefde drinker moest zijn, want op zekeren tijd moet bij niet minder dan vier glazen cognac bij iemand gebruikt hebben, en nog was er niets aan hem te zien. Ook dit diende niet in zijn belang en toch was het zeer overdreven. Wat was het geval? Hij bevond zich namelijk bij een zijner ken nissen, toen iemand aldaar binnenkwam om een rekening te voldoen. Zooals meer gebeurd, gebruikt men bij zulke gelegenheden een glaasje, en ook Branderhorst maakte gebruik van het aangebodene. Van dit ééne glaasje wist de laster er vier te maken, en helaas! met eenig succes. Dit alles, gevoegd bij liet droevig feit met Jan Grootheid, en de vroegere veroordeeling door den kantonrechter, deed onzekantoor- looper wel cenigszins onder verdenking ko men. Zijn toestand werd er niet te beter door. Donkere dagen waren te wachten. De vijandschap zijner benijders had aan vankelijk gezegevierd, en nog was men niet tevreden. Op een avond, het was nog wel met zoo laat, komt Branderhorst van den trein. Hij was voor zijn firma dien dag op reis geweest, en keerde thans terug voorzien van een bedrag iVan circa 1 2000, hoofdza kelijk in munt- en bankpapier bestaande. Of het werk zoo sprak, moest hij dicht bij het. station eenige polderwerkeis ontmoe ten, waaronder zich ook de ons bekende so cialist bevond. "Dag mijnheer Branderhorst!// klonk het hiiif spottend maar Branderhorst merkte hen niet op en liep voort. "^eg> kent ge kleine lieden niet meer'// riep men hem na. //Zijt ge nu te groot in de wereld geworden, of zijt ge uw tijd vergeten?// Dat was te veel. Hij ziet om, en staart ill het gelaat van zijn welbekenden dorpsgenoot. //Neem me niet kwalijk mannen, ik had u niet gezien//. //Ja dat kunt ge nu gemakkelijk zeggen, maar enfin 1 we kennen dat wel,// zegt de socialist, Ge wordt zeker ook al door het kapitaal beheerscht, niet? Ge behoeft echter niet bang -te zijn, dat wij u den buit, dien ge voor die geldwolven bij u hebt, afhandig zullen maken hoor Als ik in uw plaats was wist ik het wel. Maar geeft ge niet wat weg.// Branderhorst was op zulke taal niet voor bereid. Wat hij bedoelde met die fluisterende uitgesproken woorden //Als ik in uw plaats was wist ik het wel// was hem niet duidelijk. //Och kom Piet!// zegt de andere//laat hem praten. Geef ons elk een glas bier, dan is alles immers goed//. Om alle moeite te voorkomen had Bran- derhorst daarin geen bezwaar. Men stapte het eerstvolgend café binnen, en Brander horst traeteerde, do portefeulle in de binnen zak van zijn vest verborgen houdende. Slechts een korte wijl vertoefde men al daar. Toen spoedde zich Bran«lerhorst naar het kantoor. Het personeel was reeds ver trokken. Alleen de heer Gerardie was nog aanwezig. Deze maakte de opmerking dat Branderhorst volgens afspraak wel wat lang op zich had doen wachten, maar verkreeg geen voldoende inlichting. Mijnheer stelde voor dat Branderhorsl de portefeulle maar zou verzegelen en in de brandkast deponec- ren, om dan morgen verantwoording te doen. Daaraan werd voldaan en Branderhorst ging naar zijn woning. Ook Cornelia had haur man dien avond wat eerder thuis gewacht. Ze maakte zich De stichting der nieuwe partij, de Christelijk-Historiache, ging Maandag 25 Mei gepaard met een rede van den heer Lohman, waarin deze nog eens even zijn hart luchtte over Dr. Kuypers optreden in vroeger dagen. Na het vallen van 't Ministerie Mac- kay in '88, bracht, zoo beweerde hij, Dr. Kuyper op den voorgrond 1 het Calvinistische elemeDt2 het democrati sche element3 het autocratische element. Door dat calvinistische beginselalthans 't vooiopschuiven er van, kwamen wein een kerkelijk sop, en leek't, dat de Ge reformeerden in de politiek de lakens moesten uitdeelen. Door dat democratische element werd 't standsverschil geboren in onze partij. De mannen „met twee namen" werden gesignaleerd. Door dat autocratische element hand haafde men den schjjn van zelfstan dig- heid, maar in waarheid regeerde Dr. Kuyper alleen door de Standaard. Nie mand mocht de Standaard tegenspreken. Tot zoover dat gedeelte der rede. Een paar opmerkingen mogen ons veroorloofd zijn. Ons dunkt, dat een stelsel, hetwelk is grondslag en waarborg onzer Constitutio neel vrijhedenhetwelk is een paladium van zedelijke vrijheid voor den meest gebonden zondaar hetwelk is de bron en springader van alle godsdienstige vrij heid en verdraagzaamheid hetwelk is het fundament van alle kerkeljjke orde, tucht en gezag ons dunktdat zoo'n stelselzoo'n levens- en wereldbeschou wing beslist en zeker geroepen is om niet alleen in de politiek, maar ook in de Kerk, maar ook in de scholen, maar ook in de Maatschappij „da lakens uit te deelen." Wie God almachtig in zijn stelsel begin- en eindpunt laat zijn, die moet de meerderheid hebben. Dat is een Goddelijke eischopdat Zjjn Ko ninkrijk kome. 't Vooropschuiven was noodzakelijk. Wie Calvinist is, is democraat en aristocraat tevens. Democraatwant het nederige der wereld heeft ook God uit verkoren want ook Jezus Christus vond zijn discipelen niet in de paleizen van Jeruzalem; want ook op 't Pink sterfeest was 't Petrus staande met de elven, die zijne stem verhief. Maar aris tocraat tevens, eerende onze afkomst wel niet ongerust, maar ze kon liet zich niet verklaren. Ze wist, dat hij zijn wekelijksch reisje was maken, en tot op heden was het nog niet voorgevallen, dat hij op dezen tijd nog niet thuis was. Eindelijk kwam hij dan toch. //"Wel mijn jongen, dat is laat van avond, is 't niet li Och ja een weinig oponthoud.// //Nu ja, als de zaken maar in orde zijn. Maar ge schijnt drank gebruikt te hebben //Slechts een glaasje bier vrouw. Maak je maar niet ongerust.// Vrouw Branderhorst maakte het avondeten gereed en men begaf zich ter ruste. Een onverklaarbare gedachte vervulde haar met allerhande bezwaren. Ze was bezwaard van geest en storte haar gansche hart uit voor het aangezicht des Heeren, Van slapen kwam bij haar dien nacht echter niets, reeds vroeg was zij den volgenden morgen bij de hand, maar hare bezwaren waren niet minder, of schoon zij daar zich geen rekenschap van ge ven kon. Evenwel zorgde zij er voor dat haai man hare bekommernissen niet opmerkte. Brandcrhorst verliet als gewoonlijk zijn woning om naar het kantoor te gaan. Zijn ee ste werk van dien morgen was den inhoud der portefeulle verantwoorden. Het zegel werd veroroken, en toen hij het bedrag voor telde, ontdekte hij dat er een verschil van tien gulden bestond. Hij telde en telde nog eens, maar steeds bleef er een tekort van tien gulden bestaanonverklaarbaarHij meende toch, dat hen de volle som was voor geteld, en kon zich geen vergissing voorstel len. Wat stond hem te doen Immers hij was de verantwoordelijke persoon. Het was hem duidelijk dat zijn patroon thans zeer slecht over hem tevreden was. Als een ver wijt werd hem zijn late thuiskomst van gis teravond voorgehouden. Bovendien scheen men reeds kennis te dragen van zijn bezoek aan het caté. Men zou dus nog telegrafisch infor- meeren of er soms eene vergissing zou kun nen bestaanmaar men was reeds genoeg overtuigd, waar dit bedrug gebleven kon zijn. En toen het telegram beantwoord werd kreeg Branderhorst zijn ontslag. Maar werd hem dan geen gelegenheid gege ven zich te verdedigen Helaas 1 neen. Eu hoe zou hem dat anders mogelijk geweest zijn, dan alleeu door een degelijke aanwijzing van het vermiste bedrag En dat was hem niet mogelijk. En toen hem in verband hiermede herinnerd werd aan het gebeurde met Jan Grootheid voorafgegaan door een vonnis van den kantonrechter stond Branderhorst als aan den grond genageld, en zou elke poging tot zelfverdediging toch vruchteloos zijn geweest. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 1