Vrijdag 11 Juli 1902 tooi* «Ie %ui«lliollaiiclsc*lie en Zeeuwsclte Bollanden. Antirevo lu lionair Zeventiende Jaarg.No.873. Orgaan IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. uitgever: Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte d;.e zij beslaan Advert'utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle sl ukken voor de Hedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te aenden aan den Uitgever. Bij dit nummer behoort een «iJv«EGSKk. Gemeentelijke subsidie. De Waalwijksche gemeenteraad heeft wil van zijn bedrijf. Hij nam het besluit, om aan de parochie van den H. Antonius eene subsidie van f 2500 uit de gemeente kas te verstrekken voor het zetten eener nieuwe R.K. Kerk. De heer J. A. Schültz met eenige andere gemeenteleden vroegen aan H. M. de Koningin vernietiging van dit raadsbesluit, en de Minister van Binneulandsche Zaken, daartoe door H. M. gemachtigd, beschikte afwijzend op het verzoek omdat de toekenning eener subsidie voor den bouw eener kerk niet strijdt „met de wet of met het algemeen belang." Men moet nl. weten, dat vernieti ging alleen op dezen grond zou mogen plaats hebben. Vroeger is door liberale ministers meermalen precies zoo besloten, maar thans nu Dr. Kuyper de beslissing nam, is dit een kolfje naar de hand der verdachtmakers. Er wordt niet eerst voorzichtig gevraagd liet de wet den Minister wel toe om het Waalwijksche raads besluit te vernietigen ölzou hij voor de afwijzing van het tegenstre vend adres ook eene wijze reden gehad hebben? Wel neen, zonder compli menten wordt het publiek maar weer opgezet tegen den thans fungeerenden bewindsman, omdathij niet in een oogenblik het kromme kan recht maken. Kenmerkend is, dat de liberalen wel zelf erkennen, dat zij zoo kies keurig niet zjn bij het beoordeelen van gemeentelijke subsidies. Voor schouwburgen en volksleesten is dan ook menigmaal uit de gemeentekassen geld genomen en ten bate van de voorstanders van die dingen uitge reikt. Maar Dr. Kuyper mag de ge- gemeenteraden zoo vrij niet laten begaan. Typisch is ook ditals de „tieuwe koers" wordt getoond, dan is men aan den overkant ontevreden en als er iets gebeurt, waaruit geen nieuwe koers blijkt of blijken kan dan pruttelen de keeren ook weer zoo hard mogelijk. Maar men heeft nu eenmaal be hoefte aan klemmende incidentjes, die een schijn geven van beginsel verzaking. En dan zoo'n subsidie aan een roomsche kerk en die in verband gebracht met den naam van Dr. Kuyperwat wil men mooier hebben Wij zullen van Dr. Bronsveld daarover ook wel weer aardig wat krijgen. Waar door bijna de geheele landspers die subsidiezaak reeds ter sprake werd gebracht, kan hij althans niet achterblijven. Intusschen loopen de liberalen met hun critiek er ten slotte nog leelijk in. Want als het dan zoo erg is met die subsidie te Waalwijk, dan moet ook zoo gauw mogelijk de gemeente wet maar verbeterd worden, en alle subsidie voor genot van een deel der bevolking of voor het verbreiden van eenige speciale levensbeschou wing maar formeel verboden worden. Maar dan is het concert* of come- diehouden met behulp van bet geld der tegenstanders cok aan een eind. Wat voor de kerken geldt, dient dan ook door te gaan voor al die inrichtingen en ondernemingen, die het leven des geestes, het bevorderen van zekere levensrichting betreffen. Als nu de Waalwijksche subsidie er toe mag leiden, dat er te dezen opzichte door wetteljken band meer recht verschaft wordt aan heel onze natie, dan is dat wel een sommetje waaid. Niet dat wj het Waalwijksche raadsbesluit prijzen of goedkeuren dat is iets anders. Maar het wegnemen van het wet telijk schut kan ons het gewenschte voordeel brengen, en tot die wegne- neming gaven dan de Waalwjker's door hun pikant raadsbesluit de aan leiding. ursm". Wie den Rotlerdamschen leeraar, Ds. P. A. E. Sillevis Smitt kennen, en zijn //Woord ter inleiding op het gebed in den Bidstond voor de Vrije Universiteit, gehouden te Utrecht in de Oosterkerk, op Woensdag 25 Juni 1902"uitgegeven door de naam- looze Vennootschap Vada" te Wage- ningen gelezen hebben, zullen bij vernieuwing hun sympathie voor dezen zoo rijk begaafden en innig geliefden prediker hebben voelen opwaken. Want schoon, doordringend schoon is dit korte, heldere opstel. De schrijver kan kort zijn, omdat hij de dingen zoo goed weet, zijn on derwerpen meester is. Datgene, waar anderen somtijds één of meer blad zijden voor noodig hebben, citeert hij gemakkelijk en bevallig in een paar teekenachtige woorden. En daarom raden wij deze lectuur vooral hun aan, die geen lust of tijd hebben voor het nagaan van uitvoerige betoogen, en die toch even wenschen te vernemen hoe de aanhangige quaestie der vereeni- ging van de Vrije Universiteiten de Theologische school moet worden beschouwd. Deze vereeniging toch is van practisch belang. Schier onwillekeu rig is en wordt eene School voor beoefening der theologische wetenschap tegelijk een kweekplaats voor bedie naren van Gods Woord, eene plaats voor de vorming van eene menigte dominees, en daarom kan de Over heid van eene gemengde bevolking de theologische faculteit eener hooge- school ook eigenlijk niet financieel steunen. Dat dit thans aan de Rijks-academiëu (alwaar onder den maskeerenden naam van //weten schap van den godsdienst" feitelijk in hoofdzaak slechts één kerkgenoot schap wordt bevoorrecht) nog geschiedt, komt niet overeen met de beginselen van ons hedendaagsch staatsrecht. Van het thans fungeerend Kabinet is een dergelijke grove inconsequentie, als de kooger-onderwijs-wet wordt her zien, ook niet te verwachten. En dan blijft het in stand houden van tioee theologische scholen op particu liere kosten niet slechts uit finan cieel oogpunt bedenkelijk voor een betrekkelijk kleine groep belijders, die toch reeds voor zoovele christe lijke doeleinden heeft bij te dragen maar deze tweeërlei opleiding ont moet ook te midden van ons mee theologiseerend volk bezwaar voor de vereischte kerkelijke samenwerking. Zij brengt in de kerken allicht zoo iets van het //ik ben van Paulns, en ik van A polios" teweeg. Ds. Sillevis Smitt vestigt echter de aandacht op eene dieper liggende drangreden tot de vereenigiug. Ziehier zijne eigen sluitrede Op deze laatste regelen, die wij cursiveerden, wijzen wij in hot bij zonder. De school in het algemeen noch hoogere, noch lagerebehoort thuis op het gebied der Kerk. Doch het theologisch gedeelte vanjdehoo- geschool behoort daar teel thuis, is voor den bloei der Kerk onmisbaar. Maar daarom is bet sluiten van het accoord van saamleving tusschen de Geref. Universiteit en de Geref. Kerken dan ook alleszins rechtmatig en zeer noodig. Een en dezelfde Theologische School of Faculteit kan door zulk een accoord tegelijk midden in de Kerken en midden in het veld der wetenschappen zich bewegen. Dit veld moet zich Ds. S. Smitt zegt het ook met allen nadruk voor de Vrije Universiteit verbree- den, of liever, het moet meer bewerkt worden. Er moeten namelijk meer leerkrachten komen. De katheder. die zoolang het instrument was om geheel onzen volksgeest te beheer- schen door het ongeloof moet weer winst gaan aanbrengen om het leven uit zijn verval op te heffen, van zijn vergiftigingskiemen te ontdoen, en met nieuwe middelen te sterken. Ook de tekstuitlegging van Ds. S. S. is even scherp gedacht als stichtelijk voor het doel der rede aangewend. De schrijver wijst in verband met de wetenschap achtereenvolgens op de buitengewone verschijning van de verborgenheid van Gods U'rim en Thummim licht en recht) onder Israël haar wezen in den Christus, haar openbaring in de geloovigen des iNieuwen Testaments; en haar betee- kenis voor het leven onzer Hooge- school. Doch wij bespreken deze rede niet verder. Wie zou zich, bij het bezit van belangstelling in dit onderwerp en het beschikbaar hebben van slechts enkele stuivers, het genot niet ver schaffen -om het stukje in zijn geheel te lezen en te overdenken. Middelharnis, de zetel der Ge zondheidscommissie op Flaklcee. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. HOMMBZijSSiMH. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal* Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. „ï/ice thummim en uwe „Christus, onzo Iloogoprioster, heeft ook in deze aangelegenheid het volle licht. Hij weet, hoe naar het recht des Heeren, do band tussohen de School dor wetenaohap en dor Kerken moet worden gelegd. En Hij roept ons, naar onze heiligo roeping, om het in afhankelijkheid van Hem, naar Zijn'Woord in te denken, en hot met geloof en gebed uit te voeren. Zoo even is er Tecds gezegd: de geloovigo wetenschap, de Vrije Universiteit is eene zaak van héél ons volk. Riet maar van een deel, dat gereformeerd belijdt. Ze kan en mag dan ook den steun van heel dat volk niet missen. Aller oog moet zorgend, wakend, biddend voor haar open zijn. Nu is het evenwel geen geheim, dat veler oog wel geopend is voor de School der Ker- keD, waar ternauwernood, zoo ook maar, ge opend voor onze Vrije Universiteit. Er is een onheilige concurrentie gekomen, die sleohts beiden schaden kan, die de een heid breekt, die de kracht verlamt. Daarom zou er ongetwijfeld wel rijke stof tot danken zijn, waDneer het oerlaug alzoo ware, dat niemand het oog kou openen voor de Universiteit, zonder ook de School der Ker ken te zien, zeer zeker, maar dat ook niemand op de School der Opleiding kon zie", zonder op hetzelfde oogenblik do Universiteit te aan- sohouwen in haar leven en arbeiden. Zóó zou aller liefde, aller gebed, óllor toe wijding voor haar gewonnen kunnen worden. Z6ó zou worden beseftdat het leven der bijzondere genade niet los is van dat der al gen,eene genade in de wereldmaar in de Theologische Faculteit onzer Universiteit zou dit tweeërlei leven elkander de hand mogen drukken. Den 14den Maart 1901 kwam in de Tweede Kamer in behandeling het wets ontwerp Regeling van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Alweer een novum, een nieuwigheid in de wetgeving zal iemand wellicht zeggen. Wat bemoeit de Staat zich met onze ge zondheidwil hij, waar hij reeds 100 jaar lang de Zedemeester, de Schoolmees ter en Subsidieerder van Hervormde, Lu- thersche, Joodsche en Roomsche kerken speelt, nu ook nog als Geneesheer optreden Wij zijn het met die opmerkingen niet eens Wij zijn het wel eens met art. 15 van ons program, waar staat: In het belang der openbare gezondheid acht de Antirev. partij, dat de overheid heeft te waken tegen vervalsching van levensmiddelen tegen verontreiniging van den publieken weg en tegen vergiftiging van den dampkring of het water; zorg heeft te dragen voor zindelijkheid in haar eigen huishouden; en eene eerbare begra fenis der lijken en voorts bij het zich vertoonen van besmettelijke ziekten (behou dens de vrije beschikking van een iegelijk over zijn eigen lichaam en zijn eigen consciëntie) al zulke maatregelen heeft te nemen, als strekken kunnen en onmisbaar zijn om te voorkomen, dat iemand, on willens of onwetendsmet de smetstof dezer ziekten in eene voor hem gevaar lijke aanraking zou treden. Onder ons Antirev. wordt nog sl eens een enkeling gevonden, die het gebruik van //geneesmiddelen'/ afkeurt, omdat zoo als hij zegt, ziekte het oordeel Gods is over de zonde en We dat oordeel toch niet kunnen en zelfs niet mogen ontgaan. Gods slaande hand, aldus redeneert men, moet gedragen wordenwaar de Heere kastijdt of straft, moet het zondige schepsel geen tegenweer bieden, en den geneesheer dus niet inroepen. Gelukkig is dit standpunt niet door onze partij slechts döor enkelingen in genomen. En we kunnen ze verdragen, die werkelijk uit diep schuldbesef de con sciëntieuze overtuiging hebben, dat de straf des vertoornden Gods geheel en ten einde toe moet gedragen worden, zonder dat eenig schepsel tusschenbeiJe treedt om de straf te //stuiten//. Onze partij cehter sluit zich aan bij het woord van Dr, Kuyper als hij zegt op bladz. 270 van Ons Program //Tweeërlei sta bij de gezondheid en de ziekte op den voorgrond le. dat ziekte of krankheid ons niet bij geval, maar van Gods vaderlijke hand toekomen. (Heid. C.) en 2e. dat op Gereformeerd terrein, door het //met lijf en ziel mijns Zaligma kers Jezus Christus eigen" (ileid. C.) de zorge voor den lichamelijken welstand tot in de diepste kern van het geloof is in geweven» Zindelijkheid wordt in Gods Woord zeer breedvoerig den volken op gelegd. Deuk slechts aan de gansche reeks van reinigingswetten voor het lichaam, de kleedij, het vaatwerk en de woningen, en vooral aan de wet over de melaatschheid. Waaruit volgt, dat het hoofdbelang der hygiène (gezondheid) dient gezocht in het sterken van de neiging der burgerij tot zindelijkheid enz." Waar onze partij, uitgenomen bovenge noemde enkelingen of te wel eens mys tieken genoemd, dus belijdt, dat Güd3 Woord de tusschenkomst van anderen stel lig gebiedt, waar het de ziekte, als straf op de zonde, betreft, daar ligt het voor de hand, dat ook hier de Overheid zelfs een roeping heeft te vervullen. Ze treedt hier preventief, het kwaad voorkomend op. Terecht sprak Dr. Kuyper op 11 Maart »Het recht en de plicht der overheid om ten deze door te tasten vloeien voor mij voort in de eerste plaats daaruit, dat het kwaad voor de volksgezondheid opkomt uit de wateren, uit den bodem, uit de lucht, dat is uit allerlei sfeeren en teneinen, waarover de particulier niets te zeggen heeft. In de tweede plaats dat 'tkwaad mij kan toekomen van mijn buurman, en aangezien ik in het huis van mijn buurman niets te zeggen heb, moet er dan wel een derde macht zijn, die, waar mijn buurman mij, zij het al onbewust en ongewild, nadeel zou be rokkenen, voor mij en de mijnen waakt. In de derde plaats vloeit dat recht, die plicht daaruit voort, da£ de bewoner van een huis niet dan zelden zelf kan oordeelen over de al dan niet gevaarlijke invloeden, die uit den bouw of uit de ligging van zijn huis kunnen voortvloeien, en er, al ziet hij dit in, meestal niet veel aan kan doen, wijl hij als huurder te afhankelijk is van den verhuurder, die ook, al bezit hij de noodige kennis van hot kwaad, toch veelal lijdt aan zekeren onwil om de gebreken, die aanwezig zijn gebleken, weg tenemen, wijl hem dit te veel kost." We zullen verder op het principiëele geding niet ingaanwe hebben de over tuiging, dat de gezondheid is een der grootste schatten dat het sana mens in sano corpore, de uitspraak van een der grootste opvoedkundigen nog beleekenis heeft, (sana enz. wil zeggen In een ge zond lichaam een gezonde ziel)dat de ge- neesheeren in Gods slgemeene genade de mannen zijn kunnen, die de gezond heid onder 's Heeren zegen menigwerf teruggeven, waar |ze geknakt, gebroken, kwijnend of totaal weggevaagd schijnt dat de overheid geroepen is om haar on derdanen te beschermen tegen allerlei kwaad, waar deze zeiven als eenlingen machteloos staandat het belang der toekomst voor eiken Staat medebrengt gezonde inwoners te bezitten met 't oog op de geslachten, die komen zullen met 't oog op allerlei strijd om 't bestaan, die lichaams- en zie- lekracht eischtmet 't oog op de natio nale onafhankelijkheid en ons Volksbestaan. De Overheid dan heeft zich die zaak der Volksgezondheid aangetrokken, en voortaan mogen Gezondheidscommissies scholen, ge stichten van weldadigheid, weeshuizen, herbergen, logementen, slaapsteden, fabrie ken, werkplaatsen, magazijnen, winkels, ge vangenissen, ziekeninrichtingen, badhuizen, en ook woningen, voor zoover dit noodig is voor de handhaving en verordeningen betreffende de Volkshuisvesting binnentre- deu. Zulk eene commissie wordt ingesteld voor gemeenten boven 18000 inwoners, en voor een vereeniging van gemeenten, die

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1902 | | pagina 1