FEUILLETON.
KORT VERSLAG van 't verhandelde
in de Alg. Verg van 't Centr.
Bestuur van Flakk. Landbouw-
vereen. gehouden te Sommelsdijk
in 't hotel Spee den 19 Dec. 1902
Imllenland.
Is de accijns op gedist. een be
lasting op zonde
OEI HB.tSH.
Hoeveel wordt er gedronkenin
Nederland
Tuin- en Landbouw.
houders), dan is het deze. Al wint men ook geen
prijs, toch zal men door deelneming aan dezen
strijd een goeden kijk krijgen, op het groote
verschil in waarde tusschen de melkbeesten
van een en deuzelfden stal. Men zal de noodza
kelijkheid gaan inzien van het goed uitkijken
bij de keuze der fokdieren. Men zal leeren hoe
't mogeljjk wordt zonder veel onkosten den
veestapel te verbeteren en tot een meer rendabel
levend kapitaal te maken.
Wie meer van den door ons bedoelden wed
strijd wil weten, hij wende zich tot den heer
S. C. Korteweg, Secr.-Penn. der Hollandsche Maat
schappij v. Landbouw te 's Gravenliage.
OPBRENG3TVERSCHILLEN BIJ DIEREN
VAN GELIJKEN LEEFTIJD.
In aansluiting met het bovenstaande komt
het ons uiterst geschikt voor, een paar cijfers
aan te halen uiteen artikel voorkomendei i 110.
51 van het Ned. Landb. Weekbl. We zullen daartoe
om duidelijk 't groot verschil te laten zien
een ruime opbrengst plaatsen naast een gerin
ge. De door ons genoemde getallen drukken de
boteropbrengst uit in KG. en gerekend over 300
dagen. We vinden vermeld 5 jarige dieren,
waarvan een 187.5 KG. leverde en een ander
85 KG.dat is 102'/i KG. 203 pond minder.
Dit was trouwens 't grootste verschil, doch ge
tallen als 89,5; 93,5; 102,5; 103,5enz. blijven toch
ook nog al heel wat beneden 181177,5173,5
enz. En deze zijn toch ook alle aan dezelfde
tabellen ontleend. In de lijsten betreffende de
6 jarige koeien bedraagt't grootste verschil ook
193, 107,5 85,5 KG. of 171 pond per 300 dagen.
Veel sterker dan wij 't kunnen roepen deze cijters
u toe stelt u op de hoogte van den melkopbrengst
uwer dieren en van 't vetgehalte harer melk. M.
Wij ontvlogen „ter beoordeeling" de proefnummers
van een nieuwe courant op Landbouwgebied. In het
volgende nummor hopen we daarover onze lezers na
der in te lichten. M.
STIKSTOF IN DE PERU-GUANO.
„Zoolang de visschon en vogels
leven en zich voeden als zjj tot
heden gedaan hebben, zoolang
zil de Guano bljjven, wat Z(j
vroeger was."
„Er is nog wel Peru-Guano," zeggen sommigen,
„maar er is niet meer zooveel Btikstof in, als vro< ger."
Inderdaad is er een tijd gewee6t, dat er in Europa
Gmano-soorten geïmporteerd werden, verre beneden
de vroegere soorten, die aan de Peru-Guano haar
goeden naam gegeven hebben. Bet was in den tijd,
toen de eerste lagin uitgeput waren en de regeering
van Peru de zaak niet met genoeg energie behandelde.
Maar, toen later de exploitatie in handen kwam eener
Engelsche Maatschappij, heeft men nieuwe dépots
ontdekt en zoodanige maatregelen genomen, dat de
oude eilanden zich langzamerhand weer vullen.
Welke reden zou er kunnen bestaan, dat de tegen
woordige Guano-soorten minderwaardig zjjn
De millioenen on millioeuen vogels, die op de Guano-
cilanden vertoeven, voeden zich met de visschen, die
zij uit het water opduiken. Dat was vroeger zoo, toen
do eerste Guano's ontstonden. Dat gaat altjjd op
dezelfde wijze voort. De vogels hoopen hunne uitwerp
selen op de eilanden op evenals vroeger; zf voeden
zich evenals vroeger. Wat reden bestaat er nu, dat
er vroeger meer stikstof in de Guano zou zijn dan
thans? Daarenboven de feiten bewijzen het. Al de
Guano's dio te Antwerpen voor de Anglo-Continentale
aankomen, worden tjjdens de ontlo.sing regelmatig
scheikundig on dei zocht. Deze Maatschappij noodigt
daarenboven scheikundigen van verschillende oorden
uit, om analyses der aangekomen Guano te maken.
En wat is de ervaring? Het stikstofgehalte wisselt af
tnsechen 8 en 15 pCt., het phosphorzuurgehalte tus
schen 12en 18pCt.en het procent Kuliisgewoo*ljjk2a 3
Wanneer er G uano's geïmporteerd worden, met 15
pCt. stjvstof is er geen reden om te beweren, dat do
tjjd der Guano voorbjj is.
Voorzitter de heer J. D. Mijs van den Bommel.
De Voorzitter opent de vergadering met een woord
van welkom aan de leden en inzonderheid aan
de heeren Dr. Swaving, dir. van 't Rijkslandbouw
proefstation te Goes en Neeb, Rijks-land hou wiee
raar te Dordt, welke storm en regen hebban ge
trotseerd omj ons voor te lichten. Spreker betreurd
't, dat niet meer Afd. vertegenwoordigd zijn bij
de zeer belangrijke onderwerpen welke ter behan
deling op de agenda voorkomen en wij t dit hoofd
zakelijk aan 'tzeer ongunstig weer.
De Notulen van 't verhandelde in de vorige
vergadering worden vastgesteld. Medegedeeld
wordt dat o. m. zijn ingekomen van den heer
Secr. van 'tNed. Landbouwcomite een schrijven
dat voor de statistiek de opgaaf van den bond
zeer voldoende is, en voortaan de Secretarissen
der Afdeelingen ontheven worden van 't verstrek
ken van gegevens.
Van de Afd. Goeree, dat zij door treurige fa
milie-omstandigheden van enkele leden, en van
Ouddorp dat zij door ongesteldheid de verre reis
ontzien en niet ter vergadering kunnen zijn.
De Voorzitter zegt dat door een misverstand
op de Agenda voorkomt het rapport der com
missie inzake een coöperatieve kippenfokkerij en
stelt nu voor het van de Agenda af te roeren en
op de Jaarvergadering te behandelen, waartoe
besloten word.
Medegedeeld wordt het onderzoek inzake de
kostelooze jachtakten, waaruit duidelijk blijkt
dat de onderscheiden burgemeesters elk hare
eigen opvattingen hebben en hoewel de Afdeeling
Dirksland de gevraagde inlichtingen niet had
verstrekt, was toch voldoende bekend dat in deze
gemeente evenals te Herkingen en Stad aan 't
Haringvliet, de moeilijkheden groot waren om
een akte te verkrijgen, waarom besloten werd tot
de betrokken burgemeesters een verzoek te rich
ten om ter goeder naam bekend staande belang
hebbenden in hunne respectieve gemeente ter
wille te zijn bij hunne pogingen om zich te vrij
waren tegen de schaden, welke veroorzaakt wor
den door dieren welke de jachtwet als schadelijk
brandmerkt.
„In zake „Borgstellingen" wordt beweerd en
naar voorvallen in de Afd. Middelharnis en Oolt-
gensplaat bewezen dat het stellen van borgen ten
genoege van den verkooper een onzedelijke
handeling is, terwijl niet zelden de waarde
van het te verkochte voorwerp onevenredig
hooger wordt opgedreven, naarmate den be
langhebbenden minder in de gelegenheid is het
door hem benoodigde ii contant aan te schaffen
en dus de borgen feitelijk de verantwoordelijke
koopers zijn, zoodra de eigenaar van 't gekochte
door overmacht of tegenslag in huis of bedrijf in
gebreke moet blijven aan zijn verplichtingen te
voldoen. Daartegenover werd beweerd dat men
niet verplicht is borg te blijven, en door dit
gebruik op te heffen het volk onder voogdij wordt
gesteld; ten slotte wordt besloten aan Notarissen
een schrijven te richten om de borgstelling af te
schaffen, en bij afwijzing van dit verzoek veree-
nigingen op te richten welke zich verplichten
nooit meer borgen te vragen of borg te blijven.
Vervolgens komt aan de orde het „Vaststellen
van een uniformmodel voorwaarden bij publieke
aanbestedingen." De Voorz. geeft het woord aan
Dr. Swaving, welke zich aan de vergadering voor-
steld als een vijand van de openbare en kostelooze
contróle, het was spreker aangenaam dit eiland
te mogen bezoeken en kennis te mogen maken
met mannen die evenals hem uit de praktijk het
verkeerde van een en ander hadden leeren ken
nen, waardoor het minder moeilijk was om de
gebleken fouten te ondervangen door iets beters.
Spreker schetst achtereenvolgens het nemen der
monsters, verpakking, verzending, speling en kor-
ting, in één woord, alles wat in betrekking staat
met het aankoopen van meststoffen en voederar-
artikelen, en nu moet volgens spreker het doel
zijn den solieden handelaar te helpen, en den
knoeier af te maken. De geheele toelichting werd
geïllustreerd met talrijke voorbeelden ten bewijze
dat het noodzakelijk is als één geheel op te treden
om knoeiers en oneerlijke concurrentie te bestrij
den, waardoor de koopers altoos de dupe worden,
besloten wordt een uniformmodel in te voeren
en de Afd. elk afzonderlijk te hooren, na afloop
hiervan worden allerlei inlichtingen gevraagd en
door de Afdeelingssecretarissen de meest uiteen-
loopende ondervindingen medegedeeld. Herkingen
o. a. sprak er zijn verwondering over uit dat
Opg. Peru-Guano f 2,00 per 100 K.G. te duur kan
zijn zonder gerechtigd te zijn dezelve te korten,
waarop de heer S. antwoordde dat bij oordeel
kundig geknoei, echte van verknoeide waar zoo
moeilijk te onderkennen is dat een scheikundige
zich niet licht waagt om het wettig en overtui
gend bewijs te leveren en onder ecde te bevesti
gen dat het een vermengd product is, hoewel dit
soms als onomstootelijk vaststaat.
De Voorzitter dankt den inleider voor zijn
sympathiek en onderhoudend advies en stelt aan
de orde„Surtaxe op de suiker." Nadat voor- en
tegenstanders daarvan zich hadden uitgesproken,
blijkt dat de vertegenwoordigers der afdeelingen
een mandaat hadden om aan te dringen op sur-
taxe, zoodat met algemeene stemmen wordt beslo
ten een adres van adhaesie te zenden aan de Hooge
Regeering op 't adres van de „Coöperatieve beet
wortelsuikerfabriek te Sas van Gent."
De heer Neeb zegt dat men er zich misschien
over verwondert heeft dat hij over dit bij uitne
mendheid groote landbouwvraagstuk het woord
niet heeft gevraagd, de oorzaak is dat spreker
zich als Rijksambtenaar bij dergelijke vraagstuk
ken onzijdig moet houden, doch gaarne stelt spreker
zich beschikbaar tot 't geven van advies over
theoretische landbouwkunde waarna aan de orde
komt het „bietencontract."
Uit de hierover gevoerde discussie blijkt dat
allen 't er over eens zijn, dat het contract der
verloopen campagne, onuitvoer- en onnaleef baar
is, en dat op een dergelijk contract niet kan wor
den verkocht. Aan de discussie hierover wordt
door onderscheiden personen deelgenomen, ver
schillende denkbeelden ter tafel gebracht, o. a, 't
ontwerpen van een contract, waarvan de heer
Neeb op zich neemt een concept te leveren, eindelijk
wordt het denkbeeld aan de hand gedaan het
contract der fabrikanten te verbeteren, en wel
speciaal de tarrabepaling en de onbetaalde vroege
levering.
Dit voorstel vindt krachtige steun.
Niet ten onrecht* werd beweerd Men confereert
om enkele dagen op nieuw te confereren, en eer de
laatste conferentie afgeloopen is, zijn er de fabri
kanten met een welgeschapen contract, hetwelk
geëscorteerd wordt met de blinkende en lang
verbeidde voorschotten en allen arbeid is tever
geefs, de voorloopige goedbedoelde actie isgebroken
en men is na deze mislukking meer gedemorali
seerd als voorheen.
In het belang der boeren is het noodig
zich nauw aaneen te sluiten, het contract
te wijzigen, een groote massa bieten van alle Afd.
van dit verbond te combineeren en dan deze massa
aan 1 of 2 fabrikanten te verkoopen, dat de fabri
kanten dergelijke aanbiedingen accepteeren be
wijst het voorgevallene met den eigenaar van
den Wilhelminapolder bij Goes voor wiens mooie
partij men een uitzondering maakte buiten het
bondscontract om.
Dit met vuur verdedigde voorstel om het
bestaande contract te wijzigen word aangenomen.
Nu wordt tenslotte het contract onder handen
genomen en wat de vroege levering betreft de
premie bedongen als in 1901 en wat de tarrabe
paling aangaat bepaald dat de verdubbeling niet
wordt toegepast tot 20 pCt. Vervolgens werd
vastgesteld de Afdeeling zoo spoedig mogelijk aan
te schrijven zich aan dit besluit te onderwerpen
en onmiddelijk hunne leden te doen teekenen
op een lijst waarbij zij zich verbinden een zekere
hoeveelheid bunders bietenland beschikbaar te
stellen op die voorwaarden en deze opgaaf den
bondssecretaris toe te zenden vóór of op uiterlijk
1 Jan. 1903 waarna na bevind van zaken kan
worden gehandelt.
De agenda afgewerkt zijnde verklaard de heer
Neeb op de tot Z.Ed. gerichte vraag dat hij zich
gaarne beschikbaar stelt tot het houden vaneen
voordracht voor 't Centr. Bestuur terwijl nog wordt
besloten wanneer een Afd. van den bond een
spreker verlangd, 't Dagelijksch bestuur zich
beschikbaar boud tot de invitatie en verdere daar
aan verbonden correspondentie, terwijl inmiddels
reeds namen van deskundigen werden genoemd.
De heer Swaving zegt dat het gewenscht is wanneer
den „bond" het uniform model voorw. enz. aan
neemt en invoert dat er een paar leden zitting
nemen in de reeds bestaande commissie. Niets
verder meer te behandelen zijnde, sluitde Voorz.
met een woord van dank voor de aangename
gedachtenwisseling, deze vergadering.
Namens 't Dagelijksch Bestuur van 't Centraal
Bestuur van Flakk. Landbouwvereen.
A. W. KEIJZER, Secretaris.
Dirksland, 20 Dec. 1902.
Eindelijk is de beruchte Fransc-lic op-
lichterafirma Humbert, die een ioo mihioen
francs heeft zoek gemaakt en over heel de
wereld gezocht werd, geinapt. Ze huisde in
Madrid, waar ze in Mei rechtstreeks van Parijs
heengetrokken was. Eerst betrokken zij een
woning van 6o peseta's (frankenj per maand,
later een van hei dubbele van den huurprijs
noodig zijn voor de uitvoering van de
Beroepswet, van de Kinderwetten, voor
de aangekondigde hervorming van het
technisch onderwijs. De vermeerdering
van uitgaver. ia het gevolg van ver
schillende nieuwe wetten, die ook in de
toekomst ten raiaste gelijke en voor een
deel hoogere offers van de schafkist zul
len vorderen.
3. Er dienen dus „onverwijld" maat
regelen getroffen te worden om tot het
herstel van het financieel evenwicht te
geraken.
4. Teneinde echter aan de belasting
schuldigen geen zwaardere lasten op
te leggen, dan door den toestand van het
oogenblik volstrekt geboden is, komt het der
Begeeringgeraden voor voorshands te vol
staan met eene versterking van de midde
len, die over een vol jaar gerekend, op on
geveer 3 millioen te stellen isi.
Op deze gronden acht de Minister het
wenschelijk in de eerste plaats meer ba
ten te ontleenen aan den accijns op het
gedistilleerd. Bovendien zal kort na dit
wetsontwerp ingediend worden een ont
werp van wet tot herziening der wet
betreffende de Vermogensbelasting, wat de
opbrengst dezer belasting met „enkele
tonnen gouds" zal doen stijgen.
Maar waarom geen geld gesmeed uit
de verhoogde invoerrechten zoo vraagt
men soms
De Minister antwoordt, dat de voorbe
reiding voor die verhooging geschiedt,
en dan de behandeling in de Tweede
Kamer nog, welk een en ander noodzaakt
om met 't oog op dit jaar reeds, op andere
wijze gold te krijgen, afgedacht nog van 't
feit, dat de baten uit de hoogere in
voerrechten reeds voor andere doeleinden
gedestineerd zijn.
Maar waarom geen verhooging van
de directiebelasting En de Minister ant
woordt Met het oog op de urgentiede
noodzakelijkheid, om nu reeds dadelijk
geld te krijgen, kau de Regeering daar
toe niet overgaan, behalve nog principi-
ëele bezwaren, die echter niet genoemd
worden.
Nochtans, de Minister betreurt 't, dat
door die verhooging de Itjjksfinantiën
nog meer dan thans het gebruik van
sterken drank onafhankelijk worden ge
steld. Wat men intusschen tegen den
drank ook moge aanvoeren, bij is bij
zonder geschikt als voorwerp voor be
lasting. Nu eenmaal sterke drank een veel
gebruikt, zij H ook verre van altoos on
schuldig genotmiddel is, kan men er de
regeering geen verwijt van maken, aldus
zegt de Minister, dal zij dit gebruik aan
de behoeften der schatkist dienstbaar maakt
en daarop een zware belasting legt, waarin
niemand meer behoeft te dragen dan hij
verkiest.
Zal 't gebruik afnemen? Zal de hoo
gere opbrengst dus uitblijven? De Mi
nister gelooft het niet.
Maar als 't eens afnam Dan zou de
rechtstreeksche en zijaelingsche invloed
van die vermindering op de volkswel
vaart dermate weldadig zijn, dat de in
komsten van den staat langs anderen
weg veel meer zouden stijgen, dan zjj
door vermindering van de opbrengst van
accijns zouden dalen.
In 't Voorl. Versl. was beweerd, dat
die accijns was eene belasting op zonde.
De Minister van B. Z. antwoordde
„Daarom alleen eea woord ove- den acojjns
op 't gedist., die naar 't heet eene belasting op
zonde zou zijn on die uit dien hoofde ware af
te keuren, vermits do Staat immers uit zonde
geen profijt mag trekken
En dan vervolgt de Minister
„"Wie zich zoo uitliet, zal, mits hij oonse-
kwent is, moe'en aandringen op het onverwijld
indienen van een voorstel van wet om geheel
dm accijn op 't gedist. af te schaften. Is tooh
heffing ongeoorloofd, dau moet niet alleen het
verhoogen ervan wordou tegongestaan, maar
't heffen tan zelf worden gestuit. Doch de stel
ling zelve is oniuitt. Hot is niet zoo, dat de Over
heid uit zonde geen profijt mag trekken. Uit
zonde int de overheid geld bij elke boete, die
betaald wordt. Onder Israël gold wat van schuld
en zondoffer overbleef, zelfs als inkomste der
priesters.
Evenmin gaat het aan, 't gebruik van sterken
drank op zich zelf als zonde te stempelen. De
zonde schuilt ook hier niet in 't gebruik,
maar in 't misbruik.
Hoofdstuk II.
VOORSPOED EN VERZOEKING.
Wie zal het gevoel dier moeder beschrijven,
toen zij andermaal op dien avond hare kin
deren ter ruste legde maar thans goed ge
voed. Neen, woorden kan zij niet vinden,
toen zij aan het bed harer kinderen neer
knielde om God te danken voor zijn trouw
en goedheid, thans aan haar en haar huis
gezin bewezen. //Op nieuw is het ons geble
ken// zeide zij tot haar man, //dat God het
gebed van nooddruftigen verhoort.// Bran
derhorst snikte, en in een andere werkmans
woning op dat dorp wentelt zich zijn trouwe
makker in zijn bed, zijn edel hart vol dank
baarheid dat hij een ouderpaar mocht troos
ten en kinderen verblijden, en zijn hootd vol
zorgen over 't geen wat hem morgen weer
in het belang van dat huisgezin zou te doen
staan.
We voegen daarbij nog deze gedachte
Als de overheid geen belasting mag trek
ken uit zonde, moet dan niet aanstonds
veranderd worden Art. 240 der Gemeen
tewet, waar staat, dat de Gemeentebesturen
mogen heffen eene belasting op tooneel-
vertooningen en andere openbare vermake
lijkheden". Of is de kermis geen zonde
Eu is 't heffen van staangeld voor draai
molens dan ook geen zonde En toch
de Overheid der Gemeente int het.
Weg dan ook met dit alinea uit Art.
240en weg met 't staangeld l 't Is
belasting op zonde
Merken we eerst op, dat de accijns
steeds is verhoogd.
Bij de wet van 20 Juli 1862 was ze
22 gld. per H. L.en werd verhoogd tot
35 gld, bij de wet van 31 Dec. 63; tot
50 gld bij de wet van 7 Juli 65; tot
53 gld. bij de wet van 9 April 69 tot
57 gld. bij de wet van 6 April 77 tot
60 gld. bij de wet van 20 Juli 84 en tot
63 gld. bij de wet van 27 Sept. 92.
In 't Weekblad Patrimonium van 10
Oct. 1902 komt het volgende Staatje voor,
dat loopt van 1865 tot 1901, maar waar
bij de cijfers niet geheel precies overeen
stemmen met die uit de Bijlage van de
Memorie van Toelichting, welke zich uit
strekken over 1888 tot heden.
Patrimonium geeft 't volgende:
Hoofdeljjk go-
bruik in
Da Memorie
Acejjna-
Liters A 50
van
verhoogingen.
Hoofd.
Toel. geeft:
Jaar
gebruik.
Accijn» met f
1865
15 verhoogd
7,55
66
68
7,44
Acojjns met f
69
3 verhoogd
7,46
70
71
7,75
72
8,39
73
8,77
74
9,09
75
9,38
76
9,91
Ac*JjnB met t
77
9,98
4 v*rhoogd
78
9,87
79
9,63
80
9,88
81
9,80
82
9,46
83
9,46
Aoojjns m»tf
84
9,46
3 verhoogd
85
9,16
86
8,99
87
9,01
88
8,8#
8,88
89
8,78
8,81
90
8,95
8,91
Aocjjns met t
3 verhoogd
91
8,99
9,00
92
8,94
8,93
93
8,97
8,94
94
8,86
8,87
95
8.65
8,68
96
8,66
8,66
97
8,46
8,46
98
8,28
8,28
99
8,05
8,03
1900
8,23
8,23
1
8,22
8,22
Zooals de lezer ziet, is er bij de jaren 88-96
eenig verschil. Toch zal ieder toestemmen,
dat voor een Cnristennatie zulke cijfers
onrustbarend hoog zijn. Wel mogen en
moeten we s; reken van eea Volkszonde.
En hulde, alle eerbiedige hulde aan die
mannen, welKe zich al jaren hebben aan
gegord om door zakelijke protesten, door
hun woord en daad, den drankduivel te
bestrijden, die ons Volk demoraliseert,
het Volksleven verkankert, de Volksgezond
heid ondermijnt, het huiselijk geluk ver
woest en het toekomstige geslacht knakt
en verzwakt.
Persoonlijk staan wij thans nog niet
op 't standpunt der geheel-onthouding,
maar eeren 't in hen allen, die medewer
ken om ons Volk verlossing aan te bieden
uit die demonische macht der duisternis.
Ook door hun optreden is er vermin
dering van gebruik te constateeren.
WEDSTRIJD IN HET BIJHOUDEN
YAN MELK STATEN.
In no. 49 (bijvoegsel) van het Ned. Landb.
Weekbl. deelt het Hoofdbestuur van de Holland
sche Maatschappij van Landbouw mede, dat
wederom een wedstrijd zal worden gehouden in
het bijhouden van melkstaten. Ofschoon de in
lichtingen door gemeld Hoofdbestuur verstrekt
zeer volledig mogen heeten zou het toch kunnen
zijn dat sommige belangstellende lezers van ons
blad daarvan geen kennis hebben genomen.
Daarom rekenen we het onzen (plicht, er de
aandacht op te vestigen. "Want zoo eenige
wedstrijd ooit aanspraak heeft mogen maken op
waardeering van den kant der landbouwer (vee-
Onder de ruwe werkmanskiel kloppen
soms edele harten.
Hij begreep het, die anders nogal ruwe en
schijnbaar onverschillige Willem Polderman
dat woorden, hoe welsprekend en vertroostend
zij ook waren, hier niet konden baten. Met
troostvolle woorden kan den honger der kin
deren niet gestild worden. Hier moest wat
gedaan worden. Gelukkig was er werk in 't
zicht. Goed werk en voor geen korten tijd
ook, maar daar was men momentlijk niet
mede geholpen. Er moet hier direct hulp ge
boden worden.
Eindelijk was de morgen aangebroken.
Tegen negen uur gaan Pieter Branderhorst
en Willem Polderman samen naar het hotel
//De Ouden Hoorn.//
Branderhorst was spoedig aangenomen en
voorzien van een vrijkaart voor zijn reis.
Toen hij het Bureau verlaten zou, vraagt
Polderman beleefd het woord aan den ver
tegenwoordiger der aannemers, en stelde hem
toen in kennis met de omstandigheden waarin
het huisgezin van Branderhorst verkee.ide.
Mijnheer liet de zaak onderzoeken en binnen
eenige uren had vrouw Branderhorst een
voorschot op het arbeidsloon van haar man
ontvangen. Binnen weinige dagen zou de
afreis plaats hebben. Vol hoop en goede ver
wachting had men het benoodigde voor de
reis klaar gemaakt.
Ook bij Branderhorst was alles zooveel
mogelijk in gereedheid gebracht. Wat was
deze jonge krachtige gezonde man toch ge
lukkig dat hij het noodige voor de zijnen
zou kunnen verdienen. De blijdschap
der kinderen, thans wel gevoed, hield met
die van hun vader gelijken tred. Deze bij
het vooruitzicht van werk, genen, omdat ze
nu geen honger hadden.
Alleen vrouw Branderhorst was niet zoo
opgewekt. Zeker was zij dankbaar maar haar
man moest zoo ver wtg, en de verleiding is
zoo groot. Ach niet zelden vermaande zij hem
op een toon, die eene liefhebbende vrome
vrouw betaamt, tot waken en bidden. Het
zou toch voor het eerst in zijn leven zijn,
dat hij, zoover van zijn geboorteplaats ver
wijderd zou werken. Tot op heden was Bran
derhorst nog altijd's avonds naar buis kunnen
komen, maar nu zouden er weken en misschien
wel maanden verloopen. Zeker hij behoefde
niet elders te zijn om slechte wegen te zoeken,
en tot op heden was zijn leven nog onbespro
ken. Zijn makkers trachte haar gerust te stellen,
dat zij voor haar man nooit behoefde te.
vreezen, want het zat er eenvoudig niet in.
Toch was zij niet gerust. De wereld is ver
leidelijk en de zonde sterk", zeide zij. Bran-
derlioist zelf vond het wel een weinig kin
derachtig v;tn zijn vrouw. Ilij had toch zijn
verstand. Zoo was het uur van vertrek ge
komen. Branderhorst stond gereed aischeid
van de zijnen 'e riemen. De kinderen hadden
één voor één vader omhelst. Dat had hij niet
verwacht, dat afsebeidnemen zoo zwaar zou
vallen. Maar het is toch gelukkig niet voor
altijd zeide hij, alsof hij daarmede ziehzelvcn
zocht te troosten. Toen kwam zijn vrouw
naar hem toe, zijne Cornalia, die hij toch
zoo innig liefhad. Ach ze is toch zoo geluk
kig >vant hare vroomheid is oprecht.
Ook Cornelia had haar man innig lief, en
ware het niet dat zijn taak hem elders had
geroepen, zij bad hem lie/er bi; zich behou
den. Nu kon het echter niet anders. En
kon ze nu nog maar met hem gaan. Maar
ook dat was niet mogelijk.
De tijd riep. Branderhorst moest vertrek
ken. Zijn makkers hadden reeds gewaarschuwd.
//Nu Cornelia meer kon hij nietzeg-
in een deftige straat tusschen het koninklijk
paleis en de gevangenis, waar zij thans zijn.
Volgens een telegram uit de Temps was de
speurder Caro hen sedert eenige dagen op het
spoor. Eerst herkende hij Fréderic Humbert,
hoewel deze zijn baard had laten groeien
vervolgens Romain Daurignac. Toen hij bij
den conciergie naar de bewoners vroeg ant
woordde deze: Het zijn Franschen, drie heeren
en drie dames. Dit bevestigde de vermoedene
en men besloot te handelen. Een inspecteur
arresteerde het zestal, na zich nog eens verge
wist te hebben, dat het werkelijk de beruchte
oplictters waren.
Dehnoodige formaliteiten voor de uitlevering
worde n zoo spoedig mogelijk in orde gemaakt
maar op zijn vroegst zal het geëerde gezelschnp
met d e klinkende namen eerst over een paar
weken zijn oud operatieterrein weer betreden.
De gevangenneming der Humberts wordt te
Parijs als een politieke gebeurtenis beschouwd,
in ieder geval als een succes voor het Kabinet
Combes en vooral voor den grootzegelbewaar
der Vallé, dien men er van verdacht ook
al om politieke redenende vlucht der
familie Humbert te hebben begunstigd, doch
die zijn woord gaf dat zij door de politie zou
worden opgespoord.
Voor liefhebbers van varen of voor repu
blieken, die soms een oorlogsvloot zouden
willen opzetten, doet zich eerstdaags eene unieke
gelegenheid voor.
De Britsche admiraliteit laat aan het eind
van het jaar 20 afgedankte oorlogschepen van
verschillende type, te vamen metende 55.061
ton publiek verkoopen. Er is van ieders gading
bij, van slagschepen van 8600 ton af tot sleep
bootjes van 10 ton toe.
De Russische admiraliteit heeft plannen
ontworpen voor een nieuw type van pantser
schip, dat geweldiger zal worden dan eenig
bestaande type. De schepen zullen 16.000 tot
17.000 tons meten en bewapend zijn met vier
stukken van 30 c.M. en zestien snelvuurkanon
nen van 20 duim naast een groot aantal kleine
stukken. Zij zullen van Europa naar het Verre
Oosten kunnen stoomen zonder de kolenlading
aan te vullen. De pantserplaten zullen dikker
worden dan de sterkste Britsche panters. In
1903 zal de kiel worden gelegd voor het eer
ste schip van het nieuwe type, dat er geheel
op berekend is om het machtigste Britsche
type te overtreffen.
Over de Macedonische quaestie wordt,
nu Rusland zich blijkbaur nog al krachtig
doet gelden, weer menig artikel geschreven,
en dan de hoop uitgesproken, dat de verdrukte
Christenen ginds mogen geholpen worden;
en zij niet alleen. Als de Macedoniërs een
beurt krijgen, maar het is nog niet zeker!
wanneer volgen de Armeniërs I
In V Européen van 20 December, bespreekt
in een zeer belangrijk stuk, Anatole Loroy,
Beaulieu, ede 1' InstituU, den critieken toe
stand in het Oosten, die een dreig nd gevaar
is voor den vrede van Europa. De schrijver
noemt het diep beschamend voor de Euro-
peesche diplomatie, dat een mogendheid als
de Porte met het tractaat van Berlijn spot,
als ware het nooit geschreven en plechtig
bezworen door zes mogendheder. De onder
vinding heeft genoeg geleerd, welke waarde
te hechten is van de beloften van Abdoel Ha-
mid.
Intusschen mag de onverschilligheid van de
Regeering in Berlijn voor het lijden der ver
drukte Christenen, en mogen egoïstische bere
keningen der Duitsche staatkunde ons geen
lijdzame getuigen doen blijven van de marte
ling daarginds in Armenië en Macedonië. Eu
ropa, zegt Leroy Beaulieu, kan nog handelen
zonder verlof of zonder medewerking van
Duitschland.
De schrij ver erkent dat de Christenen in het
oosten geen internationale rechtspersoonlijkheid
zijn en dus geen titel hebben om hun rechten
hoe onbetwisbaar ook, te kunnen doen gel
den; maar ieder der mogendheden kan en
moet dat in hun naam doen en elk barer ont
leent daartoe het recht aan het tractaat van
Berlijn. En dat niet door wapengeweld, maar
door het meest eenvoudige en metst zekere
middelde arbitrage. Dit moet hier aange
grepen worden, omdat hier sprake is van de
uitvoering of de interpretatie van een tractaat
Zoo is het inderdaad. Maar als de mogend
heden nu om redenen van shooge politieks
niet willen Hulde dan nog aan Rusland, dat
met den ruggesteun van Oostenrijk, den Sultan
de duimschroeven aanzet. Zoo worden de be
schaafden van W est-Europa door den barbaar
uit het Oosten beschaamd
Uit het land der verdrukten zelf geen nieuws
van beteekenis.
De Sultan heeft bevel gegeven, dat in vijf
Europeesche provincies binnen twintig dagen
alle agitatoren voor de Macedonische bewe
ging moeten worden gearresteerd. Zoo dit niet
is gebeurd, zullende autoriteiten voor de vrede
en rustverstoringen ter verantwoording worden
geroepen.
Aldus een Engelsch blad. En verder heet
het, dat de Porte aan de mogendheden een
nota heeft gezonden, waarin zij op beslisten
toon alle verantwoordelijkheid voor de onlusten
in Macedonië van zich afwerpt en hiervoor
Bulgarije uitsluitend verantwoordelijk stelt I
Tegelijk verzoekt de Porte den mogendheden,
ernstige drangredenen te Sofia te doen gel
den. "Weer een nieuwe handigheid van Abdoel
Hamid, om de schuld voor eigen nalatigheid
van zich af te wenden Maar Rusland zal er
zich wel niet door van de wijs laten brengen.
De Sultan moet met hervormingen komen, die
worden uitgeroerd en baat kunnen geven.
Er wordt dan nu tusschen de mogendheden
onderhandelt over den vorm van arbitrage ter
gen. Zijn vrouw greep moed. Zij was sterk.
Toch trilde ook haar stem. Pieter zeide ze.
//Houdt God voor oogen, en weet, dat gij
een vrouw hebt, die voor u bid.//
Dat woord bleef hem bij, toen hij met
den grooten hoop dorpsgenooten in den trein
stapte, en toen hij óp de plaats zijner be
stemming kwam, was het hem alsof hij nog
dc stem zijner vrouw hoorde, die bij het af
scheid nemen dat ernstige woord tot hem sprak.
Het was hem een genot aan haar te denken.
Dat iaa'ste woord echter was steeds een
liefelijke muziek in zijn oor.
Dat alles doorliep onze Branderhorst in
zijne gedachten, toen hij daar zoo voor zich
uit zat te staren in de keet. Sommige zijner
makkers waren nog uitgegaan en keerden
laat in den avond terug. Branderhorst was
vermoeid van de reis, geschokt door iiet aan
doenlijk afscheid, dat aan de reis voorafging
en niet gewoon aan de plaats d^r be
stemming, zoomin als aan de eigenaardigheid
van dat leven aldaar. Kortom, hij gevoelde zich
niet op zijn gemak en begaf zich maar ter
ruste.
Wordt vervolgd.