Eilanden.
Vrijdag 6 Juni 1902
Zeventiende Jaarg. No. 868.
A n tirevolu lion air
voor de Kuidhollandiebe
Orgaan
I
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling ƒ3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën ÏO cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Alle slsifebeiï voor de MecSaetle bestemd, Advertesitlëii esi verdere Administratie trance tee te sseeaslen aan den Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
Al J VOEGSEL.
Christelijke keep meten.
Gelijk vroeger door de overheer-
scheude liberale pnrtij, zoo wordt
thans nog gedurig van radicale en
socialistische zijde verkondigd, dat
het spreken over christelijke politiek
slechts Loerenbedriegerij is, want dat
de godsdienst met het burgerlijk be
stuur niets te maken heeft.
De godsdienst, zoo denken deze
lieden, is eene zaak voor de kerk.
Vandaar de typische uitdrukking „zijn
godsdienst waarnemen", waarmede
de wereldsch gezinde menschen be
doelen des Zgafogs een keer naar
de kerk gagj^Hpom dezelfde reden
vatten zij od^Ubcdat er voor zekere
belangen we^erdege een godsdien
stige drang kan zijn tot samenwerking
met de roomschen. Hoe is dat mo
gelijk, roept men uit? Hoe kunnen
zij, die in de kerk zoo scherp tegen
over elkaar staan,, nog een beginsel
band aan elkaar gevoelen?
Toch is dit op sommige punten
wel zeer stellig het geval, en dit
komt ook nu en dan wel aan het
licht.
Neem bv. het huwelijk, een der
hechtste steunpilaren van de maat
schappij. Omdat het is het begin en
het centrum voor liefde en opvoeding.
Daarover denken de roomschen in
hoofdzaak met ons gelijk, terwijl de
radicalen het huwelijk vaak opvatten
als een gewoon contract, en uit dien
hoofde dan ook wel pleiten voor des
zelfs gemakkelijke verbreekbaarheid.
Pikant kwam dit kort geleden uit
in het Engelsche Hoogerhuis, alwaar
één der Lords (de heer Russell) het
wetsvoorstel te berde bracht, om
te bepalen, dat een huwelijk kan
worden ontbonden, wanneer man en
vrouw geheel bet voorafgaande jaar
gescheiden hebben geleefd, en de
tegenpartij met het verzoek tot for-
meele scheiding door éen der par
tijen ingediend, instemde.
Men gevoelt, op deze wijze wordt
het huwe'ijk geheel op losse schroeven
gezet. Onder zulk eene w et levende,
zou het besef niet meer werken, dat
man en vrouw levenslang aan elkaar
gebonden zijn, dat zij zich naar elkaar
hebben te schikkeD, en gewillig de
offers hebben te brengen, die het
huwelijk hun oplegtneen, maar bij
het verminderen tder lusten en het
toenemen der lasten, gelijk toch in
het uitwendige van het huwelijks
leven zoo dikwerf voorkomt, zou dan
al spoedig gezonnen worden op af
werping van het vermeende juk, en
door een groot jaar van elkaar te
gaan, zouden de huwelijkspartijen
dan terstond dit doel kunnen bereiken.
Genoemd wetsvoorstel vond in En
geland al een zeer ongunstig ont
haal. Op voorstel van den Voorzitter
■werd het met algemeene stemmen
op één na, zelfs zonder discussie ver
worpen. Ook het verdere, dat het
wetsvoorstel nog inhield, ging daar
mee tegelijk over boord.
Maar wat zegt men nu in Neder
land van het geciteerde wetsvoor
stel Het radicale Sociaal Weekblad
noemde het „onschuldig" en de ver
werping een teeken van achterlijkheid,
een blijk van „volstrekt niet te be
grijpen den modernen tijd."
Zulk eene uitspraak is gauwer ge
daan dan bewezen. Wij voor ons
denken, dat de dadelijke verwerping
toont, dat de Lords den modernen
voorslag maar al te goed begrepen.
Als het zich stellen tegen Gods
ordinantiën „moderne" wijsheid moet
heeten, dan is het maar het best,
een weinig achterlijk in het moderne
te zijn.
Het moderne „begrijpen" en met
het moderne medegaan, zijn ook twee.
De Christelijke partijen leggen
hierbij den Christelijken maatstaf aan.
Doch de radicalen raadplegen slechts
eigen inzicht. Dat scheelt zóóveel.
Later heeft het Sociaal Weekblad
nog gezegd het zoo kwaad niet be
doeld te hebben, zeer|booge waarde
aan den huwelijksband te heehten
en den door lord Russell gestelden
termijn van een jaar ookj wel wat
langer te willens nemen. Doch dit
doet dan toch niet ons bezwaar ver
vallen, dat onchristelijke wetsvoor
stellen gevaar loopen onder de radi
calen en socialisten vooruitgeholpen te
worden tot nadeel van land en volk.
Tegenstand leerplicht
wet.
De te Middelharnis en op [andere
plaatsen in Elakkee opgerichte ver-
eeniging tot het bieden van steun
aan hen, die niet door opzettelijke
verwaarloozing, maar door den nood
gedrongen, boete beloopen in zake
den leerplicht, kan natuurlijk geen
genade vinden in de oogen van de
voorstanders der leerplichtwet, omdat
daarbij de hoogheid van het Staats
gezag te kort komt.
Niemand zal bet dan ook eene
aangename vereeniging vinden. Maar
toch moet. men voorzichtig zijn in
het oórdeelen over haar.
Het is geen vereeniging, waartoe
de wet de consciëntie der menschen
direct drijft, want de wet verplicht
de ouders niet hunne kinderen te
sturen naar scholen die zij uit over
tuiging ongeschikt achten en tegen
het ordelijk schoolgaan als zoodanig
kan geen redelijk mensch bezwaar
hebben.
Het betreft dus hier een ander
soort geval dan het zich laten beboe
ten wegens het verzuim van schutters
plichten op Zondag of het weigeren
van vaccinatie inden militairen dienst.
Bij deze omstandigheden kan het
geweten van iemand getuigen, dat het
door de overheid gevraagde in strijd
is met Gods wil.
Maar het niet voldoen aan de leer
plichtwet kan voortkomen uit soci
alen nooddrang om vermeerdering
van armoede in een huisgezin te voor
komen, om een kind aan het verdie
nen te loten blijven of iets dergelijks.
En dan is het wel waar, dat de over
heid ook in de leerplichtwet moet
gehoorzaamd worden, dat zal geen
goed antirevolutionair tegenspreken;
maar daarom is het overtreden van
die wet nog niet op ééne lijn te
stellen met het bedrijven van iets ze
delijk misdadigs. Willen dus ande
ren de boete helpen betalen, die uit
zulk een overtreding voortvloeit, dan
ligt daar per se nog niet in, dat die
steunbieders de wetsovertreding aan
moedigen. De overheid kan ook wel
zulke harde en onpractische wetten
uitvaardigen en bekrompen ambte
naren kunnen ze wel zoo onhandig en
onmenschkundig uitvoeren, dat er een
strijd van plichten ontstaat en dan is
deelneming van anderen in de moei
lijkheden aan zulk een strijd ver
bonden eer te prijzen dan te laken.
Méerkelijk imager
onderwijs.
Hoe diep treurig heter nog uitziet
in de Hervormde Kerk met de hand
having der belijdenis, trad opnieuw
helder in het licht bij de benoeming
van twee hoogleeraren door de Sy
node in April jl.
Zooals men weet, dienen die ker
kelijke hoogleeraren om het onder
wijs in de //Godsdienstwetenschap//
aan de overheidshoogescholen aan te
vullen ten behoeve der Herv. Kerk.
Nu had de commissie, die de
voordracht opmaakte, in 't geheel geen
rechtzinnige mannen op de aanbeve
lingslijst geplaatst. De lih. Gunning,
Hulsebos, van Leliveld, van Dis, Ro-
mijn, Jansen en andere leden der
Synode, verklaarden dientengevolge
vóór de stemming, dat zij geene keuze
tusschen de aanbevolen heeren kon
den doen, omdat deze in hoogst ge
wichtige punten van de belijdenis af
wijken.
Toch werden Dr. L. Knappert Jr.
te Assen met 7 stemmen en Dr. W.
Mallinckrodt te Maastricht met 5
stemmen gekozen, resp. met 11 en
12 briefjes in blanco.
Zulk een historie slechts mede te
deelen, zonder meer, is voor eene
kerk signalement genoeg.
Een huis, waarin zulke hoofdleiders
aldus kunnen benoemd worden, be
reikte wel het toppunt van wanorde.
Het is te betreuren, ook wegens
de sociale kracht, die er nog in de
instelling der Herv. Kerk zit.
De Haring speelsters en 't Wets
voorstel.
Eerste Onderlinge Aannemers-
Verzekeringmaatschappij.
aW
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
UITGEVER:
toOMMBMjSiPSJH
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte d:e zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
ERRATA.
Een paar storeöde drukfouten slopen er in
ons hoofdartikel van de vorige woek.
In kolom 1, 3de alinea staat: „dezelfde doel
matigheid", leesdeszeifs doelmatigheid, on in
de 5de alinea staat dat er eene „verordening" in
de positie 'onzer partij kwam; dit moet zijn:
verandering in do positie onzer party.
In kolom 1, regel 11 van onder staat: „drie
enkelen" voor die enkelen.
In kolom 2, regel 8 vaa onder staat: „om
drie redenen; dit moet zijn: om die reden.
Het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid
schreven we vroeger, zal haar onderzoek
met de noodige Bijlagen spoedig het
licht doen zien. Welnu, 't is verschenen
en we geven er een en ander uit om een
kijkje te geven op dit in den laatsten
tijd zoo druk besproken bedrijf.
Wat is speten of spieten
In Bijlage III lezen we '/Zoodra eeu
schuit aankomt, wordt deze ontscheept in
mandjes, waarin 200 haringen geborgen
kunnen worden, naar de rookerijen //bangv
gebracht en in groote troggen met pekel
geschud. Tot zoover de mannen.
Dan begint liet werk der spieters,
beter spietsters. Iedere hang heeft zijn
vaste troep en deze kan de eigenaar ten
allen tijde, d.i. daags en 's nachts voor
't spieten [(oproepen, geheel afhankelijk
van den tijd van aankomst der schepen.
Iedere vrouw of meisje (boven 12 jaar)
van zulk eeu troep, heeft haar nummer.
Opgeroepen, begeven zij zich ten spoedig
ste naar den hang, beginnen in de troggen
te roeren, om ze van de losse schubben
te ontdoen en rijgen ze daarna aan het
spiet, eeu eiketihouteu naald, die door den
kop gestoken wordt. Aan deze naald wor
den er 20 bevestigd, d.i. dan een spiet. Zij
plaatsen hunne spieten op schragen en
't verdere rooken wordt door mannen
verricht. Er zijn vrouwen, die op deze
wijze 6 d 7 gulden per week verdienen.
Van regeling der diensturen is geen sprake.
Het is aanpakken of niet en natuurlijk
alleen in die maanden, waarin haring wordt
gevangen. De inrichting der hangen is
niet ongezond.//
Wat de nachtarbeid betref t!
In Bijlage II lezen we //Bladz. 517.
Inspecteur van den Arbeid in Friesland
en Groningen. Hij schrijft in zijn verslag
//Naar aanleiding van ingekomen bezwa
ren omtrent het verbod van nachtarbeid
voor vrouwen in bokkingrookerijen werd
een uitvoerig onderzoek ingesteld. Met
betrekking tot den toestand langs de
Noordkust van Friesland bleek het vol
gende De genoemde bezwaren doen zicli
het sterkst gevoelen in den tijd, dat de
zoogenaamde natte bokking, zijnde onge
zouten, licht gerookte, versclie liaring wordt
geproduceerd. Die tijd ligt tusschen 1
Maart en 15 Mei. Langs de Wadden ge
schiedt het visschen met fuiken op vrij
ondiep water. De tijd van visschen is af
hankelijk van het getijzoodat regelmatig
eenige dagen voorkomenwaarop de vis-
schers eerst om 9 unr 's avonds terug zijn.
De afslag op het strand vereischt onge
veer een uur, (zoodat de vrouwen pas om
10 uur kunnen beginnen, wat de Arbeids
wet nota bene verbiedt.)
Voor de natte bokking is het noodzake
lijk, dat de haring bij eenigszins warm
weer onmiddellijk na aankomst ter rookerij
(dus na lü uur) wordt verwerkt, aangezien
te lang wachten met speten en rooken de
visch waardeloos maaktde kop verliest
dan hare vastheid en de visch valt van
de stokken af. In de eerste, gewoonlijk
koelere dagen van den bokkingtijd, doet
zich nog een drang van anderen aard gel
den tot onmiddelijke verwerking van de
visch. De natte bokking namelijk moet
reeds zeer vroegtijdig ter markt worden
gebracht in de groote steden, wil deroo-
ker nog den prijs bedingen, die gebaseerd
is op den inkoopsprijs van den voriqen
dag. Die prijs daalt uu in do eerste da
gen van het seizoen dikwijls met groote
sprongen, wel eens met 70 cent per 200
stuks.
Idem 3de Inspectie: Noord-Holland en
U treclit.
vWat het nachtwerken aangaat, valt
niet zooveel op te merken.
In de bokkingrookerijen van eenige
plaatsen aan de Zuiderzee, blijft dit van
15 Maart tot eind April groot bezwaar
opleveren. De visscher of afhalers hadden
bet niet in liun macht om op een bepaal
den tijd s avonds thuis te komen kwa
men zij 's avond laat, dan moest in den
bovenvermelden tijd de aangebrachte visch
ter voorkoming van bederf onmiddelijk
of nadat deze gezouten was, op stokkeu
geregen worden, wat het werk van vrou
wen en meisjes is, om daarna onverwijld
te worden gerookt. Deed men dit niet,
dan werd de visch zoogenaamd buikloos
en stierf; dit was nog een ernstige grief
der bokkingrookers. In verschillende bok
kingrookerijen was men met de Arbeiders-
wet niet tevreden, en is ze voor bet bedrijf in
sommige plaatsen bezwarend en belemme
rendindien ze niet overtreden
wordt.'*-
Willen de vrouwen den nachtarbeid
afgeschaft zien, of zijn ze ingenomen met
de verlenging van 10 uur tot 2 uur
Uit Bunschoten met—15 spetevijen De
verlenging wordt gewenscht, ter wille der
verdiensten.
Uit Harlingen met 18 speterijen De
verlenging wordt gewenscht, ter wille der
verdiensten.
Uit den Helder met 20 speterijenDe
verlenging wordt gewenscht, ter wille der
verdiensten.
Uit Monnikendam met 25 spetevijen
Met blijdschap begroet.
Idem uit Hoorn met 12 speterijen uit
Huizen met 9, uit Kampen met 4uit
Katwijk met 8.
Ter wille der verdiensten
Waarom speten de vrouwen en niet de
mannen
De redenen daarvoor zijn, zegt de
Inspecteur, dat de nachtarbpid ongeschikt
maakt tot werk in den vroegen morgen.
De gelegenheid tot werk in de rooxerijen
is bovendien slechts beperkt tot enkele
maanden, juist in een tijd, dat ook de
bouwboer druk werk voor zijn volk heeft.
De arbeider, die in het voorjaar in de
rookerij werk zou vinden, koestert vrees,
dat zijne plaats bij den boer door een
ander voor goed bezet zoude worden. En
de Vrouwenbond voegt er in zijn over
zicht bij Met dit argument (nl. de centen-
kwestie) moet helaas rekening gehouden
worden, omdat liet wortelt in de realiteit
(werkelijkheid). Bemoeilijkt men de moeder
dit trachten naar een bijverdienste, dan
zal voor de zeer vele gevallen, waarin die
aanvulling onontbeerlijk is om rond te
komen, een andere uitweg gezocht moeten
worden en zal noodgedrongen het treurig
arbeidsveld der zich aan alle controle
onttrekkende huisindustrie en huisarbeid
betreden (of de evenmin beschermde ar
beid als werkster, waschvrouw enz. buitens
huis ter hand genomen worden) die niet
zelden op zijn beurt de bezorging van
eigen huishouding tot nachtarbeid maakt.//
Alzoo door rookers en speetsters en
anderen, het wetsvoorstel van Min. Kuyper
gerechtvaardigd,
Zooals de lezer weet, bestaat er een
Ongevallenwet voor een 61 tal vakken,
in art. |10 dier wek nader aangewezen.
De werkgever is volgens die wet ver
plicht zijn knechts te verzekeren tegen
ongelukken in 't bedrijf. Nu kau dit op
vier manieren geschieden
a. bij de Rijksverzekeringsbank
b. op eigen risico
c. bij oen erkende Maatschappij
d. bij eene vereeniging met rechtspersoon
lijkheid, teneinde onderling het ri
sico te dragen.
Welke weg is de beste
Onzes inziens de laatste. En waarom
Hierom
Bij a zijn te vervullen een aantal
bureaucratische formaliteiten, daarbij te
betalen hooge premiëu, die bij het groot
aantal gevaarklassen ook wel eens on
regelmatig konden drukken.