De Sociaal-Demokratische idee.
De eed aan de organisatie staat
ons hooger'
Loonen bij de Hollandsche Spoor
wegmaatschappij.
Aan de trachten kent men den
loom.
Christen-Democratie
en
Sociaal Democratie.
Tuin- en Landbouw.
V ra aantak.
van 7 s/jooni'^personeel,) maar daar zal
in 't vrije Nederland ook vrijheid moeten
wezen voor den met-staker.
En die vrijheid is er niet. Die niet met
de stakers mee doet, die zoogenaamd
«onderkruipt» of die wil blijven werken,
wordt gemolesteerd, „thuis gebracht// en
kan klappen krijgen als de politiemacht
het niet belet.
Is dat vriiheid!
Elink heel flink van de Regeering, dat
zij de vrijheid voor allen handhaven wil.
De Socialisten en Anarchisten, Herodes
en Pilatus zijn nu vrienden Gorter, vol
bloed socialist, bestreed vroeger overal
Domela Nieuwenhuis, maar nu, hoor hem
de aDarcbisien verheerlijken in de ver
gadering in 't Paleis voor Volksvlijt:
Het past dan ook thans mot een enkel woord
de mannen te gedenken, die voor 25 a 30 jaar
de roode vaan in Nederland hebben geplant. In
de eorste plaats moet dan Domela Nieuwenhuis
worden genoemd. (Daverend applaus). Men zul
spreker niet van vleierij kunnen verdenken
steeds bestrijdt hij de anarchisten, maar tcijver-
geten thans alles en vereenigen ons allen tegen H
kapitalisme. (Applaus).
Juist, Socialist en Anarchist in deze
dagen één.
Meer nog: ue Anarchist overvleugelt den
Socialist't wettig gezag wordt ondermijnd.
Zoover gaat de Socialist anders niet.
Een Socialist wil slechts verplaatsing van
gezag, zooals Gorter dit uitdrukte in
deze woorden
Toen (bij de staking) was een oogeublik
de sociaaal-demokratische idee bewaar
heid
de arbeiders meester van de machine
de vakorganisatie regelaar van 't be
drijf
de nietsdoener (werkgever enz. Red.)
met den hoed in de hand de werklieden
om hun toestemming verzoekend. (Dave
rend applaus).
Zou een Christen-Werkman met zulke
omverwerpers van 't wettig gezag, met
zulke revolutiestokers thans mee kunnen
gaan Met hen saam zijn in ééne vak
organisatie In geeD geval.
Door het Comité van Verdediging,
bestaande uit vier christelijke vereenigin-
gen, was in Amsterdam eeue vergadering
belegd om te bespreken de Algemeene
Werkstaking. Een der debaters,destaking
prjjzend, liet zich volgens't Verslag in
„Het Volk" aldus o. m. uit.
Ja, de huidige beweging gaat tegen hetgezag.
Het is te kinderachtig om in deze van eontraol-
fcreuK te spreken, de e*d aan onze organisatie
staat ons hooger (bravo's en applaus.)
Ah, zoo
De solidariteit verliest hiermee allen
glans en schittering.
Men is niet solidair om lotsverbete
ring maar om 7 gezag te vernietigen.
De stakers zullen hun macht eens open
baren tegenover die der Spoorwegmaat
schappij. Zij zullen de Directie en
Overheid de wetten voorlezen, en
deze zal naar hun pijpen dansen. Echt
anarchistisch
Het contract brekenwat maalden
zij er omAls hun haan maar kon
koning kraaien.
Getrouw aan hun leiders tot aan den
bedelzak Getrouw aan hun organisatie,
al werden ze ontrouw aau hun patroon!
Getrouw aan hun leidersal zonk de
Maatschappij wegAl leed de Maat
schappij in haar handel en stoomvaart,
in haar geheele beweging duizenden
scha De eed aan hun organisatie ge
trouw, al wordt 't gezag met voeten
getreden ja, om te vertrappenis men
getrouw aan zijn voormannen
Breek den eed Verscheur 't contract!
Noem't papierrommelmaar zweer, dat
ge meehelpt uw werkgever te nekken,
zijn inkomsten te verminderen, zijn ge
zag te fnuiken. Dan zijt ge der man
In de N. R. C. van Donderdag 5 Maart
lazen we den volgenden loonstaat, die we
in zijn geheel o vei nemen om den lezers
een kijkje te geven op hetgeen door de
stakers .wordt verdient.
By deze opgave dient in aanmerking te worden
genomen, dat de loonen geregeld zijn naar de
plaatselijke toestanden.
Op het platte land, w%ar de levensstandaard
belangrijk lager is dan in 'groote steden, zijn de
loonen bij gevolg het laagste.
WEG EN WEKKEN.
a. Ploegbazen een weekloon, varieerend voor
de veriohillende lijnen, voor wat het minimum
betreft, van f 9,10 tot f 14,en voor wat het
maximum loon betreft, van f 11,90 tot f 15,40.
I. Arbeiders en Wachters een weekloon,
varieerende als boven voor het minimum, van
f 7,tot ,f 10,50 en voor het maximum van
f 9,40 tot f 11,90.
c. Brugwachters een weekloo* van f 10,15
tot f 12,25 met uitzondering van enkele groote
bruggen, die een maximum-loon van f 15,40
kunnen bereiken.
d. Sein huiswachte rs een weekloon loo-
peude van f 10,50 tot f 14,
e. Brugknechts een weekloon loopende van
f 8 75 tot f 10,50.
f Timmerlieden op de hoofdspoorwegen, een
weekloon loopende van f 10,50 tot f 15,40 en
op de ocaalspoorwegen van f 7,tot f 10,50.
g. Wachteressen een weekloen, afhankelijk
van het aantal treinen dat de wachtpost pas
seert en verschillende, van f 2,45 tot f 3,85.
Het grootste gedeelte van het personeel woont
in woningen der Maatschappij en betaalt daar
voor een weekhuur, afhankelijk van het loon
(pi. m. 12 pCt.) Het onderhoud dezer woningen
wordt door de Maatschappij en op hare kosten
verricht.
Buitendien hehben zij kosteloos in gebruik van
de Maatschappij eene oppervlakte van 6 aren
teelgrond met uitzondering van het personeel
op enkelegroote stations dienstdoende, voor wie
in de nabijheid dier stations geene bruikbare
gronden beschikbaar zijn.
TKACTIE EN MATEKIËEL.
De inkomsten van de maehinisten bestaan uit
vaste loonen en premiën voor bespaarde brand
stoffen en smeer-materialen en uit kilometer-
gelden.
De loonen van de machinisten vari-
eeren van f 14,tot f 21,per week.
Van de leerlin gei-iuach in is t van f 11,20
tot f 13,30 en van de leerlingen-machinist voor
lichten dienst, jonge lieden, f 5,60 tot f 9,10 per
week.
De premiën voor bespaarde kolen, smeermate-
rialen en afgelegde kilometers bedragen voor
machinisten, die geregeld treindienst verrichten,
f 20,tot f 43,per maand.
Machinisten die uitsluitend rangeerdienst ver
richten genieten per dag 1 0.50 en per nacht f0,80
toelage boven hun tractement.
De leerlingen-machinist ontvangen een
premie, overeenkomende met 25 pCt. van de
door den machinist verdiende premiën, bij wien
zij geregeld dienst doen.
De voornaamste bij dezen dienst werkzame be
ambten, behalve die voor de werkplaatsen, zijn-
Nac htstokers.
Het loon van dezen varieert naar de plaatsen
waar zij werkzaam zijn en bedraagt in minimum
f 9,80 tot f 12,60 en in maximum f 11,20 tot
f 14,per week.
Ketel wassch ers. Loon in minimum f9,10
tot f 11,90 en in maximum f 10,50 tot 13,30
per week.
Locomotiefpoetsers. Loon in minimum f7,70
tot f 10,50 en in maximum f 9.10 tot f 11.90
per week.
Kijtuigpoetsers. Loon in minimum f7,70tot
f 10,50 en in maximum f 9.10 tot f 11,90 per
week.
Kolendragers. Loon in minimum f 7,70 tot
f 10,50 en in maximum f 9,10 tot f 11,90 per
week.
Treinsmeden. Loon in minimum 1'9,80 tot
f 12,60 en in maximum f 11,20 tot f 14,per
week.
Lam- e nisten. Loon in minimum f 8,40 tot
f 11 2r. in maximum f 9.80 tot f 12,60 per
week.
'VERVO.C EN HANDELSZAKEN.
Ladingmeesters. Het loon van dezen varieert
in minimum van f .9,80 tot f 11.90 «n in
maximum van f 14.tot f 18,90 per week.
Hoofdbestellers. Loon in minimum van
f 11,20 tot f 1190 en in maximum van f 12,60
tot f 14,70 per week.
Bestellers. Loon in minimum van f 7,70 tot
f 10,50 en in maximum van f 9,10 tot f 12,60
per week.
V o or 1 ieden-Rangeer ders. Loon in mini
mum van i 10,50 tot f 14,en in maximum
van f 11,90 tot f 15,40 per week.
Rangeerders. Loon in minimum van f9,80
tot f 10,50 en in maximum van f 11,20 tot
f f 14,por week.
Sein wachters. Loon in minimum van f9,10
tot f 14,en in maximum van f 12,60 tot
f 17,50 per week.
Schaalknechts. Loon in minimum van f7,70
tot f 10,50 eu in maximum van f 9,10 tot
f 11,90 per week.
Portiers- Loon in minimum van f 8,40 tot
f 10,50 en in maximum van f 9,80 tot fll,90
per week.
Blokwaehters. Loon in minimum ran f 9,10
tot f 10,50 en in maximum van f 10.50 tot
f 14,per week.
Wi sselwachters. Loon in minimum vtm f 8,40
tot f 10,50 en in maximum va* f9,80 tot f 14,
per week.
Overweg-wisselwachters. Loon in mini
mum van i 7,tot f 10,50 en in maximum
van f 8,40 tot f 12,60 der week.
Arbeider-wisselw achters. Loon in mini
mum f 6,30 tot f 9,80 en in mayimum van
7,70 tot f 11,20 per week.
Voormanarbeiders. Loon in minimum
van f 9,10 tot f 10,50 en in maximum van
f 11.20 tot f 14.70 per week.
Arbeiders. Loon in minimum van f6.30tot
f 10,50 en in maximum van f 8.40 tot f 11,90
per week.
Overwegwachters. Loon in minimum van
f 6,30 tot f 10,50 en in maximum van 7,70
tot f 11,90 per week.
Hoofd-conducteurs. Loon in minimum
van f 12,60 tot maximum f 16.10 per week plus
urengeld, dat bedraagt voor goederentreinen
plm. f 0,63 jper dag en voor personentreinen
plm. f 0,43 per dag.
C onducteurs. Loon in minimum van f 10.50
en in maximum f 12,25 per week plus uren-
geld, dat bedraagt plm. f 0,34 per dag.
Assistenten voor de contróle. Loon
in minimum van f 9.80 en in maximum van
f 13,30 per week.
Remmers. Loon in minimum van 1 7,70 tot
f 9.10 en in maximum f 10,50 per week, plus
urengeld dat plm. f 0,28 per dag bedraagt.
De verhooging totdat het vastgestelde maximum
dagloon is bereikt, bedraagt voor de lading-
meesters, hoofdconducteurs en assis
tenten voor den buitendienst 10cents
per dag, en voor de overige beambten 5 cents per
dag en per jaar.
Het grootste gedeelte van het personeel ontTangt
uniform-kleeding van de Maatschappij, zonder
dat daarvoor esnige inhouding op het traktement
wordt toegepast, terwijl voor het geval grond
nabij de stations beschikbaar is, 6 aren teelgrond
gratis worden afgestaan.
Algemeene bepalingen.
Het personeel moet van zijn salaris 2 pet. betalen
en als bijdrage tot het Ondersteuningsfonds, waar
voor wordt uitgekeerd
a. bij ziekte, gedurende 3 maanden half dag
geld, aanvangende op den 3en dag der ziekte
deze termijn wordt, zoo noodig, gewoonlijk 2a3
maal verlengd. Ook wordt genees- en heelkundige
hulp, benevens medicijnen verleend, alsmede zoo
noodig, versterkende middelen als rleesch, eieren,
melk, wijn enz.;
b. bij overlijden, uitkeering van een jaar salaris,
met een minimum van f 500;
c. bij bevalling aan alle gehuwde beambten
eene uitkeering van f 10, met uitzondering van
hen, die of f 1,55 of meer per dag verdienen of
1,10 of meer per dag verdienen en niet meer dan
2 kinderen ten laste hebben
d. onderkleeding bij de winterperiode aan som
mig personeel.
De nagelaten betrekkingen van het personeel
dat tevens lid is van het Pensioenfonds, zooals
o. a. conducteurs, machinisten, ontvangt bij over-
ljjden eene uitkeering van een half jaar salaris,
met een maximum van f 1000, voor 't geval de
weduwe of kinderen in de termen vallen voor
pensioen. Is dit niet het geval, dan geldt de
bepaling sub b. Omdat de conducteurs, machinisten
en leerling-machinisten tevens lid zijn van het
Pensioenfonds, waarvoor een bijdrage van 2 pet.
wordt gevorderd, is hunne bijdrage tot het Onder
steuningsfonds slechts 1 pet.
Aan het personeel wordt 10 maal 's jaars en
aan hunne vrouwen en kinderen tezamen ook
10 maal 's jaars vrij vervoer verleend, terwijl zij
bij verlof van 3 dagen of langer, in het genot
worden gesteld vaa verlofkaarten,geldig vooi alle
lijnen der Maatschappij, waaropzij methuu gezin
naar alle plaatsen, aan de lijnen der Maatschappij
gelegen, gratis kunnen reizen, op alle dagen
zoolang hun verlof duurt.
Ook wordt gratis dienstvrij vervoer verleend
voor levensmiddelen, verhuisgoed enz.
Ten slotte wordt aan het personeel, dat wegens
leeftijd of invaliditeit eervol wordt ontslagen en
geen lid is van het Pensioenfonds, een wekslijksche
onderstand toegekend, waarvan de hoegrootheid
wordt berekend volgens de grondslagen van het
Pensioenfonds, zijnde afhankelijk van het aantal
dienstjaren en het in de laaiste drie jaren ver
diende luon en bedraagt in minimum '/o en in
maximum gedeelte van dit loon waarvoor
eohterdoorhetperaoneelnietswordt
gestort.
We lazen dezer dagen het volgende
teekenend en kernachtig stukje, dat aan
onze lezers ter overweging ernstig wordt
aanbevolen
Eenzelfde bron geeft niet zoet en bitter water.
Een oude Bijbelsche maatstaf, die ter beoor-
desling van personen en beginselen ook in on
zen tijd telkens weer dient aangelegd I
Als daar een volksredenaar zoo roerend zijn
liefde voor de lagere klassen, voor de maat
schappelijk misdeelden, voor de ongelukkige
proletariërs betuigt, is men licht geneigd een
edel mau in hem te zien; een leider, die
vertrouwen verdient.
Maar Iet nu op of die zelfde man, die het
»ge zult uw naaste liefhebben als u zeiven»
zoo innig schijnt te betrachten, ook de an
dere geboden Gods zoo hoog vereert.
Zoo niet, dan is hij geen liefhebber Gods en
van zijn naasten, maar van zichzelf.
Want eenzelfde bron geeft niet zoet en bit
ter water beide.
De heer Van der Goes, de wetenschap
pelijke, de professor onder de sociaal dem.
voelde zich natuurlijk gedrongen, in deze veel
bewogen dagen ook eens voor het volk op te
treden.
Daar zag hij een groote schare voor zich.
»Met innerlijke ontferming werd hij
bewogen».
Hij voelde ook zijne groote verantwoordelijk
heid voor den invloed van zijn woord op die
massa
Neen, die voelde hij n i e t.
Hij gaf er niet om, of er al of niet opvoe-
dénde kracht van zijn woord zou uitgaan*
Om populair te zijn, ontzag hij zich zelf n et
in een tot staken ophitsenden volzin een vloek
te bezigen.
Toen had hij, schreven de kranten, gewel
dig succes.
't Zal 't waar zijn.
Maar toen de heer van der Goes huiswaarts
gekeerd en alleen was, heeft hij zich toen
niet over zichzelf geschaamd?
Ons dunkt, een man van ontwikkeling, die
zijne consciëntie nog niet met een brandijzer
heeft toegeschioeid moet na zulk een »succes»
oogenblikken hebben van vreeselijke zelfbe
schuldiging.
In elk geval slaat het voor onsvas*, dat de
volksliefde van iemand, die zoo speelt metkde
zedelijke vorming der massa niets te beteekenen
heeft.
We houden ons aan het beeld van den bron;
Het bittere water is bitter.
Het zoete water slechts schijnbaar zoet.
De bron deugt niet.
De heer v. Leeuwardeu, een staker sprak
Het kou de stakers niet meer verdommen
waarom 't ging en de heer Van der Goes
zeidt, dat de drukkers 't verdommen moes
ten om nog langer anti-stakings-couranten
te drukken.
Zóó vloeit de bron
Zóó openbaart zich de vrucht.
Uit welken wortel?
(Slot.)
Na de rede van den heer Vegtel was
er gelegenheid tot debat, waarvan gebruik
gemaakt werd door den bekenden S. D,
woordvoerder Loopuyt van Amsterdam.
Deze wraakte het dat de heer Vegtel
uitspraken van zijn medestanders had aange
haald. De heer Vegtel was z.i. niet objectief
te werk gegaanvolgens hem had deze
moeten aantoonen, dat de ontwikkeling der
maatschappij een andere richting uitgaat
dan de sociaal-democraten meenen, in. a.
w. dat de sociaal-democratie niet berust op
reëele feiten. Al erkent debater volkomen^
dat voor de christelijke arbeiders in de
rijen der sociaal-democratie geen plaats is,
op den duur zullen dezen zich evenzeer
moeten afscheiden van de bourgeoisie en
een christelijke sociaal-democratie vormen,
als gevolg van den maatschappelijken ont
wikkelingsgang. De kern van de kwestie is
zullen de arbeiders front maken tegen het
kapitalisme De wijze, waarop dit geschiedt,
doet er minder toe. De sociaal-democraten
nu maken in christelijke kringen geen propa
ganda om arbeiders te winnen, maar alleen
om hun bewustzijn te >verhelderen.<
Wil men alle resultaten der ougeloovige
wetenschap afwijzen, dan moet meu ook die
der natuurwetenschap afwijzen, zei spr. En
spr. kent geen boertje, dat zal weigeren in
een elektrische tram plaats te nemen, op
grond, dat dit voertuig een resultaat is van
de methode van onderzoek der ougeloovige
wetenschap.
Het socialisme kan men slechts bestrijden
op de wijze zcoals dit geschiedt door prof.
Treub, prof. Piersou, prof. d'Aulnis de
Bourouill, e. adie de wetenschappelijkheid
der methode bestrijden.
Voorts was spr. van oordeel," dat de
inleider niet had begrepen het geweldig
onderscheid tusschen het pantheisme van
Spinoza en het botte atheisme, zooals dit
reeds lang voor Büchner door Thomas Hob-
bes was verkondigd. Ook de godsdienst is,
volgens spr. slechts een vorm van filosofie.
Wat nu de ordinantiën Gods betreft,
meent spr., dat door de geloovigen als
zoodanig worden beschouwd die verouder
de toestanden, die zich in de kapitalisti
sche samenleving hebben gekristalliseerd.
Zoo is bv. het loonstelsel een christelijke
ordinantie, «mdat zonder loonproletariaat
geen kapitalistische uitbuiting mogelijk is.
Ontdaan van alle omhulsels, houdt spr.
bij alle antirevolutionairen niets over dan
de gewone burgerlijke samenlevinghet
kapitalisme is de goddelijke ordonnantie.
Trouwens, aan het industrialisme enmam-
monisme hebben de geloovigen evengoed
meegedaan als de ongeloovigen. Christe
lijk economen zijn er reeds zeer velen ge
weest die echter niet vermochten, de oude
feodale vormen te doen herleven. Alles
stuitte af op het kapitalisme, een nood
zakelijken vorm der samenleving, waaruit
zich echter even noodzakelijk teen andere
moet ontwikkelen.
Wat de laatste drie stellingen betreft,
merkte spr. op, dat de politieke beschou
wingen van dr, Kuyper omtrent het sa
mengaan nu eens met deze, dan weer met
die partij, geen houvast geven voor zijn
beschouwing omtrent de maatschappij. In
elk geval was spr. overtuigd, dat, waar 't
dr. Kuyper gelukt is, op zoo menig punt
o. a. inzake de Evolutieleer, het Calvinisme
aan de wetenschap en de feiten aan te
passen, er wel eens een Calvinistisch soci
alist zal opstaan, die hetzelfde zal weten
te doen met 't Calvinisme ten opzichte van
de sociaal democratische leer.
Overigens staat spr. tegenover een Cal
vinistische economie vrij sceptisch.
Aan 't socialisme is kenmerk, dat het
wil doen, wat christendom niet heeft kun
nen doen de samenleven groild /esten op
het beginsel der solidariteit, In dien zeer
concreten zin kan de socialistische wereld
beschouwingen alleen de opvolger zijn van
't christendom.
Eindelijk stelt de heer Loopuit nog de
positieve vraagals men door sociaal-
demokraat te worden, d. w. z. een ander
economisch stelsel te aanvaarden, zijn ge
loof kan verliezen, wat beteekent dan dat
heele geloof.
De heer Vegtel repliceerende, consta
teerde, door het betoog van den heer
Loopuit slechts op enkele punten het zijne
geraakt had. Tegenover het verwijt niet
objectief geweest te zijn, merkte hij op,
dit in hooge mate te zijn geweest, door
voortdurend het oordeel aan te halen van
zijn tegenstanders.
Spr. constateerde, dat de heer Loopuyt
op de door hem aangehaalde getuigenissen
niets heeft afgedongen en dat zijn stellin
gen dus onaangevochten zijn gebleven.
Het wetenschappelijk vaste van Marx
achtte spr., op grond van diens dwaling
als zou het kleiniandbouwbedrijf door 't
groot-bedrijf worden opgeslurpt, reeds voor
betwisting vatbaar
Overigens is 't z. i. onwetenschappelijk,
de geestelijke krachten, in de maatschappij
werkzaam, te willen verklaren door toepas
sing van een methode van onderzoek, die
alleen voor het omderzoek van stoffelijke
iaken dienen kan. De vergelijking van de
Staathuishoudkunde met een electrische
tram gaat daarom niet op.
Het pantheïsme wordt door spreker in
den breede uitgelegd als een geloof, waar
van de antirevolutionairen even weinig moe
ten hebben als van 't atheïsme. Nadering
tot het Pantheïsme beteekent voor het
Christendom voortdurenden afval.
Waar in 't buitenland gepoogd is een
christelijke economie te vormen, is 't des
te meer te betreuren, dat dit ten onzent
niet is geschied.
Elk Calvinist huldigt de gezonde evolu
tieleer, die dr. Kuyper aan 't Calvinisme
zou hebben aangepast, maar niet de Evo
lutieleer van Darwinhet Darwinisme, dat
in strijd met de Openbaring den mensch
doet afstammen van den aap.
De heer Vegtel wijst nog o a. dat het
van zelf spreekt, dat zij, die de onhoud
baarheid van het tegenwoordig maatschap
pelijk stelsel prediken, belang hebben bij
een verslechtering van die maatschappij,
opdat de komst der nieuwe verhaast worde
en op de gestelde vraag antwoordt hij met
de wedervraag, of men zijn zoon niet mag
waarschuwen tegen het onnoodig bezoeken
vau een café, omdat zijn principes sterk
genoeg moeten zijn, hem tegen dronken
schap te bewaren.
Spr. acht de sociaal-demokratie een ge
vaar voor den Christen-arbeider, daar het
hem zijn geloof tracht te ontnemen. Dit
bewijst niets tegen den godsdienst doch de
zwakheid van alle menschen. V an daar dat
wij verplicht zijn de arbeiders tegen het ge
vaar der sociaal-demokratie te waarschuwen.
Al zou het waar zijn wat de heer Loopuyt
betoogde, dat nl. dé godsdienst op het
oogenblik steeds aan aanhangers verloor,
dan beteekende dit nog niets, want in 1789
en '93 werd hetzelfde waargenomen en
toch heeft het Christendom weder zijn vroe
gere beteekenis herwonnen. Do. h het is
niet waar. De vermeerdering der Christe
lijke scholen wijst het uitDe Christelijke
godsdienst wint steeds aan invloed
»Ja, bij de bourgeoisie*, zoo interrup-
peerde de heer Loopuyt.
Deze interruptie bewijst alweer, dat so
ciaal-demokratie en Christendom onver-
eenigbaar zijn, ging spreker verder.
En deze godsdienst doet ons eerbiedigen
het gezag en het recht, zaken zonder welke
zelfs een soc.-demokrausche toekomstmaat
schappij in een anarchie zullen verkeeren.
Is eenmaal die anarchie daar, dan zal
opnieuw de uitnemendheid van 't geloof
blijken, als eenig middel om in den revo
lutionairen chaos de orde te herstellen.
Na deze woorden van den heer Vegtel,
verkreeg de heer Loopuyt opnieuw het
woord.
Hij ontkende dat de sociaal-democratie
aanhang zou kunnen winnen bij minder j
gunstige maatschappelijke toestanden, ter-
wijl hij ook ontkende, dat de samenleving
zou berusien op een geestelijke drijfkracht.
Don godsdienst achtte de heer Loopuyt
niet hooger dan een politiebepaling.
Voor de tweed', maal repliceerende,
toonde de heer Vegtel met meerdere voor
beelden aan, dat bij maatschappelijke ver
rotting de sociaal democratie slechts wel
kan varen. Nog even wees spreker er op,
dat de meeste staathuishoudkundige bepa
lingen feitelijk slechts juridische bepalingen
zijn, dus berusten op begrippen en met
beginselen verband houden, waarom het een
fout is de economie als een neutrale tech
nische wetenschap op te vatten
Ook waar de critiek van Marx als neu
traal werd voorgesteld, moet men bij die
critiek van Marx op het bestaande wel in
het oog houden, dat Marx de dingen van
zijn standpunt bezag, dat is het ongeloovige.
Waar nu de heer Loopuyt beweerde, dat
de godsdienst niets meer is dan een politie
bepaling, kunnen de christelijken dat geen
verwijt achtenhun tegenstanders consta-
leeren toch daarmede, dat juist de godsdienst
in staat is om in stand te houden, datgene
wat is. In een soc.-dem. maatschappij zou
men al spoedig bemerken, dat men het
zonder politiebepalingen niet goed stellen
kon, en die maatschappij zou dan ook al
spoedig ineenzinken bij ontstentenis van dóór
ieder gerespecteerde rechtsregelen.
Na het beëindigen van het debat bedankte
de Voorzitter den heer Vegtel voor zijn
belangwekkende voordracht en zijn bereid
willigheid om voor de leden van de club
>Nieuw Leven* op te treden.
De samenkomst, die zeer druk bezocht
was, werd eerst kwart voor twaalf gesloten.
KARNEMELK OP AFGEROOMDE MELK?
Zoo luidde immers de vraag, waarop we 't ant
woord nog schuldig bleven. We zeiden 't reeds,
een afdoend antwoord is niet wel te geven, als-
vorens we nog ingelicht waren omtrent enkele
bijzonderheden. Vooral is 't lang niet onverschil
lig, of er met afgeroomde melk bedoeld is, die
welke op de gewone manier is verkregen, dan
wel of men de zoogenaamde centrifuge melk be
doelt. Deze toch bevat veel minder vet dan de
gewone afgeroomde melk. De centrifuge melk is
dus met het oog daarop minder aanbevelenswaar
dig dan de gewone gfgeroomde melk. Doch in een
ander opzicht zouden we weer de voorkeur geven
aan de centrifugemelk. Deze toch is in elk geval
veel meer versch dan de gewone aigeroomde.
Want die zal toch wel minstens 24 uren oud zijn.
Een tweede omstandigheid waarop we acht
moeten geven bij de beantwoording: „Karnemelk
ot Afgeroomde melk is het al of niet aanwezig
zijn van karnemelk, in de boerderij. Moet de
karnemelk gekocht worden, dan zal het antwoord
anders kunnen luiden, dan wanneer de karne
melk een bijprodukt is van de boerderij.
Wij willen dus veronderstellen, dat beide èn
karnemelk èn taptemelk op de boerderij aanwe
zig zijn en dat daar ook varkens worden gehou
den evengoed als kalveren.
Van deze veronderstelling uitgaande is het
mogelijk de vraag: „Wat is 't beste voeder voor
kalveren karnemelk of afgeroomde 1" vrij afdoende
te beantwoorden.
Laten we beide voedermiddelen eersteens be
schouwen met het oog op hare samenstelling.
Zie hier:
Eiwit. Vet. Melksuiker.
Karnemelk 4 1.1 4,1
Afgeroomde melk 3,5 0,7 5
Alleen wat betreft het suikergehalte moet kar
nemelk het dus verliezen van afgeroomde melk.
Leze bevat én minder vat en minder eiwit.Gaan
we nu eens de voedings verhouding berekenen bij
beide. Onze lezers zullen zich nog herinneren,
dat we daartoe het getal, dat 't vetgehalte aan
duidt met 2,4 vermenigvuldigen. W« vinden alzoo
bij karnemelk 4 staat tot 2,4 maal 1,1 plus 4,1 of
4 staat tot 6,74 is 1: 1,68. Voor afgeroomde melk
komen we tot deze berekening 3.5 staat tot 2,4
maal 0,7 plus 5 is 3.5 staat tot 6,68 is 1 1,9.
Bij beide is dus de voedingsverhouding nauw,
te nauw mogen we gerust zeggen. Toch zijn de
resultaten, die men met een voeding met enkel
karnemelk krijgt hier en daar lang niet ongunstig.
Geen boer denkt er aan zijn kalveren enkel afge
roomde melk te geven. Met het oog op de iet»
wijdere verhouding schijnt dit toch een beter
voedingsmiddel maar er zit geen melkzuur in.
En wellicht is het daaraan toe te schrijven dat
karnemelk over 't geheel genomen zoo goed werkt
en taptemelk alleen niet. Het melkzuur schijnt
een gunstige invloed uit te oefenen op de spijs-
verteeringsorganen. 't Moet ons echter van 't hart,
dat we betere resultaten nog verwachten en ook
wel betere resultaten kennen, wanneer niet uit
sluitend karnemelk gegeven wordt. Maar dit
neemt niet weg, dat als men nietsb ij voert
het beter zal zijn de taptemelk voor de varkens
te bewaren en de karnemelk aan de kalveren te
geven. Wij herhalen het echter, dat we van mee-
niug zijn, dat men voordeeliger doet nimmer
enkel karnemelk te voeren aan kalveren.
Wat dan
We willen dit een volgende keer eens bespreken
PERU-GUANO VERBETERT DEN BODEM.
Al bevat een grond alle voedingsstoffen, die de
planten noodig hebben om te groeien, an ai zijn
deze in de juiste verhouding en in voldoende
hoeveelheid aanwezig, dan nog kan hst gebeuren
dat de oogsten te wenschen overlaten. De oorzaak
daarvan moet dan gezocht worden in den bouw
van den grond, in de structuur. Hij kan te los
en te droog, te vast en te taai zijnhij kan zuur
en koud, hij kan korstig en gesloten zijn. Onder
de middelen, die de structuur van den grond
verbeteren, neemt de Peru-Guano een eerste plaats
in.
Wanneer de Peru-Guano, die voor een groot
deel uit gemakkelijk verrottende organische be-
standdeelen bestaat, zich innig met de grond-
deeltjes vermengt, wordt de losse bodem meer
gesloten, de taaie kleigrond meer open en ver
brokkeld. De Peru-Guano oefent dus op den bo
dem denzelfden gunstigen invloed uit, als de
humus van den stalmest. In zooverre heeft de
Peru-Guano een voorsprong op vele scheikundige
meststoffen, die den grond niet in zulk een goe
den toestand achterlaten. Het is misschien om
deze reden, dat de navrucht op een met Peru-
Guano bemesten akker vaak zulke gunstige re
sultaten geeft. Ik zeg „misschien", omdat dit
verschijnsel ook nog een andere reden zou kun
nen hebben. Behalve de direct oplosbare deelen
der Peru-Guano en de gemakkelijk in oplossing
tredende voedingsstoffen, bevat deze meststof
toch nog een gedeelte dat eerst later zijn nut doet
dat dan als opgeloste voedingstof de navrucht
ten goede komt. Wellicht werken beide oorzaken
mede om den tweeden oogst te doen toenemen.
Want een feit is het, dat de nawerking van de
Peru-Guano groot is.
De eerste boer de beste weet, dat het na Peru.
Guano niet zeer gewaagd is nuchter te zaaien-
Doch ook door proeven is de nawerking der Peru-
Guano gebleken. Te Wetberen (Belgie), b. v.heeft
men proefvelden aangelegd opzettelijk om de na
werking van Peru-Guano te vergelijken met die
van audere meststoffen. Nadat men in 1901 op
verschlilende manieren eenige velden bemest
had, zaaide men in 1902 oveial nuchter en wel
aardappelen en bieten. De in 1901 niet Peru-Gu
ano bemeste pereeelen brachten 24,200 K. G. aard
appelen en 44,500 K.G. bieten bp, terwijl de op
andere wijze bemeste velden de 13,500 K.G. aard
appelen en 30,600 K.G. bieten niet te boven gin
gen. Inderdaad, we zeggen niet te veel, wanneer
we bewerendat de Peru-Guano den bodem verbetert.
Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst.
Autwoordeü of wedeüeeliugou
zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen
waarop ze betrekking hebben.
Vragen.
469. Moet men Superphosphaat bepaald in 't voorjaar
uitstrooien
470. Wat verstaat men onder Ammoniak-Superphos-
phutf