Vrijdag 5 April 1901 An tir evolutionair Orgaan Zestiende 7aar^- IN HOC SIGN O VINCES t««p «1® Xuidliollaiiilsclfie en Zeeuwsclie T. BOEKHOVEN. uitgever: SO.WMKLtsmJH. Alle sankSiCBi voor de BfiedaegJe bestemd, AfilvertenilSën en verdere Administratie franco tee te «enden aasi den Uitgever- O die partijschap! Uit- tie Pers. 18 Deze Courant verschijnt eiken Yrijöag. Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling ƒ3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Roekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal. Rienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Bij dit nummer behoort een filet k rsils van Clarions. Te midden van de velerlei be slommeringen des levens, te midden van de zorgen, aan ons huiselijk en maatschappelijk leven verbonden, te midden ook van de toenemende politieke bedrijvigheid onder onze landgenooten, in verband met de belangen van Staat en gewest, wordt Zondag aan Zondag bet kruis-evan- gelie gepredikt, breek de stille week en licht de heerlijke Paaschzon aan Zeker zal bet geen schade of tijdverlies geven wanneer wij met boogen ernst acht slaan op de goede boodschappen, welke dezer dagen als uit den hemel tot ons komen. Want hetzj wij meer bijzonder stilstaan bj het gesloten of bij het geopende grafhetzj wij de stem beluisteren van den Man van Saiarte of het verheerl jkt lichaam van Jezus volgen; dit blijft als een oube- driegeljke ro's vaststasm, dat de oorsprong en de waarborg van alle waar geluk, allen waren vrede, alle wezenljke verbeteringen en overwinningen liggen opgesloten in hetgeen de Zoon van God zelf hier op aarde verrichtte. Neem het kruis van Christus weg, en laat Zjn graf gesloten bijven, en er heerscht in geheel de wereld slechts een hopelooze duisternis Lachwekkend zou het zjn, indien het niet veel meer huiveringwekkend ware, dat in onze dagen zoovele „hervormers" op sociaal en politick gebied een toon aanslaan, alsof zij nn eens het aardsche leven voor een itder drageljk zullen inrichten. Arme inbeelding Alsof dit we reldrond, buiten Christus gerekend nog iets anders kon voon brengen dan doornen en distelen. Gesteld ook al, de toeleg gelukte nu over alle creatuurlijke ongeljk- heden heen het aardsche levensbe- staan voor alle medemenschen zoo danig te wjzigen, dat ieder moest betuigen „vergeleken bj vroeger heb ik het rjk en heerljk", dan immers komt nog de wreede dood elk oogenblik de gewaande rust verstoren, want hoe men het leven ook wende of keere, deze bezoldiging der zonde is den moedigsten strjder voor lotsverbetering onder de men- schenkinderen te machtig. Niet, men versta ons wel, dat dit streven op zichzelf te veroordeelen zou zjn. Veeleer is het een rechtstreeksch uitvloeisel van h?t mensch-zjn zelf. Maar het ergerl jke is, dat de groove massa zich bj deze beweging aanstelt-, als ware er met God of met de eeuwigheid niet te rekenen. Men roept om een menschwaardig bestaan, maar het eerste en meeste dat een meDSch waarde geeft, zijne rechte verhouding tot God zjn schep per, komt meestal niet eens ter sprake, laat staan dat dit voornaamste zou beoefend worden. Eu dit is alle eeuwen door zoo geweest. In allerlei uitwendigheden zocht de mensch zjn eenig heil en vervloeide zjn leven. Maar in de diepte van ellende ging nu de Immanuol in. Hij was het, die het leven en de owverderfeljkheid aan het licht bracht, die arm werd opdat zondaren rjk zouden kunnen worden, ja die „tot zonde gemaakt werd, opdat geheel in de zonde weg zinkende stervelingen weder voor eeu wig zouden kunnen gered worden. Deze glorierjke feiten te herden ken is daa ook telken jare, neen gedurig eene behoefte voor hen, die door hartvernieuweude genade de be- teekenis er van leerden beseffen. „De straf die on3 den vrede aan brengt," zoo jabelea zy den profeet Jesaja na, „was op Hemen door Zjne striemen is onze genezing' ge worden." De heiligheid Gods gedoogt nu eenmaal niet anders dan dat lij toornt tegen de zonde, en de recht vaardigheid Gods kaa dea eisch van vergelding niet laten vallen Maar nu ging Jezus in do volheid der t j- den den borgtocht voor zjn volk vol brengen en onderving h j de stroomen van Gods verbolgenheid. Het behaag de den Heere hem te verbrjzelca, maar nadat zijne ziel zich tot eeu schuldoffer heeft gesteld, kon het welbehagen Gods, dat het mensch- dom deed formoeren, weer gelukkig- Ijk voortgaan. In alle benauwdheden, die er ooit onder de menschen voor kwamen, ging Jezus in den doods angst maakte hij in al zjn verschrik kingen mee door het donkere graf omving zjne gebeente en dat alles om de menschheid voor altjd er wur boven op te helpen. Want dat dit doel volkomen be reikt was, dat de Vader volmaakt genoegen nam met het gebrachte offer, toonde wel dadel jk de opstan ding op den Paaschmorgen. Slechts komt het er nu voor een ieder op aan, persoonljk mede deel te hebben aan het offer van Golgo tha en te kunnen zeggen met den heiligen apostel „ik leef, doch niet meer ik, Christus leeft in mj." Wie zoo bj het kruis staat, ziet daarin deu levensboom, welks blade ren strekken tot genezing voor alle denkhare kwalen kwalen in het eigen leven, kwalen in ons huis, kwalen in onze naaste en verdere omgeving. Op dien levensboom dan het oog gericht, m jn lezerbj het Kruis in stiller ouuml giknieli eno)k voor u zal het licht van den Opstan- dingfmorgen niet uitblijven. Al wat Mr. van Houten c.s. doen kunnen om den schijn te geven, dat de //clericalen-/ nog gemakkelijk kun nen onderdrukt worden, dat doen zij. Alsof de splitsing in den boezem der Liberale Unie// een kleinigheid ware, zegt Mr. v. H. in zijn jongsten //Staatkundigen brief// dat het pogen van den vrijzinnig-democratischen bond om algemeen kiesrecht te ver krijgen, doelloos is voor het oogenblik, omdat het toch moet mislukken, en dat het reserve-program slechts het zelfde bevat als elk gewoon liberaal program, en dan dringt hij weer aan op -/de grootste onderlinge welwil- endheid// gelijk bij de stembus van 1897 om maar weer eene kleine //meerderheid Kamerleden// van libe rale denkwijze te verwerven. Op het papier gaat dat samen- rijgen heel mooi, maar hoe nu in de praktijk? Die //liberale denkwijze// helpt u al zeer weinig, wanneer de een vóór alles het algemeen kiesrecht wil, en de ander is daar ter/enwanneer de een aan het .bijzonder onderwijs ge lijken regeeringssteun wil verleenen als aan het openbare, en de ander integendeel allen steun zou willen opheffen. Als de verkiezingen achter den rug zijn, heeft men toch iets anders te doen dan de //clericalen// te lijf te gaan. Maar het schijnt wel alsof het regcercn bijzaak is en de partij- heerschappij hoofdzaak. liet Utrechtsch Dagblad dat blijk baar weinig studie van de politiek maakt, maar evenals de //Oprechte I laarlemsche// toch wel terdege vinnig liberalistisch kan zijn in verkiezings dagen, gooit thans ook een duit in het zakje, en raadt aan dat de partijen der linkerzijde (oud-liberalen, geavanceerd liberalen, vrijzinnig-de mocraten en socialisten), al marchee- ren zij gescheiden, toch in Juni a.s. vereenigd slag moeten leveren. Alsof die combinatie van partijen bij den wslag// ons volk voorthielp, als de Ministers aan het stellen van een regeeringsprogram toekomen 1 Maar de partijschap maakt som migen totaal blind voor de werke lijkheid. SOCIALISTISCH TAALTJE 1 In ons vorig nutnmer wezen we er op, dat het „Yolk", onder hoofdredactie van Mr. Troelstra, zoo langzamerhand het jargon het vieze taal; je van Domela Nieuwenhuis gaat overnemen. Het blad van "Woensdagavond strekt daartoe helaas ten bewijze. De verkiezing van Maandag in Amsterdam III, waar bij Polak de nederlaag leed, wordt een ezels-verkiezing genoemd, en allen die niet op Polak hebben gestemd, heeten kortweg „ezels". Bij do laatste verkiezing evenals haast altijd Hadden de ezels de meerderheid. Ea zoo gaat het dan verder. Doch dit niet alleenmaar wat te zeggen van onderstaand rijmpje, onder opschrilt: „Des Hertogs veroveringstocht naar de Tweede Kamer. De moderne Don Quichot." Daar komt hij aan, hij draagt zijn naam Van legeraanvoerder met eere. Wel is zijn wapenrusting wat vreemd, Maar dat kan hem niet deron. Zijn hoofd is gedekt met een puntigen hoed Yan Brammetje Kuypers bende, Aan een lint om zijn hals hangt zelfs „Het Boek Vol sprookjes en legenden." En langs zijn linkerzijde hangt Een Pauselijken degen, Door tussehenkomst van bouwheer Bieys Van Passtoors te leen gekregen. Zijn rechterhand houdt de teugels vast Der kreup'Ie kioswet-Rossinanto, Gaaude als lakei aan elke zij Een oud-liberale tante. Met deze vier coupletten volstaan we zes volgende zien er niet Holl nu maar. De fraaier uit. Tfilial- ess Landbouw HOE WERKT „CHILI" OP HAVER? Zoo vroeg mij onlangs een landbouwer, die nog nooit Chilisalpeter op haver gebruikt had. Naar aanleiding daarvan ontspon zich tusschen den vrager en mij een gesprek, dat eindigde met de verzekering van den vrager, 't eens te zullen beproeven. Blijkbaar stond hem 't resultaat wel aan, dat verleden jaar verkregen was door den heer R. C. Mulder te Tjuchem (provincie Groningen). Ik wil dit hier ook even meedeelenmisschien zijn er nog ande ren, die er hun voordeel mee kunnen doen. De haver dan, waarvan hier sprake is werd gezaaid op een veld, waarop in 1899 rogge gegroeid had. Deze was bemest geweest met Kainiet, Superphosphaat en kalk. De haver ontving evenwel geen kaliphosphaatbernesting, maar eén perceel gaf men 200 KG. chilisalpe ter per HA. en 't andere niets, 't Eenige ver schil tusschen de beide te vergelijken stukken was dus, dat er op 't eerste voor 20 g. Chili per HA. was uitgestrooid, terwijl voor 't an-, dere geenerlei onkosten van dien aard gemaakt, werd. Maar of men die 20 g. terug ontving 1' Zelfs meer dan verdrievoudigd Reken maar- eens met mij na. Volgens het Blauwboek 1899/1900 bedroeg de geldelijke opbrengst per HA. van het eerste perceel 273 g. 40 c en van het tweede stuk 206 g. 10 c. of 67 g 30 c. minder. Voor de 20 g., welke men had uit gegeven voor chilisalpeter ontving men dus 67 g. en 30 c. terug of wel, men maakte een zuivere winst van 47.30 g. Misschien zou de winst nog grooter geweest zijn, wanneer men meer Chili had aangewend. Want haver kan nog al wat verdragen. Mis schien staat dit wel in verband met het tame lijk booge stikstofgehalte van zaad en stroo. Ik vind zelfs opgaven van 300 a 400 KG. per HA. Wanneer men deze precies moet aan wenden Sommigen doen 't altijd in twee kee- ren n. 1. de helft bij 't zaaien en de rest als 't veld al aardig groen staat. Ook zijn er landbouwers, die de geheele massa in eens geven. Gewoonlijk echter strooien ze dan niet meer dan een paar honderd KG. Proefnemingen over de meest gewenschte hoeveelheid, als ook omtrent de» juisten tijd zijn zeer zeker gewenscht. •t Is nu weer tijd, er mee te beginnen. Van daar, dat ik besloot, er de aandacht op te vestigen. j DE VERZAMELING DER VEREENIGING „Landbouwonderwijs" TE MIDDELHARNIS. XVII DE OPGEZETTE ZOOGDIEREN. Nog een tiental namen treffen we op ons lij etje van de opgezette zoogdieren in de Brou werij aan. Evenwel zijn er een paar bij, welke twee keeren ingeschreven zijn in den catalogus. Zoo vonden we van de gewone spitsmuis twee exemplaren en van den grooten wezel zelfs drie twee in wintorkleed en een in zomertonue Ei genlijk resten ons dus nog slechts zeven van dc zoogdierenHet zijn De liuisspitsmuis de ge wone spitsmuisde mol, de egel, de vleermuis, de groote wezel of hermelijn en de kleine wezel. Behoorden de reeds besproken zoogdieren alle tot eene groep, die der knaagdieren, de boven genoemde moeten tot twee of drie orden gebacht worden. Huisspitsmuis, gewone spitsmuis, mol egel en vleermuis zijn insecteneters, groote en kleine wezel behooren tot de roofdieren. Nog zij hieraan toegevoegd dat sommigo dierenkundigen de vleermuis tot een afzonderlijke groep rekenen aan welken ze den naam gaven van vleugelhan- digen of handvleugeligen. Dooh hierop komen we nog wel eens terug. De knaagdieren hebben we alle gerangschikt onder de voor land- en tuinbouw schaddijke diersoorton. Do nog te behandelen insecteneters en roofdieren mag men gerust tot do nuttige rebeuen. Dat evenwel niet alle evenveel aan spraak op onze achting hebben, zal wel duide lijk worden, wanneer we ze wat nauwkeurig/4"1 in hun levenswandel gadeslaan. Laten we maar beginnen bij de twee spits muizen. Wanneer we de opgezette exemplaion vam deze diertjes zien, zullen we aanstonds begrijpen, hoe zo aan hun naam gekomen zijn. In uite' lijk toch gelijken ze heel wat op gewone inuz- zen. terwjjl haar kopjes nog wat puntiger to<et loopen. Toch is er nog verschil genoeg, om ook voor een niet dierkundigs mogelijk te ma ken, de nuttige spitsmuizen te onderscheiden van do schadelijke muizen. De kleur vooral is opvallend anders. Zwart aan de rugzijde en lichter, soms haast wit aan de buik steken deze kleuren nog al heel wat af bij de vaal bruine tint der muizen. Dat de landbouwers in som mige deelen van on3 land de spitsmuizen vol strekt niet verwarren met do muisachtige die ren blijkt vooral hieruit dat ze aan de spits muizen een anderen naam geven. Zoo noemt raon de diertjes hier en daar molmuizen. Deze naam verraad heel duidelijk, dat men daar ook wel weet hoe en waar de spitsmuizen leven. Want in hare natuur on leefwijze stemmon ze zeer veel met den mol overeen. Do spitsmuis houdt zich, evenals deze, meesta n den grond op. Want da/jr vooral vindt zij, wat zij zoektinsectenlarven, wormen, enz. En dat ze daarvan een groote hoeveelheid noodig heeft, zal niemand verwonderen, zoo dra hij weet dat een spitsmuis sterft, wan neer zij slechts onkele uren zonder voedsel blijft. Men heeft in verband hiermede proefnemingen godaau en trachtte gevangen spitsmuizen mot insecUn in 't leven te houden, 't Was evenwel niet mogelijk van deze een voldoende hoeveel heid bij elkaar ie krijgen. Men zag zich genood zaakt, zoo nu en dan een dood voge.tje, een doodo muis, of zelfs een doode spitsmuis toe te dienon, wilde men voorkomen dat de gevangene van hnnonr ütrinrf. Zbb vraatzuchtig is een spits- de vestiging van de Ned. U. Ina. comp^ nie die hen grootelijks steunde. In dei 8e eeuw kwamen de Engelschen om de Kaap stad en dat land voor de Boeren te bewaren, zoo het heette, maar hiel den het geheel in bezit als kolome. Van dien tijd af werden zij verdrukt en onder vonden allerlei leed van der Engelschen zijde, getuige o.a. de moord bij Slagtersnek tengevolge vau de verheffing van dc kaf fers tegenover de Boeren. Dientengevolge besloten dezen hunne hoeven en landerijen te verlaten en bij menigten meer noord- en oostwaarts te trekken en zoo vestigden zij langzamerhand, na zeer langdurigen hoogst moeielijke tochten over hooge en rots achtige bergen zich in Natal. Door de En gelschen ook daar erg bemoeielijkt, na er eenigen tijd te zijn gevestigd en een moei elijke strijd tegen de Zoeloes te hebben gevoerd, zagen zij zich genoodzaakt elders een veilige plaats te zoeken, daar hetEn- gelsche juk ondragelijk was, eu zoo kwa men ze in Transvaal en Oranje-Vrijstaat, alwaar zij ook erg door de Engelschen be- moeielijkt werden, doch zich geheel vrij gevochten hebben, en vooral na den slag bij Amajuba in 1881 onder eigen bestuur onafhankelijk wonen konden. Dat zij Boeren genoemd werden, ligt in het beoefenen bepaaldelijk van het boe renbedrijf, namelijk landbouw en veeteelt. Hunne leefwijze is zeer eenvoudig, terwijl hun karakter zich vooral openbaart in goede trouw en oprechte godsvrucht, waarbij zij zeer veel overeenkomst toonen met de aarts vaders van het Oude Testament, Vooral het vijfde gebod wordt door hen beoefend, en vandaar de groote eerbied en onder danigheid van de kinderen jegens hunne ouders, zelfs al zijn de kinderen gehuwd en zeiven ook vaders en moeders geworden. Die onderdanigheid en eerbied betoonen zij zoo nauw mogelijk ook tegenover hunne meerderen in leeftijd èn in rang; vandaar dan ook dat generaal Louis Botha niet op trek tegen Buller en zijn leger bij de Toegela ter vervolging, omdat de commandant ge neraal Joubert dit niet wilde. Daardoor is het dan ook te wijten dat Ladysmith niet ingenomen is en de Boeren van hunne be haalde overwinningen de vruchten niet pluktenanders zou Natal, Mafeking, Kim- berly reeds door hen zijn veroverd en de oorlog ten hunnen gunste al zijn geëindigd. De Zuid-Afrikaansche Boeren leggen zich ook niet toe op uitbreiding van grond gebied, noch op de schatten, binnen in den grond te vinden, maar hun is het alleen te doen om hun vrijheid en recht te be houden en ongestoord hun bedrijf te kunnen uitoefenen. De geachte spreker behandelde voorts de aanleiding van dezen oorlog gelegen

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1901 | | pagina 1