Yrijdag 26 Juli 1001
Zestiende Jaarg. No. 823.
voor it© KuidliolEanfIürhe en Zeeuwscli© Eilanden.
An tirevo lu tionair
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
FEUILLETON.
Steeds hocger.
T. BOEKHOVEN.
ren en Yan
p naam en
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
ifeonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
ASIe stukken voor tie Mfcedactle bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te reisden aan den Uitgever.
IVie steunt de zaak
invoerrechten.
Wordt Duitschland meer vrij
handels gezind?
eer ruim gesor
at U zult aan-
et vergevorderd
egen zeer voor
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
ÜITGEVEI-t:
Grooto letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij besiaan
Advert oliën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Bij dit nummer behoort een
JttlJFOECSEli.
In Mei 1897 werd in Utrecht door de
Vereeniging tot bescherming van den
nationalen arbeid, landbouw en nijverheid,
de volgende circulare verspreid:
Bescherming van den nationalen arbeid. Vit
Utrecht ia door de hieronder genoemde Yereoniging de
volgende circulaire Terpreid:
Evenals in andere provinciën des ryks doen zioh
ook in Utrecht stemmen hooren voor een krachtige
beweging, om de NederlandscUe arbeid, landbouw eu
nijverheid tegen de concurentie van het buitenland
te beschermen door een herziening en uitbreiding
van ons tarief van invoerrechten
Daartoe dringt, de nood der tijden, nu in schier
alle takken van ons volktbestaan graanbouw,
veeteelt, cuivel-industrie, njjverheid gedruktheid
heerscht.
Het is u bekend, dat terwijl ons land wordt over
stroomd met vreemd graan en tal van andere artikelen
die ook in ons land kunnen worden voorgebracht
het buitenland de voortbrengselen van onzen bodem,
looals boter en kaas, zwaar belast of wel zjjn grenzen
voor ons sluit, zooals b.v. voor rundvee en varkeus
welke «iet meer aan het buitenland kunnen worden
geleverd.
Het gevolg hiervan is, dat jaarlijks voor honderden
naillioenen guldens meer wordt ingevoerd dan uitge
voerdeen groot gedeelte hiervan, dat thans in het
buitenland aan arbeidsloon enz. wordt uitbetaald, zou
in het binnenland kunnen worden verdiend en den
nationalen arbeid ten goede komen.
Bjj heffing van invoerrecht op vreemde artikelen,
evenals het buitenland doet, zal de graanbouw weder
met voordeel kunnen worden uitgeoefend, zal door
uitbreiding van den graanbouw do veeteelt en
zuivelindustrie inkrimpen en weder een loonend
bestaan kunnen opleveren en zullen veel takken van
onze nijverheid, o.a. meelfabrieken, houtzagerijen,
Bteenbakkerjjen, leerlooierijen, enz. thans kunst
matig gedrukt door buitenlandsche invoerrechten of
uitvoerpremiën niet langer bjj de buitenlandsche
ten achter staan.
Bovendien geeft zwaardere belasting van vreemde
artikelen aan de Regeering een middel om krachtig
te kunnen aandringen op openstelling van de buiten
landsche grenzen voor ons vee, en onze varkens
Millioenen, welke thans jaarljjks aan het buitenland
worden betaald, zullen in bet land bljjven en zoo
doende arbeid verschaffen en welvaart brengen, waar
nu dikwijls werkloosheid heerscht of de loonen wor
den gedrukt.
En zonder twijfel zal de meerdeie welvaart van
den landbouwer en het meerdere lo m dat den arbeider
zal jkunnen worden betaald, den winkel en werkmans
stand in onze steden in ruime mate ten goede komen,
zooala 20 jaar geleden het geval was, toen onze
landbouw in bloeienden toestand verkeert, e.
"Waar de landen rondom ons heen de bescherming
toepassen en blijven toepassen, omdat zij er zich
naar hun oordeel goed bij bevinden, daar mogen wjj
niet langer wachten met onze nationale, zoo zwaar
beproefde arbeid,? landbouw on nijverheid op dezelfde
wjjze te hulp te komen.
Of zien wjj niet dagelijks arbeiders ons land
verlaten om over de grenzen, vooral in Duitschland,
werk te zoeken, terwjjl vroeger in ons land handen
te kort kwamen en vreemde arbeiders hier werk
kwamen zoeken?
"Waar zoo de nood der tjjden dringt en zulke
belangen op het spel staan, vertrouwen wij, dat u
ons streven in ernstige overweging zult willen nemen.
De Utrechtsche vereeniging tot bescherming van de
nationalen arbeid, landbouw eu nijverheid, haar
leden de vrjjheid latende voorop te stellen de begin
■elen der staatkundige partij, waartoe zjj behooren,
noodigt allen in deze provincie, die met hen willen
medewerken tot het bovenomschreven doel, uit,
daarvan te doen blpken door aan een der onderge
teekende mede te deelen dat men lid wensch fc
te worden.
Sympathiseerden we met dat streven in
1897 nog meenen we, dat samenwerking
op dit terrein uitstekend is. En daarom
was 't ons een groot genoegen, te bemer
ken, dat de heer Adriaans, directeur der
Gasfabriek te Middelharnis, iu een inge
zonden stuk, dat pleitte vóór graanrech
ten, en gericht was tegen de artikelen
over Graanrechten in het Weekblad »Voor~
uitv, waarin de protectie werd bestreden,
de koe bij de horens wil vatten, en tot
stand wil brengen een Bond van voorstan
ders van protectie zoowel protectie van
den landbouw als van de nijverheid.
Vier jaren zijn voorbijgegaan, sinds de
Utrechtsche vereeniging haar circulaire de
wereld in zond, maar nog is alles wat er
in staat, van kracht. Nog wordt ons land
overstroomd met vreemd graan en tal van
buitenlundsche arrikelen, die hier kunnen
worden voortgebracht. Nog is het waar,
dat duizenden in het buitenland aan ar
beidsloon verdiend worden, die in oils land
evengoed konden worden verdiend eu die
den nationalen arbeid ten goede zouden
komen.
We twijfelen er geen oogenblik aan of:
de protectie zal de graancultuur uitbreiden
eu den boer wat losmaken van zijn sui-
kerfabrikant aan wien hij met handen en
voeten gebonden is
de latirlbouvoer-eigenaar zal er wel bijvaren
en eigenaar kunnen blijven, wat nu veel
te wenscheu overlaat,
de landbouwer-pachter zal zijn grond beter
kunnen bemesten en productiever maken
de grondeigenaar zal niet vruchteloos blij
ven wachten op heele en halve pachten
de arbeider zal meer loon ontvangen bij
minder werkeloosheid, want een wel va
rende boer laat meer verdienen, omdat alle
arbeid aan zijn land besteed, vruchtdragend
isdien arbeid eischt zijn eigen belang
dat eischt de grond, waarvan hij bestaan
moet
de ambachtsman zal meer te kar
weien, op te lappen, te vernieuwen, te
leveren, te bouwen, te smeden hebben
wat nu blijft hangen, woidt dan eens na
gekeken en verbeterd
de winkelstand zal minder in 't boek,
meer iu den zak krijgen, omdat de koop
kracht van allen grooter wordt.
Wij wenscheu dat de boer kan blijven boer.
de pachter zijn bouw kan versterken
de arbeider zijn gezin kan onderhouden
li
Wel, wel, Betje Wil je waarlijk heoengaan
Ik kan niet gelooven, (lat je bet meent. Je
zult je nog wel eens bedenken//.
hO gunst neen, Mevrouw Geloot dat maar
niet Ik weet best, wat ik doe. Ik ga niet
weg, omdat ik iets tegen u heb. In het ge
heel niet. Ik ga alleen weg omdat ik //steeds
hooger// wil.//
Mevrouw Hui'oers keerde zich teleurstel
lend van haar dienstmeisje af. Zij wist maar
al te goed, dat tegen het machtwoord //steeds
hooger// niets was in te brengen niets
dan de aanbeiding van eenige tientallen gul
dens opslag. En die kon mevrouw Hui-
bers noode missen. Toch zou zij nietegenstaande
haar bekrompen inkomen, op haar tijd die
vermeerdering van loon wel gegeven hebben
maar het stuitte haar tbgen de bo t om op
deze wijze door haar dienstmeisj' aartoe ge
dwongen te worden. Mevrou .luibers oor
deelde dat Betje daarop uldig behoorde
te wachten. Zij was bij haar in dienst geko-
meu als een zeer jong en onkundig meisje,
waaraan zij de eenvoudigste dingen neg niet
eens had kunnen toevertrouwen. Onder hare
leiding was Betje ontwikkeld tot eene dienst
bode, van wie ze nu eerst hulp begon te
krijgen, en aan wie ze nu eerst iets kon
overlaten. Onbeschrijielijk veel moeite en
geduld had zij aan haar opgeofferden zie,
juist nu zij de Trucliten van haren arbeid
zou kunnen genieten, voelde Betje zich ont
wassen aan hare leerschool, voelde zij zich
bewust van hare kraehten, en gaf zij
zonder dat haar dit iets scheen te kosten,
onverwachts hare meesteres te kennen, dat
dat zij haar wenschte te verlate* om //steeds
hooger// te gaan.
Mevrouw Huibers gevoelde zich pijnlijk
teleurgesteld. Betje toonde, dat zij geen //hart//
had voor haav mevrouwdat zij haar goed
genoeg vond, om als het ware voor ladder
te dienen, waarlangs z'j het hoogtepunt kon
bereiken, dat zij voor oogen had. Zij scheen
haar te kunnen verlaten zonder er veel leed
over te gevoelen. Betje's luchtigen toon en
tegenspraak op hare vriendelijke tegenwer
pingen zeiden dat duidelijk genoeg.
//Dan maar weer van voren af aan begon
nen,// zuchtte mevrouw Huibers. //Ik zal mij
maar troosten met de wetenschap, dat ook
Betje's vertrek onder Gods bestuur geschiedt.
Hij oordeelt het zeker goed, dat ik aan een
ander meisje mijne krachten wijden zal.
Welnu geduldig en blijmoedig moet ik mij
in deze verandering schikkendat zal het
beste zijn. Ik mag mij niet te zeer laten tef
de ambachts- en winkelstand nietkwijne;
Wij hebben ons naamkaartje reeds aan
de lieer A. gezonden, en wij noodigen
alle lezers, die 't zelfde deel beoogen als
de heer A., die ook willen medewerken
tot een Bond van voorstanders van pro
tectie voor landbouw in de eerste plaats,
en ook voor nijverheid, dringend uit hun
kaartje of een briefkaart te zeilden aan
genoemden Directeur.
Kwam er op elk dorp maar één, rtan
kon er„ reeds gevormd worden, eene com
missie vau 13en deze kon dan verder
arbeiden, zéé dat er in elke gemeente eene
afdeeling kwam, en uit die plaatselijke
afdeelingen kon een bond worden geboren;
een bond, die zich in verbinning stelde
met andere dergelijke bonden, om zoodoende
te krijgen een tro vinei alen bond, en daarna,
ééne Nationale vereeniging, vertakt over
't heele landéén Nationale vereeniging,
die, overal van de Schelde tot den Dollard
haar leden telt.
We hopen, dat de heer A. tal van
kaartjes mogen worden toegezonden, en
binnen niet a! te langen tijdsverloop mogen
vernemen, dat zijne oproeping weerklank
heeft gevonden in heel Elakkee.
Wie steunt de zaak? Eendracht maakt
Macht. Onverschilligheid is de kanker voor
allen vooruitgang
li.
Van vrijhandels zijde beweert men, en
volkomen te goeder trouw, dat verhooging
van invoei rechten ons land schaden zal en
dat bijname de protectie op het graan de
lagere volksklasse in het ongeluk storten
zal. Wat werden de kiezers in 1897 niet
bang gemaakt met de valsche leuzeduur
brood Hoe heeft die kreet weerklonken
van Noord tot Zuid, van Oost tot West.
Duur brood, was en is nog het schrikbeeld,
dat voor hun oog vlamt. Maar toch
is er iets zeer opmerkelijks te bespeuren,
voor ieder, die verder kijkt dan tot de gren
zen van zijn vaderland. Er zijn drie groote
landen, die op het stuk van kiesrecht ons
reeds lang vooruit zijn, nl. Duitschland,
Frankrijk en Amerika. In die landen stemt
bijna ieder volwassen burger, en de lagere
volksklassen zijn er dus, wat stemmencijfer
betreft, het sterkst onder de kiezersen
als nu die volksklassen bemerkten, dat de
nieuwe richting in het Staatsbestuur haar
gevoelig in den zak trof, den levensstrijd
benauwder, het bestaan hachelijker maakte,
zouden ze het geheel in haar macht hebben
bij eene volgende verkiezing, om de richting
in 't Staatsbestuur geheel te haren voordeele
te wijzigen. Door de stembus heeft de
lagere volksklasse, die dan volgens beweren,
zoo groote schade zal Üjden bij verhooging
van invoerrechten of bij handhaving der
bestaande tarieven, het in haar macht de
bakens te verzetten, en zulke mannen te
kiezen, die aan die protectie een einde ma
ken. Maar wat zien we gebeuren? Juist
in die drie landen, zijn de invoerrechten hoog
juist in die drie landen herkiest men de
zittende leden juist in die drie landen
blijft de Regeering en de volksvertegen-
wooidiging in haar meerderheid de riehting
volgen, die al zoovele jaren is ingeslagen
en met goed gevolg wordt gemainteneerd.
Bij een algemeen kiesrecht, handhaaft en
kan de Regeering handhaven, juist omdat
d'6 <lagere» kiezers het willen, den sinds
twintig, dertig jaren ingeslagen weg, nl. dien
van invoerrechten, hooge of hoogere. Bij ge
legenheid van eene algemesne tariefsherzie
ning, die den 24®" Mei 1885 tot stand kwam,
heeft Duitschland de invoerrechten op gra
nen aanmerkelijk verhoogd. Rogge en tarwe
werden gebracht van 60 cent op 180 haver
van 60 cent op 90 per 100 kilo. Bij de
wet van 21 Dec, 1887 verhoogde het zijn
invoerrecht op rogge en tarwe van 180 cent
op drie guldende haver van 90 cent op
240 de 100 kilo. Toen in 1891 de prijzen
waren gestegen heeft men de rechten ver
laagd, zoodat nu 100 kilo tarwe en ook
rogge belast zijn met 2 gld. en 10 cent, en
haver met 1 gld. 68 cent.
In Frankrijk evenzoo. Bij eene wet van
2 8 Maart 1885 belaste het de granen met
1 gld. 50 cent, per 100 kilo.; in'87 met
3 gld. en in '94 met 3 gld. 50 cent.
Nu beweren we niet, dat zoo'n hoog
invoerrecht ons ideaal zou zijn, onze partij
wil deze zaak veel beter, geheel anders en
onzes inziens practivcher aanpakken door te
heffen 1 gld. 25 invoerrecht, en den boer 1
gulden te schenken, een gulden premie te
doen ontvangen voor elk mud, dat hij ver
bouwt, zoodat hij 2 gulden per mud meer
krijgt, één gld tengevolge van het invoerrecht,
waardoor de prijs van 1 mud ongeveer met
het bedrag van het invoerrecht wordt ver
hoogd en één gld. die hem uit 's rijks
schatkist wordt gegeven, als premie, voor
eiken H. L., dien hij verbouwtvoor gerst,
rogge, naar evenredigheid), en dit alles
naar schaal geregeld, d.w.z. klimmen de
graanprijzen, dan moeten dalen èn invoer
rechten èn premie en zijn de prijzen ruim
2 gulden hooger per mud, dan vallen in
voerrecht èn premie geheel weg.
Doch over die mate en die wijze van
protectie willen we nu niet' spreken onze
opmerking, in verband met 't geheele artikel,
is slechts deze: waar Duitschland, Frank
rijk, Amerika, Sinds een 20 jaren invoer
rechten heffen, en de arbeiders dus duur
brood moeten eten, volgens de vrijhande
laars, waarom is dan toch in dat tijdvak
dat stelsel van invoerrechten gehandhaafd
waarom heeft de lagere volksklasse door
middel van haar stembiljet niet geprotesteerd
tegen zulk eene- verwaarloozing van hare
belangen Ieder volwassene is daar stem
mer en ze hebben 't in hun hand om de
regeering den voet dwars te zetten. Waarom
dit in die 20 jaren niet gedaan Rijmt dit
nu met de voorstelling van vrijhandelszijde
gegeven, dat de hooge invoerrechten een
zee van jammer en ellende over die lagere
volksklasse uitstort
Of volgt hieruit 1 iet veelmeer, dat de meer
derheid der kiezers in de naburige landen,
Duitschland en Frankrijk zich volstrekt niet
in hun levensbestaan bedreigd hebben ge
zien, en juist de door de Regeering ge
volgde gedragslijn beter hebben gevonden
en voordeeliger geacht voor hun bestaan.
Op dit feit stuiten alle theoretische beschou
wingen, die ons. door den vrijhandelaar
worden geleverd. Eu bijna overal in Europa
heft men invoerrechten op granen of haver
enz. in België, Duitschland, Frankrijk, Spanje,
Porlugal, Italië, Zwitserland, Turkije, Oos-
tenrijk-Hongarije, Zweden, Noorwegen, Rus
land. Zoowel in landen met beperkt, als
met uitgebreid kiesrecht, en waar de invoer
rechten geheven worden, vraagt men door
zijn stembiljet niet om verlaging, wel om
aanvulling of verhooging.
We hopen in ons 3e art. een overzicht
te geven van de invoerrechten op graan,
meel enz., die in al die landen per 100
kilo geheven worden.
't Zal leerzaam zijn, hopen we.
Door vrijhandelaars wordt weieens be
weerd, dat Duitschland minder protecti
onistisch, meer vrijhandelsgezind wordt.
We merken op, dat de Duitsche regee
ring volgens sommige bladen heeft inge
diend een nieuw tarief van invoerrechten
en deze bedragen thans meer dan vroeger.
Vroeger rogge f2,10. Nu t 3,60.
koren 2,10. 3,90.
haver 1,68.
3,60.
neer slaan, omdat ik mij in Betje bedrogen
vind.//
Betje vroeg en kreeg verlof om haar dienst
des avonds te gaan aanbieden bij mevrouw
van Geeveren. Om daar vroeg heen te gaan
repte zij zich zooveel zij slechts kon. Betje
kon zeer netjes en viug werken. Zij verrichtte
haren arbeid zonder iets te vergeten, aange
spoord door een str6elend gevoel van zelfs-
behagen. Toen zij met een brandschoon
japonnetje aan, een hagelwitte muts op en
een dito schort voor, gereed stond om heen
\e gaan, |wierp zij een welgevalligen blik in
1 en spiegel en zeide tot zichzelf: //Welzeker
ik doe er verstandig aan met naar goeden
raad tc luisteren. Anna heeft groot gelijk
ik had al eerder moeten uitzien naar een
beteren dienst. Ik kan net zooveel verdienen
als ik wil omdat ik van alles kankoken,
werken, kamers doen, als de beste. Iedereen
kan dat toch maar niet.//
Zoo sprekende ging zij naar de huiska
mer, om hare mevrouw goeden dag te zeggen.
Deze zat te midden harer kinderen aan
tafel.
//Vindt u goed, dat ik heenga, mevrouw
veoeg Betje.
Mevrouw Huibers wierp, een blik op de
knappe verschijning in de deur.
//Jawel, Betje//!// antwoordde zij zacht:
//ga maar, en ikik wensch je het beste
toe en ik hoop, dat de Heer je weg mogen
besturen.//
//Dank u wel, Mevrouw!// sprak Betje be
wogen. En toen zij de deur achter zich dicht
had gedaan, zeide zij in zichzelft Is toch. een
goede mevrouw, om mij nog zoo'n wensch
mede te geven. Dat had ik waarlijk niet ver
diend. Ik denk, dat het nog heel wat kosten
zal om haar te j verlaten, want zij, is altijd
goed voor mij geweesten ik kan nietanders
zeggen, dat ik heel wat aan haar te danken
heb.//
Betje's gedachten namen echter onder de
wandeling weer eene andere wending. Zij
begon aan de schoone toekomst te denken,
die haar tegenlachte. Zij zou dienstbode wor-
in een rijken dienst; en zij meende vast en
zeker, dat de weelde en de overvloed der
meerderen nederdroop op de onderhoorigen,
en dat zij daardoor in staat zou gesteld worden
om even fraai en damesachtig gekleed te gaan
als Anna, haar raadgeefster, aan wier woorden
z j zoo spoedig een gewillig voor had geleend.
En behalve dat alles, hoeveel vroolijker en
vrijer zou haar leven zijn 1 zij zou geen een
zame uren in de keuken meer beboeren door
te brengen, maar altijd gezelschap hebben.
Wat moest dat gezellig aangenaam zijn Betje
was niet in een stemming, om ook het //tegen//
van deze dingen in daanmerking te nemen.
Iedereen weet bij ongervinden, dat als men
zijn zinnen op iets ezet heeft, de lichtzijde
daarvan ons meestal helder in do oogen schijn
terwijl de schaduwzijde in het donker oi
gansch en al verborgen voor ons blijft. Dat
komt echter alleen, omdat wij de schaduw
zijde niet willin zien.
Anna was een vriendin van de keuken
meid van Mevrouw "Van Geeveren. Deze dame
was op hoogte gebracht van Betje's komst en
tevens van al hare goede hoedanigheden.
Toen Betje dus, nadat zij de koperen schel
in beweging had gebracht, door Neeltje, de
keukenmeid de deur werd binnengelaten,
werd zij door een stroom van aanmoedigin
gen üegroet.
//Nou hoor? je hebt alle kans om hier klaar
te komen. Er zijn hier van avond zeker wel
twaalf meisjes geweest, maar Mevrouw heeft
ze geen van allen te woord gestaan. Ze heeft
op jou go wacht; zooveel goeds heb ik van j»
verteld. Je mag mij wel dankbaar zijn, als jc
klaar komt. Wacht even, ik zal Mevrouw
zeggen dat je er bent.//
Betje keek met ingenomenheid de zwierige
gestalte van Neeltje na, die langs de breede
trappen, met een kostbaren looper belegd,
verdween. Hoe heerlijk moest het zijn om in
dit huis te wonen, waarvan het voorportaal
reeds zulk een indruk van pracht en rijkdom
maakte
Wordt vervolgd.