B Vrijdag 29 Augustus 1902 u Zeventiende Jaarg. No. 880. Antirevolutionair w V Orgaan voor de ZuMliollandsclie en Zeeuw^elie Skilanden. 'E. CELEN. rs. BUEG, IN HOC SIGN O VINCES ren, T. BOEKHOVEN. larkt. IIN IS. A. 1JJVERK rlNG. rhuis, NG uitgever: Alle stukken voor «le Hedactie bestemd, Advertenties! en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Bij dit nummer behoort een BIJVOEGSEL. JKoninginnedag. Nog slechts een paar dagen en onze geliefde Koningin viert haar geboortefeest. Dien dag tot een nationalen gedenkdag en feestdag te stempelen, is door geheel Nederland heen het ernstig streven. Met recht en reden In Koningin Wilhelmina toch blijft onze roemrijke Vaderlandsche historie voortleven. Zij was van jongs af als het ware eene lichtende star boven de wolken, die aan den staatkundigen gezicht einder opkwamen. Zij is en blijft het middelpunt onzer nationale eenheid het teeken van blijde saamhoorigheid voor alle partijen. Haar geboortefeest wekt daarom elk jaar opnieuw alom groote g eestdrift. Maar inzonderheid is dit thans het geval, nu onze geliefde Vorstin de ernstige krankheid te boven kwam, waarmede een viertal maan den geleden haar voor onze natie zoo dierbaar leven werd bedreigd. Zij er daarom ook in onze gemeen ten op 31 Augustus in veler harten eene stemming tot dank en gebed. Tot dank voor hetgeen in haar aan ons volk nog gelaten werd. Tot gebed voor hetgeen onze natie met en van haar nog hoopt en verwacht. En zij er tevens een ongedwon gen ijver om op den aangewezen vierdag (1 September) in onze wo ningen en op onze straten in gepas te n vorm vreugde te betoonen. God zegene onze geliefde Koningin Suriname. Gelijk destijds de benoeming van den heer Pijnacker Hordijk tot Gouverneur-Generaal van Ned. Indië onder het Ministerie Mackay, zoo geeft thans de opdracht van het Gouverneurschap van Suriname aan den oud-minister Lely blijk van een onbevangen streven om de bekwaam- sten te roepen tot de hooge ambten. Bekwaamheid toch kan den heer Lely niet worden ontzegd, en tevens toonde bij als minister plooibaar te zijn, èn doortastend. Nu de maatschappij „Suriname" niet slaagde in het aanleggen van de noodige spoor- en tramwegen in Suriname, en de kolonie zonder deze verkeerswegen zou blyveii sukkelen, scheen er een man noodig te zijn met groote technische kennis en bestuurstalent, en is het hieruit ver klaarbaar, dat op den ingenieur en oud-Minister van waterstaat de aan dacht viel. De heer Lely heeft dan ook, naar verluidt, terstond als voorwaarde voor het aannemen der benoeming den tram-aanleg van Staatswege gesteld. Om hieraan te kunnen voldoen, zijn toen de noodige stappen gedaan om het contract met de maatschappij „Suriname" opgeheven te krijgen, en dit is gelukt. De Staat zal nu aan de maatschappij de gedane voor schotten terugbetalen, en de aan vankelijk gemaakte ontwerpen van haar in ontvangst nemen, om dan de zaak verder van Staatswege door te zetten. Belasting-. Men zegt, dat de Regeering onge veer achttien millioen nieuwe belasting wil trekken uit de verhooging van den accijns op het gedistilleerd, omdat er anders geld te kort is voor 1903 wegens de uitvoering van ongevallen wet, legerwetten, schoolwet, enz. (aan stelling van meer officieren voor drie nieuwe bataljons bij de infanterie, het bouwen van nieuwe kazernes te Assen en Nijmegen enz.) Natuurlijk is geen enkel soort belasting bepaald aangenaam, maar aangezien er toch geld moei wezen, en de jenever onder de weelde-arti- kelen mag gerangschikt, valt er op zulk een voorBtel niet veel captie te maken, en hopen wij maar, dat het gerucht waarheid behelst. Laat ieder toch wel begrijpen, dat de Staat niets ten goede voor het. volk doen kan, of de belastingschul digen moeten het betalen. Eene on- deraardsche geldbron is daar niet voor. En hoe talrijker de natie wordt, des te meer is er voor noodig. Maar hetstijgen der belastingen, het duurder worden der Staatshuishouding hindert ook niet, als de natie maar goede waar voor haar geld krijgt, en daarbij de noodige vrijheid van bewe ging behoudt. Voor een vertrapt en mishandeld Volk. Het Ideaal der Socialisten. Algemeen Kies- en Stemrecht VII. keuze alle ge le maten en iceeren in de bieden en 11 I6Ó ja m- 'i*I ng. 1CB. suits, Peper- p,- Patent- irk, Sponzen, lage prijzen. U Ihvei'k sr de Kerkbrug Isoorten ottine tot de ie. Voorsolidi- jestaan. Prijzen eer teberich- als Agent der Perzekering- iem op voor nheid is ijzeren eren. OOSTER- 'ERDAM. 'n. DE WINTER. ERDAM. voorheen :ze bij zijn terleziug. «■aardig te 9JIM. 3 isel Tape- elstoffen, nole nis. i. 40, 's HAGR. aderdag van teeren in liet ET.HA'tNIS, voor en van Kunst- Ie hand, en staat p haar post. ►-jarig >estaant ;e iflecieiiiblik, en solide is. j jachtwagen met ÏDg, (waarde 1000 3N bestaande uit en een l'/i-jarig ay on een Veulen, llen bostaan uit prpen die te veel bedraagt 10000. lot. HEMA.R, Hoofd- Binneuvveg 219, irverkoopers door clit worden, spelen geen prijzen op Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling 8,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. SOMMELSMJH Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pet plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij buiaaa Advert entiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. De Boerenstryd is droef geëindigd. We hoopten, we geloofden aan een heer lijke uitkomst, als loon voor ongekenden moed, zelfverloochencnden menschenmin, en edele lief Ie voor vrijheid, volk en vaderland. Helaas! het heeft zoo niet mogen zjjn. E11 de oorlog heeft voor onze stamver wanten niets nagelaten, dan afhankelijk heid van Engeland dan duizenden treu rende weduwen en weezen; verwoeste hoeven, vertreden velden, en geruïneerde huisgezinnen! Ellende, alles ellende! En nu, de Boerengeneraals zullen Europa doortrekken om gelden te verza melen, opdat weer opgebouwd kan wor- deD, wat een puinhoop is; opdat weer herleven kan, wat thans geknakt en gebroken daar neder ligt. Duizend maal duizenden is daarvoor noodig. En waar alle Bladen de uitnoodiging ontvingen om een oproep te doen aan hun lezers om eene kleinere of grootere gave voor een vertrapt en mishandeld volk, nu gansch arm en uitgeput, daar binden ook wij do nooden onzer broede ren al onzen lezers op 't hart, en vragen van hen: Geettiets; geeft veel, als ge zelf veel hebt ontvangen. Gaarne zullen we Uwe gaven opzen den, en ze tevens verantwoorden in ons Blad. Betoont dan in dezen andermaal uwe beroemde deugd dor mededeelzaamheid en dienende liefde! Onder dit opschrift schrijft „het Volk": ONS IDEAAL. Raar aauloiding van Cornelia lliiygen's arti kel geeft Lie Nederlander oon beschouwing over de idealen der sociaaldemokratie. Daar deze niet steunen op de goddelijke open baring, worden ze door dat blad als „droombeel den en fanlasiën over een betere toekomst" be- sohouwd, als „een illusie", die „zal vergaan als zooveel andere", daar er iets is' wat haar ont breekt en wat de krocht, de levensader onzer beweging (van De Nederlander nl.) vormt, en dat isons geloof, ons heerlijke ouie evan gelie", enz. Dat deze woorden eenig recht hebben ten opzichte van de vage in de lucht hangende ideilen van „humaniteit", „vooruitgang" enz., die in de nietgeloovige bourgeoisie zijn gepredikt, willen wij niet ontkennen. Werkelijk ontbeerden deze niet alleen liet steunpunt van boven, de Openbaring, de godheid, waaruit de geloovigen hunne idealen afleidenmaar zij wortelden even- mi 1 in de aarde, in do realiteit van der men- schon bestaan. Met het ideaal der sociaaldemokratie is dit anders. Dit is de vaste overtuigingdat eenmaal de eenheid van het menschelijk geslachtde vrede onder de volkerende ontwikkeling aller men sehen tot volwaardige individuen, mogelijk zal zijn. Dat de werkelijkheidhoe slecht en zedeloos thans, deze gouden toekomst bergt in haar schoot. Dat de ontwikkeling der voorbrengingswijze, waaruit de klassetegenstellingen en de klassenstrijd onzer dagen zijn voortgekomen, ons naar een nieuw ek. nomisch tijdperk zal heenvoeren, waarin die tegenstellingen onmogelijkde klassen vervallen °n die strijd overbodig zal zijn. Dat dit alles zijn grond vindt in een groeiproces, even nood zakelijk en natuurlijk, als de groei der wereld, waarin wij leven. En dal wij tegenwoordig leven in een tijd, waarin dat proces in een krisis ver keert, gelijk aan die van het kuiken, dat bezig is, de schaal te doorbreken, waarin het gevangen is en die voor zijn kracht en omvang te klein is Riet een vaag verlangen, een onbewust ge voel, een onbegrepen illusie is dit. Het berust op een wetenschappelijke opvatting van onze samenleving en hare geschiedenis. Wanneer ons hart sneller klopt bij de gedaobte aan den be teren tijd, die komende is wanneer wij, op marsoh door de ellenden van hot beden naar den betoren tijd, onze sohredon versnellen bij de gedaohte aan het hoogero leven, dat rijzon zal dan zijn wij als wandelaars in den nacht, die met verlangen den oohtend ingaan, door de nevelen den rozigen dag zien komen en bij voorbaat huu ziel voelen juiohen over het lioht, dat zij weten, dat straks stralen zal. Zoo zijn voor ods workelijkhoid en ideaal één; zoo is ons geloof een resultaat van ons weten; onze strijd oen uiting vau ons hoogste streven en verlangen. Dit ideaal geeft ons kracht en moed; houdt ons staande onder veel leed, moeite en vergui zing: zet ons heen over al wat klein en toeval lig is en draagt ons door bet leven naar hoogten van geestdriit en genot, waar wij do zon der viijmaking reeds zien sohijnon, die eenmaal gansch de aarde verlichten zal. Zeer schoon uitgedrukt! Nochtans hebben we eenige bedenking, en die is deze, dat zoolang de zonde huist en woelt in 't hart van eiken mensch, en uit die zonde voortspruit het eigenbelang, de heersch-, regeer- en begeerzuchtvoortge drongen wordt dat steeds zoeken van eigen genot, eigen geluk, eigen eer; daardoor voortgezweept wordt dat rusteloos haken naar aardsche goederen en wereldsch ge luk; dat zóólang dat ideaal niet zal en kan verwezenlijkt worden. De vrede; de eenheid onder de volkeren, de ontwikke ling aller menschen tot volwaardige in dividuen, is voor deze aardsche bedee ling niet weggelegddie zal dan pas aan breken, als der zonden nacht weggevaagd is door de Zonne der Gerechtigheid, die na de Opstanding in aller „kinderen" harten,- vol majesteit en schittering schij nen zal. En welke ook de productiewijze we zen zal, en we geven toe, dat we op weg zijn naar de Socialistische, die odzo Kapitalistische thans langzamerhand schijnt te verdringen, ook bij dat soort van maatschappelijk leven, wachten wij geen gouden toekomst, omdat waar nu de zonde der Kapitalisten, hun klassebelang, vaak predomineert, voorop treedt, dan in die nieuwe maatschappij op den voor grond treedt het klasse belang der arbei ders, van vroegere „rijken" als van armen, en daardoor uit 't oog verloren is, dat God de Standen in 't aanzjjn riep. Ook dan wachten we eene nieuwe worsteling van de „onteigenden" tegen de heerschende partij, zooals nu de democratie opstaat tegen de „Onteigenaars". Ons ideaal zou zijn: Het Volk in al zjjn kringen en klassen leven naar 't Woord van God, want, zoo zij naar Mij niet hooren, zij zullen geen dageraad zien, spreekt de Heere. Ons Ideaal is, afgedacht of de produc tiewijs Kapitalistisch of Socialistisch is: Ken den Heere in al uwe wegen\ En dat ideaal vinden we in geen van beide stelsels belichaamdDaarom staan we tegenover beiden 1 Ons Ideaal is Ik zoek niet het uwe, maar UUw leven eisch ik op voor den levenden God Onze historische toelichting is geëindigd, en we gaan over tot eene uiteenzetting van de beginselen, waarop het A. K. steunt. De bezwaren, die er tegen gelden, en den beteren weg, die kan worden ingeslagen. De beginselen, waarop het steunt. Het A. K. steunt op 't beginsel, dat den menseh beschouwt als geboren met politieke macht en alle politieke maebt uit de aangeborene opkomend. En staat diensvolgens de onderdaan boven de Over heid. De Overheid is de lasthebber van de kiezers. En de Koningin zal regeeren niet meer bij de gratie Gods, maar bij de gratie van het kiezersvolkof wat in andere woorden hetzelfde uitdruktHet A. K. steunt op 't beginsel, dat •t Volk in zich zeiven de Souvereiniteit draagten dat het met geen Souvereiniteit Gods ook maar iets heeft te maken. Of wat nog korter klinkt: Het A. K. is de incarnatie, de belichaming van het Revolutiebeginsel. Voor den eenvoudigen lezer geven we eene korte toelichting. En dan zal hij ons aanstonds begrijpen, als we hem voorleggen een citaat uit een in 1781 verspreid vlugschriftAan het Volk in Nederland waar o. m. in staat „Het volk, dat in een land woont, de ingezetenen, de burgers en boeren, min vermogenden en rijken, grooten en kleinen deze allen bijeengenomen zijn de ware eige naars, de Heeren en Meesters van 't land, en kunnen zeggenhoe zij 't hebben willen, hoe en door wie zij willen geregeerd zijn. Een volk is een groote Maatschappij, een Compagnieschap en niet s nders. De Regen ten, de Overheden, de Magistraten, de Prins zijn enkel de Directeuren, de Be windhebbers, de Rentmeestersin deze kwa liteit minder dan het Volk, dienaars van het Volk en aan het meerder getal onder worpen, rekenschap en gehoorzaamheid schuldig. Zooals duidelök is, staat hier kort en goed a. de wil van den onderdaan beslist. b. de Overheid is dienaresse van 't Volk. c. de overheid is niet dienaresse Gods, regeerende bij de gratie Gods, maar bij de gratie van het Volk. d. het Volk is niet organisch tot één gegroeid, maar is een samenvoeging van allerlei individuenen de Staat dus geen zedelijk Organisme, opgebouwd uit't huis gezin, en bestaande uit allerlei kringen met allerlei belangen en standen, maar de Staat is een Vennootschap, waarin de burge rij, boeren en arbeiders enz. de leden, en de Overheid de Directeur is, die door de leden wordt benoemd of gekozen, die, als hij niet bevalt, eenvoudig wordt afgezet, en zich, om zijn post niet kwijt te raken, gestadig aan den wil van de leden heeft te onderwerpen. Hel zou ons artikel te uitgebreid maken, indien we van meet af die verderfelijke leer gingen uiteenzetten. Zij het volgende voldoende. De mannen der Fransche Revolutie, die in Voltaire en Rousseau hun bekwame, maar Godloochenende tolken vonden, wa ren de heerschzuchl hunner koningen moe maar in plaats van 't Gezag aan banden te leggen, en de onbeperkte macht en willekeur der Vorsten te beteugelen door beschreven rechten en plichten van vorst en onderdaan, stelden deze woordvoerders aan 't Volk voor: het Gezag af te schaffen, de Overheid te onttronen en zelf op den troon plaats te nemen. Hadden deze leiders en verleiders des volks Gods Woord en wil en wet willen betrachten, dan hadden zij zich op 't standpunt van den Apostel moeten plaatsen, die zegt: in Rom. 13 vers 1 en 2 Alle ziel zij de machten over haar gesteld, onderworpen, want er is geene macht dan van God, en de machten, die er zijn, die zijn van God verordend; alzoo dat die zich tegen de macht steltde verorde ning van God wederstaat, en die ze we- derstaan, zullen over zichzelven een oordeel halen. Eu waren zij van dit beginsel uitge gaan, nl. dat alle macht, en dus ook alle politieke macht van God gegeven is, hetzij aan een Koning, of aan een Stadhouder, aan een Keizer of een President, dan hadden zij nochtans aan de tyrannie, stel, dat ze er ware geweest, des neeneen eindekun- nen maken, even als onze Vaderen deden in 1581, de Engelschen in 1688, en de Amerikanen in 1776, toen zij afwierpen het hatelijke juk van godsdienst-, consciën tie- en politieken dwangdan was er geen- verwoesting, geen vernieling, geen onder- stebovenkeering van den nationalen rechts toestand uit geboren geworden, maar een hersteleen genezingzij 't ook langzaam van het doodkranke volksorganisme maar met God hadden deze leiders gebroken, en Gods Woord was hun een bespotting, een ergernis en een dwaasheid. Vandaar dan ook, dat zij van een Macht uit God niets moesten hebben, en dus nergens anders konden uitkomen, dan bij het te genovergestelde punt: alle macht is uit den mensch zelfen onder die vlag ver nielden zij Troon en Altaar. Hoe ze ook op 't terrein van godsdienst en zedelijkheid, op 't terrein van huisgezin en maatschappij dat onheilige beginsel van "eigen macht en wil en heerschappij" be pleitten en verder in toepassing brach'en, kunnen we thans niet bespreken, omdat we't nu alleen hebben over de politieke macht en 't politiek gezag, over Staatsleven en "t Staatsburgerschap Alle macht uit den mensch zelf! En om die macht, welke elk individu, elk mensch, elk ingezetene, boer of burger, groot of klein, minvermogend of rijk, zoo als het vlugschrift zei, te behouden, moest elk individu zijn macht laten uitoefenen tot wederopzeggings toe door een Last hebber, dien men dan Vorst of Magistraat kon noemen, directeur van 't Volk, Zaak waarnemer, chef, of hoe men dien Knecht des Volks verder heeten wou. In onze dagen wordt Zij vliegwiel, ornament, Staats- dienares genoemd. V' - V? I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1902 | | pagina 1