Vrijdag 9 November 1900. Vijftiende Jaarg. No. 786. Orgaan Antirevolutionair ¥®®r de ZiiidltoHaiiflscIfie en SüieeiiwscEie lEilaitfieit. OiAr ie Vlag van Lord Roberts IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. T. BOEKHOVEN. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever: têOMMELSMJH. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de Mledactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. Bij dit Nummer behoort een BIJVOEGiËL, De gewijzigde kieswet. Zonder hoofdelijke stemming ging de technische herziening der kies wet'' er bij de Tweede Kamer door, waaruit men wel kan afleiden, dat er weinig politieke beteekenis aange hecht werd. De voornaamste veranderingen stippen wij even aan. Tot dusver konden de belastingkie zers alleen dan op de lijst komen, wanneer zij over een geheel of vol jaar in de grondbelasting, in de be- drijfs- en vermogensbelasting of in het Personeel waren aangeslagen. Het woord vol is echter nu ver vallen. Door eene opgave van den ontvanger komt men op de kiezerslijst ook wanneer men slechts voor ééne maand in eene der directe belastin gen is aangeslagen. Alzoo zal verhui zen in den regel den belastingkiezer niet meer hinderen in de uitoefening van zijn kiesrecht. Verder is de wetsbepaling, dat de belasting die aanspraak op het kies recht geett, vóór of op 1 Februari moet zijn voldaanen dat als de kiezer nog vóór 1 Maart betaalt, hij daarvan zelt het bewijs moet leveren aan den Burgemeester voor 3 Maart, aan gevuld met het voorschrift, dat kie zers die op 1 Februari nog in ver zuim zijn met het betalen, eene ken nisgeving van den ontvanger zullen krijgen met het opschrift „Kiesrecht" houdende uitnoodiging om alsnog door betaling vöör of op 1 Maart zich de kiesbevoegdheid toe te eige nen, terwijl de ontvanger moet zorgen, dat de Burgemeeseer van de betaling bericht krijgt. Voor de /mwrkiezers is bepaald dat hun woninghuur voortaan ver hoogd mag worden met het bedrite, dat zij betalen aan een anderen ei genaar dan dien van het huis, voor het gebruik van een stukje grond. Voor de loon-kiezers is bepaald dat zij de verdiensten van hunne vrouw en de helft der verdiensten van hunne kinderen bij hun eigen loon mogen voegen om het vereischte sommetje te halen, dat gesteld is als voorwaarde voor kiesrecht. Ook behoeven zij hun volle loon niet meer op te geven, doch alleen te verklaren, dat zij het gestelde mi nimum-loon verdienen. Verworpen werd het voorstel van de heeren de Waal Malefijt en van Asch van Wijck (afgev, van Ede) om de visschers die geregeld de ge- heele week van huis zijn, des Zater dags gelegenheid te geven om mee te stemmen alsmede het voorstel van den heer de Waal Malefijt om niet publiek te doen aanplakken de eandi- datenlijsten met de namen der aanbe velende onderteekenaars, welk voor stel geschiedde om te voorkomen dat er pressie op de onderteekenaars wordt uitgeoefend. En dan is ook nog verworpen, met groote meerderheid, een voorstel der Regeering om de verhuurders van huizen en de werkgevers op straffe van geldboete te verplichten tot het aangeven der huur- en loonkiezers, van welke zij als huurbazen of pa troons weten, dat zij in de termen van het kiesrecht vallen- Onbillijk vinden wij die verwerping niet. Onze wetgeving plaatst zich toch geheel op het standpunt, dat zij het kiesrecht gunt of verleent maar zij laat het al of niet mee kiezen ver der over aan de belangstelling der bur gers, aan particulieren arbeidzij dwingt niet tot uitoefening van het kiesrecht. Endan hetniet-mee-helpen- bekendmaken - van-huur-en-loonkie- zers strafbaar te stellen, is daarmede wel wat in strijd. Evenwel gaan wij niet mee met de Nederlanderwaar dit blad de ver werping van het voorstel der Regee ring toejuicht, ook omdat vele kiezers toch onbekwaam of te onverschillig zijn om mede de publieke belangen te behartigen door het uitbrengen eener keuze op bepaalde personen. Want het is juist de taak der meer ontwikkelden om tegen die onverschilligheid te strij den en door goede voorlichting de kiezers voor hunne taak op te voeden. Intusschen zal diezelfde opvoeding de kiesgerechtigden zeiven ook wel uit drijven om te zorgen, dat zij op de lijst komen, zoodat anderen er niet voor gestraft behoeven te worden. En voor zoover er overigens nog wat na te speuren valt omtrent de kiesbevoegdheid moet de overheid zelve dat werk maar verrichten,en het nietop eene groep burgers overdragen, want het behoort feitelijk bij de ge meentelijke administratie. ^r»ndwef§lierzienln^. De Standaard heeft den socialisten en radicalen duidelijk voorgehouden, alleen dan mee te willen werken voor Grondwetsherziening, wanneer zij niet slechts art. 80 betreffende het kiesrecht willen wijzigen, maar ook art. 194 omtrent het onderwijs wil len helpen verbeteren. Glashelder wordt daarbij betoogd, dat er aan eene generale herziening toch niet te denken valt omdat er veel te veel verwarring en oneenig- heid in de hoofddenkbeelden van het staatsbeleid is, en dat het den ge- avanceerden en sociaal-democraten slechts te doen is om de beletselen voor algemeen stemrecht uit de Grondwet te lichtenmaar dat het artikel over het lager onderwijs nog veel meer. verouderd is, en de be woordingen van dat artikel volstrekt niet meer passen bij een toestand die zooveel bestaansreden en eere aan het vrije onderwijs toekent. Een practisch betoog. „De vrije school voor heel de natie" beteekent meer dan „de stembus voor alle in- dividuën van de natie" Altijd gevaarlijk. In de Zeeuw wordt er aan her innerd, dat de meer fatsoenlijke vormen van de parlementaire soci alisten nog niet wegnemen het ge vaarlijk revolutionair beginsel, dat hen drijft, en dat ook wel eens geheel anders uit den hoek kan schieten. Zoo heeft de socialistisch gezinde Prof. v. d- Velden, lid van het Bel gische Parlement, te Amsterdam in eene vergadering gezegd, dat de kern van het socialisme door de samen werking met de liberalen nog niets van haar kracht heeft verloren, en zuiver revolutionair is gebleven, het geen zeker de hoorders wel gerust moest stellen, wanneer zij aannemen hetgeen hij er bijvoegde, nl. dat al leen het revolutionaire socialisme de maatschappij kan redden. De bekende Dr. Liebknecht sloeg kort geleden te Berlijn op hetzelfde aanbeeld toen hij zeide, „dat de sociaal-democratie is anti-monar chistisch en republikeinsch en dat de sociaal-democratische partijen den naam vaderlandloos als een eeretitel heeft te beschouwen, omdat zij van geen vaderland wil weten. Is het dan nog wonder, dat ook in ons land de socialisten èn het ko ningschap èn leger en vloot willen afschaffen Redelijk verval. Tal van Duitsche hoogleeraren in de geneeskunde hebben om gezond heidsreden 3n hunne studenten ern stig vermaand om toch mee te gaan strijden tegen de prostitutie of hoe rerij. De quaestie der zedelijkheid laten zij er geheel buiten, zeggen zij. Al leen voor het lichaam komen zij op. Dat lichaam zien zij aan doodelijke gevaren, aan ondermijnende ziekten blootgesteld. Daartegen roepen zij „te wapen!" Nu is het eenerzijds wel goed, dat deze heeren als geneeskundigen al lereerst de stoffelijke zijde van het vraagstuk behandelen, en hunne stel lige verklaring, dat onthouding in het sexueele leven voor de gezond heid der studenten niet schadelijk is, heeft zeker waarde te meer omdat zoovelen geneigd zijn het tegendeel te beweren. Doch als die raadgevers het ze delijk verval en de ongodsdienstige ontaarding er geheel buiten laten, dan scheiden zij hetgeen alleen on derscheiden mag worden. Vrees voor lichaamsgevaar kan iemand op het rechte pad houden, maar zij zal vaak weinig invloed hebben wanneer de ziel ontdaan is van de vreeze Gods en de op Gods gebod rustende zedelijke beseffen. Taan- en Landbouw. door L. PENNING. Ontleend aan het (dhr. Weekblad {Slot.) Timotheus Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. LANDBOU WBRIEVEN OVER BEMESTING. XIV. Na de Tarwe komt de Rogge aan de beurt. Moge de tarwe ook verbouwd worden op zwaardere gronden, de rogge is wat den bo dem betreft, minder kieskeurig dan de andere granen Het meest passend voor de roggeteelt zijn de middelmatige gronden, als lichte leem gronden, leemig zand en humusachtige zand gronden. Zelfs op lichte, droge zandgronden gedijt de rogge en zij is daar het zekerste winterhalmgewas, dat bij een doelmatige be mesting de voorkeur verdient boven zomer- halmgewassen. Ook op ontwaterden veengrond vormt de veenrogge het zekerste winterhalm gewas. Het vroege uitzaaien is op dezen grond van groot belang, omdat de kiemplanten zich vöör den winter dan nog goed kunnen ontwik kelen en dus meer weerstand aan de kou kunnen bieden. De meer schrale zandgronden worden voor rogge gewoonlijk met stalmest bemest. Ook op rijkere zavelgronden en lich te kleigronden voldoet een versche bemesting beter bij rogge dan bij tarwe. Op vele gron den verdient vooral wanneer de rogge opge volgd wordt door de eene of andere peulvrucht als klaver, eene voorafgaande bemesting met Thomasslakkenmeel en het een of ander Ka- lizout, op zandgrond voornamelijk Kaïniet, terwijl bij eenigszins schraal gewas een over bemesting met chihsalpeter in het voorjaar zeer noodig is. Dat de verschillende hulpmest stoffen bij rogge zeer goede uitkomsten ople veren en de moeiten en kosten rijkelijk loonen wil ik ditmaal eens door de uitkomst van eenige proeven in 't licht stellen. De landbouwer J. H. Das, Oldeberhoop (Friesland) had in 1896 twee perceelen, die hij in dat jaar met aardappels bepootte. Perceel I bleef onbemest. Perceel II kreeg 1000 K. G. Kainiet maal iooö K. G. Kalk maal 1000 K. G. Thomas slakkenmeel maal 200 K. G. Chilisalpeter per H. A. Laat ik u eerst nog zeggen dat de grond een hooge, droge humusrijke zandbodem was. Van het bemeste perceel trok hij voor f 90 meer aan aardappelen dan van het onbemeste. In 1897 kwam er op dezen grond rogge. Kai niet en Slakkenmeel werden niet meer aan gewend, doch het bemeste perceel kreeg ook ditmaal weêr 2oo K. G. Chilisalpeter. Van het onbemeste perceel werd voor f 130.50 rogge en voor f 43.25 stroo getrokken, te zamen voor f 173-75- Van het bemeste perceel werd voor f231.75 rogge en voor f70.50 stroo getrok ken, te zamen voor f 302.25. Aldus trok hij van het bemeste voor f 128.50 meer. Met de f 90 van het eerste jaar maakt dit in de twee jaren een grootere opbrengst van f218.50, en na aftrek van de bemestingskosten een zuiver- De kolonel is nu op zijn beurt over den ongepasten toon van zijn ondergeschikte veront waardigd, en hij deelt het gevoelen van zijn officieren, dat er geen gevaar is. «Je wordt me te brutaal", zegt hij tot den rapportganger»je moet weten met wien je te doen hebt kameraden, voorwaarts marsch De troep zet zich weer in beweging; de infanterie voorop, de twee kanonnen in de achterhoede op de flanken een atdeeling lan- ciers. «Binnen veertig minuten zit het er op«, mompelt de rapportganger «of ik ken Oli vier niet Zij naderen nu den tweeden bergpas. «Cavalerie vooruitkommandeert de kolo nel, en een tiental lanciers galoppeeren den bergpas in om hem te verkennen. Maar zij komen niet terug. «Dat begrijp ik niet«, zegt de kolonel. Ook de andere officieren vinden het, in spijt van hun luchthartigheid, al heel vreemd. Cavalerie vooruit !«kommandeert de kolo nel nog eens en een ander tiental lanciers galoppeert den bergpas in. Zij zijn geen vijf minuten weg, of zes man jagen terug in razenden galop. «Haltroept de kolonel «staat De troep houdt halt. De officieren nemen hun veldkijkers j nog altijd grazen de schapen rustig op den weste lijken heuvelrug, terwijl, zoover het oog kan reiken, alles rust en vrede ademt. Zij kijken elkander aan met groote oogen, en begrijpen er niets meer van. Maar het wordt hun gauw genoeg duide lijk. »Terug«, roepen de lanciers, «terug de Boeren zitten bij dien bergpasEr zijn er wel vijfduizend In werkelijkheid waren er maar 4oo. Zij wijzen met de hand naar den bergpas achter hen «kolonel, terug «Neen staatkommandeert de bevelheb ber met luide stem, daar hij thans, nu het ge vaar er werkelijk is, zijn koelbloedigheid heeft teruggekregen «staat De troep houdt stil. De knal van drie zwak ke schoten wordt nu gehoord twee soldaten vallen zwaar gewond tegen denxgrond. Er knallen twaalf schoten vijf man storten neder. - »Wat beteekent dat roept de kolonel met een vloek «waar komen die kogels van daan «Van het gindsche kopje," zegt een lange officier, terwijl hij de hand uitstrekte. Een kogel doorboort zijn hand, doch die kogel komt uit een geheel andere richting. Er ontstaat een groote, gevaarlijke onrust onder de manschappende beste troepen der wereld zijn tegen zoo'n vuur van rookvrij bus kruit uit onbekende richting niet bestand. De kolonel geeft het bevel tot den terugtocht. De gewonden worden in het midden genomen de cooden blijven achter. De Afrikaansche doodgravers zijn er immers reedszij ruiken het bloed, de aasvogels, en zij kunnen nauwelijks wachten, dat de troep is vertrokken. De Engelschen zijn dat gevaarlijk punt nu toch uitals zij den eersten bergpas door zijn, hebben zij weer het open veld. „Zou die pas bezet zijn?" vraagt de kolonel aan den Afri- kaanschen rapportganger. „Mij den hals af, als hij onbezet is." meent deze op drogen toon. De twee kanonnen zullen den pas schoon vegenzij nemen stellii.g op een verhooging, op een bult. John Burley behoort bij de bedekkingsman schappen ook de veteraan van Daraiheuvel is er bij. De kanonnen worden gericht, en de granaat- kartesten barsten met een daverenden slag boven de den pas omringende heuvelen. Drie schoten doen zij, en dan is 't gedaan. Uit het struikgewas links, op geen honderd meter af- stands, knettert een snelvuur. John Buley valt tegen den grond, Hij stut zich met de rechterhand, en met de linker voelt hij naar zijn borst. Daar zit de kogel. Maar hij kan zich niet meer overeind hou den hij legt zich neder om te sterven. Iets als een nevel komt voor zijn oogen, en door dien nevel ziet hij vreemde gestalten met breedgerande hoeden, en bandelieren over de borst. «Hoeveel kanonnen hoord hij roepen' 2 wordt geantwoord", en naar schatting ruim 800 man." «Wij kunnen de kanonnen goed gebruiken," zegt de eerste stem op vroolijken toon. De nevel wordt dichter; John Buijey kan de bandelieren niet meer onderscheiden. Doch zijn/gehoor is even krachtig als altijd. „Leeft hij nog hoort hij vragen «hoe jammer van dat jonge bloed De nevel wijkt plotseling, eh John ziet met stervende oogen, hoe een Boer van middelbaren leeftijd bij hem is neergeknield. De Boer had zijn lippen bevochtigt met wijn uit de veldflesch, en de wijn heeft voor een oogenblik de bezwijkende levensgeesten opge wekt. John Burley staart den barmhartigen Sama ritaan aan met een dankbaren blik. »God zegene u voor deze weldaad," zegt hij met veege lippen. «Zijt gij bereid om te sterven vraagt de Boer. «John Burley knikte. «Ik ga naar het Vaderhuis., «Willen wij nog eens bidden «O ja,» fluisterde de stervende. Zoo bid dan de Vrijstaatsche Boer voorden stervende om nog ruimer ingang in Gods Ko ninkrijk. John Burley reikte hem met laatste inspan ning de hand «Wij zijn broeders, «fluisterde hijmet zwak ker wordende stem, «en gij hebt in dezen oorlog het heilig recht aan uwe zijde, broeder vaarwel, tot wederziens De wondekoorts begint hem te schudden zijn taoden klapperen op elkander. De Vrijstater steunt hem met zijn sterken arm, en in de armen van zijn vijand is John. Burley zacht en viedig ontslapen. Op het eenzame veld heeft de Vrijstater voor hem een graf gegrafen, opdat het wilde dier van het gebergte en de aasvogel in de lucht zijn lichaam niet zouden schenden En daar rust en sluimert dan dat lichaam, totdat onze Heere Christus komt.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1900 | | pagina 1