I
1
1
Vrijdag 6 Maart 1903
Achttiende Jaarg. No. 907.
I
Orgaan
Antirevolutionair
voor de Zuidliollaiidsclie en Zeeuwsclte WMmuMm.
f
I
i
I
I
■i
I
1
1
j!
1
bi
■ui
it
1
4
it
i
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN.
1
.tv?
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
ifeonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
G-roote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte dis zij beslaat.
Alle siokken voor de Kcdadie bestemd, Advertentiën ess verdere Administratie franco toe te zenden aas» deia Uitgever
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen.
EERSTE KLAD.
Gelteel-ositliouding.
Reeds meermalen werd, zoowel
zgdelings als rechtstreeks, ons gevoe
len gevraagd aangaande de geheel
onthouding, d. w. z. de volstrekte
mijding van alcoholische dranken,
voor zooverre deze niet door genees
kundigen als tijdelijk geneesmiddel
worden voorgeschreven.
Gaarne willen wij hiervan het een
en ander zeggen, ofschoon het altijd
een vrij gevoelig onderwerp blijft,
omdat zoowel te dezen aanzien als
omtrent andere bijzonderheden in
het particuliere leven er veel verschil
van opvattingen waardeering beslaat
onder christenen en onder hen die
zich niet te buiten gaan aan den
sterken drank.
En dan beginnen wij met de opmer
king, dat zoolang de voorstanders van
geheel-onthouding binnen zekere per
ken blijven met hunne pogingen tot
verbreeding hunner gelederen, er niet
slechts geen enkele bedenking tegen is,
maar ons inzien, maar dat dit streven
ook bijzondere waardeering verdient.
Welk redelijk denkend mensch
toch zou het in onzen tijd, nu er
overal en vaak luidkeels geklaagd
wordt over behoelte aan lotsverbete
ring, en anderzijds een massa geld on
nut wordt verdaan, en vooral aan den
sterken drank zooveel wordt verkwist,
iemand kwalijk nemen, dat hij, om
een goed voorbeeld te geven, op
zeker punt de matigheid tot het uiter-
Bte drijft.
En welk belijder van Christus,
die eenig besef heeft van de zedelijke
en stoffelijke ellende, door verhittende
drankeir veroorzaaktdie eenigszins
weet hoezeer de satan dit middel
gebruikt om de zielen der menschen
te verwoesten, ja geheele gezinnen en,
familiën tot verderf en ondergang te
brengen, zou het ontstaan van veree-
nigingen betreuren, die zelfs het soort
staal gaan bannen, waaruit dat demo
nisch wapen is gesmeed.
Maar al is het nu volkomen waar,
helaas, dat duizenden en tienduizen
den het slachtoffer worden van het
misbruik van den sterken drank,
daarom mogen wij ons nog niet laten
vervoerenom ongekeurd en ongetoetst
aan te nemen de argumenten die er
gebezigd worden om op het geweten
van andersdenkenden te werken tor
verkrijging van meer deelneming in
de jreAeeJ-onthouding.
Nu is, naar wij meenen, de sterkste
stelling der voorstanders nog déze,
dat men zegtin onzen tijd en in
onze omgeving, maakt de Booze er
bijzonder werk yan om de geesten
te bedwelmen door de alcoholische
dranken daardoor verkrijgt het
gebruik hoe matig ook, allicht den
schijn, alsof men zich door dat middel
meê van God wil laten afvoeren, en
aan satan wat opofferen, of althans
toegevenen daarom mijden wij liever
allen aanstoot en alle verleiding voor
anderen door eenvoudig mets te
gebruiken.
Er wordt dan niet beweerd, dat
er kwaad zit in den sterken drank,
of in een glas wijn of bier op zichzelf
er wordt niet ontkend, dat de Apostel
Paulas het gebruik van eene matige
hoeveelheid wijn toeliet, en dat ook
de wijn, die in Jezus' dagen gebruikt,
ja bij feestelijke gelegenheden door
den Heiland zelf meê genuttigd
werd, blijkens de gelijkenis van „den
nieuwen wijn in nieuwe lederen
zakken", (om het bersten door de
gistende werking te voorkomen) wel
terdege eenigen alcohol bevattemaar
men legt dan het zwaartepunt der
geheel-onthouding hierindat men uit
liefde tot den naaste, ter voorthelping
der zwakkeren en ter breideling van
de ongewoon sterke invloeden des
satans door middel van den sterken
drank, de meer normale gedraging,
het matig gebruik omgeeft, opdat
daardoor aan de misbruikers alle
voorwendsel, en alle twist over de
grenzen tusschen matig en onmatig
ontnomen worde.
7M nu opgevat, wij herhalen het,
is er niet slechts geen bezwaar, maar
is er oorzaak tot toejuiching. Immers,
aldus is het een maatregel naar
eigen inzicht, krachtens de eigen
christelijke vrijheid en uit aandrift
van liefde genomeDen een maatregel
waarbij ook de uitnoodiging tot
anderen zeer goed te verklaren en
te rechtvaardigen is, omdat hij door
deelneming in grooten kring beter
doel kan treffen.
De beweging is dan op éêae lijn
te stellen b. v. met het terzijde laten
van allen ontwijkbaren arbeid, hoe
gering ook op den Zondagof met
het tegengaan van allen grattooiof
met het wegdoen van alle bijbelsche
schilderijen, en dergelijke.
Zie, eene wandeling op den
Sabbathdag is naar de overtuiging van
vele nauwgezet levende christenen
in 't minst niet zondig. Maar als
dezulken nu op plaatsen wonen, waar
de menschen des Zondags in ledigheid
en ijdelheid hun tijd op straat door
brengen, en zij kunnen niet gemakke
lijk andere, stille wandelplaatsen,
bereiken, dan is het gereedelijk
verklaarbaar, dat dezulken besluiten
om dan maar liever geene wandeling
op Zondag te maken.
Voor geregeld eten en drinken
en het schoonhouden der woon- en
slaapvertrekken het dienstpersoneel
bevelen te geven op den rustdagt
wordt doorgaans niet in strijd geacht
met het vierde gebod des Heeren.
Maar als de groote menigte dan nu
allen totaal onnoodigen omhaal bij
maakt, en daardoor de Zondag voor
vele dienstbaren tot een dag van
slaatsche inspanning, met verstaking
van het genot van den openbaren
eeredienst, wordt, dan is algehecle
vrijstelling van het dienstp ael,
afschaffing van het ber
gekookte spijzen, en wat
kuiselijken kring, strikt geoou e
nog meer te mijden is, stellig
laakbaar protest.
Men kent de grafkrans-mod ce, cL
uit Duitschland en andere landen
tot onze natie doordrong. Is dan een
enkel symbool van de vereering der
nagedachtenis onzer dierbare betrek
kingen zondig Dat zij verre. Geheel
anders echter wordt het, waar men
schier een wedloop begint in het
aanbieden van kransen, en al die
uitwendige drukte deu ontzaglijken
ernst des doods wegdringt, en de
kinderen Gods gedurig herinnert
aan hetgeen er in ae gelijkenis
van den rijken man en den armen
Lazarus zoo opmerkelijk van den
eerstgenoemde hij staat a&ngeteekend,
nl. dat hij „begraven werd", terwijl
van Lazarus, aiieen is vermeid, dat
hij stierf, en van de engelen in
Abrahams cchoot weid gedragen.
Ja, als het zóó wordt met die
onderscheidende graf-versiering, dan
is het begrijpelijk, dat, de ootmoed
sommige christenen d ïngt, ook al
is er geen geldelijke oorzaak voor,
om als éen hunner laa'ste wenschen
aan de omstanders te vragen, dat
hun stoffelijk overschot toch zonder
tooi en zonder eenig ijdel vertoon van
woorden in de groeve der vertering
zal gebracht worden. En wie denkt
hier niet aan het uitdrukkelijk ver
zoek van wijlen den vorigen Minister
van Koloniën, en aan het afsterven
van onzen vromen Keuchenius, om
slechts deze twee voorbeelden te
noemen.
En laat ons nog iets van anderen
aard citeeren. Een stel Bijbelteksten
in sierlijke lettervormen aan den
wand te hangen, is zeker niet be
rispelijk eer het tegendeel. Maar
men weet hoe die gewoonte zich
uitbreidde. De luxe-handel wierp zich
daar op, en ongelooflijke sommen
zijn door enkele boekhandelaren
daarmede verdiend. En als het
nu zóóver komt, dat het uithangen
o
van een paar Schriftwoorden tot het
wereldsch fatsoen gaat behooren, en
dat iu vele gezinnen alwaar kennelijk
Gods Woord niet in eere is, toch
enkele teksten als eene rariteit dienst
doen, dan laat het zich denken, dat
zij die God leerden aanbidden in
geest en waarheid, er toe besluiten
om die uithangmode af te schaffen.
Hoe dit zij, niemand zal in de
eeuwigheid er spijt of berouw van
hebben, hier op aarde gansch geen
sterken drank te hebben gebruikt,
evenmin als het daar ooit iemand
hinderen zal in andere opzichten zijn
aardscbe leven te hebben beteugeld
en bedwongen ook al geschiedde
het in het een of ander opzicht iets
meer dan de letter van Gods Woord
vorderde.
Maar al deze waardeerende over
wegingen nemen toch niet weg, dat
eere;
oefs
men naar onze meening bij de geheel
onthouding ook op zijn hoede moet
zijn tegen zondige overdrijving. En
'eze maakt allicht hare apparitie,
ir men haar gaat voorstellen als
aartoe men door eene nieuwe,
Ds 'en de geheel-ont
houden» liegebo - me, zuiver wande
lende christenen zijn de niet-
geheel-onth 'uier '"en zij overi
gens matig, amen, de
minder zich om r bekom
merden, de minder "aren.
Maar dan ook kan de e ;t "ai
ding farizeïsme bevorck
werken tot eene vleeschei
wendiging van den dienst dt
Zie, als er in de kerke
aangedrongen wordt op het ge
van eene christelijke opvoeding a.
de kinderen, of op mededeelzaamheid
voor het onderhoud der armen, of
op het rechtvaardig behandelen der
dienstboden, en zoo meer, dan kan
de Bedienaar van Gods Woord getui
gen Hij heeft het hoogebjk bevolen,
en gij moogl niet anders.
Bij de geheel-onthouding echter is
slechts een zeker inzicht in de tijds
omstandigheden het motief voor aan
werving der medestrijders, en zijn
er ook tal van Schriftuurplaatsen te
noemen, die doen uitkomen, dat de
Christenen in het meer ondergeschikte
eikaars vrijheid hebben te eerbiedigen.
Op die vrijheid nu legt de Apostel
Paulus met zijn fijne dialektiek min
stens evenzeer den nadruk als op de
banden der liefde ten behoeve van
zwakke broederen en hij doet uitko
men, dat waar verschil van inzicht is
in het bijkomstige, zoowel de eene
als de andere groep broederen moet
geacht en ontzien worden. Men verge
lijke hierbij o.a. Gelaten 2 l14,
alwaar de Apostel verhaalt dat Jaeobus,
Cephas en Johannes ook bij verschil
van taak aan hem en Barnabas de
rechterhand der gemeenschap gaven
tot een teeken van eenigheid in de
hoofdzaakalsmede, dat hij Paulus,
te Antiochië den Apostel Petrus
bestraft heeft, omdat deze te voren
onder de heidenen de christelijke vrij
heid gebruikte en dit daarna naliet om
eenige Joden tegemoet te komen, waar
door de heidenen tot het ceremonieël-
joodsehe leven verlokt werden.
De Apostel Paulus waarschuwt zoo
wel voor het aanstoot nemen als voor
het aanstoot geven. Terwijl hij in 1 Cor.
8 betoogt, dat het niet goed was in
den afgodstempel aan te zitten en
daar dingen te eten, die den afgoden
geofferd waren, omdat sommige on
kundigen ,,met een geweten des afgods
tot nu toe" dan mede datzelfde zaten
te eten, maar in eene andere hoeda
nigheid, namelijk als iets dat den
afgoden geofferd was, en alzoo gesterkt
werden in een zondige zwakheid en
eene verkeerde afgodische verbeelding
erkent hij tevens dat als het op
het eten zelf aankomt, die onderschei
ding voor een waar Christen niets om
het lijf heeft, want dat een afgod niets
is in de wereld (vers 4) en dat het
eten of niet eten geen verandering
brengt inde verhouding tot God,(v.8).
Nu geven wij grif toe, dat al offeren
de onmatige wijn- en sterkedrank
drinkers niet met bewustheid aan den
wijngod Bacchus, hunne drinkgelagen
toch feitelijk van den waren God
afvoeren, en dat, in geval waarach
tig bekeerde menschen voor een tijd
mede in deze zoude vallen, zij in dezen
zin hun geloof mee verdrinken kun
nen, dat zij deu troost en de kracht
van dat geloof moe^n derven.
Er is derhalve, ook in zake het
drankgebruik, naar wij meenen, wel
wat af te leiden uit de regelen
voor het betoon van broederlijke liefde,
in i Cor. 8 neergelegd.
Zeker zal er dit wei in liggen, dat
v men in gezelschap is van lieden, van
^en weet of vermoedt, dat zij
ma"'g zijn in het gebruik van
■ank, men aan dat zwak
g geven, maar veeleer
woordigheid alle ge-
tnoet laten. Én
loeg bekend is,
geen
in u
bruik
aangezien
dat er in u
komen, die t.
hebben, en dat
ook zijn, die onn.
wegeld lieden
iets te maken
e bezoekers
.ei gebruiken,
is het mijden der he. .ergen een eerste
eisch der voorzichtigheid voor hen
wien het waarlijk om het welzijn van
den naaste te doen is. iets, waarmede
ook als vanzelf verbonden is, dat
ingeval men, op reis zijnde, plaatsen
bezoekt, waar men nergens verver-
schingen kan bekomen, dan in de
logementen of herbergen, men daar
althans geen wijn of sterken drank
moet bestellen. Om deze reden is het
dan ook zeer te betreuren, dat er nog
zoovele tamelijk uitgebreide plaatsen
in ons land zijn, waar geen afzonder
lijke hoJFehuizen bestaan, en de loka
len bestemd voor den verkoop van
wijn, bier en sterke drank de eenig
vindbare vertrekken zijn. In degrootere
steden wordt dat meer en meer anders
en begint men de goede Engelsche
splitsing tusschen de verleidelijke en
de niet verleidelijke koffiehuizen door
te zetten maar in de meeste kleinere
gemeenten is hiervoor nog droevig
weinig belangstelling en actie.
Doch het mijden van herbergen
is nog geen geheelonthouding, en zoo
als wij reeds te kennen gaven, lezen
wij dezen plicht in 1 Cor. 8 niet.
Dit wordt nog duidelijker, als wij
hierbij I Cor, 10 te pas brengen,
alwaar het heet„Eet al wat in
het vleeschhuis verkocht wordt,
niets onderzoekende om des gewetens
wil", ook al geschiedt dat eten ten
huize van ongeloovigen (verzen 25
en 27) maar zoo iemand tot ulieden
zegtDat is afgodenoffereet het
niet, om desgenen wil, die u dat
te kennen gegeven heelt, en om des
gewetens wil (vers 28).
v
I
II
•uien. ue vangst
'I-Utl'-JSEIZ?— V
üitglvbk:
HOM.n tSLSBIJH.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 nnr.
re openbaring Gods is gek 0-
I men, vaarvoor men nu ook den
steun vei 'le christenen naar heilig
re ka -se'" en.
Aan geloofsvernietijing kan liier niet gedacht
■worden, omdat het genadeleven in zijn kiem
onveB-ielgbaar en onoplosbaar is; maar wel
aan berooving van kracht en ontbruikbaar-
making, gelijk een onder water geloopen stuk
land voor een tijd niets oplevert.
4
'i i
Jagen gevangenisstraf.
I n°ff3"rCd0J"U'i lfhoudiag tusschen Ó^om.en I
"Stellendam,
Daar ge in uw schrijven uw naam
aa." ons -Sjfr luikend,me-»-», jrfs^r
Jt'