De Sociaal-Demokratische idee. De eed aan de organisatie staat ons hooger' Loonen bij de Hollandsche Spoor wegmaatschappij. Aan de trachten kent men den loom. Christen-Democratie en Sociaal Democratie. Tuin- en Landbouw. V ra aantak. van 7 s/jooni'^personeel,) maar daar zal in 't vrije Nederland ook vrijheid moeten wezen voor den met-staker. En die vrijheid is er niet. Die niet met de stakers mee doet, die zoogenaamd «onderkruipt» of die wil blijven werken, wordt gemolesteerd, „thuis gebracht// en kan klappen krijgen als de politiemacht het niet belet. Is dat vriiheid! Elink heel flink van de Regeering, dat zij de vrijheid voor allen handhaven wil. De Socialisten en Anarchisten, Herodes en Pilatus zijn nu vrienden Gorter, vol bloed socialist, bestreed vroeger overal Domela Nieuwenhuis, maar nu, hoor hem de aDarcbisien verheerlijken in de ver gadering in 't Paleis voor Volksvlijt: Het past dan ook thans mot een enkel woord de mannen te gedenken, die voor 25 a 30 jaar de roode vaan in Nederland hebben geplant. In de eorste plaats moet dan Domela Nieuwenhuis worden genoemd. (Daverend applaus). Men zul spreker niet van vleierij kunnen verdenken steeds bestrijdt hij de anarchisten, maar tcijver- geten thans alles en vereenigen ons allen tegen H kapitalisme. (Applaus). Juist, Socialist en Anarchist in deze dagen één. Meer nog: ue Anarchist overvleugelt den Socialist't wettig gezag wordt ondermijnd. Zoover gaat de Socialist anders niet. Een Socialist wil slechts verplaatsing van gezag, zooals Gorter dit uitdrukte in deze woorden Toen (bij de staking) was een oogeublik de sociaaal-demokratische idee bewaar heid de arbeiders meester van de machine de vakorganisatie regelaar van 't be drijf de nietsdoener (werkgever enz. Red.) met den hoed in de hand de werklieden om hun toestemming verzoekend. (Dave rend applaus). Zou een Christen-Werkman met zulke omverwerpers van 't wettig gezag, met zulke revolutiestokers thans mee kunnen gaan Met hen saam zijn in ééne vak organisatie In geeD geval. Door het Comité van Verdediging, bestaande uit vier christelijke vereenigin- gen, was in Amsterdam eeue vergadering belegd om te bespreken de Algemeene Werkstaking. Een der debaters,destaking prjjzend, liet zich volgens't Verslag in „Het Volk" aldus o. m. uit. Ja, de huidige beweging gaat tegen hetgezag. Het is te kinderachtig om in deze van eontraol- fcreuK te spreken, de e*d aan onze organisatie staat ons hooger (bravo's en applaus.) Ah, zoo De solidariteit verliest hiermee allen glans en schittering. Men is niet solidair om lotsverbete ring maar om 7 gezag te vernietigen. De stakers zullen hun macht eens open baren tegenover die der Spoorwegmaat schappij. Zij zullen de Directie en Overheid de wetten voorlezen, en deze zal naar hun pijpen dansen. Echt anarchistisch Het contract brekenwat maalden zij er omAls hun haan maar kon koning kraaien. Getrouw aan hun leiders tot aan den bedelzak Getrouw aan hun organisatie, al werden ze ontrouw aau hun patroon! Getrouw aan hun leidersal zonk de Maatschappij wegAl leed de Maat schappij in haar handel en stoomvaart, in haar geheele beweging duizenden scha De eed aan hun organisatie ge trouw, al wordt 't gezag met voeten getreden ja, om te vertrappenis men getrouw aan zijn voormannen Breek den eed Verscheur 't contract! Noem't papierrommelmaar zweer, dat ge meehelpt uw werkgever te nekken, zijn inkomsten te verminderen, zijn ge zag te fnuiken. Dan zijt ge der man In de N. R. C. van Donderdag 5 Maart lazen we den volgenden loonstaat, die we in zijn geheel o vei nemen om den lezers een kijkje te geven op hetgeen door de stakers .wordt verdient. By deze opgave dient in aanmerking te worden genomen, dat de loonen geregeld zijn naar de plaatselijke toestanden. Op het platte land, w%ar de levensstandaard belangrijk lager is dan in 'groote steden, zijn de loonen bij gevolg het laagste. WEG EN WEKKEN. a. Ploegbazen een weekloon, varieerend voor de veriohillende lijnen, voor wat het minimum betreft, van f 9,10 tot f 14,en voor wat het maximum loon betreft, van f 11,90 tot f 15,40. I. Arbeiders en Wachters een weekloon, varieerende als boven voor het minimum, van f 7,tot ,f 10,50 en voor het maximum van f 9,40 tot f 11,90. c. Brugwachters een weekloo* van f 10,15 tot f 12,25 met uitzondering van enkele groote bruggen, die een maximum-loon van f 15,40 kunnen bereiken. d. Sein huiswachte rs een weekloon loo- peude van f 10,50 tot f 14, e. Brugknechts een weekloon loopende van f 8 75 tot f 10,50. f Timmerlieden op de hoofdspoorwegen, een weekloon loopende van f 10,50 tot f 15,40 en op de ocaalspoorwegen van f 7,tot f 10,50. g. Wachteressen een weekloen, afhankelijk van het aantal treinen dat de wachtpost pas seert en verschillende, van f 2,45 tot f 3,85. Het grootste gedeelte van het personeel woont in woningen der Maatschappij en betaalt daar voor een weekhuur, afhankelijk van het loon (pi. m. 12 pCt.) Het onderhoud dezer woningen wordt door de Maatschappij en op hare kosten verricht. Buitendien hehben zij kosteloos in gebruik van de Maatschappij eene oppervlakte van 6 aren teelgrond met uitzondering van het personeel op enkelegroote stations dienstdoende, voor wie in de nabijheid dier stations geene bruikbare gronden beschikbaar zijn. TKACTIE EN MATEKIËEL. De inkomsten van de maehinisten bestaan uit vaste loonen en premiën voor bespaarde brand stoffen en smeer-materialen en uit kilometer- gelden. De loonen van de machinisten vari- eeren van f 14,tot f 21,per week. Van de leerlin gei-iuach in is t van f 11,20 tot f 13,30 en van de leerlingen-machinist voor lichten dienst, jonge lieden, f 5,60 tot f 9,10 per week. De premiën voor bespaarde kolen, smeermate- rialen en afgelegde kilometers bedragen voor machinisten, die geregeld treindienst verrichten, f 20,tot f 43,per maand. Machinisten die uitsluitend rangeerdienst ver richten genieten per dag 1 0.50 en per nacht f0,80 toelage boven hun tractement. De leerlingen-machinist ontvangen een premie, overeenkomende met 25 pCt. van de door den machinist verdiende premiën, bij wien zij geregeld dienst doen. De voornaamste bij dezen dienst werkzame be ambten, behalve die voor de werkplaatsen, zijn- Nac htstokers. Het loon van dezen varieert naar de plaatsen waar zij werkzaam zijn en bedraagt in minimum f 9,80 tot f 12,60 en in maximum f 11,20 tot f 14,per week. Ketel wassch ers. Loon in minimum f9,10 tot f 11,90 en in maximum f 10,50 tot 13,30 per week. Locomotiefpoetsers. Loon in minimum f7,70 tot f 10,50 en in maximum f 9.10 tot f 11.90 per week. Kijtuigpoetsers. Loon in minimum f7,70tot f 10,50 en in maximum f 9.10 tot f 11,90 per week. Kolendragers. Loon in minimum f 7,70 tot f 10,50 en in maximum f 9,10 tot f 11,90 per week. Treinsmeden. Loon in minimum 1'9,80 tot f 12,60 en in maximum f 11,20 tot f 14,per week. Lam- e nisten. Loon in minimum f 8,40 tot f 11 2r. in maximum f 9.80 tot f 12,60 per week. 'VERVO.C EN HANDELSZAKEN. Ladingmeesters. Het loon van dezen varieert in minimum van f .9,80 tot f 11.90 «n in maximum van f 14.tot f 18,90 per week. Hoofdbestellers. Loon in minimum van f 11,20 tot f 1190 en in maximum van f 12,60 tot f 14,70 per week. Bestellers. Loon in minimum van f 7,70 tot f 10,50 en in maximum van f 9,10 tot f 12,60 per week. V o or 1 ieden-Rangeer ders. Loon in mini mum van i 10,50 tot f 14,en in maximum van f 11,90 tot f 15,40 per week. Rangeerders. Loon in minimum van f9,80 tot f 10,50 en in maximum van f 11,20 tot f f 14,por week. Sein wachters. Loon in minimum van f9,10 tot f 14,en in maximum van f 12,60 tot f 17,50 per week. Schaalknechts. Loon in minimum van f7,70 tot f 10,50 eu in maximum van f 9,10 tot f 11,90 per week. Portiers- Loon in minimum van f 8,40 tot f 10,50 en in maximum van f 9,80 tot fll,90 per week. Blokwaehters. Loon in minimum ran f 9,10 tot f 10,50 en in maximum van f 10.50 tot f 14,per week. Wi sselwachters. Loon in minimum vtm f 8,40 tot f 10,50 en in maximum va* f9,80 tot f 14, per week. Overweg-wisselwachters. Loon in mini mum van i 7,tot f 10,50 en in maximum van f 8,40 tot f 12,60 der week. Arbeider-wisselw achters. Loon in mini mum f 6,30 tot f 9,80 en in mayimum van 7,70 tot f 11,20 per week. Voormanarbeiders. Loon in minimum van f 9,10 tot f 10,50 en in maximum van f 11.20 tot f 14.70 per week. Arbeiders. Loon in minimum van f6.30tot f 10,50 en in maximum van f 8.40 tot f 11,90 per week. Overwegwachters. Loon in minimum van f 6,30 tot f 10,50 en in maximum van 7,70 tot f 11,90 per week. Hoofd-conducteurs. Loon in minimum van f 12,60 tot maximum f 16.10 per week plus urengeld, dat bedraagt voor goederentreinen plm. f 0,63 jper dag en voor personentreinen plm. f 0,43 per dag. C onducteurs. Loon in minimum van f 10.50 en in maximum f 12,25 per week plus uren- geld, dat bedraagt plm. f 0,34 per dag. Assistenten voor de contróle. Loon in minimum van f 9.80 en in maximum van f 13,30 per week. Remmers. Loon in minimum van 1 7,70 tot f 9.10 en in maximum f 10,50 per week, plus urengeld dat plm. f 0,28 per dag bedraagt. De verhooging totdat het vastgestelde maximum dagloon is bereikt, bedraagt voor de lading- meesters, hoofdconducteurs en assis tenten voor den buitendienst 10cents per dag, en voor de overige beambten 5 cents per dag en per jaar. Het grootste gedeelte van het personeel ontTangt uniform-kleeding van de Maatschappij, zonder dat daarvoor esnige inhouding op het traktement wordt toegepast, terwijl voor het geval grond nabij de stations beschikbaar is, 6 aren teelgrond gratis worden afgestaan. Algemeene bepalingen. Het personeel moet van zijn salaris 2 pet. betalen en als bijdrage tot het Ondersteuningsfonds, waar voor wordt uitgekeerd a. bij ziekte, gedurende 3 maanden half dag geld, aanvangende op den 3en dag der ziekte deze termijn wordt, zoo noodig, gewoonlijk 2a3 maal verlengd. Ook wordt genees- en heelkundige hulp, benevens medicijnen verleend, alsmede zoo noodig, versterkende middelen als rleesch, eieren, melk, wijn enz.; b. bij overlijden, uitkeering van een jaar salaris, met een minimum van f 500; c. bij bevalling aan alle gehuwde beambten eene uitkeering van f 10, met uitzondering van hen, die of f 1,55 of meer per dag verdienen of 1,10 of meer per dag verdienen en niet meer dan 2 kinderen ten laste hebben d. onderkleeding bij de winterperiode aan som mig personeel. De nagelaten betrekkingen van het personeel dat tevens lid is van het Pensioenfonds, zooals o. a. conducteurs, machinisten, ontvangt bij over- ljjden eene uitkeering van een half jaar salaris, met een maximum van f 1000, voor 't geval de weduwe of kinderen in de termen vallen voor pensioen. Is dit niet het geval, dan geldt de bepaling sub b. Omdat de conducteurs, machinisten en leerling-machinisten tevens lid zijn van het Pensioenfonds, waarvoor een bijdrage van 2 pet. wordt gevorderd, is hunne bijdrage tot het Onder steuningsfonds slechts 1 pet. Aan het personeel wordt 10 maal 's jaars en aan hunne vrouwen en kinderen tezamen ook 10 maal 's jaars vrij vervoer verleend, terwijl zij bij verlof van 3 dagen of langer, in het genot worden gesteld vaa verlofkaarten,geldig vooi alle lijnen der Maatschappij, waaropzij methuu gezin naar alle plaatsen, aan de lijnen der Maatschappij gelegen, gratis kunnen reizen, op alle dagen zoolang hun verlof duurt. Ook wordt gratis dienstvrij vervoer verleend voor levensmiddelen, verhuisgoed enz. Ten slotte wordt aan het personeel, dat wegens leeftijd of invaliditeit eervol wordt ontslagen en geen lid is van het Pensioenfonds, een wekslijksche onderstand toegekend, waarvan de hoegrootheid wordt berekend volgens de grondslagen van het Pensioenfonds, zijnde afhankelijk van het aantal dienstjaren en het in de laaiste drie jaren ver diende luon en bedraagt in minimum '/o en in maximum gedeelte van dit loon waarvoor eohterdoorhetperaoneelnietswordt gestort. We lazen dezer dagen het volgende teekenend en kernachtig stukje, dat aan onze lezers ter overweging ernstig wordt aanbevolen Eenzelfde bron geeft niet zoet en bitter water. Een oude Bijbelsche maatstaf, die ter beoor- desling van personen en beginselen ook in on zen tijd telkens weer dient aangelegd I Als daar een volksredenaar zoo roerend zijn liefde voor de lagere klassen, voor de maat schappelijk misdeelden, voor de ongelukkige proletariërs betuigt, is men licht geneigd een edel mau in hem te zien; een leider, die vertrouwen verdient. Maar Iet nu op of die zelfde man, die het »ge zult uw naaste liefhebben als u zeiven» zoo innig schijnt te betrachten, ook de an dere geboden Gods zoo hoog vereert. Zoo niet, dan is hij geen liefhebber Gods en van zijn naasten, maar van zichzelf. Want eenzelfde bron geeft niet zoet en bit ter water beide. De heer Van der Goes, de wetenschap pelijke, de professor onder de sociaal dem. voelde zich natuurlijk gedrongen, in deze veel bewogen dagen ook eens voor het volk op te treden. Daar zag hij een groote schare voor zich. »Met innerlijke ontferming werd hij bewogen». Hij voelde ook zijne groote verantwoordelijk heid voor den invloed van zijn woord op die massa Neen, die voelde hij n i e t. Hij gaf er niet om, of er al of niet opvoe- dénde kracht van zijn woord zou uitgaan* Om populair te zijn, ontzag hij zich zelf n et in een tot staken ophitsenden volzin een vloek te bezigen. Toen had hij, schreven de kranten, gewel dig succes. 't Zal 't waar zijn. Maar toen de heer van der Goes huiswaarts gekeerd en alleen was, heeft hij zich toen niet over zichzelf geschaamd? Ons dunkt, een man van ontwikkeling, die zijne consciëntie nog niet met een brandijzer heeft toegeschioeid moet na zulk een »succes» oogenblikken hebben van vreeselijke zelfbe schuldiging. In elk geval slaat het voor onsvas*, dat de volksliefde van iemand, die zoo speelt metkde zedelijke vorming der massa niets te beteekenen heeft. We houden ons aan het beeld van den bron; Het bittere water is bitter. Het zoete water slechts schijnbaar zoet. De bron deugt niet. De heer v. Leeuwardeu, een staker sprak Het kou de stakers niet meer verdommen waarom 't ging en de heer Van der Goes zeidt, dat de drukkers 't verdommen moes ten om nog langer anti-stakings-couranten te drukken. Zóó vloeit de bron Zóó openbaart zich de vrucht. Uit welken wortel? (Slot.) Na de rede van den heer Vegtel was er gelegenheid tot debat, waarvan gebruik gemaakt werd door den bekenden S. D, woordvoerder Loopuyt van Amsterdam. Deze wraakte het dat de heer Vegtel uitspraken van zijn medestanders had aange haald. De heer Vegtel was z.i. niet objectief te werk gegaanvolgens hem had deze moeten aantoonen, dat de ontwikkeling der maatschappij een andere richting uitgaat dan de sociaal-democraten meenen, in. a. w. dat de sociaal-democratie niet berust op reëele feiten. Al erkent debater volkomen^ dat voor de christelijke arbeiders in de rijen der sociaal-democratie geen plaats is, op den duur zullen dezen zich evenzeer moeten afscheiden van de bourgeoisie en een christelijke sociaal-democratie vormen, als gevolg van den maatschappelijken ont wikkelingsgang. De kern van de kwestie is zullen de arbeiders front maken tegen het kapitalisme De wijze, waarop dit geschiedt, doet er minder toe. De sociaal-democraten nu maken in christelijke kringen geen propa ganda om arbeiders te winnen, maar alleen om hun bewustzijn te >verhelderen.< Wil men alle resultaten der ougeloovige wetenschap afwijzen, dan moet meu ook die der natuurwetenschap afwijzen, zei spr. En spr. kent geen boertje, dat zal weigeren in een elektrische tram plaats te nemen, op grond, dat dit voertuig een resultaat is van de methode van onderzoek der ougeloovige wetenschap. Het socialisme kan men slechts bestrijden op de wijze zcoals dit geschiedt door prof. Treub, prof. Piersou, prof. d'Aulnis de Bourouill, e. adie de wetenschappelijkheid der methode bestrijden. Voorts was spr. van oordeel," dat de inleider niet had begrepen het geweldig onderscheid tusschen het pantheisme van Spinoza en het botte atheisme, zooals dit reeds lang voor Büchner door Thomas Hob- bes was verkondigd. Ook de godsdienst is, volgens spr. slechts een vorm van filosofie. Wat nu de ordinantiën Gods betreft, meent spr., dat door de geloovigen als zoodanig worden beschouwd die verouder de toestanden, die zich in de kapitalisti sche samenleving hebben gekristalliseerd. Zoo is bv. het loonstelsel een christelijke ordinantie, «mdat zonder loonproletariaat geen kapitalistische uitbuiting mogelijk is. Ontdaan van alle omhulsels, houdt spr. bij alle antirevolutionairen niets over dan de gewone burgerlijke samenlevinghet kapitalisme is de goddelijke ordonnantie. Trouwens, aan het industrialisme enmam- monisme hebben de geloovigen evengoed meegedaan als de ongeloovigen. Christe lijk economen zijn er reeds zeer velen ge weest die echter niet vermochten, de oude feodale vormen te doen herleven. Alles stuitte af op het kapitalisme, een nood zakelijken vorm der samenleving, waaruit zich echter even noodzakelijk teen andere moet ontwikkelen. Wat de laatste drie stellingen betreft, merkte spr. op, dat de politieke beschou wingen van dr, Kuyper omtrent het sa mengaan nu eens met deze, dan weer met die partij, geen houvast geven voor zijn beschouwing omtrent de maatschappij. In elk geval was spr. overtuigd, dat, waar 't dr. Kuyper gelukt is, op zoo menig punt o. a. inzake de Evolutieleer, het Calvinisme aan de wetenschap en de feiten aan te passen, er wel eens een Calvinistisch soci alist zal opstaan, die hetzelfde zal weten te doen met 't Calvinisme ten opzichte van de sociaal democratische leer. Overigens staat spr. tegenover een Cal vinistische economie vrij sceptisch. Aan 't socialisme is kenmerk, dat het wil doen, wat christendom niet heeft kun nen doen de samenleven groild /esten op het beginsel der solidariteit, In dien zeer concreten zin kan de socialistische wereld beschouwingen alleen de opvolger zijn van 't christendom. Eindelijk stelt de heer Loopuit nog de positieve vraagals men door sociaal- demokraat te worden, d. w. z. een ander economisch stelsel te aanvaarden, zijn ge loof kan verliezen, wat beteekent dan dat heele geloof. De heer Vegtel repliceerende, consta teerde, door het betoog van den heer Loopuit slechts op enkele punten het zijne geraakt had. Tegenover het verwijt niet objectief geweest te zijn, merkte hij op, dit in hooge mate te zijn geweest, door voortdurend het oordeel aan te halen van zijn tegenstanders. Spr. constateerde, dat de heer Loopuyt op de door hem aangehaalde getuigenissen niets heeft afgedongen en dat zijn stellin gen dus onaangevochten zijn gebleven. Het wetenschappelijk vaste van Marx achtte spr., op grond van diens dwaling als zou het kleiniandbouwbedrijf door 't groot-bedrijf worden opgeslurpt, reeds voor betwisting vatbaar Overigens is 't z. i. onwetenschappelijk, de geestelijke krachten, in de maatschappij werkzaam, te willen verklaren door toepas sing van een methode van onderzoek, die alleen voor het omderzoek van stoffelijke iaken dienen kan. De vergelijking van de Staathuishoudkunde met een electrische tram gaat daarom niet op. Het pantheïsme wordt door spreker in den breede uitgelegd als een geloof, waar van de antirevolutionairen even weinig moe ten hebben als van 't atheïsme. Nadering tot het Pantheïsme beteekent voor het Christendom voortdurenden afval. Waar in 't buitenland gepoogd is een christelijke economie te vormen, is 't des te meer te betreuren, dat dit ten onzent niet is geschied. Elk Calvinist huldigt de gezonde evolu tieleer, die dr. Kuyper aan 't Calvinisme zou hebben aangepast, maar niet de Evo lutieleer van Darwinhet Darwinisme, dat in strijd met de Openbaring den mensch doet afstammen van den aap. De heer Vegtel wijst nog o a. dat het van zelf spreekt, dat zij, die de onhoud baarheid van het tegenwoordig maatschap pelijk stelsel prediken, belang hebben bij een verslechtering van die maatschappij, opdat de komst der nieuwe verhaast worde en op de gestelde vraag antwoordt hij met de wedervraag, of men zijn zoon niet mag waarschuwen tegen het onnoodig bezoeken vau een café, omdat zijn principes sterk genoeg moeten zijn, hem tegen dronken schap te bewaren. Spr. acht de sociaal-demokratie een ge vaar voor den Christen-arbeider, daar het hem zijn geloof tracht te ontnemen. Dit bewijst niets tegen den godsdienst doch de zwakheid van alle menschen. V an daar dat wij verplicht zijn de arbeiders tegen het ge vaar der sociaal-demokratie te waarschuwen. Al zou het waar zijn wat de heer Loopuyt betoogde, dat nl. dé godsdienst op het oogenblik steeds aan aanhangers verloor, dan beteekende dit nog niets, want in 1789 en '93 werd hetzelfde waargenomen en toch heeft het Christendom weder zijn vroe gere beteekenis herwonnen. Do. h het is niet waar. De vermeerdering der Christe lijke scholen wijst het uitDe Christelijke godsdienst wint steeds aan invloed »Ja, bij de bourgeoisie*, zoo interrup- peerde de heer Loopuyt. Deze interruptie bewijst alweer, dat so ciaal-demokratie en Christendom onver- eenigbaar zijn, ging spreker verder. En deze godsdienst doet ons eerbiedigen het gezag en het recht, zaken zonder welke zelfs een soc.-demokrausche toekomstmaat schappij in een anarchie zullen verkeeren. Is eenmaal die anarchie daar, dan zal opnieuw de uitnemendheid van 't geloof blijken, als eenig middel om in den revo lutionairen chaos de orde te herstellen. Na deze woorden van den heer Vegtel, verkreeg de heer Loopuyt opnieuw het woord. Hij ontkende dat de sociaal-democratie aanhang zou kunnen winnen bij minder j gunstige maatschappelijke toestanden, ter- wijl hij ook ontkende, dat de samenleving zou berusien op een geestelijke drijfkracht. Don godsdienst achtte de heer Loopuyt niet hooger dan een politiebepaling. Voor de tweed', maal repliceerende, toonde de heer Vegtel met meerdere voor beelden aan, dat bij maatschappelijke ver rotting de sociaal democratie slechts wel kan varen. Nog even wees spreker er op, dat de meeste staathuishoudkundige bepa lingen feitelijk slechts juridische bepalingen zijn, dus berusten op begrippen en met beginselen verband houden, waarom het een fout is de economie als een neutrale tech nische wetenschap op te vatten Ook waar de critiek van Marx als neu traal werd voorgesteld, moet men bij die critiek van Marx op het bestaande wel in het oog houden, dat Marx de dingen van zijn standpunt bezag, dat is het ongeloovige. Waar nu de heer Loopuyt beweerde, dat de godsdienst niets meer is dan een politie bepaling, kunnen de christelijken dat geen verwijt achtenhun tegenstanders consta- leeren toch daarmede, dat juist de godsdienst in staat is om in stand te houden, datgene wat is. In een soc.-dem. maatschappij zou men al spoedig bemerken, dat men het zonder politiebepalingen niet goed stellen kon, en die maatschappij zou dan ook al spoedig ineenzinken bij ontstentenis van dóór ieder gerespecteerde rechtsregelen. Na het beëindigen van het debat bedankte de Voorzitter den heer Vegtel voor zijn belangwekkende voordracht en zijn bereid willigheid om voor de leden van de club >Nieuw Leven* op te treden. De samenkomst, die zeer druk bezocht was, werd eerst kwart voor twaalf gesloten. KARNEMELK OP AFGEROOMDE MELK? Zoo luidde immers de vraag, waarop we 't ant woord nog schuldig bleven. We zeiden 't reeds, een afdoend antwoord is niet wel te geven, als- vorens we nog ingelicht waren omtrent enkele bijzonderheden. Vooral is 't lang niet onverschil lig, of er met afgeroomde melk bedoeld is, die welke op de gewone manier is verkregen, dan wel of men de zoogenaamde centrifuge melk be doelt. Deze toch bevat veel minder vet dan de gewone afgeroomde melk. De centrifuge melk is dus met het oog daarop minder aanbevelenswaar dig dan de gewone gfgeroomde melk. Doch in een ander opzicht zouden we weer de voorkeur geven aan de centrifugemelk. Deze toch is in elk geval veel meer versch dan de gewone aigeroomde. Want die zal toch wel minstens 24 uren oud zijn. Een tweede omstandigheid waarop we acht moeten geven bij de beantwoording: „Karnemelk ot Afgeroomde melk is het al of niet aanwezig zijn van karnemelk, in de boerderij. Moet de karnemelk gekocht worden, dan zal het antwoord anders kunnen luiden, dan wanneer de karne melk een bijprodukt is van de boerderij. Wij willen dus veronderstellen, dat beide èn karnemelk èn taptemelk op de boerderij aanwe zig zijn en dat daar ook varkens worden gehou den evengoed als kalveren. Van deze veronderstelling uitgaande is het mogelijk de vraag: „Wat is 't beste voeder voor kalveren karnemelk of afgeroomde 1" vrij afdoende te beantwoorden. Laten we beide voedermiddelen eersteens be schouwen met het oog op hare samenstelling. Zie hier: Eiwit. Vet. Melksuiker. Karnemelk 4 1.1 4,1 Afgeroomde melk 3,5 0,7 5 Alleen wat betreft het suikergehalte moet kar nemelk het dus verliezen van afgeroomde melk. Leze bevat én minder vat en minder eiwit.Gaan we nu eens de voedings verhouding berekenen bij beide. Onze lezers zullen zich nog herinneren, dat we daartoe het getal, dat 't vetgehalte aan duidt met 2,4 vermenigvuldigen. W« vinden alzoo bij karnemelk 4 staat tot 2,4 maal 1,1 plus 4,1 of 4 staat tot 6,74 is 1: 1,68. Voor afgeroomde melk komen we tot deze berekening 3.5 staat tot 2,4 maal 0,7 plus 5 is 3.5 staat tot 6,68 is 1 1,9. Bij beide is dus de voedingsverhouding nauw, te nauw mogen we gerust zeggen. Toch zijn de resultaten, die men met een voeding met enkel karnemelk krijgt hier en daar lang niet ongunstig. Geen boer denkt er aan zijn kalveren enkel afge roomde melk te geven. Met het oog op de iet» wijdere verhouding schijnt dit toch een beter voedingsmiddel maar er zit geen melkzuur in. En wellicht is het daaraan toe te schrijven dat karnemelk over 't geheel genomen zoo goed werkt en taptemelk alleen niet. Het melkzuur schijnt een gunstige invloed uit te oefenen op de spijs- verteeringsorganen. 't Moet ons echter van 't hart, dat we betere resultaten nog verwachten en ook wel betere resultaten kennen, wanneer niet uit sluitend karnemelk gegeven wordt. Maar dit neemt niet weg, dat als men nietsb ij voert het beter zal zijn de taptemelk voor de varkens te bewaren en de karnemelk aan de kalveren te geven. Wij herhalen het echter, dat we van mee- niug zijn, dat men voordeeliger doet nimmer enkel karnemelk te voeren aan kalveren. Wat dan We willen dit een volgende keer eens bespreken PERU-GUANO VERBETERT DEN BODEM. Al bevat een grond alle voedingsstoffen, die de planten noodig hebben om te groeien, an ai zijn deze in de juiste verhouding en in voldoende hoeveelheid aanwezig, dan nog kan hst gebeuren dat de oogsten te wenschen overlaten. De oorzaak daarvan moet dan gezocht worden in den bouw van den grond, in de structuur. Hij kan te los en te droog, te vast en te taai zijnhij kan zuur en koud, hij kan korstig en gesloten zijn. Onder de middelen, die de structuur van den grond verbeteren, neemt de Peru-Guano een eerste plaats in. Wanneer de Peru-Guano, die voor een groot deel uit gemakkelijk verrottende organische be- standdeelen bestaat, zich innig met de grond- deeltjes vermengt, wordt de losse bodem meer gesloten, de taaie kleigrond meer open en ver brokkeld. De Peru-Guano oefent dus op den bo dem denzelfden gunstigen invloed uit, als de humus van den stalmest. In zooverre heeft de Peru-Guano een voorsprong op vele scheikundige meststoffen, die den grond niet in zulk een goe den toestand achterlaten. Het is misschien om deze reden, dat de navrucht op een met Peru- Guano bemesten akker vaak zulke gunstige re sultaten geeft. Ik zeg „misschien", omdat dit verschijnsel ook nog een andere reden zou kun nen hebben. Behalve de direct oplosbare deelen der Peru-Guano en de gemakkelijk in oplossing tredende voedingsstoffen, bevat deze meststof toch nog een gedeelte dat eerst later zijn nut doet dat dan als opgeloste voedingstof de navrucht ten goede komt. Wellicht werken beide oorzaken mede om den tweeden oogst te doen toenemen. Want een feit is het, dat de nawerking van de Peru-Guano groot is. De eerste boer de beste weet, dat het na Peru. Guano niet zeer gewaagd is nuchter te zaaien- Doch ook door proeven is de nawerking der Peru- Guano gebleken. Te Wetberen (Belgie), b. v.heeft men proefvelden aangelegd opzettelijk om de na werking van Peru-Guano te vergelijken met die van audere meststoffen. Nadat men in 1901 op verschlilende manieren eenige velden bemest had, zaaide men in 1902 oveial nuchter en wel aardappelen en bieten. De in 1901 niet Peru-Gu ano bemeste pereeelen brachten 24,200 K. G. aard appelen en 44,500 K.G. bieten bp, terwijl de op andere wijze bemeste velden de 13,500 K.G. aard appelen en 30,600 K.G. bieten niet te boven gin gen. Inderdaad, we zeggen niet te veel, wanneer we bewerendat de Peru-Guano den bodem verbetert. Vragen en Antwoorden worden kosteloos geplaatst. Autwoordeü of wedeüeeliugou zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen waarop ze betrekking hebben. Vragen. 469. Moet men Superphosphaat bepaald in 't voorjaar uitstrooien 470. Wat verstaat men onder Ammoniak-Superphos- phutf

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1903 | | pagina 2