Vrijdag 29 November 1901 Zestiende Jaarg. No. 841. ¥©®r «le Zuidhollandsclic en Zeeuwsche Skilanden, Orgaan Antirevolutionair IN HOC SIGN O VINCE S T. BOEKHOVEN. moMMELSBtJH. uitgeyee: Alle sfofeken voor de Redactie bestemd, AdverteiBtiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Habinets-grondslag Indische begrooting. leerplichtwet. Nieuwe goedkeuring. Een groot verschil. Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling ƒ3,50 per jaar. Afzonderlijke nnmmersö Cent. Advertentiën 10 cent per regel en ;V2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij bestaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. i Bij dit nummer behoort een BlJtOECSKL. Eén van de belangrijkste Staats stukken dezer dagen verschenen is wel de Ministeriëele beantwoording van het voorloopig Kamerverslag over hoofdstuk I der Staatsbegrooting. In dit Antwoord, ter verspreiding in ruimeren kring geheel overge- nomen door de Standaard van 18 Nov. jl. kan men nu eenS duidelijk lezen, waar wij met de politiek aan toe zijn. Hingen er in vorige jaren soms dikke nevelen over de partijverhou dingen, over het karakter der samen voeging van verschillende kleuren in den Raad der Kroon, over het plan der Ministers, en wat dies meer zij, thans wordt er dadelijk een secure grondslag voor den arbeid aange wezen en over dit doen wordt een stroom van toelichtende woorden uitgegoten, gelijk wij dat van den Premier Dr. Kuyper gewoon zijn, en waardoor in dit geval alle rede lijke bedenkingen, voor het ons voor komt v\el tot zwijgen moeten ge bracht zijn, zoodat de mondelinge debatten over hoofdstuk I niet veel nieuws meer beloven. Ook de redactie van „Vooruit", die nog maar steeds niet schijnt te kunnen vatten, waarom de politiek der liberalen onchristelijk moet ge naamd worden, kan bij de Kabinets memorie te gast gaan, en wij zouden dan wel eens willen vernemen of zij de quaestie nu nog niet verstaat. Sommige Kamerleden vonden de leuze „voor of tegen het christendom", „voor of tegenhet geloof", bij de stemt us aangeheven, niet eerlijk, omdat er ook onder de liberalen of radicalen wel geloovige christenen gevonden worden en omdat de ge- loovigen de politieke zaken ook niet gelijkgezind opvatten. Haalt men dus het christendom ei bij. zoo dachten die heeren, dan moet het een chris tendom zijn boven geloofsverdeeld heid, en dewijl zulk een christendom toch den weg niet wijst in de poli tiek, behoeft men er ook niet meê te schermen, en behoort men „zich uitsluitend door de rede te laten leiden." Wat is nu het tegenbescheid hierop De Memorie helpt de opponenten in eens uit den droom. Hier is blijkbaar misvattingzegt de Minister. Het terrein der Staat kunde behoort tot het natuurlijke leven, en bij alle volken, christelijk of niet-christelijk, vertoont het volks leven een eigenaardig karakter, daf bepaald wordt door hun onderscheiden opvatting van de natuurlijke levens verhoudingen, uitkomende in het huwelijk, het huisgezin, de school, de maatschappij, den staat en den eeredienst. Spreekt men dus in dit verband van eene christelijke en niet- christelijke Staatknnde, dan heeft dat weinig te maken met of moet althans scherp onderscheiden worden van de geloofsverschillen, die betrekking heb ben op de verzoening door Christus en het eeuwige leven. Dewijl nu de geschiedenis toont, dat de genoemde natuurlijke verhoudingen onder veler lei schakeering, toch een eigen, spe cifiek herkenbaar tigpe vertoonen bij heidensche, bij Islamitische en bij christelijke natiën, bestaat er ook het voUe recht om builen het vraagstuk omtrent 's ménschen persoonlijke za ligheid om, van christelijke beginselen te spreken ter aanduiding van die christelijke begrippen en invloeden, die bij de gedoopte volkeren geleid hebben tot de onder hen geldende opvatting van de natuurlijke le vensverhoudingen. Het is dus voor de politiek niets erg, dat kiezers en staatslieden tot de verschillende ker ken behooren, als zij slechts hierin overeenstemmen, dat ons volk, door af te schuiven van de christelijke grondslagen, zijn toekomst, in gevaat- brengt. En toen onze Nederl. kiezers en Staatslieden nu ontwaarden, dat de Chr. grondslagen zelis in wets ontwerpen niet meer strikt geëer biedigd werden, sloegen zij de handen ineen te hunner beveiliging. Ook onder hen, die niet strijden voor het behoud der christelijke grondslagen, is rijke variatie van wijsgeerig uit gangspunt en weelderige verschei denheid van theorie en toch werken zij samen ais gemeenschappelijk be leden beginselen in het gedrang komen. Welnu, hetzelfde kan, mag en moet bij de christelijke partijen. Zij moeten daarbij inschikkelijk voor zichtig te werk gaan, zeer zeker, maar niettemin kan die samenwer king geschieden want al loopen de stengels uiteen, in den wortel en deels in de vruchten accordeeren de chris telijke partijen. Hieromtrent,is trou wens voor het optreden van het nieuwe Kabinet vergewissing gezocht en verkregen. Nu aan het achttal partijen of groepen bij de stembus niet ééne de meerderheid verwierf, kon er geen homogeen Kabinet op treden, en het verschil met het Ka- binet-Pierson is dan ook al dadelijk, dat het laatstgenoemde optrad met de beweringvan een homegeen Ka binet te zijn, terwijl het tegenwoor dige Ministerie niet anders wil wezen dan hetgeen het werkelijk is, nl. een bondgenootschappelijk Kabinet. Doch voor ditmaal genoeg, om niet te wijdloopig te worden. Zij hier slechts nog bijgevoegd, dat eenige cordinate wetten en wets wijzigingen in uitzicht worden ge steld, bv. eene niet naar Engelsch model overdreven Zondagswetwet telijke regeling van den arbeidsduur, betere onderwijswetten verzekering der arbeiders tegen ziekte-gevolgen; opheffing van den vaccine-dwang, enz. Ook over de geldmiddelen wordt in deze Memorie van Antwoord met groote helderheid gesproken. Daar over een volgend maal. Een ander interessant Staatsstuk (nevens de beantwoording bij Hoofd stuk 1) is het ministeriëele antwoord over de Indische begrooting, welke begrooting in het Kamerdebat gere geld het eerst behandeld wordt, om dat zij slechts op tijd uitvoering kan erlangen, wanneer zij voor 1 Januari des volgenden jaars in Indïë is afge kondigd. Minister van Asch van Wijck, wiens superieure wijze van bewind voering in Suriname onbetwist is, en die ook bekend staat als in het bezit zijnde van grootte werkkracht, was in dit eerste optreden als minister zeer gelukkig. Alzijdig lichtte hij de Kamer met zijne Memorie in, en rooijaal deelde hij zijne eigene inzichten mede. Gevaar voor godsdienstoorlog, door hem verwekt, behoeft men in Indië niet te vreezen. De minister wil geen partij trekken voor de eene of andere kerk, maar slechts de vrijheid en daardoor middellijk de uitbreiding van het christendom bevorderen. Voorts heeft hij plan om door decentralisatie van het bestuur (door het instellen van een kolonialen raad) een tegengewicht en correctie middel te bieden tegen den bureau- cratischen kastegeest van de Indische ambtenaren. Wellicht was het mede onder den indruk van dat pittige stuk, dat de Minister bij het mondeling debat met bijzondere welwillendheid beje gend werd. Immers had men reeds klaar uit zijn schriftelijk antwoord kunnen vernemen wat men aan hem zoude hebben. Ter uitvoering der leerplichtwet zond het Ministerie van Binnenland- sche Zaken voor het jaar 1902 aan de verschillende gemeentebesturen 25,000 kilo materieel, naar verluidt. //Als daar niet spoedig verandering in komt", zegt de //Haagsche Cou rant". dan zou die wet wel eens onder haar eigen gewicht kunnen bezwijken." Enfin, dit betreft nog maar alleen het omslachtige, het stoffelijk tastbare, het uitwendige. Van erger natuur zijn de klach ten over de wijze van berechting der overtreders. Die berechting loopt hier en daar zoo vreemd, dat zelfs de N. Rott. Courant een onderzoek naar de wer king der wet spoedeischend noemt. Zij wil de wet getoetst zien aan de volgende conditiën Spoed bij het aanbrengen (der overtredingen), spoed bij het afdoen eenvoudigheid bij den opzet, eenvoudigheid bij de bewijsleveringredelijkheid bij het beantwoorden der vraag of eene zaak zal worden vervolgd, redelijkheid bij het beantwoorden van de vraag of de aangeklaagde zal worden veroor deeld." Alleen bij eene behandeling der ouders naar deze beginselen, zoo voegt zij er bij, kan de rechtspraak hen treffen, die getroffen, lien sparen die gespaard moeten worden alleen zóó kan zij aan de wet verzekeren kracht, rechtvaardigheid en populari teit." Gelijk op de Deputaten-vergade- ring in Mei jl. wel bleek, is de tegen woordige Minister van Binnenl. Zaken er volstrekt niet op gebrand om de pas ingevoerde leerplichtwet ter hand te nemen te minder omdat er een stapel ander werk is, maar reeds hierom, dewijl ministers van verschil lende beginselen niet beurtelings kunnen bouwen en afbreken, daar er dan ten slotte niets zou overblij ven. In dit geval kan er echter met de onpractische leerplichtwet wel eens nooddrang komen. Als iemands wegen den Heere behagen, zoo zegt de H, Schrift, dan zullen zelfs de tegenstanders met hem bevredigd worden. Dit kan lang duren, want hier geldt ook het„in de wereld zult gij verdrukking hebben" voor allen, die zich den naam van Christus niet schamen. Nu, van die verdrukking en mis kenning heeft onze Kabinetsformeer der, Dr. Kuyper, vele jaren lang ook ruim zijn deel gehad, zouden wij zeggen. Tot verguizing toe werd hij veracht. Maar de uitgeworpene ging door met zijn werk, rusteloos, moedig, volhardend op den goeden weg. En zie nu eens, wat b.v. het Jlaagsche Dagblad getuigt van zijn Antwoord op het Kamerverslag. Onder het opschrift „de nationale lijn" rijgt zij eene reeks loftuitingen op den Premier aaneen, waarin o. m. het volgende voorkomt „Wanneer wij dan beleden zien dat hieromtrent (nl. omtrentde natuurlijke levensverhoudingen) die opvatting de beste wordt geacht, welke leidt tot een in menig opzicht waarlijk natio nale wetgeving, dan zonden wij reeds tevreden zijn geweest Tot die belijdenis echter in 't algemeen be paalt zich de beginselverklaring niet. Zij is het uitgangspunt eener uitge werkte uiteenzetting van de praktijk, waarbij ons onderscheidene gezichts punten, opvielen, welke waarborg schenken voor een beleidvol, beza digd en doeltreffend bestier, van hetwelk slechts diep doordachte, met ons volkskarakter strookende en ons nationaal leven louterende maatrege len 't uitvloeisel zullen zijn." De warmste vereerders onzer eigen partij zouden het niet mooier kunnen "zeggen. 't Is weer een begin van hetzelfde gangetje als een twaalftal jaren ge leden onder het Ministerie-Mackay. Als er gematigd, beleidvol wordt opgetreden, dan zegt men van libe rale zijde ja zóó willen wij het ook welwat onderscheidt u dan eigen lijk van ons? Zoo nu weer de N. Rott. Courant. Dr. Kuyper had in eene der Memo- rie's van Antwoord beredeneerd, dat de verschillen over de heilsleer geen samenwerking uitsluit tusschen pro- testantscke en roomsche christenmen- schen. Dus antwoordt het hoofdorgaan van de Maas-stad, een christendom boven geloofsverdeeldheid, nu, dat is ons best, daar kunnen wij het ook wel mee vinden, dat is hetzelfde dat wijlen Thorbecke ook eenmaal voor stond. (/Hetzelfde;/ ja 't, wacht wat! Thorbecke bedoelde kennelijk een naam-christendom, dat zekeren sleur als overblijfsel van het christelijke leven niet direct wilde verwerpen, maar dat overigens het effectief chris telijke op politiek gebied óf liet sluimeren óf bedektelijk verbande. Kuyper daarentegen schreef er duidelijk bij, dat hij bedoelt het positieve levende, zich bewuste en voort- werkende christendom, dat onze na tionale type in stand houdt door zich weer terdege te laten gelden bij de wettelijke regeling der natuurlijke verhoudingen in het menschelijk leven een christendom alleen ver heven (als men die uitdrukking per se behouden wil) boven dogmatische, christelijke verschillen over de ver zoening en het eeuwige leven, maar niet verheven boven het christelijk besef, dat de burgerlijke rechtsver houdingen moeten getoetst worden aan den norm van Gods Woord. 's Ministers aanhaling van Matth. 6 33, bij de bespreking der sociale wetgeving zegt ten deze genoeg. Uit de Hamers Na de keurige en degelijke Memories van Antwoord van de Ministers van Bin nenl. Zaken, van Koloniën en Justitie, is "t toch zeker ieder wel duidelijk gewordeD, dat deze mannen een stuk werk geleverd hebben, dat de toets der critiek kan door staan en concurreeren kan met het beste, wat ooit uit de pen van liberale raads lieden is gevloeid. Kan uit Nazareth iets goed komen Lees de Memoriesprachtige staats stukken, die door vriend en tegenstander om 't luidst worden geroemd. Neen, 't was nog zoo dom niet van hon derden liberalen, dat ze een Christelijk candidaat stemden en alzoo den weg baan den tot een Christelijk Ministerieze wisten wel, dat onder 't niet-denkend deel der natie nog heel wat capaciteiten te vinden waren, die minstens even zeer als eigen vrienden sieraden zouden blij ken te zijn in de Vergaderzaal derSta- ten-Generaal. En bij de beraadslagingen over de be grooting van Nederlandsch-Indie is 't- andermaal gebleken, dat onze mannen kant en klaar staan, op het terrein van koloniale politiek. Geen schipperen en laveeren Neen, maar principieël en welbewust de lijnen aangevend, waarlangs de koloniale poli tiek zich moet bewegen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1901 | | pagina 1