Vrijdag 17 April 1903
voor de HiiidliolliMiitselie eii Keeuwiche Eilanden.
Achttiende Jaarg. No. 913.
Orgaan
Antirevolutionair
IN HOC SIGN O VINCES
ëerstë blad.
1
T. BOEKHOVEN.
AB!e stukken voor «le Heilaetie bestemd, Advertent iën en verdere Administratie franco toe te «enden aan «Sen Sltgever.
Verwarring van denk
beelden.
Nu een overbekend, zeldzaam po
pulair, scherpzinnig en voortvarend
christenman in den ministerraad voor
zit, verwachtte menigeen schier
wonderen, althans een forsche aanloop
ea een omkeer in alles wat tegen
het christelijke ingaat.
Maar was dan met het optreden
van een godgeleerde als bewindvoer
der in den Staat de gemengde natie
veranderd in eene kerkelijke gemeente
ot eene theocratische bevolking? Kon
den dan de lijnen van het gebied
der particuliere en dat der algemeene
genade gelijktijdig getrokken worden?
Was er dan geen bindende grondwet
meer
O ja, dat alles zal niemand ont
kennen. Maar tochdacht men,
dat een christelijk minister zoo wat
alvermogend is, en al het onchriste
lijke wel op eens kan uitroeien of
dat hij anders met een goed geweten
geen minister kan zijn.
Welzoo! Maar met gelijk recht
zou men kunnen beweren, dat nie
mand met een goed geweien inwoner
van Nederland kan zijn.
Want hetzij hoog of laag geplaatst,
hetzij als minister of als daglooner,
men moet gelijkelijk de bestaande
wetten eerbiedigen en gehoorzamen,
totdat zij langs wettigen weg, dat is
in gemeen overleg tusschen Kamers
en Regeering gewijzigd zijn. En wie
dan toch in het land blijft, en toch
zijn belastingpenningen meê opbrengt
om den Staat der Nederlanden te
helpen in stand houden, heeft even
zeer als de ministers deel aan de
verkeerdheden in de wetten van zulk
een Staat.
Maar dat is nog geen persoonlijk,
geen opzetlelijk, geen willekeurigdeel.
Niemand behoeft daar zijne ziel
meê te kwellen, als men voor zijn
aandeel maar getrouwelijk doet wat
de hand vindt om te doen.
En dan eische men van een Ne-
derlandsche minister, hoe rijk toe
gerust met gaven en inzichten, ook
niet meer.
Zoo iemand is geen onbeperkt
dictator, maar een dienaar der Kroon
in een constitutioneelen Staat.
Zijn kalm en waardig, beleidvol
en schijnbaar-conservatief optreden
kan alleen hen teleurstellen, die hoe
genaamd geen idee hebben van de
ministeriëele functiën, en die zich
laten meeslepen door hun gevoel,
door hetgeen zij wel zouden wenschen
dat in ons land kon gebeuren.
Ongerijmde leer
bestreden.
Van roomsche zijde is door den
heer J. D J. Aengement te Hageveld
in tn-t Katholiek Sociaal Weekblad
geprotesteerd tegen het drijven van
de theorie van den klassenstrijd
tlij noetnt die theorie in strijd
met het gezond verstand, met den
godsdienst en de natuur van den
mensch. De God der liefde kan in
Zijne Voorzienigheid niet willen, dat
een kamp op leven en dood de
levenswet zoude zijn van de ontwik
keling van het menschdom, zooals
de socialisten dat willen. Alleen bij
terziidewerping van het geloof aan
een persoonlijk God is dit vol te
houden; want dan neemt men de
krachten der natuur als de eenig
leidende aan, en moet stoffelijke
overmacht beslissen bij de botsingen,
die plaats grijpen. Gelooft men
daarentegen in de leiding van Gods
Vaderlijke hand, dan erkent men,,
dat naar Zijn bestel de wereld zoo
danig is ingericht, dat de twee
klassen (der armen en der rijken)
onderling eendrachtig zouden samen
gaan en evenwicht vormen, evenals
de ongelijke ledematen des lichaams
God wil liefde en samenwerking
het sociaal-democratisch leerstelsel,
wil de dierlijke worsteling.
Ook met 's menschen natuur
accordeert de theorie van den
klassenstrijd niet. De mensch bestaat
uit ziel en lichaam, hij is „meer
dan hij eet" de geestelijke factoren,
als zijnde van hoogere orde, zullen
derhalve een veel grooteren invloed
op de maatschappelijke ontwikkeling
moeten hebben dan de stoffelijke.
Intusschen zijn de oeconomischefac-
toren óók wel gewiuhtig, en is het
wel waar, wat Pesch schreef, nl.
„De oeconomische verhoudingen zijn
het vleesch en het bloed der volke
ren." Maar de invloed van dat
stoffelijke mag niet overschat worden.
In dat stoffelijke ligt de negatieve
voorwaarde voor den opbloei van den
geestelijken arbeid van kunst en
wetenschapmaar de uitwerkende
oorzaak van het geestesleven der
maatschappij ligt buiten de sociale
omstandigheden.
Dit in aanmerking nemende,
spreekt het vanzelf, dat het al of
niet dragelijke in het sociale leven
veel afhangt van den invloed van
godsdienst en zeden. Hoe zuiverder
de godsdienst eener natie is, en
hoe verhevener moraal zij belijdt,
hoemeer de beseffen van rechtvaar
digheid en naastenliefde indringen,
des te meer zullen ook de verhou
dingen tusschen de klassen en stan
den daarvan den invloed ondergaan,
en de theorie van den klassenstrijd
logenstraffen. Als waar is en
het is waar wat zelfs Gothe
bekende „het eigenlijke, eenige en
diepste thema der wereldgeschiede
nis, waaraan de andere factoren on
derworpen zijn, is de strij 1 tusschen
geloof en ongeloof" als het waar
is en bet is waar, wat de be
kende taal vorseher Max Mulder
zeide „De ware geschiedenis der
ménschheid is de geschiedenis van
den godsdienstzij is de basis,
waa-op alle geschiedenis steunt zij
is het licht, de geest, hel eigenlijke
leven der geschiedenis," dan
ligt de sociaal-democratische theorie
van den klassenstrijd (als onmis
baar aangediend voor den welstand
der menschheid) omver.
Deze theorie is ook inconsequent.
Wanneer toch de geschiedenis steeds
alleen was een geschiedenis van
klassenstrijden, waarom zegt Engels
b. v. dan, dat in vroegere tijdper
ken de productieverhoudingen nog
veel meer haar invloed deden gel
den dan thans Ea hoe moet het dan
gaan met de verdere ontwikkeling
der maatschappij als alle klassen
verschil zal verwijderd zijn, en ont
wikkeling moet er volgens de soci
aal-democratische leer zijn. Nu be
weren de socialisten, dat de com
munistische productievorm, als zij
dien verkregen hebben, blijven zal.
Maar waarom kan dan het stand
vastige niet eveneens zitten in het
tegenwoordige productiestelsel Waar
om kan dit stelsel dan nok niet
blijvend zijn
Wie in onze dagen rede verstaan
uil, kan van alle kanten nog de
waarheid vernemen.
Helaas, dat, reeds zoo velen te ver
weggevoerd zijn oai nog voor over
reding vatbaar te wezen. O, die on-
gelukkigen, Hoe worden zij de
slachtoffers van doodelijke theo
rieën.
Familie-trek.
Ofschoon anders werd gehoopt,
hebben de vrijzinnig-democraten toch
tegen de strafwet-bepalingen gestemd.
Het geschiedde welbewust, ondanks
de helderste betoogen van regeerings-
zijde, en in het gezicht van de
moedwillige ongeregeldheden der sta
kers.
Er was niets aan te doen. De fa
milieband met de sociaal-democraten
trok zóó sterk, dat zij met hen
stemden als één van hart en één
van zin.
Niet het gezag hoog honden, maar
het wegnemen van de «grieven" der
spoorbeambten was het voornaamste
in hun oogen.
Nu, dat zij dan zoo. Zij hebben
niet kunnen verhinderen, dat de wet
met overgroote meerderheid er door
ging. Maar zij hebben zichzelven er
kwaad meê gedaan.
De vrijzinnig-democraten hebben
zichzelf bij deze gelegenheid ten toon
gesteld als ageerende legen de wettig
ge overheid.
Deze schande wisschen zij niel
meer uit.
*S(* Ken woord van dank.
Eene waarschuwing
Deae Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika by vooruitbetaling 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 0e»t.
UITGffivfcKP
HO. WJS MEILSMMBJ Mi
Advertentiën 10 cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaataing.
Groote letter» en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat.
Advert'ntiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen.
De beslissing over de stakingsontwer
pen is gevallen. Met overgroote meerder
heid zijn ze aangenomen. Geen geschetter
van socialist en anarchist, geen protest
meeting waarin de moties tegen de Re-
geering daverden van 't eene tot 't andere
eind der zalen geen manifesten en echo's
van manifesten, geen algemeene werksta
king hebben anti-liberalen en vele liberalen
weerhouden om kloek en krachtig in deze
ernstige en moeitevolle tijden de Regee
ring te steunen. Naar eer en geweten heb
ben een 80 tal kamerleden hun stem ver
heven tegen den bruten opstand van een
deel van 't Nederlandsche Volk, dat meen
de Staat en Maatschappij aan zijn macht
te kannen onderwerpen.
Een woord van dank aan de Regeering
Aan de Regeering, die van 't begin af
't booze spel heeft doorzien 't heeft gesig
naleerd en gebrandmerkt als een machts
middel tegen 't wettig gezag, 't heeft ge
openbaard tot op de vezelen, als niets an
ders zijnde dan opstand, rebellie, revolu
tie, anarchisme. Aan de Regeering voor
haar voorzichtig, maar vastberaden optre
den kloek en geeuzins onbezonnen
waardig en geenszins vermetel. Aan de
Regeering, die voet bij stuk houdende, de
beginselen handhavende, nochtans, te ge-
moet kwam aan bezwaren tegen den vorm
waarin ze haar rechtsideeën had gegoten;
optredend vol verzoening, maar nochtans
pal staand voor 't recht en 't gezag niet
wijkend waar 't haar bleek, dat men 't op
haar eer gemunt had, haar verdacht makend
in schrift en beeld haar beleedigend in
vergadering en persorganen maar wel
tegemoetkomend, waar ze de positieve be
doeling meende te zien om door c.ritiek
op te bouwen; om door opmerkingen nog
beter 't doel te bereiken.
In één woorddank aan de Regeering
voor hare kloekheid, die ons Vaderland
een dienst heeft bewezen, welke door de
historie schrijver met gulden letters zal
geboekstaafd worden, die de arbeidersbe
weging heeft teruggebracht van haar heilloos
pogen om een Staat in een Slaat, te wor
den die haar geleid heeft of zal leiden in
de goede banen, waarin voor elke organisatie
voordeel en heil is te behalen nl. in de
wegen van recht en vrijheid.
Een woord van dank aan de Regee-
ringspartij, die krachtig aaneengesloten,
sprak als ze spreken en geheel zweeg,
waar ze zwijgen moest. Er was eenheid,
er was diciplineschoone belofien voor
de toekomstZe gevoelde tegenover de
Regeering en de oppositie haar roeping,
om als een falanks te staan, niet wijkend
voor grootspraak en verdachtmaking van
vijandige zijde. Ze steunde door zwijgen
zij bouwde op door spreken, 't Was ver
kwikkend, hartverheffend ze te zien ge
schaard romdom den troon ont mede te
handhaven de vrijheden en rechten des ge-
heelen Nederlandschen Volks.
Een woord van dank aam de Chr. vak
organisaties, die met heldenmoed allerlei
uittartingen, allerlei hoon en smaad hebben
verdragen, maar standvastig zijn gebleven
en der Revolutie eiken voet grouds hebben
bevochten. Dank aan die mannen broeders
voor hun kloekheid, hun ijver, hun toe
wijding in de maa'schappelijk» beroerin
gen Heil hen en heil hun organisaties
zij hebben getoond de steunpilaren van
den arbeid te zijn.
Een woord van dank aan zoovele libe
ralen, die orde en gezag liefhebbend, van
't eerste oogenblik af de Regeering steunde
in adressen en petionnement, in pers of
in brochure. Ze begrepen, dat 't hier ging
om de fundamenten van den staat nier te
laten ondermijnen; om vrijheid niet voor
één deel des volks, maar voor allen. Ze
zagen 't in, dat de bron der werkstakin
gen niet alleen opwelde uit den grond
der grieven, maar ontsprong uit de be
geerte om den Staat op te leggen de
macht der vakorganisaties, die met kracht
en geweld «de wet wilden stellenden
Staat de macht ontnemen, om op de
puinhoi pen de vlag der sociaal-democratie
en der anarchie te plaatsen Die inzagen,
dat de vakorganisatisch den weg van onrecht
en dwang insloegen, wat niet mag bestaan
in eene ordelijke maatschappij die begre
pen, dat een Staat onvoorwaardelijke ge
hoorzaamheid moet eischen van zijn amb
tenaren en vooral te waken heeft tegen
insubordicantie van dezuken, aau wien
voor een groot deel 't welzijn en de wel
vaart van een Maatschappij zijn toever
trouwd. Geen dank aan zoovele andere
liberalen, zich noemend bf Yrijzinnig-
Democrar.t bf Unieman. Zij hebben de
Regeering tegengewerkt Met opzet Was
't een politiek spel, om 't Ministerie te
laten duikelen? Was 't verkeerd, inzicht
in den toestand Was 't trouw aan de
Socialisten, met 't oog op de toekomst
in 1905 wanneer de stembus opengaat en
de Vrijzinnig-Democraten dan zoozeer de
hulp der Socialisten noodig hebben bij de
herstemmingen
Was 't pure liefde voor den werkman
en de vakorganisatie Mogen wij onze
meening hierover uitspreken, dan gelooven
we, dat eenerzijds te ver gedreven sym
pathie voor de vakorganisatie daarvan de
oorzaak was, te weinig oog voor hare
uitwassen en grondfouten, te weinig
inzicht in de groote gevaren, die dreigden
van wege Anarchisme en Socialisme, maar
ook anderzijds de sterke neiging om met
't Socialisme saam op te trekken tegen ons
Ministerie, om dit, vooral nu, de zenuw
van haar leven af te snijden.
Sympathie voor 't Socialisme aan den
eenen kant, antipathie tegen ons Ministerie,
ziedaar de twee factoren, die onzes inziens
meewerkten om een agitatie tegen de Re
geering in 't leven te roepen. En daarbij
te groote liefde voor de vakorganisatie
zelfs met al haar fouten en gebreken, en
te weinig inzicht in de gevaren, die voor
Land en Volk dreigden uit de macht en
het beginsel der niet meer neutrale, maar
politieke vakorganisaties gedreven door
Socialisten en hunsgelijken.
Dank aan Hem, die onze Regeering
wijsheid en kracht schonk om pal te staan
in den woedenden stroom van opstand en
tegenwerking. Ons Vaderland mag verheugd
zijn, zulke mannen te bezitten als dienaars
der Kroon! Spare Hij hen nog vele jaren,
en moge in 1905 nog de echo gehoord
worden, van wat thans in alle harten
klinktHet Christelijk Ministerie heeft
Staat en Maatschappij van den ondergang
gered.
Door den Bond van Ned. Ondw. werd
ons 't onderstaande toegezonden.
Evenals 't vorig jaar wenscht het Hoofd
bestuur van den Hond van Nederlandsche
Onderwijzers-/ een onderzoek in te stellen
naar lien, die, in 't bezit der akte voor
onderwijzers(es) zijn, zonder een vaste
betrekking te hebben kunnen machtig
worden, 't Hoofdbestuur richt daarom tot
allen die op 1 April j. 1. in dit geval
verkeerden, 't verzoek de volgende vragen
te beantwooiden.
Ie. Waar genoot gij uw opleiding?
2e. Zijt gij werkelijk solliciteerende en
hoe vaak deedt gij dit reeds vergeefs
3e Zijt gij werkzaam als tijdelijk onder
wijzeres)
4e. Zoo ja, welke vergoeding ontvangt
gij daarvoor
5e. Zijt gij werkzaam als volontair
6e. Geniet gij daarvoor ook eene toelage
7e. In welk jaar behaaldet gij de on
derwijzersakte
't Hoofdbestuur verzoekt dringend de
antwoorden vóór Mei a.g. toe te zenden
aan 't Algemeen Secretariaat, Ceintuurbaan
286, Amsterdam.
Toestand op 15 Maart 1902.
't Hoofdbestuur van den «Bond van Ne
derlandsche Onderwijzers" acht gewenscht
thans eenige bijzonderheden mee te deelcn
omtrent 't onderzoek van 't vorig jaar.
Op 15 Maart J902 dan, dus toen de
examens voor de onderwijzersakte 'n halve
maand later weer zouden aanvangen, waren