voor de ZuldhollandsclKe en Keenwiehe Eilanden. Vrijdag 12 October 1000. Ism4 Vijftiende Jaarg. No. 782. Orgaan Antirevo lu tionair IN HOC SIGN O VINCES iten uitgever: T. BOEKHOVEN. Onpracfigehe reclitsge- leerden. Onze fiSipiomaten. Tiaiss- esi Landbouw. 91e Oorlog*. dezen dat zij oowel als in llsmerk verkrijg Besteren, van Gurp. Br, blein. Oostenbrugge |pee 'EBSIIS". 1ST. nm. 3 uur. J uur. Dinsdag vui. 7 Irige dagen vm. 7.30, irlois ongev. 20 min. a. 4,uur. 14.30 uur. Dinsdag 'vorige dagen vm. 9, hten later. Aankomst Ier. Tramweg 'J P-BEIERLAND. 1ST. ksterdamsche tijd L.00 2.55 .10 3.4 ..20 3.13 1.28 3.21 1.37 3.25 [.41 3.29 .46 3.33 1.49 3.36 fe.00 3.44 E.5 3.46 2.12 3.52 2.19 3.55 I— 3.50 !.32 4.7 1.41 4.15 1.47 4.21 1.54 4.26 1.1 4.31 B.9 4.39 ;.16 4.45 1.36 5.00 5.50 5.59 6.9 6.16 6.20 6.26 6.30 6.33 6.42 6.44 6.50 6.54 6.50 7.7 7.15 7.22 7.29 7.33 7.42 7.49 8.7 8.50 8.59 9.8 9.15 9.18 9.22 9.26 9.29 9.37 9.39 9.45 9.48 9.40 10.— 10.8 10.14 10.19 10.22 10.29 10.35 10.50 ROTTERDAM. E.5 3.00 5.53 9.00 P.20 3.16 6.8 9.15 3.23 6.16 9.21 fe.32 3.32 6.26 9.27 B.35 3.37 6.31 9.30 1.39 3.44 6.38 9.34 p.46 3.51 6.48 9.41 4.7 7.7 9.55 E.41 3.50 6.50 9.40 k.7 4.12 7.14 10.— 1.10 4.15 7.19 10.3 1.16 4.21 7.25 10.9 1.19 4.24 7.32 10.12 1.26 4.31 7.39 10.19 4.34 7.43 10.22 1.33 4.38 7.47 10.26 1.37 4.42 7.51 10.30- |L.41 4.46 7.55 10.36 I.49 4.53 8.1 10.41 ■1.58 5.1 8.9 10.50- |2.7 5.10 8.19 11.— «STEENBERGEN. Ier pAM. iST. hsterdamsche tijd. 9,47 1,47 4,7 7,33 9,57 1,57 4,17 7,43 10.5 2,5 4,25 7,51 10,17 2,17 4,37 8,3 10,33 2,33 4,53 8,18 10,38 2,38 4,53 8,23 10,40 2,40 5,— 8,25 [10,45 2,45 5,5 8,30 10,56 2,56 5,16 8,41 10,58 2,58 5,18 8,43 II,3 3,3 5,23 8,48 11.6 3,6 5,26 8,51 11,16 3,16 5,36 9,1 11,20 3,20 5,40 9,5 ten 7,20 uur, dia |-riveerd. 6,7 6,15 6,29 6,38 6,49 6,59 7,7 7,13 7,20 |>U WE RSIIAVEN.. 4,- - 4,7 - 4,13 4,21 4,31 4,42 4,52 5,5 5,14 boot ten 3,20i veerd. 1,15 5,40, 7,30 11,18 5,43 7,33 1.28 5,53 7,43 11,31 5,56 7,46 11,36 6,1 7,51 11,38 6,3 7,53 11,49 6,14 8,4 1,55 6,20 8,10 li,57 6,22 8,12 |2,6 6,31 8,21 |2,18 6,42 8,32 12,30 6,54 8,44 |2,38 7,2 8,52 1 2,48 7,12 9,2 V' T,5l> ï,5 3,3- 8jl,l 8,32! 8,42: 8,55 9)4 uur, 9,30 - 9,33 '- 9,43.1 9,46 9,51 9,53 10,4 10,10 10,12 10,21 10,32 10,44 10,52 11,2 bjj afzonderlijke. Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent, Amerika by vooruitbetaling 3,50 per jaar. Afzonderlijke nunmiers 5 Cent. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en maal. Dienstaanvrageo en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle §t.safekega voer «Ie Meflacftie bestemd, Advertentie» eei verdere Administratie franco toe te zenden aaia den Uitgever. Bij dit, Nummer behoort een HJWOEGSlSBi. Terecht klaagt de redactie van het Ned. Dagblad dat tegenwoordig de opleiding der rechtsgeleerden aan de Staatshoogescholen zoo onpractisch is Gewoonlijk komen de heeren daar vandaan met een massa dingen, die zij als „onbetwistbare waarheden" leerden aannemen, en de meesten studeeren niet genoeg door om tot het inzicht te geraken, dat die „on betwistbare waarheden" slechts be trekkelijke w aarheden of besliste on juist heden zijn. Zij gebruiken dan dat vermeend „onbetwistbare" als toetssteen, en hetgeen er mee strijdt wordt als verkeerd en onrechtskun dig verworpen. Stellen het leven en de werkelijkheid andere eischeu, dan wijten zij die botsing aan de vern keerde inrichting der maats.'happ- in plaats van aan het ongenoegzamij van hun uitgangspunt en toetssteeue De methode moet dus veranderd worden. De leermeesters in de rech ten moeten het leven ingaan en de studenten moesten het leven leeren waarnemen, want in het leven komt het vaak het meest op de bijzonder heden aan. Aan kamergeleerden, die mooie boeken kunnen schrijven, maar die de bthoeften der maatschappij niet kennen en daarom geen goede adviezen kunnen geven, geen nuttige wetten vermogen te ontwerpen, heelt, het menschdotn niet veel. De Nederlander komt op tegen een scherp en ongunstig oordeel door Prof. de Louter geveld over onze diplomaten. In zekeren zin ontbreekt eene behoorlijke diplomatie in ons land, zegt Prof. de L. en ia een klein land als het onze is dat dubbel te betreuren. Zekere algemeene ont- wikkeling en beschaafde vormen kent hij hun wel toe, maar achter hun karaktereigenschappen zet hij een vraagteeken. Hij zou willen, dat meer gelet werd op het geheele ge halte van den persoon dan op opper vlakkige kenteekenen en fortuin. Hiertegenover pleit nu de Neder lander verzachtende omstandigheden, of liever, hij gaat Prof. de L, een beetje te lijf wegens zijn harde be schouwing. De meeste diplomaten, zegt het blad, zijn toch meester in de rechten, en hun traktementent of fortuin zijn doorgaans te klein om daarmede veel vertoon te maken, terwijl ook eigenlijk de diplomatie meest geleid wordt door de regee- ring zelve, sedert de post en tele graaf de gemeenschap heb! en ver sneld. Ziedaar nu weer een van die •punten op politiek terrein, waarover men lang en breed kan doorpraten en waarbij men allerlei nevenbe- Bchouwingen kan te pas brengen, zonder dat men tot een positief re sultaat komt. Uit den aard der zaak beslist hier ten slotte de algemeene indruk, en dat die indruk bij ons volk ten aan zien van de tegenwoordige diplomatie gunstig is, zouden wij niet gaarne beweren. Eene dadelijke verandering is hierin ook niet te wachten. Maar toch deed Prof. de L goed met de quaeetie eens ter sprake te brengen; want bij volgende benoemingen kan dit zijn wettigen invloed hebben. LANDBOUWBRIEVEN OVER BEMESTING. X. In den laatsten tijd wordt weêr meer ge sproken over het vervaardigen van Persvoe der. Dat onderwerp duikt voornamelijk weêr op, als het hooien met moeilijkheden gepaard gaat. Intusschen zijn er landbouwers, die indertijd met het inkuilen begonnen zijn en daarmede zijn voortgegaan. Zij hebben op dit oogenblik de meeste ervaring op dit punt en kunnen het be-1 over de zaak medespreken. Hun ervaring nu is van dien aard, dat hun oordeel gunstig is. Vooral in jaren, voor het hooien slecht geschiki, is men gelnkkig als men kan inkuilen en daarop voorbereid is. Doch er is nog wat anders. Tot heden is er weinig werk gemaakt van de bemesting der weid', n. De oogst, vooral van het hooiland, is zoo wis selvallig. Bij slecht weêr kan men het hooi niet binnen halen. Veel geld kan er dus aan de bemesting niet besteed worden. Die vrees behoeft in 't vervolg niet meer te bestaan. De gedachte dat al het hooi b'nnenkomt en gebruikt kan worden, zal ons geruster kapitaal in de weide doen steke: Daarenboven heeft ook de ervaring geleerd, dat goed gemeste en daardoor krachtige planten het best bewaard kunnen worden. Ik herinner er daarom aan, dat aande weide moet gegeven worden in 'tnajaar Thomasslakkenmeel en Kainiet en in 't voor jaar Chilisalpeter. Ik ;zeg Thomasslakkenmeel en niet superhosphaat, omdat de eenheidsprij zen in het Thomasphosphaat geringer zijn dan bij het superphosphaat en ook omdat in den herfst hel gebruik van Thomasslakkenmeel altijd te verkiezen is boven dat van super phosphaat. Dat er Kainiet op de weide moet zijn, zult ge bemerken, zoodra ge het eens geprobeerd hebt. Wat de Chilisalpeter aan gaat, ik verzoek uwe aandacht voor de proef, gedaan bij den heer J. Hiddingh, landbouwer te Eeksterveen, prov. Drente, welke ik hier laat volgen. Elk perceel is 4 A. groot. Het land is groen land. I. II. HL IV. Kaïniet Als bij I Als bij I Als bij I Slakkenm. en 100 KG. en 200 KG. en 300 KG. Kalk. Chili. Chili Chili. Opbr. 149 KG. 193 KG. 220 KG. 227 KG. Per H.A. berekend bracht perceel II juist iioo KG. hooi meer op dan no. i en dit werd verkregen door een bemesting met loo KG. chilisalpeter, welke 15 April 1899 werd aan gebracht. Rekenen wij, dat 1000 KG. een waarde vertegenwoordigt van f 25.dan be draagt de meerdere opbrengst tegenover het perceel zonder chilisalpeter f 27.5. Wij behoeven de becijfering niet verder door te zetten. Een ieder kan dit gemakkelijk zelf doenalleen zij nog opgemerkt, dat de kwaliteit van den oogst door een chilisalpeterbemesting zal verhoogd worden en dat uit bovenstaande resultaten mag opgemaakt worden, dat eene bemesting van onze hooilanden met 100 a 200 KG. chilisalpeter in 't algemeen zeer aan te bevelen is. Verder laat ik hier een korte beschrijving volgen van de wijze, waarop de inkuiling moet geschieden. Het eerste werk is een kuil te graven. De diepte van deze kuil zal 1 a i'/2 M. zijn. Dat hangt van de ligging van den bodem af. Men moet n.l. zorgen, dat de kuil watervrij blijft, anders rot het voer of ver mindert het tenminste in kwaliteit. Dieper moet men in geen geval graven, want dan gebeurt het vaak, dat het voer minder zoet is. Voor alle vee doch vooral melkvee, is het eene vereischte dat 'het voer niet zuur wordt. Van zuur voer krijgt het vee diarrhee. Zoodra de kuil gegraven is, kan men met inkuilen beginnen. Het gras enz. moet zoo nat mogelijk zijn. Wanneer het b.v, des morgens dauwt, is het zeer geschikt om gras te kuilen. Is het gras droog, dan begiejj},men het met water, 30 a 4o L. per voer. Tevens strooit men per voer 2 E.G. zout uit. Dat uitstrooien doet men zoo zorgvuldig mogelijk. De kuil mag niet in één dag volgereden worden. Men moet daarover 2 a 3 dagen doen. Verder drage men zorg dat het gras goed Vierkant opgetast worde. Ik zeg vierkant omdat de kuil vierkant moet zijn, b.v. 4 bij 4 Meter. Dat vierkant optasen is eene vereisbte, voor het regelmatig persen en broeien. De hoopen hebben gewoonlijk neiging tot scheef zakken. Het is daarom aanbevelenswaardig aan de 4 zijden van den kuil te rijden, om liet g elijkmatig zakken te bevorderen. De lagen, die hij telkens legt moeien door den tasser liefst niet dik genomen worden Tusschen elke laag komt water en zout. Heeft men zoo 3 dagen gereden, dan mag de hoop 3Va a 4 meters boven den beganen grond staan. Na afkoeling bereikt dan toch de hoop slechts 1 meter. Is de kuil zoo opgetast, dan laat men een en ander staan tot het broeiengras 68° a 80° Celsius warm is. Om de warmte op te nemen gebruikt men een pijlijzer. Dit is een ijzeren staaf niet een thermometer. Deze zijn in den handel verkrijgbaar. De temperatuur moet eiken dag opgenomen worden. Zoodra de temperatuur 68° 7O0 is begint men het gras te belasten. Men werpt nl. den grond, die uit den kuil gekomen is op het gras. Het is raad zaam alvorens dat te doen een raam temaken van vier planken, die nog door 4 ijzeren draden verbonden zijn aldus: Dit raam legt men boven op den hoop en daarop doet men den grond. De planken moeten zóó lang zijn, dat ze op den rand vallen Men kan nu den grond goed op den rand op tassen en men voor komt het rotten op de randen. Is de kuil 68" C. dan kan men 50 cM. grond boven op brengen. Is de temperatuur hooger of liger, dan doet men er wat meer of min der op. b.v. Zaterdagmorgen de kuil 67° dan kan men er toch wel 20 h 25 cM. grond op leggen 0111 te voorkomen dat hij Maandag niet 75° is. Door het ballasten moet men dus de temperatuur regelen. Door goed de tempera tuur waar te nemen, blijft men den hoop baas d. w. z. dan gaat het afkoelen geregeld. Is dat het geval, dan is na 3 a 4 weken de tem peratuur gedaald tot 40 h 45° en is de zaak afgeloopen. Bij geregeld verloop moet eiken dag wat grond bijgevoegd worden en heeft oen afkoeling van 2 soms 3 graden plaats. KORT VERSLAG VAN EEN GESPREK. Nooit is men beter in de gelegenheid de denkbeelden van sommige landbouwers te leeren kennen, dan wanneer men zo metelkaar hoort fpreken, zonder dat zo zulks merken. Nog zeer onlangs waren we in de gelegenheid ons van de waarheid hiervan te overtuigen. We reisden namelijk met enkele hoeren, die 't bijzonder druk hadden over hun vak. De slechte opbrengst der aardappelen was zooals van zelf spreekt èèn dor besproken on derwerpen. En 'tdeed ons goed van een hunner to hooren, dat men toch niet al te veel moet vasthouden aan 't oude. De jomaardappelen wa ren al sinds lang bij hem uit de gratie, „tls waar" zij hij „zo worden in don regel het best betaald, doch als je er weinig beschot van liebf, dan sohietje daar al een beetje mee op. Ik ben er nu niet Voor, om allerlei nieuwigheden maar zoo dadelijk op mijne boerderj in te voeren, doch wel bon ik er als de kippen bi) om zoo veel mogel jk te profiteeren van datgene wat ons door tal van praktische prooven geleerd wordt. En daarom ben ik er al sinds lang van terug gekomen, om enkele jammen te verbouwen." „Ja, ja," zj een ander, „ik hoor bet al. je bont ook al zoo'n nieuwlichter. Je hebt stellig ook al wel Eigenheimers „verbouwd." „Dat zou ik meenen," luidde't antwoord, „en ik begrjp in 't geheel niet, dat er niet veel meer landbouweas zijn, die handelen, zooalg ik. „Als het tj verloopt, verzet men de bakens," zeggen de zeelui en wij booren moesten dat ook bedenken. Geloof me, dit wordt over't algemeen nog veel te weinig gedaan." „Nu ja," sprak weer een derde, maar ik ben er toeh wel vaak wat bang voor, om een oude gewoonte maar vaarwel te zeggen, voordat ik de zekerheid bezit dat een nieuwe beter zal wezen." „Dat kan wel wezon," sprak No. I weer, doch als allen er zoo over dachten, dan zou er wel nooit verandering en dus ook geen verbe tering komen." „Doch elke verandering is lang geen verbe tering,' viel weer een ander in. „Dat geef ik toe," zij de eerste weer, „maar evengoed moet jelui toegeven, dat zonder ver andering ook geen verbetering mogelijk is." „Dat spreekt vanzelf," luidde het antwoord. „Welnu", hervatte de „nieuwlichter' daarop, „dan begrjp ik maar niet, dat jelui niet beter meewerkt, om tal van veranderingen tot stand te breng-n. Daar heb je bj voorbeeld dat vroege leveren van suikerbieten. Ze hadden nog zoo mooi wat kunnen groeien en een ieder had door een uitstel der fabrikanten een aardig voordeeltje kunnen behalen. Doch de heeren wilden het tot hun geriohte verzoek niet toe staan en dus moesten de boeren een lang niet uitgegroeid gewas leveren. Moet daarin nu geen verandering komon, moeten de boereu nog lan ger naar de pjpen dor fabrikanten dansen Ik ben van meening, dat zulko toestanden een einde moeten nomen en hoe gauwer, hoe beter." „Je hebt goed praten, maar denk je wol aan do voorschotten?" „Wel zeker donk ik daar wel aan, maar als we wat in de melk te brokken willen hobben, moeten we ons aaneensluiten en wanneer die aaneensluiting eenmaal is verkregen, ook dan komt die voorschotkwestie best in 't reine. Zeg eens, heb je al gelezeD, hoe druk de boeren in Zeeland het daarover tegenwoordig hebben „Neen, nog niet." „Ja, zie je, daar zit 'm juist de knoop,jelui leest niet gonoeg de krant. Maar enfin, ik zal 't dan zeggen. In bijna alle plaatsen wordt daar moeite gedaan om aansluiting te krijgen aan een bond van bietenverbouwers. Deze bond heeft ten doel, om do boeren meer onafhankelijk van do fabrikanten to maken. Ilij wii ook voor schotbanken in 't leven roepon, zoodat de aan gesloten landbouwers, die om voorschotten ver logen zijn, deze tooh kunnen krijgen. Waarlijk, hoe meer ik cv over denk, hoe meer ik de be langrijkheid van zoo'n bond inzie. Als ik wat beter de gave van 't woord had, ik zou ook een vergadering oproepen. „Nu, ik geloot dat je zoo iets best zoudt kun nen doen. Je hebt mij ten minste al aardig tot voorstander bekeerd." „En mg ook," riepen nog oenige stemmen. „Weetje wat, sprak nu de man, die't meest aan 'twoord was, wannoer nu ieder van ons zich voorneemt er met zijn buren eens over te praten, dan weten al weer veel meer menschen er wat van." Tobd mengden ook wij ons in't gesprek. We maakten ons bekend als medewerker aan de „Maas- en Scheldebode" en beloofden van't ge sprokene een kort verslag te zullen schrijven. We meenden namelijk, dat ook dit de goede zaak, zij het niet veel, dan tooh iets zou kunnen bevorderen. M. Volkeren «les- Aarde. Engeland. Het is nu wel zoo goed als zeker, dat de regeeringsineerderheid in het Engelsche Lagerhuis niet verzwakt, eer versterkt zal worden. Tot op gisteren waren voor het Parlement 300 regeeringsgezinden en 140 leden van de oppositie gekozen. De oppo sitie had 15 zetels gewonnen, maar er 23 verloren, hetgeen dus, indien de verhou ding zoo blijft, een verplaatsing zal geven van 16 stemmen bij een stemming. Eenige kentering is nog mogelijk, maar wel niet, dat Chamberlain's meerderheid tot 100 zal dalen. (Zie Telegrammen.) Reeds heeft Herbert Gladstone op een vergadering te Accrington de profetie ge waagd of was het meer dan dat? dat Lord Salisbury naar alle waarschijnlijk heid vóór het einde van het volgend jaar zou aftreden, en Chamberlain dan in staat zou zijn, «zijn voorwaarden te deereteeren.« Zou Engeland inderdaad nog eens de schande moeten beleven, dat Joe eerste- minister wordt? Volkeren van Europa, beschermt dan uw heiligste goederen tegen dien vrijheidsmoordenden imperialistWelk een rol de ex-burgemeester van Birming ham bij deze Khahi-verkiezingen speelt, blijkt overigens wel hieruit, dat hij in hoogsteigen persoon aan een kies vergade ring te Heywood ter aanbeveling van een in Zuid-Afrika strijdenden candidaat heeft geseind «Elke zetel die voor de regeering verloren gaat, is een zetel die aan de Boe ren verkocht is.« Trouwens, de Jingo-pers gaf in de laat ste dagen niet anders dan zulke trompet- stooten te hooren Die voor de Boeren is, stemme den liberaalChamberlain imi teerde dus maar. De nederlaag van den heer Philip Stan hope te Burnley, welk district in twee Parlementen door hem vertegenwoordigd was, heeft in Engeland nog al opzien ge wekt. Deze jongste zoon van graaf Stan hope is de wakkere directeur der «Morning Leader», die zich voor de goede zaak der Boereu nauwelijks minder verdienstelijk gemaakt heeft dan de vermaarde Stead zelf. Hij had, zooals m n zich herinnert, Chamberlain in 't vorig Lagerhuis reeds aangevchen, en zijne beschuldigingen tegen dezen verleden week zoo kras mogelijk een en andermaal vernieuwd, waarop de minister hem eenvoudig openlijk vooreen leugenaar uitmaakte, zich echter wel wach tende hem wegens laster te vervolgen en zóó hem gelegenheid te geven, zijne be schuldigingen voor den rechtei te bewijzen. Nu hobben de kiezers hem in 't ongelijk gesteld! De vorige maal had hij eene meer derheid van 321 stemmen; thans bleef hij met 600 stemmen in de minderheid. Toch mocht hij als gewezen zeeofficier en afstam meling van een der groote adellijke ge slachten zijn vaderlandsliefde als onver dacht beschouwen. Maarde edele «doe» was zijn vijand en hij viel. Kan het verwonderen, dat Chamberlain, zielsverheugd dat het zoo liep, den heer Mitchell, die te Burnley de overwinning behaalde op Philip Stanhope, zijn geluk- wenschen seinde? Maar wat hij er bij voegde, was gemeen„Het blijkt dat las ter niet inslaat bij de mannen van Lan cashire. «Enfin, van die «laster* zal Cham berlain nog wel meer hooren De «Morning Leader» vermeldt in haar voorlaatste nummer het antwoord van Chamberlain op de beschuldigingen van Stanhopein welk antwoord de minister van Koloniën verklaart, dat hij geen ge rechtelijke vervolging zal doen ii stellen, omdatStanhope geen laster verspreid heeft, volgens het oordeel der wet. Daarop geeft deze laatste dan te verstaan, dat minister Chamberlain binnenkort wel iets meer definitiefs zal vernemen 1 We spitsen er ons al op Chintz, Het schijnt dat de mogendheden het zoetjesaan in zake China eens zullen wor den. Zoo wordt gemeldt dat de Russische regeering heef#toegestemd in de voorstel len, die geformuleerd zijn in VonBülew's circulaire van i October. De Russische gezant in China heeft dienovereenkomstig instructies ontvangen. De Fransche Minister van Buitenlandsche zaken heelt de vertegenwoordigers van Frankrijk in het buitenland aangeschreven de mogendheden te polsen over een pro gram van onderhandelingen met China, be helzende de bestraffing van de voornaamste schuldigen, aan te wijzen door de vertegen woordigers der mogendheden, de handha ving van het verbod op den invoer van wapens, schadevergoeding voor de staten en de particuliere genootschappen, de in stelling van een permanente wacht voor de gezantschappen te Peking, de ontmanteling- van de Takoe-forten en de militaire bezet ting van twee of drie punten aan den weg van Tientsin naar Peking. Uit deze berichten ziet men, dat men met de onderhandelingen op weg is, en ook Amerika schijnt zich aan het concert niet te zullen onttrekken. De Engelschen men weet het zijn nu óók druk aan 't stroopen. Alaguerre co mme a la guerre 1 De Boeren heb ben zich niet gegeneerd om, altijd volgens de qualificatie van lord Roberts, af te dalen tot den rang van »stroopende benden," waarom zouden dan de Khaki's, aangevoerd door hun generaals in hoogst eigen persoon, ook niet uitgaan op het behalen van buit Zijn zij minder of meer dan de Boe ren En zoo deed dan,- bij gebrek aan groot nieuws, de Engelsche generalissimus ons al eenige malen achtereen verslag van stroop tochten, door zijn troepen ondernomen. Men heeft Zaterdag gelezen van de twee prachtige tochten, door de generaals Bulier en Hart respectievelijk in hel Lijdenburgsche en in het district Krugersdorp gehouden. Vooral zijn de triomfen, medegebracht aan rede loos vee, ontzagwekkendook werd veel •O- L.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1900 | | pagina 1