Vrijdag M Mei 1901 An tirevo lu tionair Zestiende Jaarg. No. 814. Orgaan v®or «1e WimMïmlhimlmim en SKeeuwsclie EStlanden. T. BOEKHOVEN. «■JVOECiaMKli. Administratieve rechtspraak. Belangwekkend was de groote ver gadering, door de Amsterdamsche leeraren bij het Middelbaar Onder wijs op 17 dezer in het Gebouw van den werkenden Stand op de Klo veniersburgwal te Amsterdam belegd, om te overwegen de noodzakelijkheid en de beste vormen voor de totstand brenging van onpartijdige berechting van gemeente-, provinciale en rijks ambtenaren. Stampvol was die vergadering, en met onverdeelde aandacht werd ge luisterd naar de heldere uiteenzet tingen van dehh. Levy en Heemskerk, die belangeloos hun juridisch advies gaven, en ofschoon op een verschil lend standpunt staande, beide tot de slotsom kwamen, dat het verkrijgen van een goeden rechtsgang door het oprichten van rechtbanken speciaal voor ambtenaren zeer mogelijk en wenschelijk is. Ook een roomsche adviseur was uitgenoodigd, doch zondor succés. Erkend werd, dat. niet alle mis standen in de ambtelijke wereld dov>r administratieve rechtscolleges zijn weg te nemen, en er altijd veel zal blijven aankomen op het beleid en den rechtvaardigheidszin van de hoo» gere gezagvoerders. Voor hen is het de kunst een goed oordeel te vor» men. Maar die colleges zullen dan toch een rechtsmiddel geven tegen buitensporigheden. Met algemeen goedvinden nam de vergadering tenslotte eene motie aan, strekkende om in een landsbond voor het verkrijgen van administratieve rechtspraak te blijven arbeiden, door het aanbieden van adressen aan de bevoegde machten, en door andere passende middelen. Zeer waardig werd de vergadering geleid. Ja, logisch onmogelijkzoo moesten wij zeggen, na het lezen van het hoofd artikel in „"Vooruit (nr. van 15 Mei jl De redactie van dit blad verzeilt in steeds zonderlinger redeneeringen, en zij beweert wel geen „nutteloozen pennestryd" met ons te willen voe ren, maar onderwijl verkondigt zij tegenover ons meeningen, die niet zon der tegenspraak mogen blijven, omdat zij de kiezers in de war helpen. Wat b.v. te zeggen van de stel ling, dat men „liberaal" moet zijn om naar de eischen van het alge meen belang den Staat te regeeren Dit mesje snijdt van twee kanten. Het doet vermoeden, dat de „libe ralen" altijd goed bestuurden, en ten tweede, dat zij alleen aan het roer moeten staan. Het laatste zegt „Vooruit" er ook uitdrukkelijk bij. Maar laat de redactie nu in haar eigen politieke lamilie, bij radicalen c.s. eens iaformeeren, wat er van het eerste waar is. Zij zal dan vernemen, dat juist dat gene. waarvan zij de Calvinisten en Roomschen beschuldigt, steeds het zwak was van de oud-liberale partij dat deze er steeds en vóór alles op uit was om de partij te dienen, de partij ondanks alle verschil van inzichten, saamgebonden te houden. Tot ten laatste, in de liberale Unie de band voor goed stuk sprong. En wat te oordeelen over het bewe ren van Vooruit", dat het besturen van het land door personen die kerke lijk gezind zijn, niet onpartijdig zou kunnen wezen. Wat is deze bewering anders dan een stout en partij/iek, ongekend en on beoordeeld verwerpen van alle re geerkracht, die opspruit uit den wor tel der Bijbelsche kennis Alsof het dienen van het algemeen belang niet veronderstelde bekend heid met den toestand en de behoeften van het algemeen, en alsof men b j het vervullen van die behoeften niet uitging van zekere ware of onware, schadelijke of nuttige beginselen Alsof iemand leven kon zonder met het Evangelie te rekenen. Eu ook al was het waar, dat de z.g. Evangelische opvatting van het algemeen belang eigenlijk in eersten aanleg de opvatting is van zekere voorname personenomdat er zooveel verschil in die opvattingen is, wat beduidt dat dan nog? Zijn er soms bij de „liberalen" geen voorgangers, geen leiders Zijn onder hen geen verschillen. En is een Evangelisch voorganger niet evenzeer waard gehoord te wor den, kan hij eene bestuurszaak niet even goed bij het rechte eind heb ben als een persoon, die „den gods dienst er buiten" wil houden Wie cat beweert, kan niet libe raal in goeden zin zijn, want hij ver werpt per se alle opvattingen voor het algemeen welzijn, die de mensch aan den Bijbel ontleent. Wij moeten dus volhouden, dat juist dit liberalistisch drijven, dit uit sluiten van de godsdienstig gezinden, den godsdiensstrijd verwekt. Het komt bij de „Vooruit"-redactie altijd weer op hetzelfde neer. Den godsdienst wil zij buiten het werkelijke leven bannen Maar dat gaat nu een maal niet. God gaf hem eene plaats in het leven, en nu heeft de mensch, ook als politicus, slechts te kiezen, hetzij voor ot tegen. Dit ziet niet op bizonderheden in de uitlegging van Bijbelteksten. Doch wat de hoofdzaken, de ljnen, de beginselen betreft, is het onwaar wanneer „Vooruit" beweert, dat de Bjbel geen klaarheid geeft, en men op voorgangers moet leunen. Bjzondere kerkeljke geschillen moeten van het erf afblijven dat spreekt van zelfdoch de chr. begin selen aangaande huweljk, dieasc- praestatio, eigendom, enz. enz. heb ben volle bestaansrecht, en allen die waarlijk liberaal zijn zullen dus geen enkele kerkeljke partj uitsluiten van het mededingen naar regeer ingsin- vloed. Waarom hebben zj volle be staansrecht Omdat zj, op liberaal standpunt bekeken, echt menschelijke beginselen zju, en ook de liberalen slechts menschelijke inzichten tot hunne be schikking hebben. „Vooruit" is dus met zja exclu sivisme het spoor leeljk bjster, ea feiteljk «7-liberaal. POLITIEK ^IIUT. a a IN HOC SIGN O VINCES Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Roekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. <!.n Alle sluhben v®«r «Ie ftieüaetie beademd, Adverteiiiieii ess verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Bij dit nummer behoort een logisch onmogelijk. CHR1STEL.IJK-DEMOCRATISCH. «Sturen in democratische richting» is steeds het wachtwoord geweest der antirevolutionai re partij Voor velen is dit ideaal een schrik beeld, zij beschouwen de verwerkelijking er van, zoo die komen mocht, als een ongeval, aid een ramp. Doch geheel ten onrechte. Want mant bedoelt dat sturen in democratische rich- tiny Wil men daardoor de macht in hafiden brengen der lagere volksklasse? Volstrekt niet. Wil men den lageren standen meer in vloed bezorgen, opdat ze in toenemende vij andschap en met meer kracht tegen de hoo- gere standen den strijd kunnen aanbinden Niets daarvan. Democratie wil, naar de her haalde verklaring van »De Standaard® niets anders zeggen, dan dat het volk in al zijn rangen eu standenmeer dan tot dusverga deelnemen aan de publieke zaak. Het sturen in democratische richting is dus niets anders dan een ernstig streven, om den rechtmatige volksinvloed uitgebreid en dus billijker gere geld te krijgen, dan tot nu toe plaats vindt Dat de antirevolutionaire partij een demo cratisch karakter vertoont, wil dus zeggen,.dat zij er met kracht op aandringt, om den wet telijk geregelden invloed op de staatsmacht, niet als een voorrecht in de handen van en kele standen te laten, maar te spreiden onder alle rangen des volks. Om daartoe te komen staat zij uitbreiding van het stemrecht voor opdat heel de natie, de gezamelijke bewoners van ons land, zouden kunnen opkomen, ten einde tot de samenstelling der volksvertegen woordiging mede te werken en wij alzoo ge raken tot een Parlement, dat krachtig voor staan kan, wat leeft in het hart des volks. De demomcatie wil dus aan de lagere standen hun staatkundige beteekenis en hun grond wet tig recht verleenenwelke hun als een deel van het volksgeheelrechtmatig toekomen. Dit sturen in democratische richting nu is uit velerlei oorzaak plicht en roeping. Het is vooreerst eisch van 's Heerenwege. Een volk is niet als een hoop zand maar zoo bij elkaar gewaaid, maar is een schepping Gods. Het volk is er eerst. Daarna komt in dat volk een oveiheid, welke door den Heere terwille van de eere Zijns naams, wordt in gesteld, om het naar den eisch van zijn Woord te regeeren'. Die overheid nu mag niet wille keurig den schepter voeren, maar is in haar regeeringsbeleid aan de gesteldheid van het volk gebonden. Een tuinier kan zijn werk niet goed doen, zoo hij geen rekening houdt met den aard en den eisch der planten en met de gesteldheid van den bodem Evenmin kan een regeering den bloei eener natie be vorderen, zoo zij niet nauwlettend acht geeft op den volksaardzoo zij de volksrechten en vrijheden niet stipt eerbiedigt. Deze rechten en vrijheden nu, die het volk als volk van Godswege heeft ontvangen, mogen en moeten wij bij de overheid doen gelden, en, zoo noodig, ook tegen de overheid verwereu. Tegen deze gedachte verzet zich het libe ralisme. Dit beschouwt het volk als onmon dig en breid daarom steeds de staatsmacht uit. Wij daarentegen houden vast, dat God aan 't void aan de natie in al haar geledingen, rechten en vrijheden schonk, welke evenredig en ge lijkelijk moeten worden bepleit. En daarom sturen wij zooveel in ons is een democratische richting. In de tweede plaats geldt dit ons als eisch van het nationale leven. Hel is de wet der ont wikkeling, die God de Heere voor al, wat leeft gesteld heeft. Als het kind nog in de wieg ligt doet de moeder er alles voor Naar mate het echter opgroeit, wordt dat allengs anders, en krijgt het kind zelf een steeds grooter wordend aandeel in wat voor zijn belangen te doen is. Is het kindeke op moe ders schoot van knaap jongeling, straks van jongeling man geworden, dan is hij mondig en kan en inag hij niet meer als een klein kind worden behandeld. Deze ontwikkeling is voor de ouders een oorzaak van vreugde. Zij zullen haar met blijdschap zien ontluiken en God er voor danken. Inplaats van dien voort gang tegen te houden, zullen vader en moe der hun kind steeds meer in die richting sturen. Evenwel, zoo zij goed staan voor God en voor hun kind, zullen zij niet nalaten, hun zoon telkens ernstig te waarschuwen tegen de verzoekingen en tegen de gevaren, die den jongeling van alle zijden op het pad zijner ontwikkeling omringen en bedreigen. Gelijk nu onze kinderen van Godswege recht hebben op die ontwikkeling en recht hebben ook op een behoorlijke bevordering daarvan, zoo heeft ook een opkomend volk recht, om uit het tijdvak van onmondigheid over te gaan tot de periode, waarin het recht van meespreken ontvangt, mits ook hier ernstig worde gewaakt tegen alle schadelijke uitwassen. Deze ontwik keling van het volksleven is dus een van God gestelde wet eti daarom sturen wij in democratische richting. Ten derde is dit eisch ouzer historie. Wan neer een volk nog is in den tijd der eerste opkomst, vertegenwoordigen de hoogere stan den alleen heel de ratie bij de overheid. Als het echter uit den sluimerden toestand over gaat tot wakkerheid en zelfbewustzijn, dan treed ook de middenstand in rechten op. En als het staatkundig besef nog dieper en lager doordringt, zoodat ook de volksklasse ontwaakt dan is het de tijd, dat het volk als geheelmin al zijn geledingen bij de bespreking der volks belangen zich late gelden. In dit derde sta dium nu is ons volk gekomen. Het is daartoe gerijpt door de glorierijke geschiedenis, die het achter zich heelt. Deze heeft het staat kundig bewustzijn in heel het volkslichaam doen ontwaken. Dit nu is in dubbele mate het geval wijl onze historie ontegenzeggelijk een Calvinisti- schen stempel draagt. Het Calvinisme heeft de ontwikkeling van het nationale leven bij al de volkeren, waarin het zich deed gelden, steeds uitnemend bevorderd. Een volk, dat de Bijbel erkent als grondslag en richtsnoer voor het gansche leven dommelt niet in, maar ont waakt tot een krachtig leven. De volkeren door het Calvinisme geleid en bezield, waar alzoo Gods Woord zijn vrije loop had, zijn anderen natiën wat het staatkundig bewustzijn aangaat verre vooruit. En onder deze hoog bevoor rechte natiën behoort ook ons kleine Neder land. Daarom stuurt de antirevolutionaire partij in democratischen richting. En zij doet dit naar goddelijk en menschelijk recht. Nutteloos is het die democratische ontwikke ling te willen tegenstaan. Een stroom die van de bergen neerkomt, baant onweerstaanbaar zich een weg. Een boomstam, als hij uitdijt bij het groeien verbreekt door zijn alles te bovengaande groeikracht allen band, waar mede men zijn groei zou willen tegenhouden. Wie zijn volk liefde toedraagt en een helder inzicht in deze dingen heeft, zal dan ook die democratische ontwikkeling niet belemmeren, maar veeleer, waar hij kan bevorderen. Een volk, dat hiertoe niet wordt geprikkeld, blijft achterlijk en telt straks niet meer mee. Dit bevorderen der democratie is de roe ping van al de Christenen in den lande. Maar onverbiddelijk geldt daarbij de eisch datfte doen op christelijke wijze. Daarom leggen wij er allen nadruk op, dat de anti-revolutionaire partij niet sleohts een democratisch maar voor al een Christrlijk-democratisch karakter zal dragen. Het wil zeggen, dat de gang dier ont wikkeling beslist beheerst moet worden door de wet, die God in zijn Woord daarvoor ge steld heeftdat elk woord in haar belang gesproken, en elke stap in deze richting ge daan, gerechtvaardigd zij voor de rechtbank der Heilige Schriftdat al het onheilige en verkeerde, 't welk zoo licht bij die ontwikke ling zich inmengen kan en haar onzuiver zou maken, streng gewr iakt en bezworen worde. Het Christelijk element moet dus diep en teeder en met heiligen ernst daarbij tot zijn recht komen. Christelijk, het wil zeggen, dat heel het publieke leven geregeld wordein overeenstem ming met de heilige,beginselen van Hem, die als de Zaligmaker van zondaren op aarde kwam. Christelijk het wil zeggen, dat heel het staatsleven moet opwassen niet uit de valsche beginselen der van God zich steeds verder af- keerende wereld, maar volgens de heilige begin- selendie de Christus Gods ook voor het na tuurlijk, het maatschappelijk en het staatkundig leven ons heeft ontvouwd. De antirevolutionaire partij stuurt in demo cratische richting in teerder mededoogen voor het lijdend deel onzes volks, en in de over tuiging, dat het ook den lageren rangen des volk toekomt zijn stoffelijke en geestelijke be langen op rechtmatige wijze vertegenwoordigd en behartigd te zien. Maar bij den strijd voor dit beginsel moeten onze voeten vast en breed staan op den bodem der Christelijke democratie, en moet de heilige banier des Heeren altijd en overal boven onze hoofden wapperen. Want alleen als ons Christenvolk in zijn democratische ontwikkeling geleid en geheiligd wordt door het Woord van God slechts als het in gehoorzaamheid buigt voor de Wet en de Getuigenis des Heeren kan het ook in zijn politieke worsteling, een dageraad des heils verwachten. Tuin- eis Landbouw. PROEFVELDEN III. Zooals we reeds vroeger aankondigden zou door den heor D. Breon te Goedereede eene bemestingsproef worden genomen. En ze is go- nomen, maar mislukt. Regen en wind hebben aan de op 'fc aangelegde proefveld uitgepote Eriesoho Jammen zooveel kwaad gedaan, dat er weinig van de oogst tereoht kwam. De opbreng sten van alle vier pereeelen waren bedroevend klein. Ja, zelfs oogstte men van het onbemest gelaten stuk nog meer aardappelen dan van één der bemeste percoeleu. Van peroeel 2 namelijk, waar een wikkengroenbemesting was onderge- braoht en nog 500 KG. superphosphaat r.é de wikken was uitgestrooid, verkreeg men sleohts een oogst voor 149,10 gld, terwijl de waarde van de opbrengst van 't onbemest gebleven stuk nog. 162,85 gld bedroeg. Hut gaat dan ook niet aan, om onder zulke omstandigheden een conclusie maken. Perceel 1, dat dezelfde groenbemesting had gehad als peroeel 2, kroeg ook 500 KG super phosphaat, doch dit werd toegediend vóór de wikken. De opbrengst had hier een waarde van 190,10 g. Wave het niet, dat peroeel 2 zoo zeld zaam weinig had opgeleverd, men zou nog dur ven besluiten, dat het beter is, superphosphaat vóór de wikken toe te dienen. Doch, zooals ge zegd is, nu gaat het niet, een zoodanig besluit te trekken. Wij dienen bet oordeel in deze kwes tie op te schorten „tot eenigo proeven zijn ge nomen, waarbij de wikken goed groeien en de aardappelen niet met al te ongunstige weersin vloeden hebben te kampen". Bemestingsproefveld op aardappelen van den heer F. C. Goekoop te Goedereede. Ook op dit proefveld heeft het weer niet mee gewerkt. Tooh zijn do uitkomsten hier van dien aard geweest, dat enkoio conclusion zijn to nomen. Welke Wo willen eerst het doel der proefneming even geven. Het was: „de nawerking na te gaan van do in 1898-99 bij tarwe gehruikte hulp meststoffen en tevens te zien of ammoniak-su- perphoshaat met voordeel bij aardappelen zou kan worden gebruikt". Het proefveld van 50 Aren ws daartoe verdeeld in vier gelijke per eeelen. Overdwars werden alle middendoor ge deeld en de eene helft van elk kreeg nu 600 KG. ammoniak-superphosphaat per IIA. Onder staand staatje geeft een duidelijk overzicht, zoo wel van 't geheels veldje als van de opbrengsten. W o O W so a 2 o O O S3 - m u a> o w.s O U O OO PH CS O» 2w CS O 05 O t- OO CS ft. O Sn ,S2 3 o -2 os a .>0 o o -si o ft. O -3 CO O a 0> Nummer. Wat valt daaruit nu af te leidon: 1. Zoowel amm. sup. als ohili plus superphos phaat hebben nagewerkt. Het meest geldt de nawerking voor amm. superph. toegediend in den herfst van 1898 De opbrengst van perceel 1 had 59,90 gld. meer waarde dan die van per oeel 3. Het vorige jaar had het een te kort van 37,70 g., zoodat er nu een winst was van 22,20 gld. Perceel 2, hetwelk amm. sup. had gehad in 't voorjaar, gaf nu een winst van 27,30 g. Wanneer men daar 't verlies ten vorigeu jare (12,60 g.) aftrekt, blijft er nog 14,70 gld. zuivere winst over. Van peroeel 4 (superphospli. plus ohtli) verkreeg men nu nog voor i,70 g. meer opbreDgft en 't vorige jaar voor 29,60 gld. Dit wordt dus samen 31,80 gld. Superphosph. plua

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1901 | | pagina 1