Vrijdag 11 Januari 1901.
Antirevolutionair
Vijftiende Jaarg. No. 795.
Orgaan
voor de %uidhoIlaiidsclte en Keeuwsrhf Eilanden.
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
Aïie stukken voer de Hedactie bestemd, Advertenties en verdere Administratie franco toe te zenden aan desa Uitgever.
Jaargeld voor Hertog
Hendrik.
Alcohol.
Uit de Pers.
Tuin- en JLandbouw
Deze Courant verschijnt eiken Tiijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER:
BOMMEL BMJ §i
Advertentiën 10 cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Gtroote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Bij dit nummer behoort een
Volgens sommige bladen en het
voorloopig verslag op een d r wets
ontwerpen, in verband staande met
het aanstaand huwelijk der Konin
gin, willen sommige kamerleden
voorstellen om aan Hertog Hendrik
terstond bij zijn huwelijk een jaar
geld van f 100.000 toe te kennen.
Juist van zeer Oranje-lievende
zijde acht men dit niet erg doel
matig, omdat het opvoeren van de
kosten van onderhoud van het Ko
ninklijk buis als het ware een
wapen geelt in handen van hen,
die aan het monarchaal bestuur des
land niet sterk hechten, en derhal
ve een voorstel in gemelden zin te
groote verantwoordelijkheid legt op
hen die het te berde brengen.
Wanneer de regeering het noodig
rekent, in 's lands belang, dat de
a.s. gemaal der Koningin een af
zonderlijk inkomen heeft, dan ligt
het op haar weg zelve het voorstel
te doen maar dan zou het toch
nog iets bedenkelijks hebben om
slechts bij gewone wet dit punt te
regelen, omdat het dan ook weer op
dezelfde wijze zon kunnen vervallen
en alzoo te eerder in den politieken
strijd is te mengen.
De Grondwet staat vast, dat het
inkomen onzer Koningin zal bestaan
uit de opbrengst der domeinen en
uit eene vaste som dat voor het
onderhoud van de paleizen jaarlijks
hoogstens f 50 000 ten laste van
het land mag worden gebracht dat
de Prins van Oranje na zijn 18e
jaar f 100,000 en na zijn huwelijk
1 200,000 zal genieten en dat aan
de Koningin Weduwe 1 150.000
zal worden uitgekeerd.
De vaste som is voor onze Ko
ningin op f 600.000 bepaald.
Nu volgt uit het in de Grond
wet vastgestelde wel, dat evengoed
de gemaal eener overleden Konin
gin als de gemalin van een overle
den Koning achterna zeker jaarlijksch
inkomen mag genieten. Maar tijdens
het leven van den Koning of Ko
ningin is het iets anders. De Grond
wet maakt geen onderscheid tusschen
de inkomsten van den gehuwden en
van den ongehuwden Koning, en
o o
daarom is het nog zoo zeker niet,
dat de Grondwet toelaat, de inkom
sten der Koningin wegens haar hu
welijk wel te vermeerderen.
Hierover kan eene ongewenschte
discussie ontstaan, en daarom is het
doen van Zulk een voorstel nogal
gewaagd.
Het orgaan van een der grootste
sche levensverzekeringmaat
schappijen schreef in Dec. 1898 het
volgende
„Een tijdruimte van 28 jaar is
een periode lang genoeg om alle op
toeval berustende invloeden op te
treffen, en daarom kunnen we de
resultaten als vaststaande aanwerken
En wat zijn die resultaten Gedu
rende deze 28 jaren werden in de
onthoudersafdeeling verwacht 5841
sterfgevallen, terwijl er maar 4131
voorkwamen 30 pCt. beneden
het verwachte aantal»
De verwachte uitkeeringen be
droegen ruim 15 en een hall millioen
gulden, terwijl ze inderdaad maar
bedroegen ruim 10 en een half mil
lioen galden, zoodat er een verschil
was van 5 millioen."
Gemiddeld leeft de niet-drinker
dus volgens deze statistiek 6 jaar
langer dan de matige drinker, en
is hij eenmaal boven de 25, dan
leeft hij gemiddeld nog 10 jaar
langer dan de matige drinker.
Menigmaal hoort men in Neder
landse klacht, dat dewetvani881
voor de drankbestrijding nog zoo
weinig uitwerkte.
Hierbij dier t echter in aanmer
king genomen, dat de voornaamste
bepaling van die wet de bepa
ling, dat het aantal vergunningen"
tot drank?erkoop in elke gemeente
niet meer raag bedragen dan één
op elke 250-500 inwoners eerst
na 20 jaar, dus nu iu 1901 kracht
krijgt Op eens zooveel kroegen op
te ruimen scheen destijds vele ka
merleden te kras- Vandaar deover-
gansbepaling, welke de wet waar
schijnlijk heeft gered.
Maar op 1 Mei 1901 komt er
verandering. Dan komen alle vér
gunningen, die sedert 1 Mei 1881
in andere handen zijn dan van de
toenmalige houders, rechtens te ver
vallen. Dat aantal is niet gering,
vele tappers zullen dus naar een
ander bedrijf moeten uitzien.
AcBiferlijkiieitl"
Zoo mag op het einde der negen
tiende eeuw wel de gewetensdwang
heeten, die de liberale landbouwers
in het Groningsche dorpje Saaksum-
huizen bij vernieuwing aan hunne
arbeiders wilden aandoen.
In eene druk bezochte vergade
ring van „notabelen" is daar beslo
ten, geen nieuwjaarsbadeeling te ge
ven aan de chr. geref. arbeiders, die
hunne kinderen van de openbare
school namen.
Het vorig jaar namen eenige li
berale landbouwers op hetzelfde
dorp het besluit om de ar'c eiders,
wier kinderen op de chr. school
gingen, uit hun dienst te ontslaan
Over zulk eene gswelddoening aan
het geweten der ouders is toen wraak
geroepen, en een officieel onderzoek
had plaats in hoeverre het hoold der
openbare school zich, volgensrioopend
gerucht, in Vleze quaestie gemengd
had,
Men schijnt in Saaksumhuizen
evenwei nog niet veel wijzer gewor
den te zijn.
Wat kan het nu toch hinderen
aan de positie der landbouwers, of
hun arbeiders voor het welzijn der
kinderen - waarover toch allen die
arbeiders als ouders het recht en de
verantwoording hebben de eene
dan wel de andere school kiezen.
E m veertig jaren geleden was
zulk eene bekrompen opvatting geene
zeldzaamheid. Doch tegenwoordig is
die fyranie schier ongehoord.
Reeds werd dan ook van bevriende
zjde aangeraden om, ter beschaming
van zulk eene drjverj en tot troost
voor de benadeelden, eene kleine in
zameling door het iand te houden,
strekkende eensdeels om het gemis
der bedeeling te vergoeden, en ver
der om de chr. school te steunen.
LEERDWANG IN DE KOU'!
Wa£*baten wetten in strijd met de zeden I
iaat Potgieter in een van zijn mooiste
schetsen«Onderweg in den regen» de
'«schim» van een Ainerikaanschen dichter
klagen, geplaagd door sigarenrook in een
ilollnndsche »niet rook»-coupé.
Het blijkt ook weer in dezen.
In Eriesland raakt nil reeds de Leer
plichtwet in de klem.
Tollens zou er weer van rijmen
»'t Scheen of natuur verbood, het opzet
door te drijven».
Hoor slechts deze klacht in de oude
Arnhemsche
»Er is, aldus schrijft men ons uit Eries
land, wat onze provincie betreft, in eens
een groote hinderpaal gekomen voor het
toepassen der wet op den leerplicht, nl.
het ijs.
»Wie Eriesland en de Eriezen kent,
weet dat het ijsvermaak in onze provincie
een gansch andere wereld te voorschijn
roept. Men zou het kort kunnen zeggen
»Het ijs brengt heel Eriesland in de war.»
De zorgzaamste huismoeder kan bij ijs
vermaak geen regel in haar huishouden
houden, de kinderen, zoowel aJs de oudere
zoons en dochters, ja zelfs op manlief geen
staat maken. En vaak houdt zij zelve er
ook nog van de ijzers onder te binden,
zoodat het heele huishouden a l'abandon
gelaten wordt.
»De leerplichtwet is nu ingevoerd en
thuisblijven wegens «sohaatsrijden» zal
zeker behooren tot de rubriek vongeoor-
loofd verzuim».
Echter, men zal in onze provincie met
de wet thans de hand moeten lichten, wil
men ze niet dadelijk zeer impopulair ma
ken bij de groote massa in ons gewest.
"Dit geldt voor alle standen; zoowel de
hoogste als de laagste, de gegoede en de
gewone burgerstand, zij oordeelen dat de
jonge jeugd moet schaatsenrijden, als er
ijs is.
„Te meer is dit het geval nu er niet
meer op winters met ijs te rekenen valt,
zoodat vaak de schade van een paar jaar
moet worden ingehaald.
Reeds Zaterdag waren de aanvragen aan
schoolhoofden om vacaatie van de middag
les, ten einde te kunnen sohaatsrijden,
legio; tal van ouders hadden omdat
de leerplicht er nn was! schriftelijke
aauvrigen om vrijstelliog voor hun kroost
aan de autoriteiten geric.it.
//Bovendien weten de leerÜQgen heel
goed, dat vader en moeder zoo over schaats-
i\ijden denken, zoodat zij er volstrekt geen
been in zien stilletjes thuis te blijven, er
van overtuigd, dat de straf van de ouders
achterwege zal blijven, omdat de overtre
ding het sohaatsrijden betreft.
»Hier en daar was de aanvrage om va-
cantie zoo groot, dat //meester» het maar
het beste vond vacanlie te gevenelders
waren de klassen zoo onvolledig, dat er te
drie uur maar een einde aan het onderwijzen
gemaakt werd
»Het beste zal zijn, om in dezen maar
den ouden regel te blijven volgen in onze
provincie, nl. bij goed weder van ijs de
middaguren vrij te geven. In vefe ge
meenten geschiedt dit, in andere weer niet.
Wenschelijk zou het zijn dat over de
geheele provincie een regeling werd inge
voerd, vooral nu de Leerplichtwet van
kracht is. Het gaat toch niet aan, dat een
ander in de ééne gemeente gestraft wordt
wegens schoolverzuim door ijsvermaak,
terwijl in eene aangrenzende gemeente de
leerlingen die les vrijaf hadden om te
kunnen schaatsrijden.
Begint men thans, nu heel Eriesland
vol ambitie is voor liet ijsvermaas, de
Leerplichtwet juist toe te passen, onze
arrondissementsschoolopzieners zullen het
zóó druk krijge t met waarschuwingen, her
haalde waarschuwingen, vervolgingen, dat
er voor heil geen minutje overblijft om zelf
eens een baantje te maken op de schaats.
En onder hen, als ze Eriezen zijn, zullen
er dan velen zijn, wien dat gemis te mach
tig wordt.»
't Is wel eigenaardig, dat geen der Fiiesohe
afgevaardigden der Tweede Kamer ook maar
zelfs één woord van het Eriesche ijsbezwaar
gerept heeft!
Zoo maakt men bureaucratisch wetten
buiten de landzeden om.
En leerdwang, reads op weg natuurlijk
bij de vrije Eriezen populair te worden,
staat daar nu al te kleumen in de kou'!
In ernste: Verhoogt men zoo den eer
bied aan de landswetten verschuldigd?
Standaard.
HET BEMESTEN VAN WEILAND.
I
Meer en meer begint men ook in streken
waar veeteelt en dus ook weidebouw eer bij -
dan hoofdzaak is, te denken aan het bemesten
van wei- en hooiland. Dat is een verblijdend
teeken. Want er valt uit af te leiden, dat we
ook in dit opzicht vooruitgaan. Evenwel is het
er nog verre van af, dat we dat bemesten van
weiland in alle opzichten praktisch zouden dur
ven noemen. Zoo zagen we voor enkele weken
een boerenknecht bezig, stalmest uit te strooien
over een oude weide. »'t Is zonden, mompel
den we bij ons zelf en we konden niet nalaten
te zeggen »Nu, vrind, je baas schijnt de waarde
van stalmest toch ook niet best te kennen«.
»'t Is anders op zoo 'n wei niet weggegooid,
meneert, was 't antwoord.
„Dat zeg ik ook niet«, hernamen we, »doch
mij dunkt, dat de boer er wel beter plekje
voor had kunnen uitkiezen. Hij had den stal
mest op 't bouwland moeten brengen. De weide
is even dankbaar Yoor kunstmestja, stellig
zal deze er nog meer uitwerken dan de slalmestcc.
»Zou je dat denken, meneer ?c< vroeg hij weer,
sen wat voor kunstmest zou je dan wel willen
geven op weiland ?c.
We haastten ons, aan zijn weetgierigheid te
voldoen en omdat we .meenden, dat er wellicht
meerderen belang zullen stellen in deze zaak,
geven we hier weer, wat we zoo ongeveer zeiden.
Evenals alle planten, nemen ook de gras
soorten uit den bodem vooral lcali, phosphor
en stikstof. Voor de aanwezigheid van deze
dient dup in de eerste plaats zorg gedragen
te worden. En op de goedkoopste wijze kan
men ze aanbrengen in den vorm van Kainiet,
Thomasslakkenmeel en Chilisalpeter. De beide
eerste wende men steeds aan in 't najaarhet
laatste in 't voorjaar, als de groei begint. In
plaats van Kaïniet kan men op kleigrond ook
wel Chloorkalium gebruiken. Op zware klei
die van nature rijk is aan kali, zal een volle
kalibemesting, van iooo K. G. kaïniet per H_
A. meestal niet noodig zijn doch Thomasj
phosphaat, ook iooo K.G. mag niet achter.
wege blijven. Tal van proefnemingen hebben
geleerd, dat deze kunstmest op weiden te ver
kiezen is boven superphosphaat. Waarschijnlijk
is het hooge halkgehalte van Thomasslakken
mede oorzaak van de uitstekende werking hier
van. Voor zware kleigronden is de kalk er in
van veel gewicht. En eindelijk het Chilisalpeter.
Hiervan worde in 't voorjaar een i5o
KG. uitgestrooid. De groei der grassen en dus
ook de opbrengst zal door een dergelijke aan
wending van kunstmest heel wat vermeerderd
worden. Een volgenden keer hopen we dit
met eenige cijfers duidelijk te bewijzen.
DE VERZAMELING DER VEREENIGING
„LandEtanwonderwijs"
TE MIDDELHARNLS.
VII
DE OPGEZETTE VOGELS.
Zooerèèn vogeltje is, dat door menigeen en
vooral door den landbouwer, vele, zeer vele
malen verwensoht werd, dan is het stellig de
musrh. Wat een lastpost is zij niet voor bijna
iedereen, maar wat een vermaak verschaft ze
tegelijkertijd ook niet aan onze jeugd. Want
musschenvangen is stellig wel een der pleizie-
rigste werkjes van den straatjongen. Het behoeft
ons stellig niet te verwonderen, dat do knaap
zelden of nooit door ouderen in die bezigheid
gehinderd zal worden, maar toch kunnen we
niet nalaten er op te wijzen, dat er toch iets
onzedelijks in deze bezigheid steekt. Vooral
wanneer ze plaats heeft iu den tijd, dat do beestjes
druk in do weer zijn, voedsel voor hunne jongen
te zoeken. We zijn er vau overtuigd, dat de
knaap, die 't leed kon voelen van de jongen,
wier ouders in een knip geraken, de gevangen
beestjes vrij zou laten, opdat ze terug zouden
kunnen gaan naar hunne van honger schreiende
kleinen.
Nochtans, we moeten toegeven, dat de mus-
gclien veelal zeer schadelijk kunnen zijn. Ze te
vervolgen eisckt wel de praktijk.
Haar toch kan een vervolging op te groote
schaal ook uit etn praktisch oogpunt beschouwd,
nadeel berokkenen. Immers, gebeurt het ookjniet
vele malen, dat uiterst nuttige beestjes het lot
deeleu van schadelijke. Zou 't uithalen van nes
ten wel zoo'n veelvuldig voorkomende slechte
gewoonte wezen, wanneer de jeugd nimmer
grooteren bezig zag met 't vernielen der nesten
van musscheA en spreeuwen We gelooven het
niet. In dj Landbouwdierkundo van Prof.
Bitzema Bos lezen we betreffende de huismusch,
dat Frederik de Groote eerst de musschen liet
uitroeien, omdat ze hem de kersen opaten later
was hij echter genoodzaakt, de vogels weer naar
zijne bezittingen over te brengen. Dit verhaal
is, volgens den schrijver van genoemd werk
zeker niet geheel waar. Maar wel is hot waar
schijnlijk dat toen Frederik de Groote op 't
hoofd van elke musch 6 tot 8 Penningen stelde
niet alleen musschen, maar allerlei andere
vogeltjes van dezelfde grootte, zooals verschil
lende soorten van zangers en meezeu werden
gedood. Juist daarom zijn do premiën zoo
zegt Prof. Bitzema Bos verder op gedoode
musschen zoo sterk af te keurenomdat zij
het dooden van werkelijk nuttige vogels in de
hand iverken." Én omdat we doordrongen zijn
van de waarheid dezer worden, on omdat we
ze gaarne goed in 't oog wilden doen springen,
lletun wij den aangohaalden zin cursief druk
ken. M.
Wordt vervolgd.
NOG EENS KALFROOM.
Deelden we in ons nummer van voor drie we
ken mede, hoe de heer Oortman Geerling te
Hoorn over dit nieuwe voedingsmiddel voor jon
ge kalveren dacht. We willen tegenover zijne
meening ook nog die van eeu ander praktisch
man vermelden, 't Is de heer II. Kroon te St.
Maartensburg (N. H.) die ons in een der laatste
nommers van „De Veldpost" als zijne ervaring
vertelt, dat kalfroom een uitstekend en voordee-
lig voedsel mag haeten. Hij geeft de volgende
beroekening betreffende een kalf, gemest met
ondermelk en kalfroom.
Hef kalf had bij 't begin een waarde
vanf 10.
Het dronk de eerste twee weken
81 L. volle melk a 6 otf 5,04
en Ü4 K. G. kalfroom A 60 ot. f i4.40
Samen f 29.44
Voorts zegt de heer K. het kalt verkocht te
hebben voor f 60 zoodat hij voor de gebruikte
ondermelk (afgeroomde melk) f 60 f 29,44
is f30.56 maakte En waaneer we onze lezers
nu ook nog vertellen, dat er 96O L. ondesmelk
gebruikt was kunnen ze zelf wel narekenen,
wat de L. daarvan dus voor den betrokkene
opbracht. Hij omdigt, met de verzekering te
geven, dat het vleesch van 'tgemeBte dier wel
niet te wensohou zal hebben overgelaten, ten
minste van don slager hoorde hij geen klach
ten daarover.
Onze lezers zullen zeker begrijpen, dat de heer