Vrijdag 25 April 1902
Zeventiende Jaarg. No. 862.
Orgaan
Antirevolutionair
voor lie Kiiidhollandüelae en ZeeawM'lie Eilanden,
i
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advert utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Dit nummer bestaat uit Twee Biaden
Tot hoever Staatshulp
Ziedaar de groote quaestie, die
hoofden en harten van de Staatslie
den bezig houdt.
Dat de overheid wat mag en moet
doen voor de menschen, stemt ieder
toe. Dat zij niet alles behoeft te
doen of mag doeD, wordt insgelijks
algemeen erkend. Doch tusschen die
twee uitersten gaan de gevoelens
uiteen, óok wel onder de Christen-
staatslieden.
Maar nu is toch dit het groote
verschil tusschen hen, die den Bijbel
wél en hen, die hem niet ge bruiken
in de politiek, dat eerstgenoemden
veel helderder de grenzen tusschen
staat en maatschappij zoowel als
tusschen staat en huisgezin uiteen
houden, en dat zij voor eiken van
die kringen strikt de afzonderlijke
levensregelen laten gelden.
De ongodsdienstige staatslieden
willen soms maar, nu hier, dan
weer d&ar, een greep onder de bur
gers doen om ellende te verminde
ren. Doch de antirevolutionaire
staatkundigen zijn bij alle overheids
zorg bedacht op de eerbiediging van
de vrijheid en zelfstandigheid in de
huisgezinnen en in het maatschap
pelijk verkeer.
"Verloopt nu dat maatschappelijk
leven zoodanig, dat de goedwilligen
hun medemenschen niet meer naar
recht en billijkheid kunnen behan
delen krijgen onredelijke heersch-
zucht en gewinzucht of luiheid en
baldadigheid zoodanig de overhand,
dat ook de beter gezinden zich niet
staande kunnen houden, dan moet
volgens antirevolutionaire beginselen
de overheid wegen banen voor
rechtsherstel, en het algemeen als
billijk aangenome door de wet op
leggen, ten einde de verstoorders
der orde in hun misbruik van de
vrijheid te verlammen. Doch verder
niet. De maatschappelijk zwakken
tot sterken te maken is niet de
overheidstaak. Daar moeten de zwak
ken in de maatschappij zelf maar
hun best voor doen. En overigens
geldt het Schriftwoord, dat rijken
en armen door den Heere gemaakt
zijn.
Het is dus geheel iets anders or
de overheid den te veel kracht uit-
puttenden arbeid, dat is het nacht
werk en het te lang voortgezet werk
in fabrieken en andere werkplaats en
verbiedt, vooral voor vrouwelijke
personen en controle houdt over het
gevaarlijke van machines, over de
atmosfeer der fabrieken altemaal
dingen, die elk redelijk werkgever
toch uit eigen beweging zal be
trachten, óf dat de overheid komt
en zegt: gij, patroons, zult aan uw
werkvolk zóo en zóóveel loon uit
betalen.
Nu kunnen er over de vaststel
ling van het loon wel ernstige con
flicten rijzen, en kan de overheid
wel iets daarstellen om die conflic
ten te bezwereD, doch dit dient dan
toch altijd zóo te gebeuren, dat de
patroons en de werklieden het samen
ééns moeten worden. Zoo b.v, is
onlangs de strijd over de loonrege
ling in het diamantwerkersbedrijf op
déze manier beslecht, dat vertegen
woordigers van de juweliersverecni-
ging en vertegenwoordigers van de
arbeidersvereeniging een contract
hebt en gesloten, waarbij is bepaald,
dat als er met éen der leden ge
schil komt, de wederzijdsohe bestu
ren overleg zullen plegen, en als zij
het niet eens kunnen worden, de
beslissing zal gevraagd worden van
den verzoeningsraad van de Kamer
van Arbeid van de diamantindustrie.
Bij zulk soort regelingen reiken
zelfbestuur en overheidszorg elkaar
de hand, en kan men niet*zeggen,
dat het maatschappelijk leven als
zoodanig vernietigd wordt. Neen, dit
wordt dan veeleer gesterkt. Maar als
de overheid zelve van bovenaf de
loonen begint te bepalen, dan loopt
zij gevaar het maatschappelijk leven
dood te drukken.
Armenwet.
In „de Tijdspiegel" heeft de
heer Snoeck Henkemans een pleidooi
geleverd voor het ontwerp-armenwet,
dat de minister Goeman Borgesius
achterliet, en dat zijn ambtsopvolger
introk.
Na aangedrongen te hebben op een
onpartijdig oordeel en op de onbe
vangen aanvaarding van den invloed
van het christendom, poogt hij in het
licht te stellen, dat de heer Borgesius
bij het gereed maken van bedoeld
ontwerp, gedaan heeft wat hij kon,
om het kerkelijk bezwaar te onder
vangen.
Men weet, wat dit bezwaar is.
Er bestaat particuliere armenzorg,
kerkelijke armenzorg en overheids
zorg. Zullen nu deze drie elkaar aan
vullen, elkaar doelmatig helpen, dan
moeten zij van elkaar af weten. An
ders krijgt de een dubbel, en de
andere te weinig.
Maar tegen het openen der boeken
gaat juist de kerkelijke bedenking,
omdat de christelijke kieschheid niet
gedoogt, dat aan lieden buiten de
kerkgemeenschap, of zelfs buiten den
kring der kerkelijke armverzorgers,
wordt medegedeeld, welke personen
geldelijken steun krijgen.
Met gebod: „Laat uw linkerhand
niet weten, wat de rechterhand doet,"
is hier toepasselijk.
Nu is in bedoeld ontwerp voorge
steld, dat er zoowel door de kerken
als door particuliere vereenigingen
en het burgerlijk armbestuur twee
lijsten van bedeelden zullen aangelegd
worden, n.l. voor de schamele en voor
de erkende armen, en dat er één
ambtenaar zal benoemd worden, die
onder een eed van geheimhouding
staat, en inzage van alle lijsten kan
krijgen, om na te gaan of er ook
personen op meer dan ééne lijst
roorkomen. Dezulken komen dan
op de lijst der erkende armen, waar
van de gezamenlijke armbesturen ken
nis mogen dragen terwijl de lijsten
der schamele armen geheim blijven in
den eigen bedeelskring, met uitzon
dering alleen van de inzage van dien
eenen beëedigden ambtenaar.
Onaardig gevonden is dit niet. In-
tusschen kunnen wij het gevoelen
deelen van deze Regeering, die de ar-
beiderspensioneering liefstvoorop wil
laten gaan, omdat zij de armenzorg
heel wat beperkt.
Hevolutiosmir.
Sedert eenige jaren maakt men
onderscheid tusschen parlementaire"
en "revolutionaire", d.w.z. meer op
geweld aansturende socialisten,
ln ons land hielden de eersten
nogal de overhand. Maar nu en dan
komt de trek naar dadelijk verzet
toch op bedenkelijke wijze uit.
Zoo nu weer bij het bespreken
van het plan van den minister van
Oorlog om in den loop van den a.s.
zomer gedurende vier weken de mili
tielichting van 1895 in dienst te roepen.
Niet slechts grijpt Het Volkv
dezen op de wet steunenden, maar
allicht een aantal burgers ongelegen
komenden maatregel driftig aan om
tegen het leger ais zoodanig uit te
varen, maar zelfs H. M. onze Konin
gin wordt er bij gehaald op eene
manier, die zeer stuitend is voor alle
weldenkende landgeiiooten.
Met droeve miskenning van ons
roemrijk verleden, metsnoodeondank
baarheid jegens ee t zoo aan het volk
verknocht stamhuis als dat van Oranje
Nassau, met voorbijzien van de leidin
gen Gods, wordt H. M. door «Het
Volk" geciteerd als «eene jonge vrouw,
die toevallig koningin van Nederland
is.
Ziedaar dan weder de gevolgen
van het verwerpen van den godsdienst.
Het gezag der overheden op aarde
kan geen duurzamen steun vinden,
als het niet rust in het Godsbestuur.
Het geloof aan dat bestuur is erbij
de menschen sedert vele jaren uitge
werkt. Maar dan is de opzijdezetting
van het aardsche bestuur slechts eene
quaestie van tijd en gelegenheid. Ook
in het naburige België komt dat helaas
zoo duidelijk uit.
Organisatie tegen H Kapitaal. IV,
UITGEVER.
SOMMMZMjQSPgJSL
Alle stsfilifeeia voor de Mfedactle Baesfeitsd, Advertentiën en verdere Administratie tranen toe te zenden nasi deep. Uitgever.
1
ËK11STË BLAD.
Aldus krijgen we de drie zaken in ons
No. van io April genoemd, onder één
gezichtspunt.
Die drie zaken waren
1Organisatie der veldarbeiders tegen boe-
ren-kapitalisten
2. Organisatie van pachters en arbeiders
gezamenlijk tegen den grondeigenaar.
3. Politieke organisatie.
Waar we in onze vorige artikelen be
weerd hebben, dat organisatie van de veld
arbeiders tegen de landbouwers ons onre
delijk voorkomt, omdat ze mikt op hooger
loon en dat uit het bedrijf onzes inziens
thans niet kan worden gegeven, daar kamt
nu de vraag aan de ordehoe staan we
tegenover een organisatie tegen 't Kapitaal.
We ontmoeten op dit terrein de Orga
nisaties der Anarchisten, der Socialisten, der
Conservatieven en Oud-Liberalen als onze
tegenstanders; de Organisaties der Vooruit
strevenden, der Radicalen en Vrijzinnig-
Democraten deels als mede-, deels als
tegenstanders.
Over elk een kort woord ter toelichting.
't Anarchisme tegenover 't Kapitaal
Proudhon is de eerste schrijver geweest
over 't A.op de vraag, die hij zich stelde
»Wat is eigendom,was zijn antwoord in
1840 Ei gendom is diefstal
Door aanhangers van 't A, als Balcunin,
Brausse, Reclus, Kropotkine, Gautier en
andere groote figuren, toegerust met alle
wapenen van vernuft en scherpzinnigheid,
kennis en wetenschap werden de ideeën ver
breid, zóó dat op het tweede Anarchistisch-
Congres te Genève, op 12 Aug. 1883 de
volgende stellingen besproken, beaamd en
vastgesteld werden.
„Als anarchisten of menschen zonder regee
ring bestrijden wij alles, wat op de eene of
andere wijze, direot of indirect, over de mon-
sehen gezag uitoefent, of bij machte is dat te
doenden bezitter, den fabrikant, den taat,
ia welken vorm hij ook optrede ook den
Sooialistisohen Staat. Wij erkennen in geen
gezagsvorm mogelijkheid van goede bedoelin
gen of van goede gevolgen;wij haten elke
gedachte aan autoriteit (gezag), wij beschouwen
elke toet of zweem van wetgeving als onze
vijandin. Ons doel is daarom vernietiging van
iederen georganiseerden staat van zaken door
eene revolutionaire beweging.
Alle wettige middelen veraohtea wij.
Evenwol orkonnende, dat de persoonlijke
vrijheid onbestaanbaar is zonder voreeniging
met andere vrije deelgeuooten, en erkennende,
dat iedereen den steun van anderen noodig
heeft, en aangezien elk maatschappelijk pro
duct een werk der gemeenschap is, waarop
alle menschen gelijke rechten hebben, zoo
zijn we teven3 communisten. Wij willen het
gemeenschappelijk eigendom veroveren en ver-
Hoewel ons bestek niet toelaat, verschil
lende andere bijzonderheden van het Anar
chistisch stelsel te vermelden, wat we later
wel zullen doen, voegen we er nog dit bij,
dat Prouddhon en Warren dan ook wilden
opheffen, wat natuurlijk voortvloeide uit
hun beginsel van »vrijheid en geen ge-
zag«hetgeldmonopolie,hetgrondmonopolie,
het tarief- en het patentmonopolieen
grond, en geld in handen brengen van elk
individuniet in handen van den Staat,
zooals de Socialisten of Collectivisten dit
willen.
Hoé de Anarchisten dit wilden aanleggen,
kunnen we thans niet bespreken.
Krachtig worden de Anarchisten bestre
den door de Socialisten, wat doel én wat
middel in den socialen strijd tegen 't Kapi
taal betreft.
Laten we zien.
't Socialisme tegenover 't Kapitaal
In 1848 werd het later wereldberuchte
Communistisch Manifest van Marx ge
schreven, dat, wat den inhoud betreft, het
fundament en den grondslag vormt van de
Socialistische beginselen, die nog tot op den
huidigen dag worden beleden, en eindigt
met het gevleugeld geworden woord «Pro
letariërs van alle landen, vereenigt u
In het tweede deel, staat dit o.m. geschre
ven
PROLETARIËRS en COMMUNISTEN.
„De Iheoretifcho grondbeginselen der Com
munisten zijn niet de ideeën van den wereld
verbeteraar maar uitdrukkingen van feitelijke
toestandon ven een bestaanden klassenstrijd.
Het Communisme teil den privaat-eigendom
opheffen men is hierover ontzetmaar in de
nu bestaande maatschappij is de pr ivaateigen
dom voor negen tienden des menschdoms reeds
opgeheven; hij bestaat juist daardoor, dat hij
voor negen tienden niet bestaat. Men verwijt
ons dus, dat wij een eigendom willen ophef
fen, die de eigondomloosheid van de grootste
meerderheid der maatschappij tot voorwaarde
stelt."
En dan eischt het ManifestOnteigening
van den grondeigendom en gebruik der grond
rente voor Staatsuitgaven sterk progessieve
(opklimmende) belasting afschaffing van het
erfrecht; >erbsurdverklaring van don eigen
dom van allo uitgeweken en opstandelingen
centralisatie van het krediet in handen van
den Staat door eene nationale Bank met
Staatskapitaal 7 exportwezen (spoor, bootin
handen van den Staatvermeerdering van
Staatsfabriekengelijke arbeidsplicht voor
Dat zij dien ommekeer willen bewerkstel
ligen door vakbeweging, werkstaking en
alge meen kiesrecht is bekend.
Vooral door dit laatste! Ze eischen dit
met geweld
Getuigen de bloedtooneelen in Belgie in
deze dagen
En Vliegen schreef op 13 April
Nerlerlandsche arbeiders Wij willen
arbeiderspolitiek Onze leuze is De Ka
pitalisten er afde arbeiders er op
„Onze Belgische broeders voeren op dit
oogenblik een reuzenstrijd voor het algemeen
kiesreoht. Bij honderdduizenden trekken zij
op en eischen htin reeht, eisoheu het met een
kracht, dat het de bezittende klasse in de ooren
dreunt als de donder van een nieuwen tijd,
van de eeuw van den arbeid
En Troelstra schrijft in zijne meer genoem
de brochure
„Tegenover de boerenbonden, die niet anders
zijn dan boerenhanden (om den boer vast te
binden aan den kapitalist en hom bij do ver
kiezingen als stemvee voor zijne uitzuigerste
gebvui! en) wil de S. D. A P. de verarmde
plattelandsbevolking overtuigen, dat haar
plaats is in het leger der arbeiderspartij, dat
ook voor haar alleen in do socialistische maat
schappij een gelukkig en onbezorgd leven,
ontwikkeling en beschaving mogelijk zijn.
Blijft zij, als tot heden, afkeerig van het So-
oialismo, blijft zij een willig werktuig in de hand
van priesters en kapitalisten, dan zal zij be
drogen uitkomen. Alleen wanneer zij begrijpen,
dat de ware vijand van hun geluk en hun
eigendom de groote slokop van het kapitaal is,
alleen dan zullen zij het kiesrecht gebruiken
tegen het Kapitalisme en voor den Arbeid.
Blijkt uit het voorgaande, dat wij den boeren
niet het particulier behoud van hun grondei
gendom kunnen voorspiegelen, men legge het
niet zoo uit. alsof wij de kleine boeren zouden
willen onteigenen. De kleinen worden niet
door ons, maar door de kapitalisten onteigend:
en wat wij willen is juist, aan alle bur
gers hun recht op den gemeenschap gelijken
volksgrond teruggeven, door op hun beurt de
groote slokoppen te onteigenen en den grond
te brengen in maatschappél ijk bezit.
En hij eindigt met deze woorden
„Alle eischen, die wo stellen, zul'en eerst
worden ingewilligd, als do tegenwoordige
Tweede Kamer en Gemeeflteraden hebben
plaats gemaakt voor andere, die niet meer
de vertegenwoordigers der bezittende klasse,
dooh die der niet-bezitters zijn. Juist op het
platte land, ivaar geene vakvereenigingen zijn
iuist voor boerenarbeiders, die weinig kans
hebben, met werkstakingen iets gedaan te krij
gen, is de strijd met het kiesrecht vaak de
eenig mogelijke
Liever dan door onze eigene verklaring
en omschi ij ving, gaven we de citaten zei
ven, geschreven door de leiders en hooid-
manhen der beide organisaties, waarin de
verhouding aangegeven is, waarin ze tot 't
Kapitaal staan en de wijze, waarop ze
den »Grooten Slokop" willen te lijf gaan.
Zien we nu verder, hoe de Oud-Libera
len of Conservatieven, de Vooruitstrevend-
Democraten en de Christen-Democraten
tegenover den Kolossus, het Kapitaal
staan.
We zullen door een beeld een en ander
trachten duidelijk te maken.
De Socialisten beschouwen het Kapitaal
als de Moderne zondebok, die verdient in
de woestijn gezonden te wordenwaar
het, beladen met den vloek der proletariërs,
beladen met de schuld van de alleen door
hem veroorzaakte ellende, troost en schuil
plaats zoeken kan tusschen de verlaten
puinhoopen en op de vervallen steenbrok-
ken der ineengestorte Maatschappij.
De Oud-Liberalen zien in het Kapitaal
de Arke des Behouds, die schut en hulpe
biedtwier hulp noodzakelijk is op den
Zondvloed der Sociale Bewegingendie
alleen redding brengt op de Bruisende
wateren der Sociale Omkeeringen en de
vaak woedende slroomen van den Indu-
strieëelen Vooruitgang.
Zeker, de bouwlieden aan die ark; zij,
die haar optrekken, en bij 't stijgen van
den vloed zich aan haar vastklampen wil
len om des levens wil, zij zullen wellicht
bezwijken bij hun zwaren arbeid, maar na
hun dood worden ze immers vervangen