L Advertentien Gresbuizen, Hoogstraat 126, Eene goede voorzorgs maatregel. A. DIJEEES, Middolhatnis I Uit de Pers. Tuisi- en Landbouw. Vraagbaak. De Oorlog?. ROTTERDAM. hetzelfde land, waar die goederen van daan kwamen, en na die intrekking steeg de in voer en uitvoer in 1850 met 20 proc. Doch in 1897 geschiedde er iets, dat overal in Europa de opmerkzaamheid trok. Het was in 1897, dat Engeland de han delsverdragen opzei, die sinds meer dan 30 jaren de handelsbetrekkingen regelden en beheerschten tusschen dat Rijk en Duitschland met België, en eene nieuwe tol-unie gesloten werd tusschen Engeland en Canada. De eerste minister van Canada was, vol gens de berichten uit die dagen, over gekomen om Engeland voor die nieuwe Unie te winnen de Engelsche waren moch ten in Canada ingevoerd worden met eene verlaging van 12Y2 procent, en na 1 Juli '98 met 25 proc., onder conditie dat En geland en de koloniën evenzoo zouden toe stemmen in eene verlaging voor Canada. Nu was art. 7 van het Duitsch-Engelsch verdrag een struikelblok voor die nieuwe Unie, want daarbij was bepaald, dat de Duitsche producten niet hooger getarifiéërd mochten worden dan de Engelsche; en als dus de Engelsche tarieven werden verlaagd moesten het ook de Duitsche worden. En de uitslag was, dat Engeland de verdra gen op zei, en het de toluuie sloot, waar door het andermaal de vleugels wijder uit kon slaan. Toen, bij die gelegenheid, toen men zag dat door die tolunie het be ginsel van vrijen handel was aangerand (Duitschland werd tegengewerkt) ging er meer dan één tong los over het heilzame van Engelands besluit. En èèn der bladen schreef toen »We zijn altijd bereid voor de noodige veranderingen in onze handels politiek een debat te voeren. Maar we kunnen moeielijk een ernstige discussie aangaan met dezulke, die alle wijzigingen van zoodanigen aard reeds te voren ver werpen met de bewering, dat ze tegen het beginsel van den vrijen handel indruischen, presies alsof dit stelsel niet de geringste wijziging van gedragslijn zou toelaten. In werkelijkheid is de vrije handel slechts voor die landen goed, waar hij gunstige resultaten ten gevolge heeft. Een ander orgaan schreef »Men heeft in het kamp der vrijhandelaars beweerd, dat de internationale doorvoering van het rijv- handelsstelsel,een tijdperk van economischen vrede tusschen de natiën inluiden zou doch waar men zijn denkbeelden geheel verwezenlij ken kon, heeft juist 't tegendeel plaats gehad. Ofschoon wij onze havens voor een ieder hebben openstaan, zijn wij onder alle han delsvolken het bitterst gehaat.* Het streven is er in Engeland, om alle koloniën zeer nauw met het Moederland te verbinden, dan is Engeland onafhanke lijk van Europa, want die koloniën produ- ceeren, wat het veel noodig heeften is eenmaal één groote tolunie opgericht tus schen al de koloniën en haar Moederland, dan gaat Engeland de deuren sluiten voor Europa, en de invoeren van 't buitenland zullen gaan verminderen. De eerste minister van Zuid-Australië sprak het uit: Ook bij ons wil men den band nauwer aanhalen. Maar dan moet het Moederland de invoerrechten op onze pro ducten verlagen. Australische wijnen en spiritualia zijn evengoed als die van an dere landende productie zou aanmerke lijk stijgen, als het invoerrecht op deze artikelen verviel, en als wederdienst zou Australië afzonderlijke rechten heffen op niet-Britsche producten. Australië zou En geland beschermenzijn waren aan lage rechten onderwerpen, en waren van andere landen hooger belastenmaar dan moest ook Engeland vour Australischen wijn en spiritualiën lagere rechten heffen. Al deze uitspraken en handelingen wijzen er op dat het Engelands naaste doel, is om verlost te worden van Europeeschen ot liever van buitenlandschen invoer, en wij gelooven, dat de tijd komen zal, dat de invoer van Europa naar Engeland zeer zal gaan ver minderen; dan zal «èn machtig rijk met zijne koloniën »één en onverdeeld* staan te genover landen, die elkander nu door allerlei tarieven het handelsleven reeds moeilijk ma ken. En een Duisch blad deed reeds de vraag, of Engelands overgang tot het pro tectionisme den doodsteek geven zou aan de Duitsche handelsontwikkeling. Althans wat de suiker betrof, waarvan Engeland èèn der grootste afnemers is. Doch genoeg. De volgende week zien we eens naar En gelands landbouw en de wensch om pro tectie. Minister Kuiper en een stukje historie Dr. Abraham Kuiper werd den 29 Oct. 1837 te Maassluis geboren, waar zijn vader predikant was. Zijn ouders waren Jan Hendrik Kuiper'en Henriette Huber, eene afstammeling van een Zwitsersch geslacht. In 1849 werd vader naar Middelburg beroepen, waar de zoon de lagere school bezocht. Ben zijner medeleerlingen was de latere Mi nister Tak van Poortvliet, minister van Binnenlandsche zaken van 21 Aug. '91 tot 9 Mei '94. Van '49 tot '55 was Kui per te Leiden op het gymnasium tot hij den 16 Juli '55 als student in de letteren en de godgeleerdheid aan de hoogeschool aldaar werd ingeschre ven. Den 20 Sept. '62 promoveerde hij tot doctor in de theologie. Bijn a een jaar later werd hij beroepen te Beesden deed zijn intree op 7 Augs. '63. Hoewel nog modern, was hij door zijne studiën over Calvijn met de gereformeerde be ginselen bekend geworden. De gesprek ken, die hij in dat dorpje met vrome Christenen voerde, waren hem ten zegen. „Hun taaie volharding, zoo schreef hij later in een zijner werken, is mij de zegen voor mijn hart, het opgaan van de morgenster mijns levens geworden. Ik was wel gegrepen, maar had het woord der verzoening nog niet gevonden. Dat hebben zjj mij gebracht met hun gebrekkige taal in den absoluten vorm, waarin mijn ziel alleen rust kan vinden." Uit Beesd ging hij r,aar Utrecht deed zijn intree op 10 Nov.'67 met de rede: „De menschwording Gods is het levens beginsel der kerk." Daar kwam hij ook in aanraking met Groen van Pristerer, toen de leider der Antirevolutionaie partij. Den 31 Juli '70 nam Dr. Kuiper afscheid van zijne ge meente te Utrecht met eene rede over „Conservatisme en orthodoxie"; en deed zijne intree te Amsterdam met een rede over: ,,de Kerk als organisme en insti tuut." Den 1 April '72 werd hij redacteur van „De Standaard", vierde 1 April'97 het 25-jarig jublilee van dat redacteur schap en is thans nog de hoofdredacteur. Den 20 Oct. 80 werd de vrije Univer siteit gesticht. Werd hij in 1874 lid der Tweede Kamer voor't district Gouda de laatste jaren was hij het voor Sliedrecht en heeft zijn arbeid nu zien bekronen met "t Ministerschap. Wij besluiten dit stukje levensgeschiedenis met wat de N.R.Ot. schreef bij gelegenheid van dat zilveren feest„Dr. Kuiper moge al of niet een voortreffelijk theoloog, een emi nent geleerde, en in de staatkunde, naar Groen van Prinsterer reeds in '74 erken de, een geniaal leider zijn, nu gedenkt men de enorme beteekenis van dezen nooit moegeschrevene als schrijver van een geheel nieuwen, geheel eigen, steeds even Itisschen en forschen stijl." Maar voegen bij dat woord ook het treffend schrijven van den zoon van wijlen Mi nister Keuchenius „Wij gelooven niet, dat 't mogelijk zou zijn één Nederlander aan te wijzen van zooveel gezag, van zooveel invloed en tegelijk van duizenden zoo geliefd als Dr. Kuiper. Hjj dankt dit roemvolle en benijdenswaardige standpunt aan het feit, dat hij de schitterende geestesgaven hem van God geschonken, heeft weten dienstbaar te maken aan de verlevendi ging van denNederlandschen volksgeest, aan de behartiging der teederste en dierbaarste volksbelangen, aan de ver heerlijking vooral van Hem, Dien nog een zeer groot gedeelte van het Neder- landsche volk eert en aanbidt als dm Verlosser van zondaren, als den Koning der Koningen, zonder wien het niets kan en ook niets vermag." Zegene de Heere dit Ministerie mot zijnen onmisbaren zegen Treurige cijfers. Bij de jongste tienjaarlijksche volks- telling is gebleken, dat tot geen kerkelijke gezindte behoorden Mannen. Vrouwen. Noord-Brabant 506 335 Gelderland 2788 2388 Zuid-Holland 11191 8414 Noord-Holland 24396 19305 Zeeland 1484 1098 Utrecht 1142 762 Friesland 12687 10569 Overijsel 2099 1507 Groningen 6748 5731 Drente 1075 788 Limburg 92 31 64198 50978 Samen li5176. Uit de telling van 1899 vindt men in de jaarcjjfers 81065, zoodat het aantal met luim 30000 is toegenomen, of met 37 procent, terwijl de bevolking slechts toenam met 13 procent. Die menschen zijn niet Ned. Herv. niet Gerefniet Eoomschniet Lu- thersch; niet Israëlietniet Doopsgezind niet Remonstrantsch geen Hernhutter geen Wat voor godsdienstige beginselen hebben ze dan wel Met een boekske in een hoekske Of is 't totale afkeer van godsdienst In Boa z, orgaan van de Vereenigiug van Ned. Patroons, leest men; GRONINGEN EN DE SOCIAALDEMOCRATIE Groningen dreigt thans het holwerk der soci aaldemocratie te worden. Versohiliende oorzaken zijn daarvoor aan te geven. Allereerst de wanverhouding tussohen de pa troons en de arbeiders. Yooral do boeren zijn in Groningen groote heeren, dio zioh over het algemeen weinig om het geestelijke en stoffelijk welzijn der arbeiders bekommeren. Is bet won der, dat de sooiaaldemocratisohe leeringen in de mokkende gemoederen der landarbeiders een weltoebemdon bodem vinden? Eene tweede oorzaak is de jarenlange heer schappij van het modernisme. H«t modernisme- heeft patroons en arbeiders van het Woord Gods vervreemd. Beiden hebben dientengevolge hunne verplichtingen tegenover elkander vergeten. Beiden zoeken boven alles de dingen, die be neden zijn. De boeren exploiteer«n de arbeiders en de arbeiders leeuen gretig het oor aan de prediking van den klassonstrijd, die hun de verlossing belooft te brengen. En als derde oorzaak kan nog genoemd wor den de geringe doorwerking van het Christe lijk beginsel, zoover dat in Groningen nog be leden wordt. Ook de Chistenen in Groningen hebben zioh teveel in hun kerkje opgesloten, en het laat-m lar-waaien-stelsel tegenover het maatschappelijke cn politieke leven toegepast. Geen wonder derhalve, dat de sociale recep ten der socialistische kwakzalvers thaDS in Gro ningen gretig wordon aangenomen. Het Socialisme wordt uit Triesla 11 d ge bannen, het wint veld in Groningen; de velden zijn daar wit om te oogsten, De plaats van den arbeider te Groningen was op 'tland, en.... in den stal of in't ach terhuis, vaak zonder warmte en licht; de arbeider was den Groningschen boer niet meer waard dan zijn machine. Bij zulke onmenschelijke toestanden wast het zaad der ontevredenheid tot esn machtige plant van haat en vijandschap op. En 't socia lisme juicht DE HEER BULTMAN OYER DE COMMIS SIE TOT UITVOERING VAN DE WET OP DE PAARDENFOKKERIJ. lu ons vorig nummer roerden we reeds even het ingezond-.u stuk des hoeren Bultman in het „Nederlandbch Lundb. Weekblad" aan. Thans willen we daarbij nog wat uitvoeriger stilstaan. 't I3 blijkbaar inzonderheid de benoeming van Kapitein K. D. Punt, die den heer Buitman 't meest ontstemt tón ora aan te toor.en, dat hij niet alleen staat in dezen, haalt hij in de eerste plnats aun, wat omtrent de bewuste benoeming in eenige vakbladen („Paardonwoekbladen)" gezegd wordt- 1. „Het Paard", waaraan de heer Punt mede werkt, debit eenvoudig diens benoeming mede. 2. „Onze Paarden" zegt er meer van. Dit blad meent, dat menigeen teleurgesteld zal zijn, dat als vast lid niet een fokker is benoemd. Toch wil het de benoeming van kapt. Punt niet critiseeren, omdat deze geen fokker is, maar wel, omdat de heer Punt „herhaaldelijk getoond heeft, niet goed te begrijpen, wat in het belang is van de paardenfokkerij." Dit wordt verder door voorbeelden aangetoond. 3. „Hippos", wat betreft Paardenfokkerij, ge redigeerd door Kapitein Quadokker, is ook lang niet weinig uit zijn humeur. Het blad schrijft o.m.Ons land, dat eeuwen lang paarden fokt, dat provinciën bezit, die ten allen tijde en ook nu nog op de wereldmarkt een bijzondere guu- stigen naam bezitten voor de paarden die zij teeleu, dat tal van fokkers kan aanwijzen ver grijsd ia het kweeken van paarden ea vol erva ring zoowel Wat binnen- al» buitenlandsche teelt betreft, dit land bezit geen enkel burger persoon door den Minister bekwaam geaobt om aan het hoofd te staan der keuringsoommissie." In dezen trant gaat het nog twee, drie ulinea's voort en wij zien dus, dut de heer Bultman niet de eenige is, die de benoeming van den heer Punt afkeurt. In 't bewuste ingezonden Buk wordt verder de meening van den heer Bultman zelf gegeveD. Hij begint mot te zeggen, dat bij, als een der oudste en grootste paardenfokkers van ons land de benoeming betreurt. Verbaasd heeft ze hem evenwel niet, na de beaoeming vaa den tegen- woordigen inspecteur van den Landbouw en den inspeoteur bij de uitvoering van de boterwet. En dan treedt de heer Bultman verder in eenige bijzonderheid wat betreft deze benoeming. Aller eerst blijkt uit zijn schrijven zijne persoonlijke sympathie voor den heer Punt, maar voor doze betrekking aoht de heer B. hem geheel onge- sohikt. „Voor de geldelijke belangen van de paarden fokkers voelt hij niets." Deze uitspraak acht de beer Bultman en stellig meerderen met hem geweltigd, en wat kapitoin Punt sohreef over de te Haarlemmermeer gehou den keuring „Na deze keuiingen zoo staat er in „Het Paard" moet een ieder op nieuw overtuigd zijn, dat door op deze wijze vooit te gaan en door opfokken eii invoeren van goede hengsten in de Haarlemmermeer een groot aantal beste tuigpaarden van hoogo waarde kan gefokt worden, en is het te betreuren, dat oen enkele Belgische hengst, die dit jaar voor 't oerst er dekt er veel kan bederven, de anderhalfjarige afstammelingen daarvan zullen wellicht vrij duur worden verkocht, maar er zullen ook merries voor aanstaande fokpaarden van worden aange houden en welke waarde zullen die hebben voor het vormen en onderhandelen van een constant ras." Dus, zoo zegt daarop de heer Bultman, de bedoelde hengst kan den fokker winst geven. En tooh zou hij door den heer Punt ongesehikt geacht worden, omdat hij niet voldoet aau de eischen, die hij (de kapt.) als liefhebber stelt. Het is zeer te betreuren, dat de boer, die voor zich en zijn gezin brood moet vinden uit de uitkomsten van zijn vak, aihaukelijk is van de opinie van maanen, die buiten 't vak staan en liefhebberen. „Wordt bet toch eindelijk niet eens tijd, dat de landbouwers dat stille mopperen staken en zioh vereenigen, om hunuo rechten krachtig te heroveren Gaarne helpen we den heer B. hopen, dat door zijn geschrijf velen wakkei' geschud zullen worden. De „stille" mopperaars zijn al op den goeden weg, maar daa>- zijn er vog zoovolon, die nog niet eens merken, wat er te doen is. Dat ook hun de oogen geopend mogen worden M.. Vragen en Antwoorden worden kos teloos geplaatst. Antwoorden of medodieingen zijn met hetzelfde nummer gemerkt als de vragen, waarop ze betrekking hebben' Vragen. 131. Waarom bijt een kat wel spits muizen dood, maar eet ze niet V. 132. Bedraagt het verschil tusschen een Voornsch en een Zeeuwsch gemet veel P Geen landbouwer. 133. Kunnen kamerplanten sterven, wan neer men petroleumlampen door gaslam- den vervaut. X. 134. Zou liet vruchtpluis van populie- lieren geen waarde bezitten, 't Lijkt zeer veel op kapok. D. te O. 135. Hoe maakt men de zoogenaamde ansichtkaarten Een lezer. Antwoorden en Mededeelingen 128. Onlangs zag ik het volgende mid del tegen broedsohe kippen toegepast en wel in een hoenderpark. A He kippen welke de kwail vertosndeu bracht men in een ruim hok met harden vloer. Voorts behandelde men ze, alsof er niets aan de hand was. Men voerde goed en geregeld en zorg voor versch drinkwater. Binnen acht dagen was de neiging tot broeden over, vertelde mij de oppasser. M. 129. Zemelen bevatten een grootere voedingswaarde dan menigeen denkt. Zoo als hekend is, vormen ze de buitenste laag van de korrels. Ze zijn rijk aan eiwit. Ik zelf gebruik ze ook met succes. Een kippenhouder. 130. Dat gelooven we. Cineraria's zijn tweejarige planten. Na den bloei sterven ze af. Koop in vervolg zulke planten als ze nog zeer jong zijn, dan hebt gij er langer ple zier van. Ook kunt gij er zaad van uit zaaien en de planten van meet af zelfs kweeken. Men zaait gewoonlijk Juli. Nu zou 't ook nog gaan. Een bloemenvriend. Heciames JBededeelingen enz. 20 Cent per regel. liet is voor het onderhoud der gezond heid van het grootste gewicht, de storin gen, hoe gering zij ook mogen zijn die zich in het Organisme voo doen, de groot ste aandacht te schenken. Vroeger waart gij krachtig, levenslustig, en thans na de geringste inspanning zijt gij vermoeid. Bij 't trappenklimmeu moet gij dikwijls ophou den verblindingen doen zich in gezicht voor en valt gij eindelijk in een toestand van zwakte, dat alle arbeid u hindert, met een woord gij zijt bloedarmoedig. Mej. terWOLDE volgens portret. Deze verschillende verschijnselen doen zich niet te gelijk voor, maar langzamer hand en op eens zijt gij niet mfer in staat aan het kwaad weerstand te bieden. Zulks was ook het geval met juffrouw ter Wolde le spoorbrug te Enschede, ook zij was langen tijd lijdende aan rug- gepijn, duizeligheid, gebrek aan eetlust, euz., kortom alle ongeriefelijkheden die uit de bloedarmoede voorspruiten en thans 11a gebruik van slechts eenige doozen is zij nog nooit zoo gezond geweest. Maakt mijn attest bekend 111 de hoop dat zulks ook de gewenschte uilwerking voor anderen mag hebben. De Pink-Pillen zijn de onovertreffelijke spierversterker zij her geven kracht aan de zwakken en zijn voor de delicaatste personen onschadelijk. Zeer werkdadig tegen bloedarmoede, rheumatiek zenuwpijn. Zij geven schoone kleuren aan de bleeke gelaatskleuren handelen in alle tijdperken der verzwakking bij de vrouw en veroorzaken bij den man eene werk- dadige werking tegen al de ziekten ver oorzaakt door lichamelijke en geestelijke overspanning en door buitensporigheden. Prijs f 1,75 de doos f 9 per 6 doozen- Verkrijbaar bij Snabilié Steiger, 27. Rotterdam, hoofd-depothouder voor Ne derland en Apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar voor Sommelsdijk en omstreken bij de firma DIJKEMA DOORNBOS, te Somrre'sa k. MOEDIG STAND HOUDEN. In het onderhoud, dat een medewerker van de Parijsche „Figaro" met president Kruger heeft gehad, kwam weer duidelijk aan den dag. hoeveel vertrouwen ook den ouden president bezielt ten aanzien van het ^uiteindelijke» resultaat van den oorlog. De strijd is nu niet meer beperkt tot de beide republieken, maar strekt zich aver heel Zuid-Afrika uit. Luister wel, zoo sprak >Oom Paul'' tot den Franschman Wanneer iedere duim gronds van de republieken zou zijn in het bezit van de Engelschen, wanneer de heer Chamberlain genoeg soldaten zond om de republieken te bedekken, z u de oorlog nog even hardnekkig in de Engelsche kolo nies van Zuid Afrika worden voortgezet Overal waar een man van ons ras is, staat een burger gereed de wapens op te nemen voor de verdediging van de vrijheid. Het ophangen van de Afr kaanders heeft slechts ten gevolge, dat er nog veel meer in opstand komen. Voor onze zaak kan men niets beters doen. Uit het bloed der martelaren worden de wrekers geboren Heerlijke woorden van krachtig geloofs vertrouwen waren het die de President sprak Het is niet onze wensch, dat de oorlog voortduurt. Wij verd digen onze onafhan kelijkheid. Zoodra die ons wordt gewaar borgd, zullen wij de wapenen neerleggen, maar niet vóór dien tijd. Wanneer de vaders gestorven zullen zijn, zullen de zonen voort gaan met te strijden voor de onafhanke lijkheid, en na hen hun kleinzonen. Wanteen ras kan men niet uitroeien, en een krachtig ras zal de vrijheid nimmer prijsgeven. De Engelschen smachten naar vrede, zoo goed als wij. Zij zullen hem sluiten, wanneer zij het wenschenmaar zij weten op welke voorwaarden dat zal moeten zijn. Ik behoef hun dat niet meer te herhalen, ons besluit is onwrikbaar. Ik hoop, dat zij het moede zullen worden, zich te ruineeren, om ons te verdrukken. Maar w ij zullen het nooit moede worden, ons te verzetten tegen hun dwang juk. Zij vechten om te veroveren, wij voor de vrijheid. God is met onsHij zal ons niet verlaten. Meer dan ooit heb ik ver trouwen in den goeden afloop Zulke woorden doen weldadig aan, nu Engeland zich' blijkbaar gereed gemaakt voor een nieuwen coup tegen de Boeren, een stadium van nieuwe gruwelen opent een waar schrikbewind begint, om het kort te zeggen. Op alle manieren heeft Albion het al geprobeerd om de Boeren klein te krijgen, maar zonder resultaat. Thans zullen de zoogenaamde rebellen in de Kolonie als roovers worden behandeld, als vogelvrij-verklaarden, die op staanden voet mogen opgehangen of neergeschoten worden. Het Schrikbewind is aangekondigd en zal zijn bloedig werk straks beginnen. Doch het getuigenis van Kruger bevestigt wat we uit anderer mond reeds voorlang hoorden: op die manier komt Engeland er zeker nooit. De Jingo's kennen de natuur der Kaapkolonische Boeren niet, als ze meenen door daden van terrorisme hen te kunnen overheerschen. Slachtersnek bewees het m vroeger tijden wel anders. Men kent Chamberlain's jongste harts tochtelijke rede in het Lagerhuis. Natuur lijk vloeit de Jingo-pers over van lof voor deze speech. En vooral de aangekondigde maatregelen van weerwraak tegen de Boeren doen haar weldadig aan. Er zal nu gebeuren wat de Iersche leider Redmond Vrijdagavond bij het ffebat zoo treffend deed uitkomen. Chamberlain's rede, zeide hij, maakte één ding duidelijk, nl. dat de Britsche regeering den verdelgings oorlog in Zuid-Afrika verlangde. En Red mond verwachtte, dat de Boeren maar een antwoord zouden geven, nl. doorvechten, tot zij zich vrijgevochten hebben van Enge land. Zoo zal dan in Zuid-Afrika een bloedbad aangericht worden. Maar hij, Redmond, kon niet anders dan Gods zegen afsmeeken voor de zegepraal der Boeren. (Luide bijval op de Iersche banken) De Morning Post verneemt uit Brussel, dat president Steyn er na veel wederwaardigheden in geslaagd is, het kamp van De Wet te bereiken. BRITSCHE VERLIEZEN. De Engelsche verliezen over de maand Juli bedroegen volgens officieele opgaven Gesneuveld 11 officieren en 124 man schappen, overleden aan wonden of ziekte 1 officier en 229 man, gewond 31 officie ren en 439 man teruggezonden als inva liden of 11a verstreken diensttijd: 378 of ficieren en 5962 man. Vermindering van liet leg'r gedurende Juli 1901 42 L officieren en 67 54, man te vamen 7175 man. De lijst bevat gem opgave voor de ru brieken gevangen genomen, vermist, ziek en gedesei teerd. DE DERDE? Het Engelsche blad de Standard* ver neemt van zijn correspondent te Kaapstad, dat lord Kitchener, tegen het einde van Augustus naar Engeland zal terugkeeren en als opperbevelhebber in Zuid-Afrika zal worden opgevolgd door Sir Bindon Blood. Eerst kreeg Buller er genoeg van toen Roberts en nu Kitchener. van Een KAROS op vasten as. zoo goed als nieuw. Een HiTTENKAR met dubbele veeren om: zware vrachten te rijden. Een HONDENKAR op veeren, enz. enz. UEd. dw. dnr., Oude Tonge. L de WINTER. Agentschap le Ned. Transport Verz.- Maafschappij Rotterdam. evert met toenemend 3ucces£e «ttort voor Dammen. Concureerende Prijzen. van HENNESSE, Het beste in de stad voor Logies. Voor Dineren speciaal ingericht. Huid uit door lage prijzenvlngge, nette en zindelijke bediening. Let vooral op Hoogstraat 126. f

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1901 | | pagina 2