Vrijdag 18 Juli 1902
Antirevolutionair
Zeventiende Jaarg.?No. 874.
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
Yoor de ®iiifili®lland8eiie esi Zeeuwsclie Eilanden.
T. BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever;
SOMMEIJSSPIJH
Alle stukfeen voor de ltedaetle bestemd, Advertentlën en verdere Administratie franco toe te eenden aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
IMJVOECSKL.
Hoojdzaak en bijzaak.
Niet genoeg kan onzen geestver
wanten op het hart worden gedrukt,
dat zij in hun politieke bemoeiingen
de hoofdiaken in hel oog vatten, en
daarvoor hunne kracht sparen, daar
voor de worsteling blijven volhouden.
Die hoofdzaak is, dat ons volks
leven in zijn kern, in zijn grond
slagen worde gereformeerd naar den
geest van het christendom.
Het is ook in vroegere eeuwen
eene treurige eigenaardigheid van
onze landgennoten geweest om over
allerlei ondergeschikte verschillen
aan het kibbelen te gaan.
Maar op die wijze wordt o zoo
veel tijd en moeite nocdeloos ver
spild.
Daar profiteeren de tegenstanders
dan van.
En zoo krijgt het den schijn, dat
uwe levensbeginselen onvruchtbaar,
onpractisch zijn.
Dit moet alzoo niet geschieden;
ook op het politieke erf, ook bij de
toepassing der christelijke beginse
len in Staat en maatschappij, moet
men om verder te komen de hoofd-
accoorden grijpen en de kleinere
variatiën laten glippen.
Op „hetzelfde spreken, hetzelfde
gevoelen" drong de heilige apostel
Paulus bij de Corinthiërs aan. Doch
daarheen moet ook buiten de kerk
by allen christelijken arbeid het stre
ven gericht worden.
Dat „liberale" Unies in de war
loopeu is als het ware een vanzells-
heid. Bg haai is het verschil over
de dadelijke gevolgen, is utiliteit en
opportuniteit vaak overheerschend,
en ontbreekt de vastheid van den
wortel des beginsels.
Onder christelijke belijders is het
echter geheel anders. Daar leeft men
uit een onsterfelijken wortel, en by
het licht van Gods eeuwig blijvend
Woord. By hen is het geharrewar
over het bijkomstige grooter schande.
Lees en herlees dus telkens ons
antirevolutionair program. Daarin
vindt men de hoofdzaken duidelijk
aangegeven. En al wat daarvan
thans te verkrijgen en te bereiken
is, zij het dan ook met medehulp
van slecht gedeeltelijke voorstanders
onzer beginselen, moet dankbaar
aanvaard worden, en daarvoor moe
ten wij gezamelyk ijveren.
Tot dat bereikbare behoort wel
licht het verkrygen van betere on
derwijswetten, van eene goede Zon
dagswet, van eene betere levens
positie voor de arbeiders, van het
beteugelen van openbare volkszonden.
Zullen wy nu ter oorzake van
allerlei ditjes en datjes, deze hoofd
punten in het strijdperk uit het oog
verliezen
Dat zou immers dwaas en roe
keloos zijn.
Laat ieder onzer zich toch daar
voor wachten.
En laat ook de liberale pers ons
niet verleiden om al die door
haar betreden bijpaadjes mee op te
loopen.
Waarlijk wy strijden niet maar
om te strydenwy wagen den
kamp niet om kleinigheden maar
het gaat om de red ding van het volks
leven voor de verre toekomst, om de
voortzetting en betere handhaving der
gewetensvrijheid, om gelijk recht
voor alle burgers, het gaat om af
wendingen van nieuwe revolutionaire
woelingen, om de eere onzes Gods,
de eere van Hem, die Nederland
door alles heen zoo rijkelijk heeft
gezegend.
Allen die den (ïnst onzer om
standigheden beseffen zullen voor
deze hoofdzaken veel loslaten, dat
hun anders ook nog aangenaam zoude
zijn.
Het laten vallen van de bijzaken
voor de hoofdzaak is reeds een eisch
van het gezond verstand. Het is
echter een dringende eisch, in een
tijdperk zooals wy thans doorleven,
nu de grootste nationale belangen
op het spel staan.
„Z"gt het voort" zoo zouden wy
hieronder willen schrijven.
Een uitnemende plaats
vervanger.
Nu de Staten vau Zuid-Holland
„om" zijn, kunren zij hungewijzigd
karakter niet verloochenen, en ging
het dan ook niet aan om in de
Eerste Kamer den heer Mr. C. Pyn-
acker Hordijk te herkiezen.
Intusschen was het geen kleinig
heid, een waardigen opvolger voor
zijn zetel te vinden.
Immers was de heer Pynacker
Hordyk reeds sedert een twintigtal
jaren bekend als royaal mede-voor
stander van de vrije schoolen als
Gouverneur van onze Oost-Indische
bezittingen (welke waardigheid hem
werd opgedragen tijdens het minis
terschap van wijlen onzen beminden
Keuchenius), gaf hij ook aan de
antirevolutionaire party reden tot
tevredenheid door het beschermen
der christelyke zendelingen.
Nochtans aanvaardde de heer
Pynacker Hordyk niet hei antirevo
lutionair beginsel-program, en moes
ten de Zuid-IIollandsche Staten dus
wel op een ander adres afgaan
Zy ontweken echter de netelige
keuze tusschen een meer „bekwaam"
man en een volbloed geestverwant
door het candideeren van Prof. Dr.
Woltjer.
Deze hoogleeraar toch is evenzeer
bij de libei alen hoog aangeschreven
als Mr. P. Hordyk ty de christelyke
partijen. Ab schrijver over het chr.
Dationaal schoolonderwijs, over de
inrichting der gymnasia enz., deed hij
zich kennen als iemand, wiens ad
viezen bij eene eventueele herziening
van de onderwijswetten Looge waarde
hebben. En de Staten van Zuid-Hol
land gaven, door hem te kiezen, en
wat de rechterzijde aangaat, eenparig
te kiezen, blijk van vaste overtuiging
en vroed beleid.
Als de Staten van Groningen of
Noord-Holland, die nog in meerder
heid liberaal zijn, nu even wijs han
delen, brengen zij spoedig den heer
Pijnacker Hordijk in do Eerste Kamer
terug.
JXiet vrij van verden
king.
Als van antirev. zijde medische
bezwaren tegen de vaccinatie aange
voerd worden, komenzij al heel spoedig
onder verdenking van slechts iets voor
te wenden tegen dat heilzame voor
behoedmiddel, omdat zij er gemoe
delijk tegen gekant zijn, of uit een
godsdienstig oogpunt er antipathie
tegen voeden.
Daarom kan het zijn nut hebben
hier eens een getuigenis van een
deskundigen, medischen voorstander
der inenting aan te halen, waaruit
blijkt, dat ook het meehelpen ter
verbreiding der vaccinatie wel eens
wat verdacht voorkomt, zelfs aan de
eigen geestverwanten.
Prof. van Overboek de Meijer,
hoogleeraar in de geneeskunde te
Utrecht schreef nl. in 1S8Ü in zijn ver
slag van het internationaal congres
voor hygiène te Turijn als volgt
//Ik heb op den voorgrond gezet,
dat ik een warm voorstander ben van
de koepokinenting en van hare be
vordering door indirecte middelen.
Maar ik heb daarna gewezen op de
gevallen, zoo in Nederland als elders
waargenomen, waarin de koepokinen
ting voor de ingeënten de oorzaak
werd van ziekte en zelfs van dood,
en ik heb gevraagd, of men de on-
willigen mocht dwingen zich te on
derwerpen, zoolang soortgelijke wel
zelden aan het licht komendemaar
vermoedelijk niet zoo zeldzame gevol
gen van de toepassing van het voor
behoedmiddel waargenomen worden.
//Nu de menigvuldigheid van
soortgelijke gevallen werd ontkend,
wilde ik echter daarop wijzen dat de
geneeskundigen die in hun praktijk
zulke treurige gevolgen vau de inen
ting waarnemen, deze ongelukken zoo
veel mogelijk verbloemen.»
Dit getuigenis is werkelijk veel
zeggend. Het rechtvaardigt ons ver
langen naar afschaffing van den vac-
cinatiedwang.
iie aard van het kies
recht.
Ongeveer een jaar geleden, in een
Gids-arlikel, bepleitte Prof. Molen
graaf! de opvatting van kiesrecht als
een individueeleaanspraak. //Eeneinde
moet komen// schreef hij aan
het handelen over u, bij u, maar
zonder u, niet een deel van het
volk. moet bepalen, wat recht zal zijn
voor allen v.
Die uitspraak lijkt mooimaar ze
is toch revolutionair.
De antirevolutionaire opvatting
staat vierkant tegen deze vrijzinnig-
democratische over. Bij ons staat nl.
de vraag op den voorgrond op welke
wijze is er het meest kans, dat de
overheid helder omtrent de volkstoe
standen wordt voorgelicht; welke wijze
van verkiezen der volksrepresentanten
is daarvoor het doelmatigst. Het gaat
dan niet om een zeker cijfer van
kiezers te bereiken, of om de kiezers
aan hun persoonlijk recht te helpen,
maar om de regeering op de beste
wijze behulpzaam te zijn, bij het
volbrengen harcr taak ten bate voor
het volk. In dit verband is kiesrecht
ook terdege kiesplicht. En het kan
daarom in een bepaald land op zeke
ren tijd voor het gezegde doel wel
zeer dienstig zijn om groote uitbreiding
aan het kiesrecht te geven. Maar dat
verleenen van kiesrecht of kiesbevoegd
heid is daarom nog geen opheffing
van onrecht, het is alleen de veran
dering in het middel om veel, en
duidelijke stemmen uit het volk te
hooren in het Parlement.
Ook het prefereeren van het huis
manskiesrecht wegens het belang, dat
de huisgezinnen bij eene goede staats
inrichting hebben, is eene zaak van
beleid, en het geschiedt niet, omdat
de antirevolutionairen meenen, dat de
huisvaders een inklevend kies recht
bezitten.
We willen nn dit opmerken:
1. onderzoek nauwkeurig, wat er op de
agenda voorkomt en vergelijkt dat met
wat staat in art 44. Komen er die
punten op voor, een of meerdere, dan
moet de vergadering openbaar zijn, en
gaat ge de Raadzaal binnen. En luister
goed naar de notulen.
Advertontiën 10 cent per regel en 3,'2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
j Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen oO Cent pet plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte d*'e zij bestaan
lAdveri utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Geheime zittingen van den Gemeen
teraad.
Naar aanleiding van 't geen onzen
Correspondent te Herkingen is overkomen,
wien men op zoo'n geniepige, kleinzielige
manier de zaal ontzegde, door de notulen
te lezen, toen hjj een stoel ging halen
en hem daarna mededeelde, dat de ver
gadering geheim was, wenechen we onzen
correspondent het volgende te zeggen.
Art. 43 der Gemeentewet luidt
»De vergadering wordt in 't openbaar
gehouden.
De deuren worden gesloten, wanneer het
in gemeenten beneden de 2o.ooo zielen door
drie, in de overige gemeenten door een vijfde
der aanwezige leden wordt gevorderd, of de
voorzitter het ook noodig keurt.
De vergadering beslist, of met gesloten
deuren zal worden beraadslaagd. Enz.
Art 44 luidt
In een besloten vergadering kan niet
beraadslaagd, noch een besluit genomen
worden over
a. de toelating van nieuw benoemde leden.
b. de plaatselijke begrooting en rekening.
chet doen van uitgaven, op die begrooting
niet voorkomende, of de daarop uitgetrokken
posten te boven gaande;
d. het aanwijzen der middelen tot dekking van
zoodanige uitgaven.
e. het invoeren, wijzigen of afschaffen van plaat
selijke belastingen.
f. het aangaan van geldleeningen.
g. het geheel of gedeeltelijk vervreemden en het
bezwaren van de eigendommen der gemeente.
h. het onderhands verhuren, verpachten of in
gebruik geven van gemeente-eigendommen.
het onderhands aanbesteden van wei ken of
leverantiën.
h. het aanleggen en opheffen van inrichtingen
van openbaar nut.
2 ge gaat niet weg, tenzij ge gehoord
hebt, dat 't voorstel tot een geheime
vergadering door drie leden is gedaan
en de vergadering heelt beslist.
3. ge vraagt aan den voorzitter of Z.E.A.
u kondschap wil doen, wanneer de
geheime weer in een openbare over
gaat, en ge blijft bij of in de omgeving
der Raadzaal, opdat de bode u kan
vinden.
4. ge houdt nauwkeurig aanteekeniDg
van de dagen, en uren waarop ge
tevergeefs geweest fijt.
Mocht een en ander geen gunstige
gevolgen hebben, dan zullen we op andere
wijs u zien te helpen. We willen beslist
een verslag van den Herkingsohen
Gemeenteraad.
En wat de vroedschap zelve betreft,
we willen haar even wijzen op het feit,
d it wel tijdens de Grondwet van 1815 alle
Raadsvergaderingen geheim waren, maar
dat we nu leven onder de Grondwet van
1848, onder do Gemeentewet van 51
waarin de wetgever geëischt heeft zoo
groot mogelijke publiciteit. Waarom
zoo reactionair Is dat de naam van Thor-
becke, den Vader der Liberale partij in
Nederland hoog houden
Als hjj uit zijn graf kon opstaan, hoe hij
zich over zijn Herkingsche discipelen
schamen en ergeren zou
Algemeen Kies- en Stemrecht. I.
De veldtocht is geopend. De Sociaal-
Uemocratische partij is begonnen de be
lofte in te lossen, die het bij monde van
Mr. Troelstra op 3 Mei '99 in de Tweede
Kamer der Staf en-Generaal uitsprak in
den vorm der beleende motie: De Kamer
zich in beginsel verklarende voor de in
voering van algemeen kiesrechtgaat over
tot de orde van den dag.
Sprekers zijn opgeroepen om dit pièce
de resistancezooals de lieer Kerdijk liet
kiesrecht noemde, naar alle windstreken
heen te dragen. Gelden, hoewel nog karig
vloeiende, worden met kracht en klem
aangevraagd om de propaganda voor dat
denkbeeld overal te kunnen doorzetten.
Hoofdartikelen over dat onderwerp zijn
bijna schering en inslag in het orgaan der
jartij; in één woord; de balterijen zijn
geplaatst, de loopgraven geopend en de
aanval begonnen.
We wenschen naar aanleiding van dit
onderwerp ook eenige gedachten uit te
spreken. Niets nieuws, want wie de kies
rechtbeweging al zooveel jaren aanhangig,
zelfs maar uit de verte heeft gevolgd, en
als belangstellende heeft gadegeslagen,
weet, dat er geen nieuwe gezichtspunten
te openen zijn. Het onderwerp is uitgeput;
de beweegredenen zijn honderdmaal ont
vouwd; het voor en tegen herhaaldelijk
overwogen, en het resultaat voor ieder
openbaar geworden, nl. dat we nog een
wet Van Houten bezitten, aan welke, hoe
wel de //menschelijk volmaakte/ genoemd,
nochtans tal van //menschelijke onvol
maaktheden'/ aankleven, zoo vele, dat het
ons stof tot blijdschap zou leveren, indien
ze zoo spoedig mogelijk of aan een zeer
technische herziening werd onderworpen
ot in haar grondslagen werd aangetast en
heel dat rrtikel één met zijn belasting-:
loon-, huur-, pensioen-, spaarbank- en
grootboekcensus opdoekte.
We vinden elke koppeling van census
en kiesrecht een dwaasheidomdat de
census, de belasting, het geld, volstrekt
geen enkele reden in zichzeive bevat,
waarom op dien grond dat recht zou kun
nen verleend worden, noch de Overheid
her recht bezit om des gelds wil den een
te //verkiezen// en den ander te //verwerpen.//
Doch genoeg.
Ons onderwerp willen we beschouwen
a. historisch,
b- principieel.
c. met 't oog op de gevolgen voor de
toekomst.
Vooraf nog een paar opmerkingen over