WAM. m f ndsm^ L. t-f V Vrijdag 12 April 1901 Antirevolutionair Zestiende Jaarg. No. 808. Orgaan voorZnidh»llaniS§eIie en IBeeiiwseBie Eilanden. f \1 ma, ioofdpijn. irsenz. 'DE PRIJZEN. IN HOC SIGN O VINCES 4 T. BOEKHOVEN. f 32:— Sommelsdijk en licaixe. ■aal 105. .asaarkt. RTIIELEN. 'ia Bisassa- •sicring. Abonnementsprijs per drie qJAden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling^3,50^>er jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. tjitgeyeb: Alle slaiiifeeia voor de Siedacfle öesfeiiMl, Advertesitlëra en verdere Adiialgilsfraffie fraaie© foe fegewdeia aam den Hllggrever- MJWEGSlEEi. Dreigement. Dat de socialisten, die wol be speuren, dat de antirevolutionairen volstrekt geen neiging toonen om bij e a.s. verkiezingen ter oorzake van praetische sociale belangen van de lijn hunner beginselen af le gaan en zich te laten meêvosren door de zuiging hunner meest radicale tegenstanders,- dat die socialisten soms wat uit hun humeur geraken, als zij zoo herhaal delijk de klove zien schetsen, die onze partij van hen afscheidt, kun nen wij best verstaan. Zij weten ook wel, dat die klove bestaatmaar zij zien ons in het te genwoordig stadium van hun optre den liefst op de brug van samen werking voor wegneming van sociale nooden en grieven, en vergeten dan liever tijdelijk het bestaan van die klove, zien haar over het hoofd, en vermeien zich in de illusie, dat onze geestverwanten het verlengstuk van hun troepen zullen worden. Om nu die voor hen gewenschte verstandhoudingte bevorderen, willen zij, als het noodig blijkt, ook wel tijdelijk de chr. partijen helpen. Maar dan moeten deze hot niet al te bont maken met hun critiek op het socialisme, en niet zooals onlangs in Amsterdam bij de keuze tusschen Polak (soc.) en Hertog (lib.) den socialist ontraden en den liberaal voortrekken. Hiertegen verheft nu Troelstra in „Het Volk" zijne dreigende stem. Hij acht het wel mogelijk dat de antirev. pattij, gesteund door andere chr. partijen bijna de helft der Ka merzetels aan de rechterzijde zal halen en dan tot de regeering geroepen worden. Maar dan, zoo redeneert Mr. Troelstra, als het zoover kwam zouden wij socialisten op de wip staan, het heft in banden hebben en al naar wij ons gewicht rechts of links plaat sten, het regeeren aan de chr. partijen mogelijk of onmogelijk maken. En dan volgt het dreigement: „Gij zoudt ons tegen kunnen heb ben en wij zouden wel eeDS al uw voorstellen af kunnen stemmen" Wel zoo; dus het proces der so ciale hervormingen zouden de socialis ten tijdelijk stil laten staan om hun antipathie tegen de „clericalen" te luchten. En dat zou gebeuren van den kant derzulken, die hunnerzijds beweren, dat het slechts om de wereldsehe belangen gaat en dat de godsdienstige beginselen daar niets mede te maken hebbeD. Nu, één van beide of van soci alistische zijde meent men het niet met het tot stand brengen van so ciale hervormingen, öf het is slechts eene looze niets boteekenende waar schuwing, die Mr. Troelstra laat hooren. Want als het om de her vorming als zoodanig te doen is, kunnen de socialisten op hun stand punt alle door hen gewilde verbe teringen, onverschillig van welke zijde voorgesteld, steunen. Hoe dit zij, de antirev. zullen voor zulk een dreigement in geen gsval uit den weg gaan. Op de socialisten als zoodanig stemmen kunnen zij om des beginsels wil toch nooit. En willen zij, waar dit te pas komt, geen deugdelijke reformatieplannen steu nen, dan zijn er onder de liberalen waarschijnlijk genoeg Kamerleden te vinden, die dat wèl willen. Vergaderen op bondag-. Het weekblad „de Hervorming" heeft kort geleden terecht gepro testeerd tegen het meer en meer gebruikelijk worden van het beleggen van politieke en sociale vergade ringen op Zondag. Men verontschuldigt dit dan met te zeggen, dat op Zondag de meeste menschen tijd en gelegenheid heb ben om samen te komen. Maar onderwijl worden tal van lieden, die niets met de vergade ringen uitstaande hebben, aan het werk gezet, en wordt hun de Zon dagsrust ontnomen^ Het reizen en trekken, het bezoeken van logemen ten en koffiehuizen op Zondag wordt er door in de hand gewerkt, en de rust in de gezinnen, die onder de drukke bedrijvigheid van den tegen woordige» tijd toch reeds zooveel te lijden heeft, wordt er te meer door gestoord. Beseft men dan ganschelijk niets van de heilzame instelling van den rustdag voor het menschdom Meent men soms dat die instelling eene willekeurige liefhebberij is van het ter kerk gaand publiek Indien dit zoo ware, dan zou men van de lieden die buiten de kerk leven, geen medewerking voor Zon dagsrust kunnen vragen of verwach ten. Doch het is niet zoo. Yele on godsdienstige lieden weten zeer goed, dat de boog niet altijd gespannen kan zijn, dat de gewone maatgang van het leven telkens voor krachts vernieuwing met rust-perioden moet afgewisseld worden. ele radicalen zoowel als liberalen zijn dan ook in beginsel wel voor de Zondagsrust te vinden. Maar de fout is, dat men die nei ging door andere begeerten weer on derdrukt, en niet het zwaarste laat wegen wat het zwaarst is. Velen willen rusten ja, maar nog liever genietenen zoo moet het een dan voor het ander zwichten, Het christendom vereenigt rust en genot. Buiten het christendom geeft het meeste genot, dat men zoekt, slechts aanleiding tot werken en ver moeiing. Daartegen te getuigen blijft de plicht van hen, die er de heillooze gevolgen (voor lichaam en geest) van ontwaren. €^oe«l voorfeekeas. De verkiezing van den candidaat der antirevolutionairen, den heer J. L, Verhoeven, in het district Oud- Beierland, tot lid van de Prov. Staten mag wel eene goede profetie heeten van de a.s- algemeene verkiezingen in Zuid Holland. Het staat in deze piovincie nu 45 tegen 37. Worden er nog een vijftal zetels door de antirevolutionairen gewon nen, dan wordt het 40 tegen 42, en is de meerderheid de chr. rich ting toegedaan. En wat meer zegt, dan komt ook weldra de Eerste Kamer in hare meerderheid op belijdend standpunt. De heer Verhoeven had ruim 250 stemmen meerderheid. Hij kwam er dus in de ruimte. Moge een en ander, een prikkel zijn om deze en de volgende maand ijverig voor de goede zaak te werken. Wie de gevaren van het socialis me inzien kunnen, mogen niet blij ven op het hellend vlak der revo lutionaire deuk- en leefwijze, maar moeten gelokt en in hun eigen be lang heengeleid worden naar den vasten bodem der door God gelegde grondslagen om op die basis het sociale loven te helpen reformeeren. In Juni a.s. zijn er in Zuid-Hol land weer drie leden in de Prov. Staten te kiezen en in Friesland één. In 1904 in Zuid-Holland weer drie en in Friesland twee. Al moet het dus behoudens ont binding, in het gunstigste geval nog ruim een drietal jaren duren, eer de meerderheid der Staten van Z. Holland zich verplaatst, toch zijn wij goed op weg naar dit resultaat, en is het bijzetten van alle zeilen zeer aan te bevelen. Mort, i*ecé§. We nieuwe Boterwet. Tuin- eis Landbouw „Landboawoaderwijs" TE MIDDELHARNIS. m fff Tl M I !i*l II 1 m J C- ur - |925. onaal betere teit. f 17.— u 19. - 126. |t Corkscrew ja i-en. t'werking f 38.— n 42. 216. [iagonaal. IJzersterk, f 26.— i/ 28.— lal betere kwaliteit. f 16.— n 18.— l(«n Cheviot Isturae. f 25.— li 27 laliteif Laai. n 34.— geheel genezen ^ijsvertering, per elijk verlichting gebruik 65'cent. sn Verkoudheid. ilscht met zwart- Koude koorts, iINE PASTIL- ste geneesmiddel^ zijn het beste dan Staalpillen nimmer beder- 500 f 1.20, per iooper dan Pink andelsmerk verkrjj- van Eesteren. L. van Gurp. (Sorber. Eastelein. Oo3tenbrugge J. Spee J.UiK. Mï Deze Courant verschijnt eiken A'rijdag. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij besla-B Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Bij dit nummer behoort een Tegen Dinsdag 16 April is de Tweede Kamen weer bijeengeroepen ter voort zetting der vele werkzaamheden, die er dank zij de milde aanbieding van wets ontwerpen der regeering, nog overbleven. Slechts kort zal dus de rust van het Paasch-recés duren, ondanks de omstan digheid dat vele Kamerleden de laatste weken hard hebben gewerkt. Daarbij komt, dat or, zoo vlak voor de verkiezingen zich iets bijzonders ge- geagiteerds mengt in de godachtenwisse- ling der staatslieden. Wel kunnen deze heeren een stootje velen, maar boven den drang van het leven zijn zjj toch niet geheel verheven. Ook hebben de verkiezinsgsrodenon hare eisohenzij trekken nl. menig Ka merlid uit zijn gewone studie naar de volksmarkt. En wat ook afbreuk doet aan de am bitie is het gehalte der regoeringsvoor- drachten. Leerplichtwet, ongevallenwet, leger- wetten, woningwet (die de gemeentera den zeer sterk bindt aan den wil der Gedeputeerden) och men behoeft die namen slechts te noemen om een reeks onverschrikkelijke discussies in herinn - ring te roepon discussies die nu juist geen hoogen duDk gaven van de „rijp heid", d. w. z. het voldoende voorbereid zijn der wetsvoordrachten. Op 1 April, jl. trad de nieuwe wet van 9 Juli 1900 in werking, „houden de bepalingen tot voorkoming van be drog in den boterhandel". Volgens deze wet „is boter het vet- artikel, waarin geen andere vetbestand- deelen voorkomen dan die van melk af komstig zijn"en is margarine (welk woord in de wet in plaats van het woord „surrogaat" der wet van 1889 gebezigd wordt) »de op boter gelijkende waar, welke dienen kan om haar te vervan gen en welke vetbestanddeelen bevat, die niet van melk afkomstig zijn." Het woord „margarine" moet op de verpakking of anders op de waar zelve voorkomen, waar margarine bereid, opge slagen vervoerd of verkocht wordt, moet dit blijken uit opschriften op markten uit borden, met duidelijk zichtbare let ters. Wordt tevens boter verkcchf, dan moet een afscheiding aanwezig zijn door een duidelijk zichtbaar schot waarop het woord „margarine." Wie binnen twee jaren twee malen is veroordeeld wegens het overtreden der genoemde en verder en de nieuwe wet voorkomende bepalingen, mag geen boter en margarine meer gelijktijdig in verkoopplaats hebben, zonder uidrukke- lijke machtiging van den Minister. Tot handhaving der wet worden bo- ter-inspecteurs en -adviseurs aangesteld die evenals de andere ambtenaren met de opsporing van overtredingen belast, van 7 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds Zaterdags 11 uur, toegang hebben tot de verkoopplaatsen en ten allen tijde tot de vervoermiddelen en bewaarplaatsen van openbare middelen van vervoer. Zij mogen monsters nemen, welke worden vergoed, indien zij bij onderzoek blijken boter te zijn. De belacgbebbende mag die monsters ook met zijn eigen zegel voorzien. De monsters worden onderzocht door twee van alkander afzonderlijk wer kende scheikundigen door den Minister benoemd. Den belanghebbende wordt op zijn verzoek de daarbij gevolgde methode medegedeeld. Op overtredingen is een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een boete tot f 300 gesteld, met verdu bbeling bij herhaling binnen 2 jaren en ook bij vervoer naar buiteland of koloniën. Geen vervolging geschiedt tegen degenen, die te goeder trouw margarine voor boter verkoopen mits zjj de namen van afzen der enz, noemen. Bij herhaalde veroor deeling wordt openbaarmaking van het vonnis bij rechterlijke uitspraak op kos ten van den veroordeelde gelast. DE VERZAMELING DER VEREENIGING. XVIII DE OPGEZETTE ZOOGDIEREN. De mol is thans aan de beurt. Dat ook hij in opgezetten toestand te zien is in de Brouwerij zal wel geen verwondering baren. Wel is het voor den bezoeker stellig een verrassing, behal ve een tweetal gewone mollen ook nog een wit exemplaar te aanschouwen. Want witte mollen, zoogenaamde albino's zullen onder do zeldzaamheden gerekend wogen worden, even goed als „witte raven." Van de beide gewonen we bedoelen daarmede in dit geval zwarte mollen kan nog worden verteld, dat ze de twee geslachten in de mollenwereld vertegenwoordi gen. Tenminste dit wordt door de daarvoor ge bruikelijke teokens achter de namen aangeduid. "Wij moeten den heer Van Bjjlevelt dank zeggen, voor doze vingerwijzing; want waarlijk, 't zou ons zonder dezo niet gelukt zijn, het mannetje van het wijfje te onderscheiden. Zöö sprekend gelijkt heer mol op zijn vrouw. Ongetwijfeld is de mol op ons eiland meer algemeen bekend dan de spitsmuis. En al werkt en leeft ook hij bijna uitsluitend in den grond toch doet hij dat niet zoo geheel in 't verborgen. Want zoodra hij wat dicht aan de oppervlakte komt worden we hem gewaar. Dan toch kun nen we duidelijk de door hem gevormde gangen en molshoopenzien. En juist deze zijn het, die den mol bij menig landbouwer en tuinman in een slechten reuk doen staan. Wie nu niets naders van de leefwijze van den mol weet, dan we tot hiertoe aanstipten, zal het heel natuurlijk vindeD, dat menigeen den mol een kwaad hart toedraagt. Bij 't wroeten en woelen toch gera ken nog al dikwijls heel wat plantjes vooral pas ontkiemde geheel of gedeeltelijk uitden grond, zoodat ze licht sterven. En dat ziet] na tuurlijk niemand "gaarne, vooral niet, als er tengevolge daarvan „open" plekken op de bed den of den akker ontstaan Menige verwensehing wordt den mol dan ook dikwijls naar 't hoofd geslingerd. En wie 't zelf ondervonden heeft, hoe in weinige oogenblikken een prachtig bod spinazie of sla vreeseiijk door 't wroeten van mollen kan worden toegetakeld of wie zag, hoe in enkele dagen een Echoon stuk vlas of uien in allerlei richtingen werd doorwoeld, waarlijk hij staat niet zoo verbaasd over genoemde verwensehingen, 't Is evenwel maar goed, dat de mol zo niet hoort, of er zioh tenminste wei nig1 van aantrokt. Want indien hij z;jn werk staakte, waarlijk er zou van menig gewa s niet veel terecht komen. Immers hij doet meer dan woelen en wroeten in den grond. Honderden, neen, laten wo gerust zeggen duizenden schade lijke dieren worden jaarlijks door hem wegge vangen van plaatsen, waar de mensch ze vrij stellig niet dan met groote moeite zou kunnen krijgen en waar ze zondor den molonbe rekenbare schade zouden toebrengen aan onze gowassen en tuinen en op akkers. De mol is niet minder vraatzuohtig dan de spitsmuis. Dat hij de wortels of onderaardsohe stengels eet is grove laster. Proefnemingen heb ben geloerd, dat hij zieh te midden van de lekkerste plantenkost eer laat doodhongeren dan zo aan te raken. Nimmer ontdekte men ook overblijfselen van planton in de maag van een mol. Veel meer dan de spitsmuis is het liohaam van den mol ingericht tot een loven in don grond. Inzonderheid het bezit van uitnemende graafpooten is een groot voordeel voor hem. Deze stellen hem in staat, om in niet al te vaste aardlagen zijn hol en zjjne gangen te maken, en zijn nest te bouwen diep onder de opper vlakte der aarde. Evenwel moeten we ook nog wijzen op de in oen snuit toeloopenden kop en don ronden vorm van 't lichaam. Ook deze staan in nauw verband met de leeiwijze van onzen mijnwerker. Zijn oogen zijn ook weinig ontwik keld. De uitwendige ooren ontbrekenze zou den hinderlijk kunnen zijn voor de bewegingen door de gangen. Het gehoor is echter goed ontwik keld, zoodat de mol reeds op tamelijk grooten afstand het geluid verneemt, dat een knagend insect veroorzaakt. Ook zijn reukzin schijnt hem bjj 't opsporen van zjjn kost goede diensten te bewjjzen. Maai' zjjn gevoelig snuitje helpt hem daarbij ook niet weinig. En in een oogenblik heeft hij een gang gemaakt inde riohting, waarin hij zijn buit vermoede. Op geregelde tijden gaat de mol ter jachten wel driemaal per dag. Den overigen tjjd brengt hij slapende in zjjn nest door. Ovor dit nesten nog tal van andere bjj zonderheden den mol betreffende zouden we nog gemakkeljjk enkele kolommen kunnen vullen. Toeh willen we dit nu niet doen. Alleen wenechen we nogmaals melding te maken van het feit, dat de mol hoogst nuttig is, al wordt bjj soms ook lastig. Vooden moet men hem zoo weinig mogeljjk. Ingeval men zieh genoodzaakt ziet, hem te van gen, dat men hem dan op plaatsen waar hij minder kwaad kan doen weer loslate. Intussoheu zjj nog opgemerkt, dat hij, waar weinig onge dierte in den grond zit, zelden komt. En dit verschijnsel pleit stellig niet in zijn nadeel. Of de mol door 't eten van regenwormen wel nut doet mag men gerust in twijfel trekken. Maar daarover wellieht later nog wat- M. Den 4den April j.l. sprak in de Vergadering van de Afdeeling Dordreoht en Omstreken der Hollandsche Maatsch. van Landbouw, de hoer U. J. Mansholt, Rij kslandbouwleeraar voor Zuid- Holland, do wensoheljjkheid uit van een centraal aardappelproefveld. Wat de heer M. in verband daarmede zeido," komt ons belangrijk genoeg voor, om ook onder de oogen gebracht te wor den van die lezers, welke de N. R. O- niot krjjgen. (Daaraan ontleenden we een en ander). Spreker wees er dan op, dnt het ongetwijfeld van genoeg belang was, uit te zieu naar mid delen, welke den aardappeloultuur meer loonend kunnen maken. "Wat toch is 't geval' De meest algemeen verbouwde soort is do jam. Do kwaliteit is meestal goed, de opbrengst laat eohter niet zelden te wensohen over. En wanneer deze wat gering ia, moet de prijs al vrij hoog zijn, wil de teelt nog loonend wezen. ■I!

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1901 | | pagina 1