Vrijdag 21 September 1900.
Antirevolutionair
Vijftiende Jaarg. No. 779.
Orgaan
YfMpr de Zuidfiollandsclie en Keeuwsohe Eilanden.
"nis
IN HOC SIGN O VINCES
BIJVOEGSEL.
Tuüib- en landtfonw.
T. BOEKHOVEN.
asten
►ogen
- en
Spie
ls wa-
MMriMmmMiïffAM
Alle stukken voor tie ft&edactie bestemd, Advertenties? esi verdere Administratie frasieo toe te «enden aan den Uitgever
Bij dit nummer behoort
een
EProtestanlsch verweer.
Het Happart van de hr.
Onderwijzers*
„Konderlingre Invallen."
Winkelbedienden.
Volkeren «Ier Aarde.
G.
m,
30 uur.
am,
5,45 uur.
am
uur.
mweg
RLAXD.
maohe tijd
55 5.50
5.59
13 6.9
21 6.16
.20
29 6.26
33 6.30
36 6.33
44 6.42
46 6.44
52 6.50
55 6.54
50 6.50
7.7
7.15
21 7.22
26 7.29
31 7.33
39 7.42
45 7.49
00 8.7
1
8.50
8.59
9.8
9.15
9.18
9.22
9.26
9.29
9.37
9.39
9.45
9.48
9.40
10.—
10.8
10.14
10.19
10.22
10.29
10.35
10.50
ERDAM.
00 5.53
16 6.8
23 6.16
32 6.26
37 6.31
44 6.38
.51 6.48
7.7
50 6.50
12 7.14
15 7.19
21 7.25
24 7.32
31 7.39
34 7.43
38 7.47
.42 7.51
,46 7.55
53 8.1
8.9
.10 8.19
9.00
9.15
9.21
9.27
9.30
9.34
9.41
9.55
9.10
10.-
10.3
10.9
10.12
10.19
10.22
10.26
10.30
10.36
10.41
10.50
11.—
ïfBERGE U.
amsche
.,47 4,7
„57 4,1
!,5 4,2.1
!,17 4
tijd.
7,33
L7 7,43
7,51
8,3
i,33 4,53 8,18
1,38 4,53 8,23
1,40 5,— 8,25
1,45 5,5 8,30
1,56 5,16 8,41
1,58 5,18 8,43
1,3 5,23 8,48
1,6 5,26.8,51
1,16 5,36 9,1
3,20 5,40 9,5
1,20 uur, die
d.
EtSHAVER".
7,50
7,57
8,3
8,11
8,21
8,32
8,42
8,55
9,4
ten 3,20 uur,
40 7,30
43 7,33
53 7,43
,56 7,46
1 7,51
,3 7,53
14 8,4
,20 8,10
,22 8,12
31 8,21
,42 8,32
,54 8,44
,2 8,52
1,12 9,2
9,30
9,33
9,43
9,46
9,51
9,53
10,4
10,10
10,12
10,21
10,32
10,44
10,52
11,2
afzonderlijke
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER:
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Soekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiëll worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
De bekende felle antipapist, prof.
Bolland uit Leiden hield op de 48e
Algem. Vergadering der Evangelische
Maattchappij eene oratie over de
vraag: „Wat is Protestanten-plicht
bij de eerstkomende algemeene ver
kiezingen."
Gelijk zich verwachten liet, werd
het groote gevaar dat van den kant
van Rome dreigt, weer zoo zwart mo
gelijk geschilderd, en kregen de „hel
pers" van de Roomschen, de antirevo
lutionairen er mee vaa langs.
De slotsom is dan, dat Prof. Bol
land „alle Protestanten" vereenigen
wil tegen Rome
Een fraaie leuze, doch zoo hol als
een leege bus.
Als Luther en Calvijn uit hun graf
konden opstaan, zouden zij zeker met
verontwaardiging aan Prof. Bolland
vragen hoe h j zich vermeten durft het
Protestantsche vaandel omhoog te
heffen.
Protesteeren heeft kracht, als men
maar grondvasten grond ouder de
voeten heeft. Maar wat baat een lucht
gevecht van lieden die als het er
op aankomt, nergens slot ot bestand
vinden, en die voor geen andere rech
ten en vrjheden opkomen dan die
slechts verderf en ondergang tot eind
uitkomst hebben.
Niet dat Prof. B. dit zoo beziet.
Volstrekt niet. Bj het licht der „rede"
meent hij dat verwanten hunne vrij
heid wel kostelijk gebruiken en ge
bruiken kunnen. Doch dit neemt de
werkeljkheid niet weg, dat de ver
werpers van Gods Woord geen dage
raad hebben en dat hun dus helaas
vlak het tegendeel wacht van het lot
der historische protestanten.
Een strijd, die buiten den H. Schrift
omgaat, kan nooit een Protestantsche
str jd heeten en is als zoodanig tegen
over Rome machteloos.
Treurig, dat een Leidsch Professor
hiervan niets ziet.
In de algemeene Vergadering der
Veieeniging van Ckr. Ouderwijzers
en onderwijzeressen in Nederland en
zijne Bezittingen, op 5 Juni j.l. te
Utrecht gehouden is een rapport
vastgesteld van de wijzigingen, die
wensohel jk worden geacht in de wet
op het lager onderwjs.
We komen nog wel eens op dit
stuk, 16 blz, groot, terug, naar wij
hopen.
Thans resumeeren wij slechts, dat
het rapport zich uitspreekt over het
beginsel der wet, over de leerstof,
over de opleiding van onderwjzers,
over het herhalingsonderwjs, over
het aantal onderwjzers, over de jaar.
wedden en pensioenen, over de rechts
positie der onderwjzers, over de
examens, over het schooltoezicht en
den leerplicht.
Ondermeer stelt het Rapport voor
1. algeheel e gelijkstelling wat de fi-
nantien betreft voor alle scholen
die nu openbare en bijzondere
heeten, en cian zoo, dat de Overheid
zich niet bemoeit met de opvoed
kundige richting van het onderwjs,
en dat de ouders daarop zooveel
mogeljk invloed krjgen
2. weinig bjzonderheden in de wet
omtrent de leerstof
3. uitbetaling van subsidie voor de
normaallessen naar een wetteljk
vastgesteld minimum aautal leera
ren, naar het aantal lesuren en naar
het aantal geslaagden
4. regeling van het herhalirgsonder-
wjs in verband met het vakonder
wijs
5. vaststelling van het leerplan door
het hoofd der school in overleg met
de onderwijzers, onder goedkeuring
der schoolcommissie en met toezen
ding aan de schoolopzieners ter
kennisneming
6. beperking der scholen tot 300 kin
deren en het eischen van minstens
twee onderwijzers op elke school,
hoe klein ook
7. regeling der salarissen en pensioe
nen bj de wet naar leeftijd, akten
en dienstouderdom
8. aanstelling der onderwijzers op een
behoorlijk omschreven en door den
schoolopziener goedgekeurd con
tract
9. vrije examens, zoodat er rekening
kan gehouden worden met het op
voedkundig beginsel der school
waarvoor de opgeleide onderwjzers
bestemd zjn.
10- gebruik van zede! jke middelen
tot bevordering van getrouw
schoolbezoek,
Wat eene verkeerde gewoonte al
niet kan doen.
De naleving van de Zondagswet
raakte reeds zoover in onbruik, dat
de r/Middelburgsche Courant/' het een
//zonderlinge inval" noemt om zich
nog op die wet te beroepen.
Dit ziet op hetgeen eenigen tijd
geleden de Burgemeester van Haarlem
en nu weer het Amsterdamsch raadslid
Prof. Fabius deed.
Laatstgenoemde was als raadslid uit-
genoodigd tot bijwoning van eene
voorstelling in de Nederl Opera, en
schreef aan den Directeur van die
Opera terug, lat hij er te minder
bij tegenwoordig kon zijn omdat de
zondagswet tooneelvoorstellingen op
Zondag verbiedt, en ook geene uit
zonderingen daarop toelaat tenzij dan
met bijzondere vergunning na het
eindigen van alle godsdienstoefeningen.
Aangezien er nu vlak in de buurt
der opera te 7 uur, nog eene gods
dienstoefening begint en deze om 8
uur, als de opera aanvangt, nog niet
als geëindigd is te beschouwen, con
stateerde Prof. F. wetsovertreding.
En daarover leest de Middelburg -
sche Crt. hem nu de les en zegt dat
Prof. F. van zijn eenzijdig kerkelijk
standpunt liefst oog en oor sluit voor
de eischen van eene groote stad als
Amsterdam met hare gemengde be
volking en haar talrijk bezoek, van
vreemdelingen.
Welk een dooddoener Alsof die
vreemdelingen juist op Zondag naar
de theaters moesten en alsof niet het
gejaagde leven in eene groote stad
te dringerder den eisch vaneen rust
tigen Zondag mocht doen gelden.
Maar zoo gaat het, als er afkeer
van den godsdienst in het spel is. Dan
wordt er vaak veraf leniging van den
socialen nood gezocht en, wordt |er
verzuimd hetgeen voor de handlig.
De heer Doe. Lindeboom roept in
„de Bazuin" de Chr. Pers op om
mee deel te nemen aan de begon
nen bespreking van het belang eener
tijdige winkelsluiting des avonds.
Zonder aarzelen voldoen wj aan
dit vc-rlangen, want vaak trot ons
deovermatige bedrijvigheid des avonds
in de groote stedon, vooral op Za
terdagavond.
Neemt men in aanmerking, dat
het leven der winkelheeren en win
keljuffrouwen toch reeds zeer ver
moeiend is, dan springt dat in het
oog dat het verlengen van den
arbeidsduur op Zaterdagavond feite
lijk een afkorten van den Zondag is,
want wie kan voldoende uitrusten en
wie heeft zijn geest tot zjn wil, wan
neer het lichaam overspannen is.
De H. Catechismus omschrjft het
doel van den rustdag zoo schoon en
duidelijk als te zjn het loslaten van
de booze werken en het gedurig aan
vangen van den eeuwigen Sabbathof
mei andere woorden do Zondag is er
opdat de menscli telkens eens weer
tot zichzelf kome. en de gemeenschap
met God zoeke alle dagen. Doch de
hedendaagsche manier van leven
dringt en wringt daartegen in. De
poef-paffende automobieldie langs den
weg vliegt, en allerlei gevaren ople
vert door zjn snelle vaart, wordt al
weer een beeld van den gang van
het maatschappelijk leven. Het ijkt
soms wel alsof stoom en electriciteit
moeten meewerken om de Christel jke
tradition mee uit te roeien.
Toch behoeft dat niet zoo te zjn.
Niet in de stof of in stoffel jke ver
voermiddelen zit het kwaad, maar
in het misbruik, dat er van gemaakt
wordt.
Ook in Engeland is de levensbe
weging vlug. Toch heeft men daar
behoorlijke rustook in de w-inkels
zoowel in de week door tjdige slui
ting als op Zondag.
Waarom zou dat dan in ons land
niet kunnen
Welke noodzaak zou er zijn om
's avonds nh 8 of 9 uur verschilende
inkoopen te doen Immers is de dag
van 's morgens acht tot 's avonds
acht daarvoor lang genoeg.
Op den duur zou eene vervroegde
winkelsluiting velerlei voordeelgeven
ook voordeel voor de gezondheid van
het winkelpersoneel.
LANDBOUWBRIEVEN OYER BEMESTING.
YII
Sommige landbouwers gaan bij den aanleg
van weiden al op een zeer gemakkelijke ma
nier te werk. Zij zaaien alleen withe klaver
of withe en roode door mekaar en doen daar
dan gewoonlijk wat hooirok bij. Ilooiiok is
het uit het hooi gevallen zaad. Dikwijls ver
mengen zij het met Italiaansch en gewoon
Zaaigras. Het is duidelijk dat op deze wijze
geen volkomen weide verkregen wordt. Daar
enboven sterft witte klaver en Rooigras bij
een onvoldoende bemesting al zeer spoedig.
Gewoonlijk komen er dan onkruiden in de
plaats.
Door de zaadhandelaren worden voor den
aanleg van graslanden verschillende meng
sels aangeboden. Ik acht het verkieslijker
verschillende soorten afzonderlijk te koopen,
daar men dan beter in staat is de kwali
teit te onderzoeken van elke soort afzonder
lijk. Welke soorten moet men nemen Als
algemeene regel kan gelden dat men die soor
ten moet nemen, welke op de beste graslan
den van dezelfde grondsoort in de nabijheid
voorkomen. Men zij met de hoeveelheid zaai
zaad niet te karig. Ik zou haast zeggen hoe
meer zaad men neemt des te beter. Men mag
b. v. 45 K. G. per Hectare gebruiken. Voor
de keuze van zaad onthoude men het volgen
de. Er zijn grassoorten, die veel van water
houden b. v. Kanariegras, Ruw Beemdgras,
Yossestaart, Krapaar, Fransch Rooigras, enz.
Er zijn grassoorten, die het water ontwijken,
die dus op droge gronden teeren, b. v. Rech
te dravik, het schapen Zwenkgras, enkele
Beemdgrassen. Eindelijk zijn er ook grassen,
die zoowel op vochtige als droge gronden tie
ren, b. v. het Reukgras, Engelsch Rooigras,
rood Zenkgras en behaard Havergras.
Ook aan de latere behandeling van het
grasland dient veel zorg besteed te worden.
Het eerste jaar zorge men dat de grassen uit
stoelen. Daartoe maaie men het voor den bloei
tijd. Het nieuwe grasland vraagt verder het
eerste jaar veel mest. Korte stalmest kan ge
bruikt worden doch in den laatsten tijd zijn
met kunstmeststoffen uitstekende resultaten ver
kregen. «Wij achten het noodig» zoo zegt een
bekend practisch landbouwkundige, »wij ach
ten het noodig, om de twee jaar 500 K. G.
Thomasslakkenmeel en een gelijke hoeveelheid
Kainiet aan de weide te geven en daarbij te
voegen, 100 a 150 K. G. chilisalpeter.» Veel
vuldig wordt ook in Engeland het volgend
mengsel (bij een geringer gebruik van stalmest
aanbevolen.) 60 150 K. G. chilisalpeter 300
a 400 K. G. Thomasphosphaath en 125 A4oo
K. G. Kainiet per H. A. Bij den aanleg van
weiden op veengrond geven men nog veel
meer Kali.
Alvorens dezen brief te eindigen een enkel
woord over het afweiden van grasland door
schapen, waarvan in sommige streken een
druk gebruik gemaakt wordt. De schapen
maken den bodem vaster, wat aanbevelens
waardig is. Men zorge echter, dat deze dieren
de weide niet te kaal afweiden. Lammeren zijn
daarom beter dan oude schapen. Wanneer
eenmaal de weide wat ouder is, heeft men
natuuriijk daarop niet meer zoo te letten.
VIII
Wanneer in Juli en Augustus het winter
graan van het land is, en men den grond niet
geheel noodig heeft voor den verbouw van
voederknollen is de tijd daar om op een zeer
eigenaardige manier zich een voorraad humus
en stikstof te verzamelen. Het is roeds van
algemeene bekendheid, dat er oen plantenfa-
milie bestaatJ die het vermogen bezit om de
stikstof uit de lucht te gebruiken en een zekere
hoeveelheid van die stof in hare wortels, sten
gels en bladeren bijeen te brengen. Het zaaien
en verbouwen van vlinderbloemige gewassen,
als lupinenwikken, klavererivtensarradella
enz. met het doel deze, als zij een zeker be
schot hebben, hetzij voor of na den winter
onder te ploegen, noemen wij groenbemesting.
Hel is vooral op zandgronden, dat deze groen
bemesting op haar plaats is, niettegenstaande
zij ook op kleigrond met goed gevolg kan
toegepast worden. Op zandgrond, zells op dor
ren heidezandgrond, gebruikt men voor het
genoemde doel tegenwoordig meestentijds de
lupine.
Wat de behandelingen van het land aangaat,
dat na den roggeoogst b. v. «et lupine zal
bezaaid worden, deze is zeer eenvoudig. Men
ploegt het land dunnetjes om. Zoo spoedig
mogelijk wordt de lupine des avonds gezaaid,
Ik zeg »des avondsc/, omdat bij het warme en
droge weer, dat men in dit jaargetijde kan
hebben, het zaad dan gedurende den nacht
eenigszins vochtig kan worden. De hoeveelheid
zaad, die men gebruiken moet, mag niet te
klein zijn. De lupine moet zoo mogelijk dik
staan. Men gebruike daarom 2 a 3 K.G. zaad.
Het is vooral bij lupine noodig, dat men van
een vertrouwd persoon zijn zaad betrekke, want
het lupine-zaad verliest spoedig zijn kiemkracht.
Oud zaad is dus niet gewenscht. Wat de be
mesting van het lupineland aangaat, kunnen
wij in het algemeen zeggen, dat alles in dezen
afhangt van de gesteldheid van den bodem,
van de bemesting van de voorvrucht en van
de navrucht. Van stalmest is natuurlijk geen
sprake Door het onderploegen van het groene
gewas komt er humus genoeg in den bodem.
Wat het al of niet wenschelijke van een
stikstofbemesting aangaat, kunnen wij kort
zijn. Het kan gebeuren, dat de grond zeer
stikstofarm is, maagdelijke heidegrond b. v.,
of zeer stikstofarme bouwgrond. Op dergelijke
grondsoorten gebeurt het, dat de planten kwij -
nen, terwijl zij nog zeer jong zijn, dus in den
tijd dat zij nog geen stikstof kunnen verzame
len. Het is wenschelijk een zwakke stikstof
bemesting te geven, natuurlijk zoo vroeg mo
gelijk, tijdens de ontkieming, in den vorm van
Chilisalpeter. Men geeft b.v. 50 tot 80 K.G.
per H.A. Chilisalpeter, Dit is inderdaad een klei
nigheid en de uitkomsten zijn verrasend. Bij de
ontginning van heidevelden in Duitschland heeft
men gezien, dat een dergelijke zwakke stik
stofbemesting hoogst wenschelijk is.
Bij den verbouw van alle vlinderbloemige
gewassen moet de grond daarenboven genoeg
zaam phosphorzuur en kali bevatten. Wanneer
deze stoffen ontbreken, dan is het de lupine
totaal onmogelijk te groeien. Wanneer nu de
voorvrucht kaïniet en thomasphosphaat heeft
gehad, kan men de lupine öf met een zwakke
kali en phosphorbemesting öf zonder genoemde
stoffen in den grond brengen. In het laatste
geval moet echter de voorvrucht plm 800 K.G.
Kaïniet en 600 K G. th masslakkenmeel per
H .A. hebben gehad. Zonder dat zou men met
lupine den grond niet verbeteren. Verbouwt
men na de lupine een zomergewas, dan kan
men 'het onderploegen uitstellen tot het voor
jaar. Alhoewel de lupine in den winter niet
groeit, houdt ze den bodem toch in betere
conditie. Verbouwt men een, wintergewas, dan
ploege men de groene massa onder, zoodra
men dat noodig acht.
UIT CHINA.
Veel nieuws uit China is er niet. Men
hoort nog niet van een verkregen eenstem
migheid tusschen de groote mogendheden
ten aanzien der te volgen gedragslijn
en dat twee hunner een apartje hadden
gem takt, om zich het grootste deel van
den buit te verzekeren, wordt ook alweer
tegengesproken.
De correspondent van de «Daily Mail"
te Berlijn beweert, dat het bericht van den
correspondent der «Times" te Peking
als zouden Rusland en Duitschland een over
eenkomst hebben aangegaan tot verdeeling
van China onwaar is. Duitschland
heeft geen plannen met het Yangtsédal.
De correspondent meent verder te weten,
dat Duitschland voor geheel China de politiek
van de open deur zal voorstaan.
En in de «Köln" Zeit. komt een officeus
bericht uit Berlijn voor, dat Duitschland
stellig geen plannen heeft op de Yangtsé-
valleidat het samen wil werken met de
andere mogendheden aan êên plan, en dat
het bijeenbrengen eener oorlogsvloot en
dat het aan land zetten van troepen aan
de Yangtsê alleen noodig was om de Duit-
sche belangen te beschermen.
Prins Sjing, een der beide vredemake-
laars, is den 5en September te Peking
aangekomen. Hij gaf als zijn opinie te
kennen, dat de internationale troepen in
Peking op onoo tdig ruwe en wreede wijze
hadden huisgehouden, maar toch was hij
dankbaar, dat de Heilige Stad gespaard
was geworden.