Vrijdag 15 Maart 1901 idsrrs^ Zestiende Jaarg. No. 804. voor lie Zuidbollandselie en SSeeuwsche Ejilandeii. 1 m An tirevo Orgaan ing 7EIDE, srsenz. he Pima TIRELEN IN HOC SIGN O VINCES T. BOEKHOVEN. V ~t tidelharnis. w keuze. stat 105. P fe eschil- eii Ta Fels i>i eh ou ten lieten p. g- reiiMss. m. smarkt. iering. HfiE. 1 m? Deze Courant verschijnt eiken "Vrijdag. Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. J§ OJflMSÜMj Mi Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaauvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslas» Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle stukken voos* tie Hedac-tie bestemd, Advertentffen en verdere Administratie franco toe te ze mien aaee den Uitgever* Wat de stem bas zal opleveren? Uit den aard der zaak wordt reeds nu deze vraag in vele kringen van belangstellenden gedaan, en menigeen gaat daaromtrent gissen. Het zal afhangen van de twijfe laars, of die rechts ol links zullen kiezen. Het zal er van alhangen of de lie den van beginsel ol de zoekers van het practisch belang de overhand zullen krijgen. De verhouding van deze „soorten" kiezers, als wij ze zoo noemen mogen, is in de verschillende provinciën nogal uiteenioopend, en dit zal ook bij de stemmingen, vooral bij de her stemmingen wel blijken. In het midden en het zuiden des lands, waar de sociale nooden nog minder nijpend zijn, zal het verschil van standpunt meer beslissen, en zul len de vergevorderd radicalen en sociaaldemocraten het in menig dis trict hard te verantwoorden hebben tegenover de vereenigie christelijke partijen. Maar in het noorden des lands, waar de menigte gebrek-lijdende arbeidersgezinnen vergelijkenderwijze grooter is, ziet men meer op de so ciale aanleiding voor het optreden der socialisten, waardeert men meer het goede deel dat er ook in hun voorstellen gemengd is. En die waar deering is wederzijdsch. Daarom kan het best gebeuren, dat de socialisten het daar bij de herstemmingen op een accoord zoeken te gooien met de antirevolutionairen en roomschen. Aldus kan het gebeuren, dat er eene „actieve" anti-liberale meer derheid uit de stembus komt. Hiermede is bedoeld cene combinatie van staatslieden, die streng vast wil len houden aan de christelijke grond slagen der maatschappij (wij denken hierbij b.v. aan de rechten van het huisgezin, de wetten met het huwelijk en den eigendom in verband staande, enz) maar die tevens den arbeidenden stand voorzichtig wat omhoog willen helpen. Men verlieze hierbij ook niet uit het oog, dat veleliberalen uit vroegere dagen hunne vrees voor kerkelijke overheersching van de zijde der an tirevolutionairen wel wat verloreD hebben, en dat zij daarentegen veel banger geworden zijn voor de zuiging naar den socialistischen hoek, en dat daarom het succes der „christelijk- historischen" waarschijnlijk ditmaa ooklang zoo groot niet zal zijn alsl vier jaren geleden. De mogelijkheid van een triumph voor de chr. beginselen en de maat schappelijke verbetering in chr. geest is dus niet uitgesloten, en dit besef kan den moed en de veerkracht ver levendigen. Laat toch ieder in eigen kring doen wat hij kan om bij zijne mede kiezers het plichtsb sef op te wekken. oor de verdere ontwikkeling onzer wetgeving in dezen tijd van overgang hangt zeer veel af van de komende verkiezingen. Zij er daarom gebed, zij er ijver, zij er offervaardigheid voor deze goede zaak. Snelle omkeer. Menigmaal wordt de opmerking gemaakt, dat wij zoo „snel leven", dat wil zeggen, dat er in korten tijd zoo in het oog vallend veel ver andert. Nu, hiervan kunnen de socialis ten meêpraten En niet alleen zij neen allen die, al is het ook op an dere gronden en met een ander doel, uitziep naar maatschappelijke her vormingen, smaken de voldoening dat het doode conservatisme base- dat er komt co al zijn terrein verliest, en schier allerwege een opwaken om het burgerlijk leven meer dra gelijk te maken voor alle standen. Toen Dr. Kuijper in 1875 de wenschelijkheid betoogde van een wetboek op den arbeid, noemde de Minister dit „een stokje en geen stekje", dus een dood ding, dat voor geen ontwikkeling vatbaar was. En zie thans eens rond. Thans gevoelen alle partijen, dat het wel moet komen tot wettelijke regeling van den arbeid. Ja, men verschilt over het meer of minderover het onderscheid tusschen Staats streven en Staats4rw&over het geld. dat de Staat zal bijpassen maar dat de arbeidende stand als zoodanig eenige bescherming noodig heeft, dat de be handeling van oude en zwakke werk lieden regeeringscontröle behoeft, dat het contract tusschen patroon en ar. beider niet langer geheel aan per soonlijke willekeur mag overgelaten worden, is tegenwoordig algemeen erkend. Toenemende onbillijkheden, en de reactie daartegen hebben in korten tijd vele oogen geopend voor de leemten die er te dezen aanzien in onze wetgeving bestaan. En al peinst men zich nog moede om de juiste formuleeringen te vinden, dat er iets geregeld moet worden, geelt schier ieder toe. Maar ook op schoolgebied is er in weinig jareD een groote omkeer in de denkbeelden gekomen. Bij de behandeling der schoolwet van '78 verklaarde de minister Kap peyne dat hij aan de voorstanders der bijzondere school geen verzoening kon brengen, want dat, als hij dit deed, als hij voor hen week, het ge daan zou zijn met de liberale partij dat dan de hoeksteen van onze na tionale éénheid zou verbroken liggen, de worsteling voor de vrijheid zou zijn veronwaard, de priesterheer schappij op den troon zou zitten enz. enz. En zie, na tweemaal elf jaren komt één van dp geestverwanten van Kappeyne zelf de vrije school aan meerdere subsidie helpen en alzoo metterdaad erkennen dat zijne partij het mis bad, toen zij de alarmklok luidde. Slechts in één opzicht had de heer Kappeyne met zijne schrikaanjagen de rede gelijk. Ten minste in zekeren zin. Niet de kerkelijke onverdraag zaamheid is toegenomen, gelijk hij voorspelde niet dé „consciëntievrij heid is vernietigd" zooais hij ver inoedde maar wél heelt hij eens deels terecht gezegd, dat het „ge daan zou zijn met de liberale part;(tt wanneer het vrije onderwijs ging zegepralen. Immers, alleen het inge beelde „clericalisme" van de voor standers der vrije school kon de li beralen same 'houden en op middelen doen zinnen om andersdenkenden te O. derdrukken. Is dat hoofdstuk van de tafel, dan ia er onder hen allerlei verschil van gevoelen. Bij de kiesrecht-, de arbeiders-, de legor- quaestie, de regeling der finanfien hoort ge elkens uiteenloopande opi- nienmaar als de „clerus" moet bestreden, als de godsdienst van de Staatserve moet geweerd, dan loopen Zij weer samen. Het is daarom uit een partij-oog punt nog zoo gek niet verzonnen van Mr. van Houten, dat hij bij de stembus van 1901 het clericale spook nog eens weer opriep. IS>e Uegerwetien. Terwijl wij deze regelen schrijven zijn de beraadslagingen over de le- gerwetten nog lang niet afgeloopen wél de algemeene beschouwingen. Tweeërlei belang staat hiertegen over elkaar. Een goed leger kost veel meer geld dan thans wordt be steed, en de schatkist kan niet veel meer missen. Daar komt bij, dat velen den moed der nationale verdediging verliezen en zeggen och, het is toch eigenlijk weg geworpen geld als de groote mogend heden komen, zijn wij toch dadelijk verslagen. Daargelaten nog het gevoelen der sociaal-democraten, die hun idiaal hebben in het internationaal bestaan, en die spotten met het hechten aan een vaderlaxié. Och wat roepen zij, waar wij flink ons brood hebben daar is ons vaderland.) Nu moet de minister tusschen de ze bezwaren doorzeilen. En dat noch tans de nieuwe legerwetten wel kans op aanneming hebben wordt veroor zaakt door de meerdere vrees voor oorlog die er in den laatsten tijd ontstond. Want dat onze natie zich zoo maar zonder verweer zoude over geven, als zij werd aangevallen, vin den de meesten toch al te dwaas en te flauwhartig. Om echter den moed te verleven digen, is het noodig dat de leger - inrichting meer doeltreffend wordt dat het besef kunne doordringen, dat de regeling en oefening zoo goed mo gelijk is, maar op dit punt bestaat bij mannen, die studie van het 011- onderwerp maakten nog twijfel. Wan neer de nieuwe wetten er onveran derd door gaan is de gevecbtswaard'e van vele soldaten, wellicht te klein omdat de oefeningsstrijd te kort is genomen. Wij hopen later, als de uitslag be kend is, iets meer van de zaak. meê te deelen{Zie Uit de Kamers" in dit nummer Thans vermelden wij alleen nog dat het voorstel om de cenit/e zoons vrij te stellen van den dienstplicht, met groote meerderheid verworpen werddat daarentegen is aangeno men, dat van een oneven aantal zoons de grootste helft zal moeten dienen en dat L)r. Kuiper bij de de fensie-debatten weer (evenals vroeger bij de ongevallen-wet) eene alzijdige kennis verried, die verbaasde. Hier als volksdrank. Tuin- en iaimStMum XIV. ('H 'v-- J - "^T— :i-_- -.c-- Ks ik mij genoodzaakt ip prijs gesteld wordt j weg voortga, at zien. I7.75. RATINE EN DEMDE vanaf 13.50 1 bezichtigen. P <r riegels en inere molewms lelsmerk verkrjjg n Eesteren. van Gurp. ber, Itolein. Oostenbruggo ISpee. B UITGEVER: Bij dit nummer behoort een fSIJVaiiCïSEfc.. Dikwijls worde liet bier aangeprezen als een onschuldige drank. Dat liet echter in werkelijkheid veel minder onschuldig is dan menigeen denkt, blijkt wel het best uit de onderzoekingen, gedaan door Prof. Bollinger te Miinchen in Beieren, waar het bier gebruik naar verhouding waar schijnlijk even groote afmetingen heeft aan genomen als in ons land het gebruik Van gedistilleerd. Onder de door Bollinger on derzochte gevallen (plm. 5700) was er bij ieder 16-tal mannen één direct gestorven tengevolge van zijn bierhart. Sterker nog spreken enkele andere cijfers van denzelfden Duitschen geleerde. Onder de 45 lijken \fön volwassen personen, die in de eerste 6 weken van 1895 in zijn inrichting onderzocht werden, was in 7 ge vallen de dood onmiddelijk door biergebruik veroorzaakt. Verder waren er 5, bij wie be langrijke alkoholische veranderingen in de lever, de nieren en de slagaderen* waren aan te wijzen. Eeu was gestorven aan her senvliesbloeding, tengevolge van een val tijdens zijn roes, één was doodgestoken in een twist bij 't verlaten der kroeg, ter wijl eindelijk bij een zelfmoordenaar alle organen de duidelijkste sporen gaven van alkoholische ontaarding. Dat waren dus 15 van de 45, dus 1 op iedere 3 man, wiens dood direct of indirect een gevolg van 't drin ken was. Zou men in ons land veel ge wonnen hebben als het bier er in slaagde den borrel te verdringen WIE IS HET EERST AAN DE BEURT Na de lezing van ons vorig artikeltje zal het U stellig niet verwonderen, dat we thans een oogenblik stilstaan bij het gewas, dat naar onze meening wel het eerst- aan de beurt ligt bij 't uitstrooien van Chili-aalpeter. Wij bedoelen de Tarwe, in onze streken veel verbouwd, al is de verbouw dan ook, helaas, veel minder loonend dan vroeger. Dat dit laatste feil den landbouwers zal aansporen, de opbreugsten zoo groot mogelijk te doen zijn, ligt voor de hand En juist daarom meenden we goed te doen, althans één der middelen om ruimere oogsten te krijgen, hier kort te bespreken. Zooals bekend is, verbouwt men hier vooral z. g. wintertarwe. In 't najaar gezaaid, ontkie men de korrels nog viiör 't begint te vriezen, ja, niet zelden Btaat er vöör de eigenlijke win ter begint, al een mooi groen laagje op't veld. En dat is maar goed ook. Want hoe krachtiger de planten in dien tijd zijn, des te beter zullen ze den winter doorkomen Met het oog daarop is het dan ook lang niet verkeerd aan een tarwegewas, dat in 't najaar niet recht wil, wat Chili te geven. Dit zet wat aan en maakt de planten beter geschikt voor den op handen zijnden strijd. Maar nu is de winter al haast voorbij. En al komt er nog al eens een bui of wal kou, de tarweplantjes zijn toch als het ware gereed, om den tijdelijk gestaakten arbeid, haar groei, te hervatten. En dit zal haar zooveel te ge makkelijker vallen, wanneer er voldoende groeimaterieel aanwezig is, wanneer de behoefte aan opneembare voedingsstoffen in den bouw grond in goede hoeveelheden aanwezig zijn. Vooral aan licht oplosbaren stikstofmest heb ben de tarweplantjes nu behoefte. Nooit beter dan in den vorm van wat Chilisalpeter kanmen die verschaffen. Want al bevat de grord ge noeg stikstofhoudende stoffen, toch zijn die zoo s roeg in 't voorjaar in den regel nog aiet ge makkelijk opneembaar, ioo300 KG Chili per I1A (al naar den toestand van 't land) zijn in dit geval hoogst gewenscht. Men diene het liever in twee of drie keeren toe, dan in eens. Nauwkeurige proefnemingen leerden, dat 100 KG Chilisalpeter in staat zijn een gemiddelde meeropbrengst te leveren van 300 KG korrels met bijbehoorend streo. En de waardu hiervan weegt stellig ruimschoots op tegen de uitgave, die den aankoop van het salpeter noodig maakte, '1 Spreekt van zelf, dat het noodige phosphor en kali ook aanwezig moet zijn, om die meeropbrengst te kunnen verkrijgen; doch gewoonlijk is hiervoor bij de bereiding van 't land voor tarwe bestemd, voldoende gezorgd. Aan spoedig opneembaren stikstofmest is even wel niet zelden gebrek op tarweakkers. En in dit gebrek moet voorzien worden door Chilisalpeter. DE VERZAMELING DER VEREENIGING „Landbouwonderwijs" TE MIDDELHARNIS. DE OPGEZETTE ZOOGDIEREN. „A. s. week over de veldmuis voorzeker op Fiakkee beter bekend". Aldus eindigdo we ons vorig opstelletje. Dooh zij die met de dieren wereld op ons Eiland niet of sleohts zeer wei nig op de hoogte zijn, zouden bij 't zien van de opgezette veldmuis der „Verzameling" nog lang niet overtuigd wezen van 't feit, dat de veldmuis ook op Fiakkee voorkomt. Want het beestje in de „Zaal" is afkomstig uit Duitsch- land. Zijne komst in de „Verzameling is reeds een heel tijdje geleden. Als we ons niet vergis sen, was het diertje al te zien, toen de beer Van Bijlevelt nog goed en wel in Zeeland zat. De heer Van der Heide te Dirksland had toen ook nog niet zoo'n goeden naam als „opzetter" van vogels enz. En daaraan vooral zal het too te schrijven zijn, dat de Veldmuis van „Land bouwonderwijs" van Duitsohe afkomstigis. Want op Fiakkee kan men haar dikwijls genoeg in levende lijve te zien krijgen. Waar Dat word ons gewis door den naam voldoende aangeduid. Wie de veldmuis wil ontmoeten moet op 't veld zijn. Daar is ze thuis. Ze word er geboren, groeit er op en sterft er ook. En al gebeurt het nu ook, een enkelen keer, dat als bij toeval een veldmuis in deze of gene schuur terecht komt, toch zal ze er niet aarden, en eon van twee, of ze sterft er, of ze zal zoo gauw mógelijk trachten te terug kee ren naarden akker Ze leeft daar in den grond. Hare gangen zijn eohter vaak veel dichter aan de oppervlakte dan die van den mol. Dooh deze haalt ook al zijn voedsel in die gangen op en dat is met de veldmuis niet het geval. Hoewel zij tal van plantenwortels gaarne eet en niet zelden zich uitsluitend voedt met knollen enz. verlaat ze tooh niet zelden haar hol om boven den g ond haar kost op te halen. Op tarweakkers kan ze schromelijk verwoestingen aanriohten. Behendig weet ze langs de halmen naar boven te klauw- teren en zoo de aren uit te pluizen. Valt haar dit wat lastig, geen nood, zo knabbelt evon bo ven den grond den stengel stuk en haalt daar na de aar omlaag om die dan op haar gemak van de heerlijke korrels te ontdoen. Ze eet ech ter niet alles terstond op. Riet zelden sleept ze oen groot deel van haar buit na"r haar nest, ten einde dit tot een ware voonaadsschuur te ma ken. En dat de hoeveelheden daar geborgen soms lang niet gering zijn, leert ons stellig het volgende feit. Iemand, bezig met het ploegen van boonen- stoppols, raapto onder zijn werk door, uit de muizengaten, welke hij vond, in een dag niet minder dan eon half mud zegge 50 li ters boo- nen op, die daar door veldmuizen waren bijeen gesleept en als wintervoorraad hadden moeten dienen. 't Spreekt wel van zelf, dat voor 't verzame len van dergelijke hoeveelheden een groot ge- .11,7 7 "- '-I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1901 | | pagina 1