en,
ism^
Vrijdag 30 Augustus 1901
An tirevolu
Zestiende Jaarg. No. 828.
Orgaan
■©tip «Ie ZiiidhollaiiflscBie en Zeeaw§che Eilanden,
JZEN
IN HOC SIGN O VINCES
ide.
liddel
ill
zacht en vlug
dijken, dat ze
>OOD.
nder
mkas-
enz..
én ge
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienst aan vragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij besia» b
Advert ntiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
rbjvöecisejl.
invoerrechten.
"pakte
lem.
de zich beleef
'ERK.EN
""2-OEIE,
mijne prima
is verkrijg-
ot. per
pen en Yan
3p naam en
illes beslist
IENT-
llamerk verkrij
Eesteren.
van Gurp.
3r.
elein.
Oostenbrugge
ipee..
vergevorderd
zeer voor-
ibarnis.
oliloen
latuurkun-
rdigd, zijn
n
éBV
T. BOEKHOVEN.
SOMMMUZL SIPSJ Si
Alle bakken voor de Redactie bestemd, Adverfessllëia en verdere Administratie franco toe le zenden aan dein Uitgever.
Bij dit nummer behoort een
ZOraGITOEDAG.
Onze grootste nationale feestdag is
natuurlijk de 31ste Augustus, de verjaar
dag onzer geliefde Koninginen een
blijvende herinnering daaraan zal onge
twijfeld al onze lezers welkom zijn.
Te dien einde stellen wij, uitsluitend
voor onze abonné's, verkrijgbaar de
buitengewoon fraaie portretten
van H.M. de Koningin eu Z.K.H. Prins
Hendrik, in kleurendruk, elk niet minder
dan 54 bij 80 cM. groot en vervaardigd
door den bekenden kunstschilder YAN
CASPEL.
Deze portretten worden franco toe
gezonden, zorgvuldig in een rol verpakt,
na ontvangst van de in dit blad voor
komende RON (zie 4de pagina), met
bijvoeging van 40 ets. in po tzegels of
postwissel voor één portret en van 70
tta voor beide samen.
Deze portretten zijn waarlijk een sie
raad voor elk vertrek en, daar het be
schikbare aantal niet zeer groot is, zal
men goed doen, de op blz. 4 voorkomende
BON goed ingevuld en met bijvoeging
der geringe kosten spoedig te zenden aan
de drukkerij van dit Blad te Sommelsdijk.
iieperkle macht.
De Nederlander ma te dezer
dagen eenige opmer'-"ngen die
dezelfde strekking hadden als hetgeen
wij de vorige week schreven onder
het opschrift „vrij uitgaan" t. w.
er allen nadruk op te leggen, dat
een minister in ons land eene zeer
beperkte macht heeft, en dat men
op een dwaalspoor is, wanneer men
meent, dat hij in korten tijd de
toestanden kan omzetten.
Er wordt nu ,,in'nieuwe richting
koers gezet", zooals eene in zwang
komende uitdrukking teekenachü'g
zegt. Maar dat koers zetten is nog
niet het bereiken van de gewenschte
havens. De vaart kan lang duren.
Nu weten onze geestverwan'en
dit5 wel. Yan den beginne af zijn zy
er in onderwezen, dat de Overheid
om der zonden wil ter beteugeling
is ingesteld dat die overheid het
zwaard draagt tot straf van degenen,
die kwaad doen en dat zij door
bestelling van het recht, de orde en
rust in het land poogt te verzekeren.
In dit opzicht zijn zij zoo gansch
andos onderwezen dan de liberalen,
die van de overheid zoowat alles
verwachten, omdat zij haar als een
soort bron van almacht beschouwen.
Of eigenlijk niet de „overheid"
beschouwen zij zoo, maar „den staat",
dat is de helft plus één van het volk.
Zooals wij opmerkten, hebben onze
geestverwanten zulke averechtscke
illusiën niet. Maar nochtans, men
gelooft zoo gaarne, hetgeen men
'wenscht, en daarom is het niet
overbodig, bij herhaling te waarschu
wen tegen overspannen verwach
tingen.
De liberalen, die op een heel
ander standpunt staan, misduiden
deze waarschuwirg. Het zijn maar
praatjes, zeggen zij, om te bedek
ken, dat de anti-liberalen het er niet
beter zullen afbrengen dan hnn
liberale voorgangers. Dit is echter
de quaestie niet. Zeer zeker hebben
de anti-liberalen de pretentie. dat zij
de belangen van ons volk beter
inzien, en dat dus de regeerders
uit, hun midden beter zullen regee-
ren. In dit opzicht mag men gerust
hooge verwachtingen koesteren.
Alleen lette men op hef woord
regeer en, Dat is niet hetzelfde als
translormeeren. De natie als natie
moet men met zedelijke middelen
bij ven bewerken, en de regeering
kan slechts medehulp bieden.
Pa« op «Se Zatplienjpjclie.
Thans meer dan ooit valt er de
aandacht op, dat men Mr. Goeman
Borgesius houdt voor den Haag-
schen correspondent van de „Zut-
p'nensche Courant^" omdat het nieuwe
Ministerie nog nauweljks is opge
treden of die correspondent vervolgt
Dr. Kuypei' met zjne vinnigheden.
Zelfs liberale organen, zooais de
Haagsche Courant", zjn hier tegen
opgekomen, en onze bladen hebben
groot geljk, dat zj hun verontwaar
diging over die kleinzieligheid
luchten.
Strjd hebben de antirevolutionai
ren nooit ontweken. Zj weten, dat
r.iet ieder hunne overtuigingen deelt
en dat haar verdediging aanleiding
geeft tot wr jving en botsing met de
gevoelens van anderen.
Maar daarom behoeft de strjd
nog niet te ontaarden in een klein
zielig gekibbel en gehekel.
Yoornameljk een gewezen minis
ter moest daartoe zjne pen niet
misbruiken. Toch gaat 't al vrj ver
dien kant op. Bureau overleg met
de ambtenaren van het Departement,
een afscheidswoord aan den journa
listenkring, een ontslagaanvrage aan
Amsterdams kerkoraad, ziedaar de
stof, waarin wordt gevischt en ge
roerd, of er ook een koordje ot een
trekje aan is, waarmee men den
Kabinetsformeerder in een kwaad
daglicht stellen kan.
Bj gebrek nog aan het eene of
andere wetsvoorstel, of een uitwen
dige bestuursdaad grjpt men die
nevenzaken alvast maar aan, om wa
re het mogelijk, het crediet te on-
derm jnen van de nieuwe regeering.
Hieruit kan men zoo proeven, hoe
sommiger gemoedstemming is, want
waar het hart vol van werd, vloeit
de mond of de pen van over.
Ook uit Uilenspiegel" is dit te zien.
Dat spoifclaadje leeft letterljk van
de 'bespotting van het nieuwe Mi
nisterie. Da schrjvers weten blijk
baar niet, waar zj hun verademing
anders zoeken zullen. En zj slaan
door als blinde vinken. Terwjlde
liberalen anders altijd de kerk bui
ten de politiek willen houden, halen
zj thans gedurig de kerkelijke „do
leantie" op om tusschen de staatkun
digen kwaad bloed te zetten.
Hoe dit zij, „Uilenspiegel" is er nu
eenmaal voor gaan zitten om met
spotten zijn brood te verdienen.
Doch hooggeplaatste landburgers
moesten hun pen beter in toom
weten te houden.
Sociale nood.
Wat zal mijn zoon, of wat zullen
mijne kinderen toe i marden, is de
geduri? herhaalde vraas: van menigen
O O O
bezorgden vader bij het zien van de
zware concurrentie op schier elk ge
bied.
Inzonderheid, wanneer de kinderen
//goed kunnen leeren//, en men kans
ziet om aan het//leergeld//te komen.
Niet alleen in ons land is in dit
opzicht de sociale nood hoog geste
gen, maar geheel Europa door rijst
hierover klacht.
In Frankrijk bv. melden zich voor
eene kleine administratieve betrek
king, die weinig meer dan een dui
zend gulden inkomen belooft, bij
honderden gegradueerde personen aan.
Of dus de markt ook overvoerd
is van //het intellectueel ontwik
kelde//!
En, dit kan ieder begrijpen, die
geleerde leegloopers zijn een ware
plaag voor de maatschappij, want
lecge hinden zoeken werk, en ont
wikkelds hersenen azen op denkwerk.
Wat moet men dus doen? Het
studeeren beletten, of alleen voor de
rijkeren den weg daartoe overlaten
Och neen, dat behoeft niet en het
zou ook thans niet meer baten, om
dat de democratische strooming daar-
voor veel te sterk werd.
Neen, maai' de dwaze gedachte moet
bestreden worden, dat alleen eene
hooge schoolsche ontwikkeling den
mensch waarde geeft en nuttig maakt
voor de maatschappij.
Men moet weer nuchteren worden,
en gaan beseffen, dat zoowel de
schoenmaker en de kruidenier als
de meester in de rechten een eer
lijke roeping heeft in de maatschappij,
en dat een goed verstand en meer
nog een goed karakter noodig zijn
bij eiken werkkring.
Dan zal alles wat vleeren kan//
niet langer op de schoolbanken blij
ven hangen, maar zal de vraag op
den voorgrond komenvoor welk
soort bezigheid heeft mijn kind meer
speciaal aanleg.
VIL
De protectie in Duitschland werd weer
ingeluid. Na 1818 had meer het vrijhan
delsidee voorgezeten, hoewel de invoer
rechten toch nog s a io pCt. bedragen
hadden. Aldus-eindigden we ons vorig arti
kel. De fabrikanten begonnen te klagen
over de concurrentiede landeigenaars
over de slechte oogsten, waardoor de
pachters hun de pachten niet konden op
brengen. De eigenaars der groote ijzermij
nen hadden reeds in 1876 klachten geuit
over den invoer van buitenlandsch ijzer
een wetsontwerp werd weer ingediend,
maar afgestemd.
Den izden Nov. '78 kwam een schrij
ven in van Bismarck aan den Bondsraad,
waarin hij aandrong op het benoemen van
-
eene commissie, die het tarief van invoer
rechten nauwkeurig moest onderzoeken en
er dan verder verslag over moest uitbren
gen. In eene conferentie van Ministers te
Heidelberg ontvouwde Bismarck zijn plan
nen. De geldelijke toestand des rijks was
zoo, dat vermeerdering van inkomsten
dringend noodzakelijk was, en nieuwe of
hoogere invoerrecht2n konden aan die ver
meerdering uitstekend een handje helpen
Daarbij, andere landen gaven eene uitvoer-
premie, zoodat Duitschland met goederen
van buiten overstroomd werd, en als het
nu hooge invoerrechten ging heffen, stond
het sterker tegenover die landen, welke
eene uitVoerpremie gaven maar ook als er
nieuwe handelstractaten moesten gesloten
worden, dan kon het bedingen, dat de
buitenlander op Duitsche waren weinig in
voerrecht hief, en dan zou Duitschland ten
gunste van zijn welwillenden buurman ook
de rechten verminderen. Op het schrijven
van 1 z Nov. volgde dat van 15 Dec., in
houdende een protectionistisch program,
nl. een algemeen invoerrecht op alle bui-
tenlandsche artikelen; uitgezonderd konden
worden de voor de industrie noodzakelijke
grondstoffen. De waarde der ingevoerde
goederen bedroeg in '77 3877 millioen
mark (1 m. 60 ct.); tolvrij was een
waarde van 2853 millioen; nu wilde hij
een gedeelte van die 2853 mill, tolvrij
laten, zooals de grondstoffen, maar al was
het maar, dat er van die som een 1400
mill, kon belast worden, dan bracht het
voor de schatkist toch nog a 5 pCt, een
voordeeltje op van ruim 70 mill. Daaririj
nog werd de binnenlandsche industrie be
schermd en de volkswelvaart vermeerderd.
Dat de verbruikers er schade van zouden
hebben, en met name de mindere man,
geloofde hij nietalthans niet bij die ar
tikelen, die in Duitschland ook in voldoende
hoeveelheid konden geproduceerd worden.
De invoerder zou dan 't invoerrecht moeten
betalen geheel en al, en de gebruiker zou
niets meer betalen, dan dat hij gewoon
was. Op dat punt was Bismarck nog al op
timistisch gestemdhij geloofde, dat er
van prijsverhooging bij invoerrechten, niet
zoo gauw sprake kon zijn. Hij eindigde
zijn schrijven aldus
»De terugkeer tot het beginsel der al-
gemeene tolplichtigheid beantwoordt aan
den tegenwoordigen toestand onzer handels
politiek. Nadat de poging om met Oos-
tenrijk-Hongarije een nieuw handelstractaat
te sluiten of het bestaande te verlengen,
mislukt is, hebben wij het recht gekregen
ons toltarief weer zelfstandig te regelen. Bij
de herziening van het toltarief moet alleen
ons eigen belang gelden. Dit belang zal
misschic* later tot nieuwe conferenties over
tariefverdragen met het buitenland leiden.
Zullen echter zulke conferenties met het
vooruitzicht op een voor Duitschland gun
stig resultaat gevoerd worden, dan is het
noodzakelijk eerst een algemeen toltarief te
scheppen, dat onze geheele binnenlandsche
productie tegenover de buitenlandsche in
den gunstigst mogelijken toestand brengt.«
Het was Bismarck te doen om meer
geld om bescherming der inlandsche pro
ductie om vermeerdering daarvan en ten
slotte, als gevolg van een.en ander, hoogere
volkswelvaart. Den 2den Mei '79 kwam
het nieuwe tarief in behandeling", en 'Wint-
horst, de voornaamste woordvoerder van
het Centrum, verdedigde het met klem en
kracht tegenover Bamberger en Richter,
de voorstanders van den vrijen handel. Het
werd aangenomen met 217 stemmen voor,
en 117 tegen. Zoo kwam de omkeer in de
Duitsche handelspolitiek tot stand, welke
op dit oogenblik nog niet is veranderd
nog is Duitschland protectionist.
Het gaat steeds denzelfden koers uit,
getuige het pas uitgegeven of voorgestelde
nieuwe handelstarief, waarover al zooveel is
rr-rn:
geschreven en gesproken. Het is de gees I
van Bismarck, die nog rondvaarthet is
nog het streven om het eigen productie
gebied tegen concurrentie te beveiligen,
zooals ook bijna al de andere landen doen
het wil den buitenlander wel zijn markt
openen, op conditie, dat de buitenlander
ook diens markt vrij opent. Er zijn thans
in Duitschland 56 mill, menschenen er
moet brood zijn voor allen, en waar is het,
dat de invloed der massa de maagkwestie
almeer tot een belangrijk politiek vraag
stuk heeft gemaakt. Geen grauwe bespie
gelingen, zegt daarom de Duitschermaar
rekening gehouden met de werkelijkheid, en
die isde buitenlander zou onze markt
overvoeren ten koste van onze eigen indus
trie de buitenlander zou maar aanvoeren,
maar zijn eigen havens sluiten voor ande
ren. En natuurlijk door die groote toename
van bevolking moet Duitschland wel op
zijn tellen passen, dat de vreemdeling niet
met de winst gaat strijken.
Het statistisch bureau te Pruisen deelt om
trent de aanslagen in de-inkomstenbelasting
de volgende cijfers mee, die op de ont
wikkeling der volkswelvaart niet onbelangrijk
licht werpen
INKOMENop V Land 1892. op 't Land 1899.
f 510 f 1800 5.24 pCt. 5.96 pCt der beo.
f 1800 5T00 0.38 0.11
f 5700 f «0000 0.05 0.06
hooger 0.002 0.002
INKOMEN; Steden 1892 Steden 1899.
f 540 f 1800 9,91 pCt. 11.26pCt derbto.
f 1800 f 5700 1.61 1.73
5700/ 60000 0.39 0.41
hooger 0.01 0.01
Uit deze cijfers blijkt, dat de lagere in
komens sterker zijn toegenomen, dan de
hoogere, en dat dus in elk geval voor
Pruisen onwaar is, wat de Socialisten zoo
graag beweren, dat het kapitaal zoo op
hoopt.
Ook blijkt, dat de toename der lagere
inkomens) in de steden grooter is dan op
't platteland, en vermoedelijk wijst dit op
de uitbreiding van industrie.
We wenschen als slot van dit artikel te
geven,ij ^Een onderzoek naar den invloed,
welken de beschermende rechten in Duitsch
land he bben gehad op den toestand van
arbeiders en landbouwers enz.« ingesteld
door een 14 tal Boeren enz. uit het Old-
ambt. Hun rapport luidt aldus
«LAND BOUWTOESTANDEN*.
«De streken, die wij doorreisden, hadden
veel overeenkomst met de Provincie Gro
ningen. Men vindt er boerderijen met 30-
50 H.A grond. Riddergoederen, zooals
in Oost-Pruisen en Pommereu, worden er
niet aangetroffen. Op de vraagWordt
de arbeid na de invoering van 't bescher
mend stelsel beter betaald dan vroeger
kregen we met eene uitzondering een be
vestigend antwoord. De meesten, die zoo
welwillend waren onze vragen te beant
woorden, waren van oordeel, dat de loo-
nen zouden dalen, als de invoerrechten
werden afgeschaft.
De vraagHebben de groote werken,
die bij u worden uitgevoerd, invloed op
de loonen? is door allen met ja beant
woord.
De vraag Zouden er zonder invoer
rechten gelden gevonden worden voor die
werken, werd door een groot deel ontken
nend beantwoord.
De vraag, of de grond, die thans in
cultuu, is, dat zou kunnen blijven bij af
schaffing der invoerrechten, werd algemeen
met neen beantwoord. Enkelen verklaarden
echter van ja.
De vraagIs de veefokkerij er door
vermeerderd of verbeterd, werd overal
bevestigend beantwoord.
De prijs van het tarwebrood kon niet
nauwkeurig worden opgegeven, omdat het
niet per K,G. wordt verkochtdie van het
roggebrood bedraagt gemiddeld 8 cent per
K.G.; 't verschil in prijs ontstond dóór de
kwaliteit van 't brood.
m