Vrijdag 4 April 1902
Zeventiende Jaarg.No.859.
t oor «Ie %uidlfiollan«!üclte en Keenwiche Eilanden.
Orgaan
Antirevolutionair
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
ifzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER:
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advert ^utiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Alle sfiaSifeen voor de fetedactie tiestewad, Advcrteziti iên en verdere Adoilnlstratie franco toe te xc-mlen aan den Uifprever.
Bij dit nummer behoort een
JMJl'OKCSttaL..
ISarniliarfl^laeid aan
g-evangenen.
De interpellatie, op 19 Maart jl.
door den heer Marchant tot den
Minister van Justitie gericht aan
gaande het weigeren aan een ver
pleegde in de Rijkswerkinrichting
te Hoorn om zijne stervende doch
ter te bezoeken, heeft naar ons inziens
zeer gewensehte resultaten opgele
verd.
Bij die gelegenheid is nl. de
Minister, vooral ook door de toe
lichtende redenen van de hee-
ren Heemskerk en De Savornin
Lohman vrijgepleit van de beschul
diging, dat hij door gevoelloosheid
het bedoeld verzoek zou geweigerd
hebben is voor dit oogenblik nog
in het midden gelaten of zekere
gewrongen wetsuitlegging al dan
niet zou veroorloofd heb' en om het
verlof aan den verpleegde te Hoorn
toe te staan maar is tevens nu met
algemeen goedvinden uitgemaakt,
dat er iets op moet gevonden wor
den om in een soortgelijk geval als
het bovenbedoelde de requestranten
te kunnen helpen.
Dit laatste is geschied door het
zonder hoofdelijke stemming aanne
men van de volgende motie.
„De Kamer, van oordeel, dat de
mogelijkheid moet bestaan, dat in
zeer buitengewone gevallen, gedeti
neerden (rechtelijk van hun vrijheid
verstokenen) onder de vereischte
waarborgen het gesticht, waarin zij
zijn opgenomen, tijdelijk mogen ver
laten, gaat over tot de orde van den
dag.
Dat dit geene partij-motie was,
blijkt wel dadelijk hieruit, dat de
heeren Heemskerk, van Wassenaer,
van Catwijck, Fokker en Goekoop
haar dadelijk ondersteunden, omdat
die hteren toch van verschillende
politieke kleur zijn, en het voorstel
van vrijzinnig-democratische zijde
kwam.
De heeren Schaper, Melchers en
van der Zwaag grepen het voorval
met den verpleegde te Hoorn maar
weer dadelijk aan om leelijke be
schuldiging af te geven op het „Chris
telijk" ministerie. Het is hier geen
quaestie van juristerij, zeide de heer
Schaper, maar eene quaestie van
humaniteit, en Christelijkheid
Wanneer een jurist hier zegt, dat
aan het verzoek zeer goed had kun
nen worden voldaan met de wet in
de hand, dan- had de Minister in
die wet ook wei een gaatje kunnen
vinden om de aanvrage in te willigen.
De Minister heeft het niet gewild,
hij was te koudhartig voor een
dergelijke weldaad. De heer Melchers
breidde de strafrede over den Minis
ter nog wat uit. Wel niet de laatst
voorgaande Minister, de heer Cort
van der Linden, maar een vroegere,
de heer van der Kaai had toch wel
eens toegestaan, hetgeen nu was ge
weigerd. De christelijke ontferming
had nu zoo krachtig kunnen spreken,
maar de „juristerij" had meer nog
dan onder een liberaal ministerie de
overhand behouden. Ook de heer
.van der Zwaag drong deze gedachte
aan. Heeft dan, vroeg hij, Minister
van der Kaai de wet geschonden
En als men dat niet durft zeggen,
waarom was dan Minister Loeff niet
even humaan Waarom liet hij deze
kostelijke gelegenheid tot bevordering
van de bekeering van dien vader
te Hoorn voorbijgaan
De heeren Heemskerk en Lohman
lieten niet na hierop te antwoorden
dat er onderscheid gemaakt moet
worden tusschen iels wenschen en
iets eischen; dat op de hoogste plaats
een Minister van justitie geroepen
is om de wet te handhaven; dat hij
dit doen moet, niet naar het inzicht,
dat een voorganger in debeteekenis
van de woorden der wet had, maar
naar eigen welbewuste overtuiging,
en dat, als de Minister in dergelijke
gevallen barmhartigheid kan bewij
zen, dit toch lang nog niet. onvoor
waardelijk mag geschieden, want dat
daarbij rekening dient gehouden te
worden met het gedrag van den
verpleegde op de plaats van bewa
ring, met de kansen tot ontsnapping,
met het gebruik van mogelijke voor
wendsels om op reis te gaan en zoo
meer.
Ook de Minister zelf verdedigde
in den breede zijne handelwijze. Na
een beroep op Art. 10 van het Wet
boek van Strafrecht, hetwelk „on
afgebroken" straf vordert en dus naar
de stellige meening des Ministers geen
gedeeltelijke opheffing der vrijheids-
berooving toelaat, stelde hij de vraag,
of het toestaan van verloven als
waarvan hier sprake is, niet eeni-
germace in strijd komt met ons
geldend strafstelsel, dat bepaald ook
den vorm voer de vrijheidsontneming
aanwijst. Voorts stelde hij in het
licht, dar, noodzakelijk aan elke straf
hardheid verbonden is ook tegenover
hen, die met den gestrafte in nauwe
betrekking staan. Zal ook, zoo vroeg
de Minister, waar nu over hardheid
geklaagd wordt, later de klacht niet
rijzen over willekeur, wannper A
meent te zijn achtergesteld bij B of
C, en zal de Overheid, als de deur
voor inwilliging van verzachtings
middelen eenmaal openstaat, de Over
heid niet „de speelbal van allerlei
begeerten" kunnen worden?
Door dit betoog en door hetgeen
de heeren Heemskerk en Lohman
zeiden tot rechtvaardiging des Mi
nisters, werd nu wel het geschetter
der sociaal-democraten te niet ge
daan, maar bleef niettemin de
wensch voortleven, dat er- in het
vervolg ruimte zoude zijn „voor het
De heer Schaper moest zelfs wegens zijn
woest uitvaren tegen het voorhouden van Bijbel
teksten met nadruk tot de orde worden ge
roepen.
plengen van een druppel barmhar
tigheid" in de strafoefening, zooais
de heer Heemskerk het uitdiukte.
Een en ander kwam helder uit
bij de stemming over de moties.
Die van den heer Schaper, strek
kende om den Minister eene on
christelijke, niet humane houding te
verwijten, kreeg slechts vijf socialis
tische stemmen. En die van den heer
Marchant, welke alleen het scheppen
van meerdere vrijheid voor de Re.
geering bedoelde om onder de ver
eischte waarborgen de opgesloten
misdadigers tijdelijk van hunne ver
blijfplaats te laten weggaan, werd
met algemeen goedvinden aange
nomen.
Het gevolg zal nu wel zijn, dat
er eene wetswijziging wordt voorge
steld. Dit ligt ook opgesloten in de
redenen des Ministers.
fflaplu izerij*
Het voorstel der Regeering om
door wijziging der arbeidswet aan
de //hanngspeetstersy (dat zijn de
vrouwen en meisjes, die de binnen
gekomen haringen in de rookerijen
aan stokjes rijgen en regelmatig langs
het) stokje verdeelen) op sommige
tijden en in sommige plaatsen tot
's avonds twaalf uur of hier en daar
zelfs tot 's nachts twee uur vrijheid
te geven tot voortarbeiden, heeft
van socialistische zijde en ook van
den kant der //radicalen-/ heel wat
critiek doen neerschrijven.
In plaats 5van te vermoeden, dat
deze beperking van, het sedert twaalf
jaar bestaand verbod tot nachtarbeid
wel niet zonder klemmende redenen
zoude geschied zijn en deskun
digen verzekeren dan ook, dat het
direct speten van de in den avond
versch aangevoerde visch bepaald noo-
dig is om het bederf te voorkomen
gewaagde //het Volk// dat altijd
even heftig is in zijn oppositie,
maar even van //kapitalistische reactie//
en noemde ook de Arnhemsche Cou
rant het onverschoonbaar om, als
soms tot dusver de nachtarbeid der
haringspeetsters oogluikend was toe
gelaten, thans dien onwettigen toe
stand te regulariseeren.
Hier komt weer een aapje uit den
mouw gluren.
Toen minister Loeff zich beriep
op de wet als verhinderende het ge
ven van verlof aan iemand, die wegens
dronkenschap in de werkinrichting
te Hoorn zat, om zijne stervende
dochter te bezoeken, werd door de
socialisten de wet op zijde gedron
gen en voor humane uitzonderingen
geijverd.
Nu er echter sprake van is, iets
ongecontroleerd te laten, teneinde
het bedrijf der haringrookers niet te
gronde te richten, en met hetzelfde
oogmerk de wet te wijzigen, is het
ook weer niet goed en wordt door
dezelfde socialisten de slappe tucbt
van de inspecteurs van den arbeid
gewrocht.
Altijd dus mopperen en tegen
stribbelen.
Mr. Kerdijk uit zich in het Soci
aal Weekblad tenminste wat nobeler.
Hij verschoont wel niet de inspecteurs
van den arbeid, maar acht den Minis
ter te prijzen wegens zijn voorstel,
wanneer is aan te toonen, dat het
haringrookersbedrijf alleen vol te
houden is, hetzij door wetsveran
dering, hetzij door wetsontwikkeling.
Organisatie der Veldarbeiders. I.
Wanneer eenige personen dezelfde
belangen te behartigen, dezelfde plichten
te vervullen, dezelfde rechten te hand
haven hebben, is vereeniging een der
beste middelen om bet beoogde doel te
bereiken, en het bereikte te bestendigen
en te mainteneeren.
Zij, die voor de opvoeding van hun
kind het neutraal onderwijs niet begee-
ren, moeten zich [vereenigen tot een
Comité, waardoor de stichting eener
school naar hun keuze een voldongen
feit wordten ze helpen en steunen
elkander met de in-stand-houding dier
School, opdat uit die eenheid geboren
worde eene Inrichting, waarin die ouders
hun kinderen met volle sympathie en
vrijmoedigheid kunnen heenzenden. Hun
en hunner kindereD belang eischt vereeni-
ging.
Zij, wier beginselen eischen, dat ze
front maken tegen eene andere Partij,
en alzoo dezelfde Plichten te vervullen
hebben, vereenigen zich als Kiesvereeni-
ging, om door die eenheid sterk met
kracht en klem op te komen voor hun
politieke belijdenisom door die „een
dracht" als één man zioh tegenover den
tegenstander te plaatsen. En hoe meer
leden, hoe meer ijver, hoe meer saam
werking, des te zwaarder valt 't der te
genpartij de eenheid te breken en den
band los te maken.
De vervulling der Plichten geschiedt
gemakkelijker en sneller, en houdt lan
ger aan. Waar de eenling bezwijken
zou, staat hij als lid der vereeniging
sterk; gerugsteund door zijn kameraden,
geholpen en geleid door zijn meerderen
in ervaring, kennis en wilskracht.
Wie rechten te verdedigen heeft, staat
krachtig in de organisatie, zwak en
hulpeloos buiten die vereeniging. Alzoo.
Principiëel de zaak bekeken, is er tegen
organisatie niets in te brengen, en zijn
we één der grootste voorstanders. En
waar dan ook organisatie een redelijk doel
najaagt, dat zonder die eenheid niet kan
verkregen worden, (we hebben het in ons
voorgaand artikel reeds gezegd), laat men
zich daar organiseeren.
Neen, nog sterker Daar moet men
zich organiseeren. We hebben van onzen
Schepper ontvangen rechten, die gehand
haafd en plichten, die vervuld moeten
worden, en het zou eene beleediging zijn
der waardigheid van mensch aangedaan,
als men zich die rechten liet ontnemen,
en zich aan die plichten onttrok. En
waar men zich die waardigheid van
mensch door een overmacht zou zien
ontweldigen, daar eischt het recht en de
plicht, dat men zich organiseert om paal
en perk te stellen aan onrecht en wille
keur, aan onheuschheid en niet-mensch-
waardige behandeling. Dochnunietlanger
over de organisatie gesproken als begin
sel. We herhalen hetwe zijn er beslist
vóór.
Maar nu van de theorie op de prak
tijk overgestpat, en wel in verband
met de organisatie der veldarbeiders.
We laten do politieke organisatie eens
buiten bespreking we willen nu geen
woord reppen of de veldarbeiders in eene
liberale, vooruitstrevend liberale, socia
listische of anti-liberale organisatie zioh
moeten inlijven of aansluitenwe be
schouwen de zaak nu van haar econo-
mischen of wilt ge maatschappelijken
kant. Later hopen we over 't ander punt
te schrijven.
Is organisatie noodig Die vraag is
bevestigend te beantwoorden, als het
nagejaagde doel redelijk en dat zonder
organisatie niet kan bereikt worden.
Welke doeleinden zouden de arbeiders
dan kunnen najagen Hooger loon min
der werkuren geen vrouwenarbeidgeen
kinderexploitatie vermindering van
werkeloosheidbetere verdeeling van
den arbeid uitbetaling bij ziekte, van
't geheele daggeld, of een gedeeLe steun
aan de weduwe en weezenpensioen
aan den oude van dagen; tegemoetko
ming bij ongevallen steun bij werke
loosheid, goede huisvesting enz. We
zeggen kunnen. En wat anders is, of
de boer die eischen of wenschen kan
voldoen. En weer is de vraag, eene
andere, wie aan de, wenschen u>el kan
voldoen of dan soms de Staat, de Ge
meente, helpen en steunen kan, en moet
waar de boer onmachtig blijkt.
De lezer zal toestemmen, dat het ter
rein, waarop we staan onafzienbaar is,
en dat er achter de kwestie organisee
ren of niet organiseeren veel meer zit,
dan men zoo oppervlakkig vermoedt.
Laten we een en ander eens nader be
zien.
Vooreerst dan organisatie tot verkrij
ging van hooger loon. We geven hier
een staatje van loonen, zooals die in
Sommelsdijk en Middelharnis zijn.
Wieden.
Loon 80 cent. Van 's m. ö'/j.'sav.
5 uur. Schafttijd 1 '/2 uur.
Loon 80 cent. Van 's m 5.'s av. 5.
Schafttijd l3/4 a 2 uur.
Voor 't poten is 't 80 cent meer, dus
22 stuivers.
Met Pinksteren wordt het anders en
slechter: Loon 80 cent. Van 'sm. 4.
's av. 5. Schafttjd 2y2 uur oi 'iloon
is 90 cent, maar dan de rusttjd H/2 uur-
Voor 't hooisnjden. Van 's m. 4's
av. 5. Loon 22 stuivers, of 24 stuivers,
bj een uur meer werken oi minder rusten.
Is 't hooisnjden „aangenomen"dan
ontvangt de arbeider gemiddeld 18 st.
per gemet en kan dan verdienen 30 k
35 st. per dag. Dat hangt weer van den
werkman of van den greppel af.
Het korensnijden wordt meest „aan
genomen" is de tarwe zwaar, dan 8y2
gld. per gemet; anders minder. Gemid
deld kan de arbeider dan verdienen 35 st.
a 2 gld. per dag wat ook weer afhangt
van het legeren der tarwe. Is ze door
den storm erg gelegerd, dan verdient h j
't niet, maar dan kan de haver oi de
rogge weer eenige vergooding schen
ken, als daar ook 8y2 gld. voor gegeven
wordt.
Overigens is 't daggeld bij 't snijden
27 st. gemiddeld.
Het dorschen geeft 25 st. per dag.
De werktjd is dan van 4 tot 6.
B j 't aardappelrooien verdient de man
25 st.; de vrouw 15. De voorman heeft
een dubbeltje a een kwartje meer, plus
soms neg eenige H. L. poters.
In den suikerpeentjd verdient de man
op 't land 25 st.de vrouw 15 st. Is
't aangenomen, dan 18 st. van de 1000
kilo, aan de kaai geleverd of 12 a 13 gld.
per gemet.
Op de kaai is 't loon hooger, en ver
dient de peendrager 2 gld. en meer, en
de vrouw 25 stuivers.
Het maaien en pikken bij ven hier
buiten.
Zien we nu de Ijst na, (en ze is ons
door arbeiders opgegeven als naar waar
heid te zjn), dan merken we het vol
gende op