voor de ZuldhollandsclKe en Keenwiehe Eilanden.
Vrijdag 12 October 1000.
Ism4
Vijftiende Jaarg. No. 782.
Orgaan
Antirevo lu tionair
IN HOC SIGN O VINCES
iten
uitgever:
T. BOEKHOVEN.
Onpracfigehe reclitsge-
leerden.
Onze fiSipiomaten.
Tiaiss- esi Landbouw.
91e Oorlog*.
dezen dat zij
oowel als in
llsmerk verkrijg
Besteren,
van Gurp.
Br,
blein.
Oostenbrugge
|pee
'EBSIIS".
1ST.
nm. 3 uur.
J uur. Dinsdag vui. 7
Irige dagen vm. 7.30,
irlois ongev. 20 min.
a. 4,uur.
14.30 uur. Dinsdag
'vorige dagen vm. 9,
hten later. Aankomst
Ier.
Tramweg
'J
P-BEIERLAND.
1ST.
ksterdamsche tijd
L.00 2.55
.10 3.4
..20 3.13
1.28 3.21
1.37 3.25
[.41 3.29
.46 3.33
1.49 3.36
fe.00 3.44
E.5 3.46
2.12 3.52
2.19 3.55
I— 3.50
!.32 4.7
1.41 4.15
1.47 4.21
1.54 4.26
1.1 4.31
B.9 4.39
;.16 4.45
1.36 5.00
5.50
5.59
6.9
6.16
6.20
6.26
6.30
6.33
6.42
6.44
6.50
6.54
6.50
7.7
7.15
7.22
7.29
7.33
7.42
7.49
8.7
8.50
8.59
9.8
9.15
9.18
9.22
9.26
9.29
9.37
9.39
9.45
9.48
9.40
10.—
10.8
10.14
10.19
10.22
10.29
10.35
10.50
ROTTERDAM.
E.5 3.00 5.53 9.00
P.20 3.16 6.8 9.15
3.23 6.16 9.21
fe.32 3.32 6.26 9.27
B.35 3.37 6.31 9.30
1.39 3.44 6.38 9.34
p.46 3.51 6.48 9.41
4.7 7.7 9.55
E.41 3.50 6.50 9.40
k.7 4.12 7.14 10.—
1.10 4.15 7.19 10.3
1.16 4.21 7.25 10.9
1.19 4.24 7.32 10.12
1.26 4.31 7.39 10.19
4.34 7.43 10.22
1.33 4.38 7.47 10.26
1.37 4.42 7.51 10.30-
|L.41 4.46 7.55 10.36
I.49 4.53 8.1 10.41
■1.58 5.1 8.9 10.50-
|2.7 5.10 8.19 11.—
«STEENBERGEN.
Ier
pAM.
iST.
hsterdamsche tijd.
9,47 1,47 4,7 7,33
9,57 1,57 4,17 7,43
10.5 2,5 4,25 7,51
10,17 2,17 4,37 8,3
10,33 2,33 4,53 8,18
10,38 2,38 4,53 8,23
10,40 2,40 5,— 8,25
[10,45 2,45 5,5 8,30
10,56 2,56 5,16 8,41
10,58 2,58 5,18 8,43
II,3 3,3 5,23 8,48
11.6 3,6 5,26 8,51
11,16 3,16 5,36 9,1
11,20 3,20 5,40 9,5
ten 7,20 uur, dia
|-riveerd.
6,7
6,15
6,29
6,38
6,49
6,59
7,7
7,13
7,20
|>U WE RSIIAVEN..
4,- -
4,7 -
4,13
4,21
4,31
4,42
4,52
5,5
5,14
boot ten 3,20i
veerd.
1,15 5,40, 7,30
11,18 5,43 7,33
1.28 5,53 7,43
11,31 5,56 7,46
11,36 6,1 7,51
11,38 6,3 7,53
11,49 6,14 8,4
1,55 6,20 8,10
li,57 6,22 8,12
|2,6 6,31 8,21
|2,18 6,42 8,32
12,30 6,54 8,44
|2,38 7,2 8,52
1 2,48 7,12 9,2
V'
T,5l>
ï,5
3,3-
8jl,l
8,32!
8,42:
8,55
9)4
uur,
9,30 -
9,33 '-
9,43.1
9,46
9,51
9,53
10,4
10,10
10,12
10,21
10,32
10,44
10,52
11,2
bjj afzonderlijke.
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent,
Amerika by vooruitbetaling 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nunmiers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal.
Dienstaanvrageo en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Alle §t.safekega voer «Ie Meflacftie bestemd, Advertentie» eei verdere Administratie franco toe te zenden aaia den Uitgever.
Bij dit, Nummer behoort een
HJWOEGSlSBi.
Terecht klaagt de redactie van het
Ned. Dagblad dat tegenwoordig de
opleiding der rechtsgeleerden aan de
Staatshoogescholen zoo onpractisch is
Gewoonlijk komen de heeren daar
vandaan met een massa dingen, die
zij als „onbetwistbare waarheden"
leerden aannemen, en de meesten
studeeren niet genoeg door om tot
het inzicht te geraken, dat die „on
betwistbare waarheden" slechts be
trekkelijke w aarheden of besliste on
juist heden zijn. Zij gebruiken dan
dat vermeend „onbetwistbare" als
toetssteen, en hetgeen er mee strijdt
wordt als verkeerd en onrechtskun
dig verworpen. Stellen het leven en
de werkelijkheid andere eischeu, dan
wijten zij die botsing aan de vern
keerde inrichting der maats.'happ-
in plaats van aan het ongenoegzamij
van hun uitgangspunt en toetssteeue
De methode moet dus veranderd
worden. De leermeesters in de rech
ten moeten het leven ingaan en de
studenten moesten het leven leeren
waarnemen, want in het leven komt
het vaak het meest op de bijzonder
heden aan. Aan kamergeleerden, die
mooie boeken kunnen schrijven, maar
die de bthoeften der maatschappij
niet kennen en daarom geen goede
adviezen kunnen geven, geen nuttige
wetten vermogen te ontwerpen, heelt,
het menschdotn niet veel.
De Nederlander komt op tegen
een scherp en ongunstig oordeel door
Prof. de Louter geveld over onze
diplomaten. In zekeren zin ontbreekt
eene behoorlijke diplomatie in ons
land, zegt Prof. de L. en ia een
klein land als het onze is dat dubbel
te betreuren. Zekere algemeene ont-
wikkeling en beschaafde vormen kent
hij hun wel toe, maar achter hun
karaktereigenschappen zet hij een
vraagteeken. Hij zou willen, dat
meer gelet werd op het geheele ge
halte van den persoon dan op opper
vlakkige kenteekenen en fortuin.
Hiertegenover pleit nu de Neder
lander verzachtende omstandigheden,
of liever, hij gaat Prof. de L, een
beetje te lijf wegens zijn harde be
schouwing. De meeste diplomaten,
zegt het blad, zijn toch meester in
de rechten, en hun traktementent of
fortuin zijn doorgaans te klein om
daarmede veel vertoon te maken,
terwijl ook eigenlijk de diplomatie
meest geleid wordt door de regee-
ring zelve, sedert de post en tele
graaf de gemeenschap heb! en ver
sneld.
Ziedaar nu weer een van die
•punten op politiek terrein, waarover
men lang en breed kan doorpraten
en waarbij men allerlei nevenbe-
Bchouwingen kan te pas brengen,
zonder dat men tot een positief re
sultaat komt.
Uit den aard der zaak beslist hier
ten slotte de algemeene indruk, en
dat die indruk bij ons volk ten aan
zien van de tegenwoordige diplomatie
gunstig is, zouden wij niet gaarne
beweren. Eene dadelijke verandering
is hierin ook niet te wachten. Maar
toch deed Prof. de L goed met de
quaeetie eens ter sprake te brengen;
want bij volgende benoemingen kan
dit zijn wettigen invloed hebben.
LANDBOUWBRIEVEN OVER BEMESTING.
X.
In den laatsten tijd wordt weêr meer ge
sproken over het vervaardigen van Persvoe
der. Dat onderwerp duikt voornamelijk weêr op,
als het hooien met moeilijkheden gepaard gaat.
Intusschen zijn er landbouwers, die indertijd
met het inkuilen begonnen zijn en daarmede
zijn voortgegaan. Zij hebben op dit oogenblik
de meeste ervaring op dit punt en kunnen
het be-1 over de zaak medespreken. Hun
ervaring nu is van dien aard, dat hun oordeel
gunstig is. Vooral in jaren, voor het hooien
slecht geschiki, is men gelnkkig als men kan
inkuilen en daarop voorbereid is. Doch er is
nog wat anders. Tot heden is er weinig werk
gemaakt van de bemesting der weid', n. De
oogst, vooral van het hooiland, is zoo wis
selvallig. Bij slecht weêr kan men het hooi
niet binnen halen. Veel geld kan er dus aan
de bemesting niet besteed worden. Die vrees
behoeft in 't vervolg niet meer te bestaan.
De gedachte dat al het hooi b'nnenkomt en
gebruikt kan worden, zal ons geruster kapitaal
in de weide doen steke: Daarenboven heeft
ook de ervaring geleerd, dat goed gemeste en
daardoor krachtige planten het best bewaard
kunnen worden. Ik herinner er daarom aan,
dat aande weide moet gegeven worden in 'tnajaar
Thomasslakkenmeel en Kainiet en in 't voor
jaar Chilisalpeter. Ik ;zeg Thomasslakkenmeel
en niet superhosphaat, omdat de eenheidsprij
zen in het Thomasphosphaat geringer zijn dan
bij het superphosphaat en ook omdat in den
herfst hel gebruik van Thomasslakkenmeel
altijd te verkiezen is boven dat van super
phosphaat. Dat er Kainiet op de weide moet
zijn, zult ge bemerken, zoodra ge het eens
geprobeerd hebt. Wat de Chilisalpeter aan
gaat, ik verzoek uwe aandacht voor de proef,
gedaan bij den heer J. Hiddingh, landbouwer
te Eeksterveen, prov. Drente, welke ik hier
laat volgen.
Elk perceel is 4 A. groot. Het land is groen
land.
I.
II.
HL
IV.
Kaïniet
Als bij I
Als bij I
Als bij I
Slakkenm.
en 100 KG.
en 200 KG.
en 300 KG.
Kalk.
Chili.
Chili
Chili.
Opbr. 149 KG. 193 KG. 220 KG. 227 KG.
Per H.A. berekend bracht perceel II juist
iioo KG. hooi meer op dan no. i en dit werd
verkregen door een bemesting met loo KG.
chilisalpeter, welke 15 April 1899 werd aan
gebracht. Rekenen wij, dat 1000 KG. een
waarde vertegenwoordigt van f 25.dan be
draagt de meerdere opbrengst tegenover het
perceel zonder chilisalpeter f 27.5. Wij behoeven
de becijfering niet verder door te zetten. Een
ieder kan dit gemakkelijk zelf doenalleen zij
nog opgemerkt, dat de kwaliteit van den oogst
door een chilisalpeterbemesting zal verhoogd
worden en dat uit bovenstaande resultaten mag
opgemaakt worden, dat eene bemesting van
onze hooilanden met 100 a 200 KG. chilisalpeter
in 't algemeen zeer aan te bevelen is.
Verder laat ik hier een korte beschrijving
volgen van de wijze, waarop de inkuiling moet
geschieden. Het eerste werk is een kuil te
graven. De diepte van deze kuil zal 1 a i'/2
M. zijn. Dat hangt van de ligging van den
bodem af. Men moet n.l. zorgen, dat de kuil
watervrij blijft, anders rot het voer of ver
mindert het tenminste in kwaliteit. Dieper
moet men in geen geval graven, want dan
gebeurt het vaak, dat het voer minder zoet is.
Voor alle vee doch vooral melkvee, is het eene
vereischte dat 'het voer niet zuur wordt. Van
zuur voer krijgt het vee diarrhee.
Zoodra de kuil gegraven is, kan men met
inkuilen beginnen. Het gras enz. moet zoo nat
mogelijk zijn. Wanneer het b.v, des morgens
dauwt, is het zeer geschikt om gras te kuilen.
Is het gras droog, dan begiejj},men het met
water, 30 a 4o L. per voer. Tevens strooit
men per voer 2 E.G. zout uit. Dat uitstrooien
doet men zoo zorgvuldig mogelijk. De kuil
mag niet in één dag volgereden worden. Men
moet daarover 2 a 3 dagen doen.
Verder drage men zorg dat het gras goed
Vierkant opgetast worde. Ik zeg vierkant omdat
de kuil vierkant moet zijn, b.v. 4 bij 4 Meter.
Dat vierkant optasen is eene vereisbte, voor
het regelmatig persen en broeien. De hoopen
hebben gewoonlijk neiging tot scheef zakken.
Het is daarom aanbevelenswaardig aan de 4
zijden van den kuil te rijden, om liet g elijkmatig
zakken te bevorderen.
De lagen, die hij telkens legt moeien door
den tasser liefst niet dik genomen worden
Tusschen elke laag komt water en zout. Heeft
men zoo 3 dagen gereden, dan mag de hoop
3Va a 4 meters boven den beganen grond
staan. Na afkoeling bereikt dan toch de hoop
slechts 1 meter. Is de kuil zoo opgetast, dan
laat men een en ander staan tot het broeiengras
68° a 80° Celsius warm is. Om de warmte op
te nemen gebruikt men een pijlijzer. Dit is
een ijzeren staaf niet een thermometer. Deze
zijn in den handel verkrijgbaar. De temperatuur
moet eiken dag opgenomen worden. Zoodra de
temperatuur 68° 7O0 is begint men het gras
te belasten. Men werpt nl. den grond, die uit
den kuil gekomen is op het gras. Het is raad
zaam alvorens dat te doen een raam temaken
van vier planken, die nog door 4 ijzeren
draden verbonden zijn aldus:
Dit raam legt men boven op
den hoop en daarop doet men den
grond. De planken moeten zóó
lang zijn, dat ze op den rand
vallen Men kan nu den grond
goed op den rand op tassen en men voor
komt het rotten op de randen.
Is de kuil 68" C. dan kan men 50 cM. grond
boven op brengen. Is de temperatuur hooger
of liger, dan doet men er wat meer of min
der op. b.v. Zaterdagmorgen de kuil 67° dan
kan men er toch wel 20 h 25 cM. grond op
leggen 0111 te voorkomen dat hij Maandag niet
75° is. Door het ballasten moet men dus de
temperatuur regelen. Door goed de tempera
tuur waar te nemen, blijft men den hoop baas
d. w. z. dan gaat het afkoelen geregeld. Is
dat het geval, dan is na 3 a 4 weken de tem
peratuur gedaald tot 40 h 45° en is de zaak
afgeloopen. Bij geregeld verloop moet eiken
dag wat grond bijgevoegd worden en heeft
oen afkoeling van 2 soms 3 graden plaats.
KORT VERSLAG VAN EEN GESPREK.
Nooit is men beter in de gelegenheid de
denkbeelden van sommige landbouwers te leeren
kennen, dan wanneer men zo metelkaar hoort
fpreken, zonder dat zo zulks merken.
Nog zeer onlangs waren we in de gelegenheid
ons van de waarheid hiervan te overtuigen.
We reisden namelijk met enkele hoeren, die
't bijzonder druk hadden over hun vak.
De slechte opbrengst der aardappelen was
zooals van zelf spreekt èèn dor besproken on
derwerpen. En 'tdeed ons goed van een hunner
to hooren, dat men toch niet al te veel moet
vasthouden aan 't oude. De jomaardappelen wa
ren al sinds lang bij hem uit de gratie, „tls
waar" zij hij „zo worden in don regel het best
betaald, doch als je er weinig beschot van liebf,
dan sohietje daar al een beetje mee op. Ik ben
er nu niet Voor, om allerlei nieuwigheden maar
zoo dadelijk op mijne boerderj in te voeren,
doch wel bon ik er als de kippen bi) om zoo
veel mogel jk te profiteeren van datgene wat ons
door tal van praktische prooven geleerd wordt.
En daarom ben ik er al sinds lang van terug
gekomen, om enkele jammen te verbouwen."
„Ja, ja," zj een ander, „ik hoor bet al. je
bont ook al zoo'n nieuwlichter. Je hebt stellig
ook al wel Eigenheimers „verbouwd."
„Dat zou ik meenen," luidde't antwoord, „en
ik begrjp in 't geheel niet, dat er niet veel
meer landbouweas zijn, die handelen, zooalg ik.
„Als het tj verloopt, verzet men de bakens,"
zeggen de zeelui en wij booren moesten dat ook
bedenken. Geloof me, dit wordt over't algemeen
nog veel te weinig gedaan."
„Nu ja," sprak weer een derde, maar ik ben
er toeh wel vaak wat bang voor, om een oude
gewoonte maar vaarwel te zeggen, voordat ik
de zekerheid bezit dat een nieuwe beter zal
wezen."
„Dat kan wel wezon," sprak No. I weer,
doch als allen er zoo over dachten, dan zou er
wel nooit verandering en dus ook geen verbe
tering komen."
„Doch elke verandering is lang geen verbe
tering,' viel weer een ander in.
„Dat geef ik toe," zij de eerste weer, „maar
evengoed moet jelui toegeven, dat zonder ver
andering ook geen verbetering mogelijk is."
„Dat spreekt vanzelf," luidde het antwoord.
„Welnu", hervatte de „nieuwlichter' daarop,
„dan begrjp ik maar niet, dat jelui niet beter
meewerkt, om tal van veranderingen tot stand
te breng-n. Daar heb je bj voorbeeld dat vroege
leveren van suikerbieten. Ze hadden nog zoo
mooi wat kunnen groeien en een ieder had
door een uitstel der fabrikanten een aardig
voordeeltje kunnen behalen. Doch de heeren
wilden het tot hun geriohte verzoek niet toe
staan en dus moesten de boeren een lang niet
uitgegroeid gewas leveren. Moet daarin nu geen
verandering komon, moeten de boereu nog lan
ger naar de pjpen dor fabrikanten dansen Ik
ben van meening, dat zulko toestanden een einde
moeten nomen en hoe gauwer, hoe beter."
„Je hebt goed praten, maar denk je wol aan
do voorschotten?"
„Wel zeker donk ik daar wel aan, maar als
we wat in de melk te brokken willen hobben,
moeten we ons aaneensluiten en wanneer die
aaneensluiting eenmaal is verkregen, ook dan
komt die voorschotkwestie best in 't reine. Zeg
eens, heb je al gelezeD, hoe druk de boeren in
Zeeland het daarover tegenwoordig hebben
„Neen, nog niet."
„Ja, zie je, daar zit 'm juist de knoop,jelui
leest niet gonoeg de krant. Maar enfin, ik zal
't dan zeggen. In bijna alle plaatsen wordt
daar moeite gedaan om aansluiting te krijgen
aan een bond van bietenverbouwers. Deze bond
heeft ten doel, om do boeren meer onafhankelijk
van do fabrikanten to maken. Ilij wii ook voor
schotbanken in 't leven roepon, zoodat de aan
gesloten landbouwers, die om voorschotten ver
logen zijn, deze tooh kunnen krijgen. Waarlijk,
hoe meer ik cv over denk, hoe meer ik de be
langrijkheid van zoo'n bond inzie. Als ik wat
beter de gave van 't woord had, ik zou ook
een vergadering oproepen.
„Nu, ik geloot dat je zoo iets best zoudt kun
nen doen. Je hebt mij ten minste al aardig tot
voorstander bekeerd."
„En mg ook," riepen nog oenige stemmen.
„Weetje wat, sprak nu de man, die't meest
aan 'twoord was, wannoer nu ieder van ons
zich voorneemt er met zijn buren eens over te
praten, dan weten al weer veel meer menschen er
wat van."
Tobd mengden ook wij ons in't gesprek. We
maakten ons bekend als medewerker aan de
„Maas- en Scheldebode" en beloofden van't ge
sprokene een kort verslag te zullen schrijven.
We meenden namelijk, dat ook dit de goede
zaak, zij het niet veel, dan tooh iets zou kunnen
bevorderen. M.
Volkeren «les- Aarde.
Engeland.
Het is nu wel zoo goed als zeker, dat
de regeeringsineerderheid in het Engelsche
Lagerhuis niet verzwakt, eer versterkt zal
worden. Tot op gisteren waren voor het
Parlement 300 regeeringsgezinden en 140
leden van de oppositie gekozen. De oppo
sitie had 15 zetels gewonnen, maar er 23
verloren, hetgeen dus, indien de verhou
ding zoo blijft, een verplaatsing zal geven
van 16 stemmen bij een stemming. Eenige
kentering is nog mogelijk, maar wel niet,
dat Chamberlain's meerderheid tot 100 zal
dalen. (Zie Telegrammen.)
Reeds heeft Herbert Gladstone op een
vergadering te Accrington de profetie ge
waagd of was het meer dan dat?
dat Lord Salisbury naar alle waarschijnlijk
heid vóór het einde van het volgend jaar
zou aftreden, en Chamberlain dan in staat
zou zijn, «zijn voorwaarden te deereteeren.«
Zou Engeland inderdaad nog eens de
schande moeten beleven, dat Joe eerste-
minister wordt? Volkeren van Europa,
beschermt dan uw heiligste goederen tegen
dien vrijheidsmoordenden imperialistWelk
een rol de ex-burgemeester van Birming
ham bij deze Khahi-verkiezingen speelt,
blijkt overigens wel hieruit, dat hij in
hoogsteigen persoon aan een kies vergade
ring te Heywood ter aanbeveling van een
in Zuid-Afrika strijdenden candidaat heeft
geseind «Elke zetel die voor de regeering
verloren gaat, is een zetel die aan de Boe
ren verkocht is.«
Trouwens, de Jingo-pers gaf in de laat
ste dagen niet anders dan zulke trompet-
stooten te hooren Die voor de Boeren is,
stemme den liberaalChamberlain imi
teerde dus maar.
De nederlaag van den heer Philip Stan
hope te Burnley, welk district in twee
Parlementen door hem vertegenwoordigd
was, heeft in Engeland nog al opzien ge
wekt. Deze jongste zoon van graaf Stan
hope is de wakkere directeur der «Morning
Leader», die zich voor de goede zaak der
Boereu nauwelijks minder verdienstelijk
gemaakt heeft dan de vermaarde Stead
zelf. Hij had, zooals m n zich herinnert,
Chamberlain in 't vorig Lagerhuis reeds
aangevchen, en zijne beschuldigingen tegen
dezen verleden week zoo kras mogelijk
een en andermaal vernieuwd, waarop de
minister hem eenvoudig openlijk vooreen
leugenaar uitmaakte, zich echter wel wach
tende hem wegens laster te vervolgen en
zóó hem gelegenheid te geven, zijne be
schuldigingen voor den rechtei te bewijzen.
Nu hobben de kiezers hem in 't ongelijk
gesteld! De vorige maal had hij eene meer
derheid van 321 stemmen; thans bleef hij
met 600 stemmen in de minderheid. Toch
mocht hij als gewezen zeeofficier en afstam
meling van een der groote adellijke ge
slachten zijn vaderlandsliefde als onver
dacht beschouwen. Maarde edele «doe»
was zijn vijand en hij viel.
Kan het verwonderen, dat Chamberlain,
zielsverheugd dat het zoo liep, den heer
Mitchell, die te Burnley de overwinning
behaalde op Philip Stanhope, zijn geluk-
wenschen seinde? Maar wat hij er bij
voegde, was gemeen„Het blijkt dat las
ter niet inslaat bij de mannen van Lan
cashire. «Enfin, van die «laster* zal Cham
berlain nog wel meer hooren
De «Morning Leader» vermeldt in haar
voorlaatste nummer het antwoord van
Chamberlain op de beschuldigingen van
Stanhopein welk antwoord de minister
van Koloniën verklaart, dat hij geen ge
rechtelijke vervolging zal doen ii stellen,
omdatStanhope geen laster verspreid
heeft, volgens het oordeel der wet.
Daarop geeft deze laatste dan te verstaan,
dat minister Chamberlain binnenkort wel
iets meer definitiefs zal vernemen 1
We spitsen er ons al op
Chintz,
Het schijnt dat de mogendheden het
zoetjesaan in zake China eens zullen wor
den. Zoo wordt gemeldt dat de Russische
regeering heef#toegestemd in de voorstel
len, die geformuleerd zijn in VonBülew's
circulaire van i October. De Russische
gezant in China heeft dienovereenkomstig
instructies ontvangen.
De Fransche Minister van Buitenlandsche
zaken heelt de vertegenwoordigers van
Frankrijk in het buitenland aangeschreven
de mogendheden te polsen over een pro
gram van onderhandelingen met China, be
helzende de bestraffing van de voornaamste
schuldigen, aan te wijzen door de vertegen
woordigers der mogendheden, de handha
ving van het verbod op den invoer van
wapens, schadevergoeding voor de staten
en de particuliere genootschappen, de in
stelling van een permanente wacht voor de
gezantschappen te Peking, de ontmanteling-
van de Takoe-forten en de militaire bezet
ting van twee of drie punten aan den weg
van Tientsin naar Peking.
Uit deze berichten ziet men, dat men
met de onderhandelingen op weg is, en ook
Amerika schijnt zich aan het concert niet
te zullen onttrekken.
De Engelschen men weet het zijn
nu óók druk aan 't stroopen. Alaguerre
co mme a la guerre 1 De Boeren heb
ben zich niet gegeneerd om, altijd volgens
de qualificatie van lord Roberts, af te dalen
tot den rang van »stroopende benden,"
waarom zouden dan de Khaki's, aangevoerd
door hun generaals in hoogst eigen persoon,
ook niet uitgaan op het behalen van buit
Zijn zij minder of meer dan de Boe
ren
En zoo deed dan,- bij gebrek aan groot
nieuws, de Engelsche generalissimus ons al
eenige malen achtereen verslag van stroop
tochten, door zijn troepen ondernomen. Men
heeft Zaterdag gelezen van de twee prachtige
tochten, door de generaals Bulier en Hart
respectievelijk in hel Lijdenburgsche en in
het district Krugersdorp gehouden. Vooral
zijn de triomfen, medegebracht aan rede
loos vee, ontzagwekkendook werd veel
•O-
L.