Vrijdag 30 Juni 1903
Zeventiende Jaarg. No. 870.
Orgaan
Antirevolutionair
voor ile Kuidliollandiehe cm ^ecmwsciic Eilanden.
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Alle stukken voor de Mtedactfe bestemd, Advertentie» en verdere Administratie franco toe te Kenden aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
Met recht.
Tegenover het steeds volgehouden
beweren der liberalen, dat de gods
dienst wel buiten de zaken van Staat
cn maatschappij te houden was, en
dat dan toch alles goed kon loopen,
ia gedurig weer betoogd, dat dit
eene grove dwaling was, want dat,
als het staatsrecht niet gebaseerd en
geregeld is op den grondslag van
Gods geboden, er ten slotte niets
meer blijft vaststaan in de samenleving
en alle begrip van deugd en recht
gaat af hangen van het goedvinden
der menschen, dus een soort mode
artikel wordt.
Neen, dat zou niet zoo zijn, be
weerden dan de liberalen de hoofd
begrippen van goed en kwaad, recht
en onrecht zaten stevig genoeg in het
menschdom gegrift, dachten zij.
üe uitkomst toonde echter wie
scherper zag.
Immers de Socialisten zijn reeds
sedert geruimen tijd bezig met het
volk voor te houden, dat de thans
bij de «machthebbende klasse/» nog
heerschende rechtsbegrippen heel best
voor opruiming en omwissoling vat
baar zijn, dat zij ja door de langdu
righeid van hun bestaan wel een hoog
aanzien gekregen hebben, maar dat
bij de verdere ontwikkeling der maat
schappij, als de wijze van voortbren
ger der levensbehoeften en de vormen
der samenleving veranderen, |daaruit
als vanzelf ook wel andere rechtsre
gelen zullen ontstaan.
Dergelijke redeneeringen kan men
bijv. vinden in de Kroniek van den
soc.-democratisch gezinden heer P.
L. Tak.
Duidelijk komt gedurig aan het
licht, dat de sociaal-democraten hun
inzichten ongetoetst en ongecontroleerd
willen doorvoeren, dat zij overeen
komstig die inzichten de tegenwoor
dige maatschappij overhoop willen
steken en haar dan naar hun plan
willen hervormen, om dan vervolgens
de nieuwe rechtsregelen uit hun
maatschappelijk maaksel te distilleeren
Een finaal opzijde zetten dus van
Gods wettan en rechten voor hun doen
en hun denken.
Als nu het menschdom maar dwaas
genoeg is om in de sociaal-democratie
te gelooven, als de meerderheid over
een aantal jaren met hare leer maar
meegaat, dan kan het tijdelijk schijnen
alsot hare aanhangers gelijk hadden.
Edoch, slechts tijdelijk.
Want het is waarlijk in de socialis
tische woeling niet de eerste maal,
dat het schip van het onveranderlijke
recht op de groote levenszee onder
de golven van den tegenstand door
ging.
Altijd echter kwam dat schip weer
boven, en na veel schade en schande
nam dan weer het aantal toe van
hen, die het opzoeken der oude grond
slagen toch maar het veiligst achten.
Het is dus niet uit vrees voor
het e«'«6?resultaat, dat de antirevolutio
nairen rusteloos tegen de bestaande
gevaren blijven waarschuwen. O neen,
de door God gevestigde zedelijke
wereldorde, ver verheven boven de
stof en de productievormen, zal zich
in de toekomst evenals in het verleden
wel weer nieuwe banen verschaffen.
Maar dit neemt niet weg, dat de
tijdelijke verwarring en ellende, ver
oorzaakt door het betreden van dwaal
wegen zeer groot kunnen zijn. Dat
heeft onder meer de fransche revolu
tie der vorige eeuw bewezen. De
liberalen hebben dit niet diep genoeg
ingezien. Zij hebben wel de ruwste
buitensporigheden van die revolutie
veroordeeld, maar zij zijn den (/eest,
het beginsel van die omwenteling niet
ontvloden. Dat beginsel was God en
Zijn Woord buiten de zaken te willen
houden. En van dit heimelijk blijven
aankleven van den revolutiegeest, van
het terugdringen van den godsdienst
en deszelfs belijders uit het openbare
leven worden nu de wrange vruchten
geplukt. Onbewust voor een deel,
maar toch feitelijk hebben de liberalen
den weg voor de sociaal-democratie
geëffend, de akkers voor hun zaaisel
omgeploegd. Zij dachten ook, dat het
hoogere rechtsbewustzijn, hetwelk
reeds veertig eeuwen en langer de
maatschappelijke enjj oeconomische
stormen verduurde, zich nu verder
wel genoegzaam aan het verstand
der menschen zou aanbevelen, en een
voortdurend openbaar beroep op Gods
Woord overbodig zou zijn. En zij heb
ben aldus niet gerekend met de ver
duisterende kracht van de zonde,
waardoor telkens weer ijdele droom
beelden bij de menschen opwaken en
de leugen wordt geloofd. Maar thans,
nu die leugen opnieuw verleidelijk
wordt aangekleed en aanlokkelijk
voorgesteld, nu van eene «verbeterde//
revolutie gouden bergen worden voor
gespiegeld, nu schrikken vele liberalen
terug en zien zij dan toch, hoe noodig
de prediking van het recht is voor
de duurzame genieting van deszelfs
vruchten,
Voor zoover nu die liberalen vijandig
gekeerd staan tegen de Bron van
het recht, tegenover den Wetgever
van Hemel en aarde, willen zij hun
ongelijk niet bekennen. Maar er zijn
gelukkig ook liberalen, wier oogen voor
het groote verzuim hunner partij open
gingen, en die nu bemerken, hoe
plichtmatig de principiëele bestrijding
is van hen, die alle levensregeling
willen afdoen buiten den grondslag
van Gods geboden.
De sociaal-democraten willen niet
weten van /^recht. Zij kennen slechts
tijdelijk bestaande rechten en zoeken
die te verwringen, te verplaatsen, te
vernietigen, voor zooveel zij met hun
inzichten, niet strooken.
O, mochten de ware liberalen zich
haasten tot onze gelederen over te
komen om voortaan dapper mee te
strijden tot doorvoering van het recht,
gegrond op Gods Woord.
Met antwoord van „de
m e der lande r" in
zake het hooyer
onderwijs.
In onze verwachting, dat de re
dactie van de Nederlander wel zoo
goed zoude willen zijn om op onze
bedenkingen t' gen hare beschouwin
gen te antwoorden, zijn wij volstrekt
niet teleurgesteld.
Met haar gewone gulheid en
helderheid deed zij ons nog nader
haar gevoelen kennen.
Dit geschiedde in een drietal ar
tikelen, waarvan wij een volgend
maal het voornaamste deel aan onze
lezers zullen voorleggen, vergezeld
van enkele opmerkingen.
Thans omschrijven wij slechts
kortelijk den indrukdien het ver
nieuwd betoog op ons maakte.
En dan zeggen wij gaarne, dat
dit ons in zooverre geheel bevredigd
h-e«f% dat wij- tag ollc haar
standpunt kennen, en ons kunnen
verklaren, waarom zij geene voor
standster is van het subsidiëeren der
vrije universiteiten van Staatswege,
en liever aanvulling der bestaande
rijkshoogescholen zoude zien.
De redactie gaf reeds menigmaal
blijk van een practischen blik op de
dingen.
En nu wil zij bij het universi
teitswezen liefst ook het ideaal niei
te hoog zien geheven, maar liever
voor het practisch bereikbare vra
gen. Dat apart met een stel eigen
christelijke professoren heel de we
tenschap doorvorschen, klinkt wel
heel mooi, zoo redeneert zij, maar
waar haalt gij uw mannen vandaan,
die daartoe bekwaam zijn Hoe wei
nig mannen van dat soort leverde
ook de Yrije Universiteit in ons
land gedurende haar meer dan 20-
jarig bestaan
Ook wijst zij dan tegenover dit
practische bezwaar op het voorrecht
der overheidsprofessoren, dat deze
geheel vrij zijn in de richtingdie
zij bij hun wetenschoppelijken arbeid
willen kiezenop de vrijheid der
studenten om colleges al of niet te
volgen, al zijn zij als student aan
eenj bepaalde hoogeschool ingeschre
ven op den verreikenden invloed
der enkele groote geesten onder de
professoren (waar ook geplaatst) en
den weinig beteekenenden invloed
van het gros der hoogleeraren wat
betreft de vorming van de studenten
en op de moeielijkheid om van
overheidswege het hooger onderwijs
te contröleeren en te erkennen, dat
er aan hoogescholen, uitgaande van
bijzondere vereenigingen, behoefte
bestaat.
Wat hierop te antwoorden
Uit de lucht gegrepen is dit alles
waarlijk niet.
Maar zij, die in hoofdzaak de
vroeger over dit onderwerp versche
nen lectuur gevolgd hebben, zullen
terstond verstaan, dat hier alles aan
komt op de appreciatie.
In de waardeering van de posi
tie, van de behoeften en van den
invloed der professoren en studenten
aan staats- en vrije hoogescholen ver
schilt de redactie van de Nederlan
der met vele andere antirevolutio
nairen.
Hierover kan med* lang en breed
praten, maar met woorden is dat
verschil niet uit te maken.
De redactie van de Nederlander
staat met haar gevoelen in dit ver
schil niet alleen, maar het is haar
ook niet onbekend, dat velen op dit
punt de behoeften der natie anders
taxeeren.
Dit besef kan haar wellicht tot
toegeeflijkheid bewegen. Over de kos
ten zal dan wel heen te komen zijn.
En de subsidiëering is ook wel zoo
matig te stellen, dat het instand
houden van vrije universiteiten al
leen mogelijk blijft bij gelijktijdige
particuliere ondersteuning.
Eene vergelijking van de resul
taten der studie aan staats- en
particuliere universiteiten zoude ook
eerst dan beter te maken zijn, ak
wij met behulp van subsidie eene
meer volledige christelijke hooge
school konden krijgen,
Minister Kuypereen diploma
tieke marionnet
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advert'vntiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Het ligt in den aard der zaak, dat
eene partij, die in de minderheid is,
niets anders kan doen dan oppositie voeren;
als regeeriügspartij kan ze niet fungee-
ren, wat niet uitsluit, dat zij het geamen
deerde wetsvoorstel, indien het niet tegen
haar beginselen ingaat, kan en moet aan
nemen. Ook de oppositie moet opbouwen,
nadat ze zooveel mogelijk getracht heeft
af te brekeD, waar zij meende in alle
oprechtheid de belangen van Volk en
Vaderland overeenkomstig haar begin
selen daardoor te dienen. Nochtansde
oppositie diene eerlijk en oprecht te werk
te gaanniet |afbreken om op 't puin
te kunnen roemen over de ruïae, die
zij heeft geschapenniet afbreken om
daardoor het raderwerk van Staat te
doen (stilstaan of in tegengestelde rich
ting te doen loopen niet afbreken om
at te breken, maar om te verbeteren
geen recht onrecht noemen met eene
politieke bijbedoeling; geen personen
treffen, maar hun beginselen bestijden.
Helaas! dat er ia ons Vaderland bla
den zijn, die als met Argnsoogen de
woorden en daden niet alleen nagaan
van hun tegenstanders, maar zooveel
mogelijk trachten vergit te zuigen uit,
en als criticasters, niet als waardige cri-
ticie, een oordeel vellen over de handel
wijze van de Regeeringspersonen en de
Regeeringsmeerderheid.
Eén staaltje hiervan en het Blad is
er tot walgens toe van dag tot dag mee
gevuld en zoekt zijn onroemvol aan
deel met wellust, uit Het Volk:
Eerst een praatje over de vroegere
Nota. Eenige aanhalingen nl. uit En-
gelsche pro-Boercouranten, dat Dr. Kuy-
der de schuld is, want daarop komt het
neer, dat de Boeren hun onafhankelijkheid
kwjjt zijndie Nota heeft de Boeren
ontmoedigd en dientengevolge hebben ze
Chamberlains eischen geheel ingewilligd en
moeten inwilligen.
Maar luister nu even naar de geheime
drijf voeren, aan Min. Kuyper toegeschre
ven over 't zenden dier Nota
„Er is slechts één verklaring noodig.
Dr. Kuyper wil per sé hebben, dat er
over hem gespt oken wordt. In't binnen
cn in 'f buitenland. Hij (de diplomatieke
pop van Chamberlaindoor Cham
berlain gavraagd om de Nota te stu
ren) zou de man zijn, die eene einde
ging maken (op Chamberlains verzoek)
aan dit conflictdat de aandacht van
heel de wereld boeide. Hij zou de vre-
de-brenger zijnDe heele wereld zou
hem prijzen en roemen. 13e nota heeft
een groot aandeel gehad in de komrt
van den vrede, maar de vrede zelf
bracht (natuurlijk door Kuypers schuld)
verlies der onafhankelijkheid.®
Zoo schrijft uu een groot man als Mr.
Troelstra over een groot man als Dr.
Kuyper. Is 't woord walgen bier te
sterk Walgen van zulk eene oppositie
Is dat wel oppositie Of is 't eene
uiting van grievende jaloezie op Kuypers
invloed Is dat niet scheldenen uit
braken, wat er in het onnobele hart
schuilt? Wat is zulk een geschrijf dan
Doch laat ons nuchter blijven
Zou Min. Kuyper, die door vriend en
nobelen tegenstander als één der scherp
zinnigste mannen genoemd wordt, zich
door Chamberlain op sleeptouw laten
nemen om de Boeren te nekken
Zou Min. Kuyper, die de Nota niet heeft
weggestuurd of de drie Boeren- Afge
vaardigden wtsten reeds wat zo inhield,
deze drie Boeren zóó hebben gebiologeerd
of te wol omgepraat, dat ze Chamberlain
gingenj dienen en hun eigen zaak, „die
de aandacht van heel de wereld boeide,"
gingen bederven
Zou Min. Kuyper, die buiten en in
do Kamer zjjn warme sympathieën voor
Kruger, Stein en de Boeren duidelijk en
met geestdrift heeft getoond, zoo'n rene
gaat, zoo'n afvallige, neen, zoo'n huiche
laar geworden zijn, dat hij de Boeren
aan den Engelschen Menschenslachter
overlevert
Deze vragen stellen is ze beantwoorden.
Neen, en duizendmaal neon Waar
zelfs de onedelste (onder de menschen-
kinderen meeleed en mede streed van
dag tot dag met 't Boerenvolk, waar de
gebeden |en wenschen en verzuchtingen
van millioenen uit de volken opstegen,
óf het licht eens mocht gaan dagen en
het morgenrood der verlossing gloeien
aan de kim, zou daar Min. Kuyper, om
„geroemd en geprezen" te worden, den
Boer overleveren aan den Jingokliek
Neen, voor ons liggen er edeler mo
tieven bloot.
Deze namelijkTe redden wat nog
te redden was; te behoeden wat op 't
punt stond weg te zinken. Een Volksbe
staan te handhaven, al ware t ten koste
van StaatsondergangEngeland wildeden
dood der Boeren, hun totale uitroeiing
daarom de concentratiekampen; daarom
de vaders van de moeders gescheiden
daarom de vernietiging zoo mogelijk van
alle leven, alle geluk.
Te reddenwat nog te redden was (En
thans ons hart treurt omdat dat „vrije"
volk niet „vrij" is omdat de groene baan
der vierkleur van Krugers villa niet meer
zichtbaar is, maar dat symbool der boop
dat groen zal opbloeien op do verwoeste
en platgetreden velden, op de dorre
akkers zal de hoop herleven, in de nieuwe
hoeven zal ze opwakkeren, en als vader
en moeder en kinderen zich scharen om
den huiselijkcn haard, in rouwgewaad hun
dierbaren betreurend, dan nog zal als
een starre in den donkeren nacht flik
keren de hoop op een Herboren Afrika,