I
Vrijdag 22 Maart 1901
™ii!
z
menteu.
I f
An tirevo lu tionair
Zestiende Jaarg. No. 805.
Orgaan
voor fir Kuidholkindielie en 2£eeuw*clie Eilanden.
J
enz.
irikant.
T. BOEKHOVEN.
105.
OOP.
arkt,
i&e.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling ƒ3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Overdreven voafgieBiiiig.
Tuin- ess Landbouw
i.—
door het
of door
ramp,
.bobben,
en reeds
vondene
organen
it storiu-
zakonde
at reeda I
Symp- j
ren, die
e malen I
wdheid, I
ambeien I
itopping I
ruikbare I
3D
en een
fdpijnen
N wek
dert de
geprik-
11
in Som-
len van
Delfts-
ie Zuid-
ijk 3 en
eiland.
n 450,0
Jarsensap
,nwortel.t j
sweekerij
unci.
van
erdam.
:en.
leubelen.
sten.
r veer.
waren
kundige
<AND.
ELEM.
i&saa-
Ing.
9
a
IN HOC SIGN O VINCES
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
HiOMMEEjQniJH.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Alle sliihfccn voor «le Medactie bestemd, Advertentie»! en verdere Administratie tranen toe te zenden aan den Uiisrever-
Bij dit nummer behoort een
BlJWOKCSfili-
Wat de „vrpinnis -de-
niocratea willen.
Het ontwerp van voorloopigen be
ginselverklaring, ter bespreking in
eene door de Arnkemsche en Mid-
delburgsche liberale kiesverenigin
gen tegen Zondag 17 Maart jl. saairt-
geroepen vergaderd luidt aldus
„De vrijzinnig-democratische partij
stelt zich ten doel een georganiseerd
optreden te bevorderen van alle de
mocratisch gezinde vereenigiDgen en
personen, die zich met de onderstaan
de beginselen vereenigen
1. De vrijzinnig-democratische partij
streeft naar ontwikkeling van onzen
constitutioneel parlementairen regee-
ringsvorm in democratiscben zin.
Te dien einde verlangt zij toeken
ning van bet recht tot deelneming aan
de verkiezingen voor de vertegen
woordigende lichamen aan alle man
nelijke en vrouwelijke meerderjarige
Nederlanders.
2. Zij ontkent de juistheid van bet
standpunt dat de klassenstrijd eene
noodzakelijke voorwaarde is voor maat-
schappelijken vooruitgang, en verwerpt
eenerzijds het streven naar ophdfiug
van het persoonlijk eigendomsrecht op
productiemidde'en, anderzijds de mee-
ning, dat de staat in het economisch
leven zijner burgers slechts noodge
drongen, schoorvoetend, bij volstrekte
onvermijdelijkheid behoort in te grij
pen
Tegenover gemeenschappelijk eigen
dom en gemeenschappelijksalmacht als
beginsel en eindpunt van het politieke
streven aan den eenen, privaateigen
dom en particulier initiatief als het
oriucipiëel alleen deugeiijke aan den
anderen kant, stelt zij dat wegneming
van de maatschappelijke oorzake der
ongelijkheden tusschen de leden van
het volk ten aanzien van hunne ont-
wikkelingsvoorwaarden liet doel moet
zijn, waarop telkens binnen de
mate van 't bereikbare jmoet worden
aangestuurd."
Gelijk reeds de naam van deze
„vrijzinnige-democraten" doet ver
moeden, zeilen zij zoo'n beetje tus
schen de behoudend-liberalen en de
sociaaldemocraten door maar zij
verbloemt n niet, dat zij „den Staat"
zeer hoog stellen, hem eene bijna
onbeperkte macht toekennen bij de
uitbreiding zijner bemoeiingen.
Allemans-kiesrecht, vrouwen-kies-
recht, vrijheid voor „den staat" om
onbeschroomd, met forsche hand in te
grijpen tot wegneming van de maat
schappelijke oorzaken der ongelijk
heden ten aanzienvande ontwikkelings
voorwaarden vande leden van het volk,
bet riekt alles sterk naar bet
socialistische.
Men wil niet met geweld begin
nen, wel neen maar het „bereik
bare" toch zoo gauw doenlijk in-
oogsten, en het daarstellen van „ge
lijkheid" voor de ontwikkelingsvoor-
waarden van alle burgers des lands
is al een zeer rekbare term daar
mede is veel goed te praten, doch
ook veel te bederven, want zoowel
in aanleg als in gelegenheden en
„voorwaarden" voor ontwikkeling is
vanaf het begin der schepping on
gelijkheid geweest en zal er ook
wel steeds moeten blijven, omdat
ze van hooger Hand verordineerd is.
Het aan bovenstaande beginsel
verklaring toegevoegd „ontwerp-
Yerkiezingsprogram" luidt aldus
Grondwetsherziening in dien zin dat
mogelijk worde
a. invoering van algemeen kiesrecht
voor mannen en vrouwen, met toe
passing van het beginsel van even
redige vertegenwoordiging.
b. eene samenstelling van de Eerste
Kamer, in den geest van punt 1 der
beginselverklaring.
Indien en zoolang die grondwetsher
ziening niet bereikbaar is, verlangt
zij voor het eerstkomend wetgevend
tijdperk de tot standkoming van
1 Verplichte verzekering tegeu ziekte
invaliditeit en ouderdom.
2 Wettelijke regeling van het ar
beidscontract.
3 Herziening der armenwet.
4 Naasting van de spoorwegbedrij
ven en exploitatie daarvan door den
staat.
5 Verbetering van den rechtstoe
stand der vrouw.
In deze laatste vijf punten is veel
dat de instemming der antirevolutio
nairen heeft, en dat kans biedt op
eenige samenwerking bij herstemming
Doch voorzichtigheid blijft de bood
schap, want de „vrijzinnig-democra
ten willen staeds te ver gaan met de
regeling van Staatswege.
Cüevolgsfesi van liet doc-
triiiuire vrijhandel-
sSeisei.
Eenige dagen geleden is er weer
één der slachtoffers van de weigering
van eenig invoerrecht op tarwemeel
gevallen. „De Weichsel" eene der
grootste inlaudsche meelfabrieken
moet de fabricage opgeven. Dit is
nu de 56e fabriek reeds van dien
aard, en nog slecht 26 slepen hun
zieltogend bestaan voort. Met de
korenmolenaars is het niet beter
gesteld. Zij moesten hun bedrijf of
geheel of gedeeltelijk laten varen.
Trouwens, hoe kan het anders,
waar de buitenlander onder veel
voordeeliger omstandigheden werkt.
Nog met onze veiligheidswet, noch
met de verplichtingen der ongeval
lenwet heeft die buitenlander iets te
maken, en hij wordt beschermd door
de overheid. Zoo is het eene worste
ling van geheel ongelijke partijen,
ten koste van onze vaderlandsche
industrie.
Een paar jaren geleden stelden de
heer Dubbelman en de Waal Male-
fijt eenig invoerrecht op het tarwe
meel voor, doch met 42 tegen 36
stemmen viel dat voorstel. Er werd
toen op gewezen, dat in het wél
invoerrecht heffende België, in Ant
werpen b. v. het brood goedkooper
is dan in Amsterdam, dat aan den
Nederlandschen arbeid een totaal ver
lies van bijna vier millioen werd
topgebrachtdat onze zakken-indus-
trie, machinefabrieken, onze verkeers
wegen en onze graanhandel er mede
onder lijden dat de qualitiet van het
buitenlandsch meel allicht minder
deuglijk zoude zijn en dit in tijd
van oorlog het missen van een eigen
graanvoorraad hoogst bedenkelijke
gevolgen zoude kunnen hebben. Toch
zegevierde bet vrijhandels-dogma en
werd de broodeloosheid van een groot
aantal arbeiders bevorderd.
Reactie tegen dezen toestand kan
moeielijk uitblijven. Ook in Enge
land, het eenige land, waar de vry-
handel onbeperkt heerschr, beginnen
sommigen luider het pleit vuor de
protectie te voeren. Merkwaardig is re
lezen hetgeen de heer" Ernst Willi
ams hiervan schrijft. „In ben" zoo
laat hij zich uit „heden even sterk
overtuigd, als op welk tijdstip ook
van de laatste vijf jaren, dat Enge
land, door den vryen invoer toe te
staan voor da overtollige producten
der wereld zichzelf veel meer nadeel
berokkent dan zijne groote natuur
lijke voordeeien toelaten. Ik ben voor
protectie 1° omdat er eigenlijk geen
Vrijhandel bestaat en andere landen
weigeren de waren vrij in hunne
Uavens toe te laten 2° omdat dank
zij hun stelsel van 'protectie andere
landen hunne industriën hebben ont
wikkeld, wat niet in zulk eene mate
geschied zoude zijn als zij den vrijen
invoer hadden toegestaan van vreem
de producten. 3" omdat daardoor die
andere landen welvarend zijn gewor
den en zij in hunne eigen 1behoeften
kunnen voorzien. 4" omdat 's lande
suprematie ernstig bedreigd wordt en
reeds aan het tanen is onder zijn
vrijhandelssijsteem en onder de aan
vallen van protectionistische landen.
5° omdat economische onafhankelijk
heid vooral op het gebied van le
vensbehoeften eene noodzakelijkheid
is voor de welvaart van elk land.
6° omdat de ondervinding van andere
landen aantoont, dat industrieele
grootheid en levendige buitenlandsche
handel vereenigbaar zijn met protectie
zelfs indien deze op landbouw toe
gepast wordt7° omdat 's lands in
komsten het best uit de invoerrechten
geput kunnen worden".
Zou het geen tijd worden, op dit
alles eens acht te geven
»c legcrwet gevallen.
Hoe jammer van al het werk
Dit is nu de tweede maal, dat
vruchteloos beproefd is de defentie
flink te regelen.
Reeds bij de mobilisatie in 1870
bleek, dit noodig.
Maar noch minister Bergansius,
noch minister Eland (hoe meegaande
ook) vermocht te slagen.
Ditmaal waren het de roomschen,
weer vereenigd met radicalen en so
cialisten, die de wet lieten vallen.
Sommigen beweren, dat het was
uit ontevredenheid tegen het behou
den der eenige zoons in het ontwerp,
gelijk vroeger de afkeer van den
persoonlijken dienstplicht den door
slag gaf. Wat hiervan is weten wij
nietmaar zeker is dat de weigering
des ministers om den verkorten oefe-
ningstijd van acht maanden (in plaats
van 12) in de wet te waarborgen,
de meerderheid der Kamer tegen de
wet in het harnas joeg. De minister
was anders zeer gemoedelijk en toe
gevend, doch op dit punt bleef hij
bij zijn voorstel onwrikbaar staan.
Hij wildé zijn opvolgers de gelegen
heid niet ontnemen, later zoo noodig
den oefeningstijd uit te breiden.
Overigens was het ook al zeer
moeielijk om vereenigd te krijgen
eene belangrijke uitbreiding van het
leger (het brengen van de militie
van 5 maal 1 1.000 of volgens de
noodwetten 7 maal 11.000 man op
8 maal 17.500 man, behalve land
weer, landstorm, enz.) en tevens de
kosten weinig verhoogen. Dit kon
alleen gevonden worden door ver
korting van den diensttijd. Maar de
meerderheid der Kamerleden wilde
het gevaar niet loopen, dat door
latere uitbreiding van dien diensttijd
de kosten opnieuw zouden toenemen.
Er viel dus weer een zeer anti
militaristisch besluit, ondanks be
staande vrees voor oorlog. Dit besluit
kondus wel eens blijken zeer in het na
deel des lands te zijn genomen.
In Hollands Kelkblad werd een
paar weken geleden de stelling ver
dedigd, dat de wetgever niets te ma
ken heeft met het hoofd eener bij
zondere school, maar enkel met de
vereenigingdie de school onderhoudt.
Controle op de vaccinatie, de sub
sidie ,enz moet dus op dat stand
punt met het bestuur der vereeni
ging worden afgedaan. De onderwij
zer is in dienst van dat bestuur, en
dat bestuur alleen. Wie het anders
wil, wordt door gemeld blad als
socialistisch aangemerkt, omdat die
het //bestuur" niet genoeg telt.
Het wil ons voorkomen, dat hier
sterk overdreven wordt, dat hier eeni
ge verwarring is tusschen kerk en
school, en dat het juist omgekeerd
naar het socialistische riekt om de
schoolvereenigingen met andere ver-
eenigingen, van particulieren aard op
eene lijn te stellen, en dan met die
vereeniging alleen de Staatsbemoeiing
aangebonden te achten. Doch het
//socialisme" kan gerust buiten deze
zaak gelaten worden, want dequaes-
tie zit anders.
De Staat heeft zich met het on
derwijs als zoodanig in te laten en
te zorgen dat daardoor het ontwik
kelingspeil der natie op de noodige
hoogte blijft, Dit heeft hij ook in
vroegeren tijd gedaan, en moet hij
blijven doen omdat het onderwijs
zonder dat toezicht te veel verloopt.
Daarom worden ook de onderwijzen
de personen eerst van Overheidswege
gekeurd, of zij bekwaam zijn. En ook
al komen er, gelijk wij met velen
wenschen, later wvrije examens",
waarin de richting der toekomstige
onderwijzers zich beter kan doen gel
den, toch blijft de Staat daarbij in
den een of anderen vorm de bekwaam
heid meê beoordeelen. En eenmaal
bekwaam gekeurd, zijn het juist de
onderwijzers die het best de corres
pondentie kunnen voeren met de van
Overheidswege aangestelde autoritei
ten, omdat zij hunne verplichtingen
jegens de Overheid het best kennen,
den inhoud der aanschrijvingen, den
vorm der modellen enz. het best ver
staan. Onpractisch en onnoodig zou
het dus zijn, als de Schoolopzieners
en andere autoriteiten enkel met de
besturen der vereenigingen correspon
deerden. In de kerk gaat alles met
medeweten en medewerking van den
kerkeraad, doch in de School is er
behalve de betrekking van den on
derwijzer tot de vereeniging ook eene
tot de lands - schoolautoriteiten.
DE VERZAMELING DER VEREENIGING
„LiaïwJ S>©u wijs"
TE MIDDELHARNIS.
XV.
DE OPGEZETTE ZOOGDIEREN.
Dat er naast do veldmuis ook een opgezette
huismuis in de Verzameling" te zien is, spreekt
van zelf. Huismuis en veldmuis wordou immers
door ieder, die wat aan dierkunde gedaan heeft
als in eenen adem genoemd. Ook staan in bijna
ieder leerboek de twee namen naast elkander.
En in „de Zaak wordt van dezen regol niet
afgeweken. De bezoeker is er uitstekend in de
gelegenheid, de groote overeenkomst op te mer
ken tusschen de twee dieitjes, maar ook
het verschil. Want niet; alleen in leefwijze, ook
in liohaamsbouw bestaat er vrjj wat verschil
tussohen buismuis en veldmuis. Doordat het
kopje van de eerste in een lang spits snuitje
uitloopt heeft zjj een voel slanker liohaampje
dan haar verwante. Die heeft een veel stompe
ren kop. De ooren daaraan zijn heel wat kleiner
dan die van de huismuis. Maar 't meest in 't
oog loopend verschil is wel dit, dat de huismuis
een veel langeren f taart bezit dan de veldmuis
De laatste heelt daardoor den naam gekregen
van kortstaartmms.
Intussohen is de huismuis ook eon eoht
knaagdier. Doch dit hadden we ook niet behoeven
te vertellen. Alle huismoeders weten 't immers
al even goed als de landbouwers. Want niet
alleen in schuren komt deze kleine, vlugge
gast voor, zjj houdt zioh ook dolgaarne op in
onze woningen. In kelder, in kast, op zolder,
achter 't behangsel, onder den vloer, ja overal
houdt ze zioh sohuil of maakt ze haar restje.
Eu evenals bij de veldmuis is dit ook heel vaak
de bakermat van tal van kindertjes. Tooh ko
men de huismuizen nimmer in zoo groot getal
voor alB de veldmuizen. Ea dit is heel gemak-
keljjk te verklaren. De mensch is veel beter
ia de gelegenheid een to sterke voortplanting van
do eerste te voorkomen, dan van de laatste.
Behalve dat de poes menige huismuis wegvangt
en er een groot getal hun leven eindigen in de
val, worden er ook nog etteljjke gevangen door
in 't wild levende dieren. Van deze dienen we
de onlangs bosproken uilen en de later te be
handelen wezels en hermelijnen stellig wel even
te noemen.
Meer, ja veel meer dan door do huismuis
worden in onze streken de boeren en ook an
deren geplaagd door de rat. En hoewel dit dier
in de „verzameling" niet in opgezetten toestand
te zien is, meenen we tooh met een enkel woord
de middelen te moeten noemen, welke men in
't werk kan stellen, om van deze hoogst lastige
en zelfs gevaarlijke indringers verlost to wor
den. Het vangen in vallen lukt, zooals de meeste
lezers bjj ondervinding weten, lang Diet altijd.
Vergeven door middel van phosphorpillen of
andere giftige stoffen schijnt nog al goed te
werken. Doch men zorge er dan wel voor, dat
deze niet op plaatsen gelegd zjjn, waar huisdie
ren ze zouden kunnen krjjgen. Hetzelfde geldt
ook van het middel, dat we dezer dagen in een
ingezonden stuk in de Nieuwe Rotterdamsche
Courant zagen aangeprezen. Uiterst fijngestampt
glas, gemengd in een of andere deegachtige
massa zou, door de ratten gegeteD, de dieren
zeker doen sterven. In een der laatste nommers
van de Veldpost werd melding gemaakt van
een middel, dat, ook in Amerika mot succes
wordt toegepast Men plaatst op de plek (in een
sohuur bv.) waar veel ratten bomen een ion,
vult deze gedeeltelik met water en legt daarin
een steen zoodanig, dat deze even boven 't wa
ter uitsteekt. VevolgenB spant men over den
ton wat grof linnen of zoo iets en legt daarop
A
rgi/'