V
8
dsm^
126,
ictie,
Vrijdag 16 Januari 1903
Antirevo lu tion air
Zeventiende Jaarg. No. 900.
Orgaan
voor de ZuiflliollandscSie en Keeowiche Eilanden
and.
IN HOC SIGN O VINCE S
lapok.
SS Cent.
iet genoegen
ran de hand
de trekking
n van f 20,
)0NEN,
Assurantiën,
Harden,
)SSE,
l£i>S.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
uitgever:
T. BOEKHOVEN.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Alle sïtikkest voor «Se SSeslaeSse bestemd, AtSveriesBtieBi en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
MJ¥OEG»«l,i.
Hustig voorwaarts
Eenige bladen zijn bezig eene na
lezing te houden op de Begrootings-
debatten. Nu dat zijn ze wel waard.
Er is door die debatten weer heel
wat stof bijeengebracht, er zijn heel
wat punten in aangeroerd en gedach
ten geopenbaard.
Tegelijk wordt bij die nalezing
nog nader de indruk meegedeeld,
dien men van het tegenwoordig
rcgeeringsbeleid heeft.
Ons dunkt, die indruk kan wel
geen andere zijn, dan dat het fun-
geerecd Ministerie met moed en
zelfbewustzijn, statig, krachtig en
volhardend blijft voortwandelen op
zijn weg.
De „Christen-Democraat" zou,
naar het schijnt wel willen, dat dit
wandelen in draven en hollen ver
anderde. Nog in zijn jongste nummer
klaagt hij steen en been, en zegt
„Wat had ik me véél voorgesteld
van dit christelijk Ministerie
straks zijn twee volle jaren voorbij
gegaan en wat zal dan het batig
saldo van de rekening zijn? Niets
letterlijk van eenige beteekenis". En
in een ander artikel van hetzelfde
nmumer heet het „De christelijke
coalitie, nauwelijks aan het bewind
gekomen door de prediking van het
recht, in plaats van eene krachtige
hervormingspartij te zijn, maakt al
lerminst haast om recht te doen,
zelfs niet in de schoolkwestie, nog
veel minder in de sociale kwestie."
Maar wie ook slechts een flauw be
grip heeft van hetgeen er noodig
is tot voorbereiding van inderdaad
practische en reformeerende wetten,
laat zich door zulk eene snoevende
taal niet benevelen of tot het mee
vellen van een voorbarig en reeds
daardoor onrechtvaardig oordeel ver
leiden.
Over een der meest trotsche ge
bouwen van onzen tijd, het paleis
van Justitie te Brussel, is wel meer
dan twintig jaar gebouwd. Maar ver
beeld u nu, dat de Belgische natie
in de eerste jaren aldoor had be
weerd, dat er weinig of niets terecht
zou komen van den voorgenomen
bouw, want dat men ook na lang
sjouwen nog geen resullaat zag, wat
zou dit gehinderd hebben voor de
bouwkundigen Deze waren eenvou
dig doorgegaan denkende gij bedil
zieke voorbijgangertjes, wacht uw
tijd maar at, later zult gij wel an
ders praten.
En zie, ditzelfde zullen ook de
Ministers gedacht hebben bij de wijd-
loopige Begrootingsdiscus8iën. Toen
de vernieuwde aanmerkingen over
de Waalwijksche subsidie en de
speetwet afdoende waren weerlegd,
was het eenige dat eenerzijds de li
beralen, en anderzijds de heer Staal
man nog hadden in te brengen, de
vraag: waar blijven nu toch de
specifiek christelijke wetten waar
blijft het bewijs, dat het u ernst
was met de begeerte om de liberale
ministers door mannen van andere
gezindheid to vervangen'; waaruit
blijkt nu dat andere Maar die vraag
was dan ook ontijdig. Eerst als da
onderwijs, en andere aangekondigde
wetten de Kamers bereikt hebben,
zal daarover kunnen gehandeld wor
den.
Veil:g mag alzoo uit den gang
der debatten worden afgeleid, dat
het Kabinet onverzwakt uit den strijd
kwam en nu in dit besef kan voort-
werken.
Christendom en politiek.
Vroeger d. w. z. een dertig
a veertig jaren geleden werd van
liberale zijde vaak beweerd, dat de
arbeiders in Gods Koninkrijk zich
niet met de politiek moesten be
moeien en aan hen het burgerlijk
bestuur behoorden over te laten
Tegenwoordig, nadat vele jaren met
klem en nadruk de onhoudbaar
heid van die bewering is aangetoond
en de burgerlijke roeping in het
licht gesteld, geldende zoowel voor
christenen als niet-christenen, zoo
wel voor voorgangers als voor vol
gers in het christelijk geloof, wordt
weer uit een ander vaatje getapt,
en voorgewend, dat het christen
dom geen politieke lijnen aangeeft,
en dat dus om die reden de libe
ralen wel weer aan het bewind kun
nen geholpen worden.
Zoo werd dus het christendom eerst
als in zijn aard vijandig van de
politiek voorgesteld, en daarna als
vreemd aan de politiek. En dat in
beide termijnen met hetzelfde doel
het onttrekken van den politieken
invloed aan de christenen.
Nu zijn er helaas nog heel wat
belijders van Christus in ons land,
die dat afstand doen van allen po
litieken invloed 0 zoo best vinden.
Niet omdat zij den „liberalen" zoo
veel gunnen, maar omdat zij den
ken dat een christenmensch in de
politieke wateren zichzelf veel te
veel bezoedeltdat bij veel te veel
moet slikken en later passeeren,
dat tegen zijne consciëntie strijdt.
Hiertegen maakte de Nederlander
dezer dagen de behartigenswaardige
opmerking dat zulk een oordeel voort
komt uit het hebben van eene ver-
koerde voorstelling omtrent het
regeeringswerk. Sommige Christenen
denken namelijk, dat het niet ingrij
pen in zondige nationale toestanden
voor de persoonlijke rekening der
ministers komt. Maar dat is onjuist.
Zij worden niet met onbeperkte
macht bekleed, en moeten zich hou
den, evenals alle andere burgers,
aan de bestaande wetten en regelen,
fofdat een voorstel tot wijziging door
de Staten-Generaal is aangenomen.
En dat is een voordeel, want als
de ministers op eens ten goede kon
den ingrijpen op het bestaande,
dan konden zij het ook ten kwade
en waar bleef dan de natie
Neen, naarmate een minister chris
telijk gezind is, zal hij zich met
coDscientienze nauwgezetheid houden
aan de staatswetten en-regelen die
hem gezet zijn, ook al keurt hij
die persoonlijk niet goed. En hij
zal daarbij alleen gelegenheid zoeken
en aangrijpen om bij nieuwe wetten
of herziening van wetten zijne chris
telijke beginselen toe te passen.
Men moet hier wel onderscheiden
tusschen getrouwheid en bevoegd
heid, en dan is er slechts geen
bezwaar tegen het optreden van
christenmannen in de landsregeering,
maar is dit van onberekenbaar nut,
omdat zij allicht in de gelegenheid
komen om een deel der wetgeving
te verbeteren.
Nationaliteit en Vaderlandsloos
heid. II.
Christendom en Internationaliteit.
IIor log er.
man.
lsmerk rerkrijj-
Eestera».
Tan Qnrp.
>r.
ilein.
Oostaaferugge
pee.
t onzer lezers
lil veren, Dia-
ER& BAK-
reeds bekend
Wekkers en
;uw ingericht
irtikelen van
an dien aard
Rotterdam.
t de ontvangst
aie stalen Bed-
3 franco worden
bereiding van
ieder aan huis.
w dw. dn.
E W INTER.
t
DEPOSITO
ng. SVj pCt.
>t nader over-
ratis verkrijg-
oor Logies,
ngericht. Munt
vlugge, nette
raat 126.
aimachine-
er, RascuIIe
voor Land-
rantenaan bij
ruim gesor-
U zult aanr
afnemers ont-
le Landbouw-
k r et toene-
engesteld, ten
rden geleverd
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Roekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan,
Advert entiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
rfjzen.
Ia 0.13 eerste artikel spraken we over
't begrip nationaliteit, en eindigden met
Je waarheid, dat de vaderlandsliefde stoelt
op den wortel der nationaliteit.
In Socialistische kringen wordt naar
aanleiding dier nationaliteit thans menig
woord geschreven niet over vaderlands-
liefde maar over vaderlandsloosheid, .en
vreemd genoeg, de eene Socialist beweert
dat de andere van de zaak niet veel
snapt.
Loopuit beweertdat vaderlandsloosheid
hetzelfde beteekent als internationaliteit
maar Jordens voegt hem toe-. „Gij hadt
als propagandist wel eens mogen be
denken, dat gij verwarring sticht met uw
uitdrukking: vaderlandslooshdd is interna-
tionaliteit.
Schaper wil niet prijsgeven 't goede,
dat ook door toe doen van Socialisten
in Nederland in 't sociale leven verkre
gen is, en daarom zelf als de eerste naar
de grenzen trekken om 't Vaderland te
besehermen en dat goede pogen te hand
haven (door de beste maximkanonnen
maar Fortuin roept 't hem toe rond
uit hebben wij 't gezegd cn moeten 't blij
ven zeggenubi bene, ubi patria, waar
het goed is, dus overal is ons Vaderland-
Met die leuze houden wij 't internationaal-
ideaal der arbeiders hoog en nu betwist
ik, dat de internat, sociaaldemocratie Scha
pers meening zou huldigen.
En zeei terecht merkt de Redactie
van 'tVolk op, dat op 't eerstvolgend
congres wel eens goed de vraag mag
onder de oogen gezienhoe staat de
sociaal-democratie ten opzichte van natio
naliteit en militairisme.
We stemmen met dien wensch in,
want uit hetgeen in de Kamer en in
de Socialistische pers over een en ander
wordt in 't midden gebracht, is nu niet
zooveel bepaalds te vernemen, 't Zijn
persoonlijke uitiDgen en individueele
meeningen en opvattingen, maar 'tis
weinig omlijnd, wat de S- D. partij nu
daaromtrent belijdt.
Wat is dan vermoedelijk de bedoeling
der S. Democr. omtrent Vaderlandsloos
heid. Om nu niets meer te vermelden,
dan hetgeen wij zouden mogen zeggen,
zullen we Mr. Troelstra's gedachten en
woorden hier letterlijk overnemen, zoo
als die voorkomen in 't Volk van 23
Dec. Ie. Blad. Doch voorat de woorden
van Loopuit.
Loopuit schrijft aan 't Kamerl. Schaper:
Maar ik moet nu toch wel vagenis de be
naming van „vaderlandsloozen", die mon ons in
naaping van den Dnitschen keizer wel gelieft te
geven, voor ineen enkel opzioht een sohandnaam,
zoodat wij, bij bet hooren daarvan onmiddeljjk
preoies moeten gaan zeggen hoe wij eigen ijk
van „ons vaderland" houden
Mij dunkt is deze benaming voor ons een
eerenaam. Het strekt ons in geen enkel opzicht
tot schande,, integendeel het is onze eer en het
is een goed stuk van onzen open strijd dat wij
zijn internationaal dat wij goen vaderland in
den engeren burgelijken zin kennen. Het is een
integreerend deel van ons algemeen beginsel, dat
wij het meer houden met het georganiseerd pro
letariaat over de grenzen, en met de nationale
bourgeoisieHiervan iets at te doon zal wel
geen sociaaldemocraat invallen. Onze internati
onale coagres3ea bijv. zijn geen burgorfuiven
maar bepaalde konkreto uitdrukkingen van eene,
onze internationale organisatie.
Waarna Mr. Troelstra opmerkt:
"Wij voegen hieraan toe, dat de „vaderlands-
looshoid'- der Duitscho sooiaaldemooratia haar
het eerst en het ergst is verweten, toon zij
weigerde, geld te geven voor den Duitsch-Fran-
soheu oorlog, in een manifest aan do Fransche
arbeiders uitdrukking gaf aan haro govoelous
van internationale broederschap eu zioh ten
sterkste uitsprak tegen de verovering van een
deel van het Fransche gebied.
Hetzelfde verwijt trof do Engelsoho sociaal
democraten daar zij zioh steeds gekant hebben
tegen do onderwerping van Zuid-Atïika en de
Rederlandsche wegen hun opkomen tegen den
Atjeh-oorlog
Toch ligt voor kleine natiën als de onze die
met militair geweld hunne onafhankelijkheid uiot
zullen kunnen handhaven, in dat streven der
internationale sociaal-demooratie oin do zelfstan
digheid van andere uatien te eerbiodigen. do
beste waarborg voor de toekomst.
Als d j sociaaldemooretie baas is geworden in
de groote landen van Earopa is het uit met do
aanvallen op het grondgebied ot de onafhanke
lijkheid van da andere landen en do tijd aan
gebroken voor de „Vereenigde Staten van Eu
ropa."
„Dat de zoogenaamde „vaderlandsloosheidu der
sociaaldemocratie niet wil zeggen dat zij zich
willoos wil overgeven acn den eersten den bes
ten gewapenden overweldiger wordt bewezen
door het feit dat reeds het eerste tongres da-
oude Internationale Geneve 1866) naast de af
schaffing van het staande leger den eisch van
het volksleger heeft gesteld. En de nieuwe In.
ternationale bekrachtigde dit standpunt in 1889.
Zij wees er toen op, dat het staande leger op
zich zelf een oorzaak is van oorlogen, en eischt
in plaats daarvan algemeene volksoefening en
mapening, omdat het volksleger zich wèl tot
verdediging en afweer, maar niet tot aanval en
verovering eigent.
En voegt er ten «lotte bij
Maar de internationaliteit, die wij nastreven
wordt niet verlc.iegen door do historisch gewor
den grenzen en nationaliteiten weg te donken
zooals de burgelijke kosmopolieten doen
doch door de volkeren met elkander in samen
werking te brengen met eerbiediging van elks
eigenaardigheden en zelfstandigheid.
O os internaiionalisme beteekent niet de op
heffing van het vaderlanddoch de invoeging
aarvan in het groote internationale verband
der menschheid, dio door de internationaliteit
van handel, industrie en verkoor voorbereid on
door die van het goorganisoerde proletariaat
bevestigd wordt.
Vaderlandsloosheid is das niet, althans
volgens dezen laaft ten schrijver bet ont
breken van alle vaderiands/te/cte, het
ontkennen vaa een Vaderland, het willen
onbeschermd laten van dat Vaderland in
tijden van gevaar, door buitonlandsche
vijanden ons toegebracht, maar 't tot
stand willen brengen van een internatio
nale broederschap, tot het doen opnemen
en aaamleven van zijn eigen Land in
en met al de Landen der wereld, in
eene maeht'ge Federatie, in een de
ganeche wereld omvattend Volkerenver-
bond, zoodat de Rus den Bolg, de Fin
den Italiaan erkent als strijder voor 't
eeno en 't zelfde doelVrede op aarde
en in elkander een welbehagen
Vaderlandsloosheid zoo opgevat 't
kan onze sympathie zeer wel wegdragen.
Wie zou naar zoo'n eenheid onder en
tusschen de volken niet verlangen. Een
heimwee kan u treffen, als ge een oogen-
blik slechte indeukt wat zoo'n eenheid
tot stand zou brengen, tegenover de
huidige beroeringen, tweespalten, twisten,
naijver en rassenhaat der tegenwoordige
NatieD, Staten en Stammen.
Maaroch, waren 't slechts
meer dan idealen
Internationaal was ook 't Christendom
en het stelde in zijn beste tijden er een
groote eer in, dat het dit was-, zoo schreef
de heer Loopuit, en hij bedoelde met deze
waarheid, dat daarom de Sociaal-Demo
craat zich over dien, over zijn karakter
trek volstrekt niet behoefde te schamen.
't Is waar, 't Christendom werd ge
vormd, nadat de groote Stichter het woord
had uitgesprokenGaat heen, onderwijst
alle volken, dezelfde doopende in den Naam
des Vadersdes Zoons en des Heiligen
Geestestoen werden eenheidsbanden go-
vlochten om de volkeren en individuen;
toen ruischte uit aller geloovigea mond
over de zeeën en rivieren, langs de heu
velen en dalen, in Klein-Azië als in
Athene; te Jeruzalem als te Macedonië:
Gij zijt allen broeders! Het was't besef,
dat er geestelijke saam hoerigheid en chris
telijke liefde moest blinken en schitteren#
tusschen en onder al degenen, die „ran
ken" waren van deazeltden „wijnstok"
die „vrijgekochien" waren door denzelfden
Man van smarten, die allen in den kruis
paal op Golgotha- het Middelpunt van
hun leven en verwachtingen zagen.
Het Christendom alleen geniet de on-
verwelkbare lauwer, dat het de Volken
tot elkander heeft gebracht en doordron
gen van 't besef, dat zij ééne familie, eene
Volkerenfamilie vormen.
Helaas! hoe is dat besef uitgesleten
Maar wat Loopuit vergeetDat 't Chris
tendom wel internationaal was, maar
daarom, bij die algemeenheid, de eigen
Nationaliteit nog niet verkrachtte. Het
Christendom heiligde de Nationaliteit;
verloste ze van ziekelijke uitwassendeed
geboren worden het besef, dat er bij
eigen eenheid, ook nog eene hoogere eenheid
was; eene hoogere eenheid bij verschei
denheid van aard, karakter, gewoonten
en zeden, die zich in elke Natie open
baarden.
Het Nationaliteitsgevoel was bij de
Volken aanwezig; vooral in Israël. Wer
den de Samaritanen niet door de Joden
gehaat, en waren de Heidenen in de
oogen der Israëlieten geen honden
Waren de Joden niet „rein". en alles
buiten die Natie „onrein". Moesten de
handen niet gewasschen worden, als de
Joodsche hande!aars(van de markten terug
kwamen, waar ze met „onreine" Heidenen
en dies „onreine" producten in aanraking
waren geweest.
Maar de Christus brak dat uitwas van
den boom af!
Hij naderde tot die Heidenen, en genas
ook hun kranken. Ook hun predikte hij
het Evangelie en zei ze: dat allen moes
ten aanbidden in geest en waarheid Henr,
dien Hij zijn Vader noemde.
Noch de Christus, noch de Apostelen
hebben het Nationaliteitsgevoel onder
drukt, en bij hun Volk trachten uit te
roeien.
Ook zjj bleven zingen 't echte Nationale
lied
Jeruzalem 1 dat ik bemin,
Wij treden uwe poorten in
Daar staan 0 Godstad onze voeten.
Jeruzalem is wel gebouwd,
Wel saarngevoegd, wie haar beschouwt,
Zal haar voor 's Bouwbeers kunstwerk
[groeten.
Ps. 122: lb.
Ook zij bleven zingen 't lied hunner
Vaderen, toen de Nationaliteit in den
vreemde opgloorde