Vrijdag 14 September 1900.
Vijftiende Jaarg. No. 778.
voor tl® %ui<lliollaii<l«<*Ii© en SKeeiiwsche Eilanden.
IN HOC SIGN O VINCES
BIJVOEGSEL.
T. BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Yrijd&g.
Afoonnemefitsprij's per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
uitgever:
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Bij dit nummer behoort,
een
<sm
Orgaan
Antirevo lu êionair
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/ï maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Alle §gatliiieai voor de ëtedacftie foestennl, Advertentien en verdere Administratie franc© toe te zenden aan den Uitgever
Gereformeerde drank-
bestrijding.
Op 25 jl. is er te Zwolle eene
eerste openbare samenkomst gehou
den van de Gereformeerde Veree-
niging voor Drankbestrijding, en gaf
Ds. W. H. Gispen Jz. van Baarn
eene toelichting van het optreden
dezer Vereeniging, welke toelichting
later in diuk verscheen.
Gelijk de naam der Vereeniging
reeds aanduidt, bedoelt zij de be
strijding van de drankzonde alleen
langs de lijnen van Gods Woord te
beproeven, met vermijding van alle
doopersche en methodistische over
drijving.
Alzoo bepaalt art. 1 der statut m,
dat de Geref. Vereeniging zich stelt
op de basis van Gods Woord vol
gens de Drie Formulieren van Eenig-
heid, en dienovereenkomstig uitgaat
van de volgende beginselen
lo dat de zonde nimmer in eenige
stof zelve gelegen is, dus ook niet
in de alcoholische dranken als zoo
danig,
2o dat onder bepaalde omstandig
heden óf in het persoonlijk leven óf
in het leven van anderen het niet
gebruiken van deze dranken tot de
eere van God en tot het welzijn van
den naaste strekken kan,
3o dat de tegenwoordige omstan
digheden het geregeld gebruik van
alcoholische dranken als een steunen
van de drinkgewoonten door den
christen veroordeelen.
In art. 2 wordt voorts als doel der
vereeniging aangewezen het bewust
zijn van de waarheid dezer begin
selen te wekken en levendig te hou-
den en de toepassing er van zooveel
mogelijk te bevorderen.
In art. 3 worden als middelen
tot dit doel genoemd periodieke en
andere geschriften, openbare verga
deringen, persoonlijke arbeid, enz.
Tot zoover loopt alles goed. Over
het misbruik van den sterken drank
en de treurige gevolgen daarvan zijn
gereformeerde en andere drankbe
strijders het eens. Ook hierover, dat
de tijdsomstandigheden van het ge
bruik almanen. Maar toch maakt de
gereformeerde er geen absoluut ge
bod van, geen druppel te gebruiken,
maar laat geheel het drankgebruik
ten slotte beheerschen door de uit
spraak van Gods Woord, dat alle
schepsel Gods goed is, mits met dank
zegging genomen zijnde dat de gang
door het leven met matigheid moet
geschieden dat de sterken schuldig
zijn de zwakheden der onsterken te
dragen dat aan de zwakkeren geen
aanstoot mag gegeven worden en dat
op het stuk van spijs en drank
de eene broeder den anderen niet
mag oordeelen.
Maar juist omdat voor den gere
formeerde het absoluut gebod ont
breekt, maakt het wel een ietwat
vreemden indruk, dat volgens art.
4 alleen zij leden der Vereeniging
kunnen zijn, die instemming betui
gen met beginsel en doel en dit be-
toonen door zich van alle alcoholische
dranken of alleen van gedistilleerde
dranken te onthouden.
Mijding van het geregeld gebruik
als zijnde een zijdelingschen steun
voor de drinkers wordt hier op eens
omgezet in onthouding van alleswat
gedistilleerd is.
Ons dunkt, om op de gereformeerde
paden te blijven, zal het raadzaam
zijn den eisch minder stellig te for
muleeren, en allen te aanvaarden
(als lid), die het met het beginsel
en doel eeus zijn. En dan kan ook
deze Vereeniging veel nut stichten,
want de demon van het drankmis
bruik kan niet te voel bestreden
worden. Het geldt hier een van de
kankergezwellen onzer maatschappij,
een der -.rootste, vervvoesters van ons
volksgeluk.
Hechtszefcer iieid."
Ofschoon wij de strekking en de
gelegenheid van hetgeen de Neder
lander schrijft, lang niet altijd kun
nen toejuichen, zullen wij nooit ont
kennen, dat zijn scherpzinnige re
dacteur vaak interessante opmerkin
gen maakt.
Zoo nu ook weer in zake der
werkstakingen.
In het weekblad Patrimonium, was
nogal uitgemeten, dat het optreden
der politie en militaire macht om
de niet stakers en van elders aan
komende onderkruipers te bescher
men tegen overlast van de stakers,
een schaduwzijde heeft,hierin bestaan
de dat clan de niet-stakers en on
derkruipers door niets weerhou
den worden om feitelijk de stakers
te benadeelen.
Hiertegen nu toornt de Nederlan
der min of meer en noemt die ver
meende schaduwkant veel liever een
andere lichtzijde, omdat er ook voor
de minder nobel of eigenzinnig
handelenden rechtszekerheid moet
bestaan. Daargelaten nog dat het
volstrekt niet uitgemaakt is of een
niet-staker slechts door eigenzin
nigheid aangedreven wordt dan wel
of hij met wijsheid en uit overtui
ging handelt.
Deze opmerkingachten wij kostelijk.
Regeeringshulp voor organisatie van
den arbeid in eigen kring is geheel
iets ander dan inbreuk op iemands
persoonlijke vrijheid om don arbeid
al of niet te staken. Deze moet on
verlet blijven, en eene overheid die
daarvoor waakt, brouwt geen kwaad
of halfkwaad, maar verricht enkel
wat goeds of wil m?n het anders
uitgedrukt, zij verricht slechts haar
plicht.
Gfro©Ée Woorden.
Mr. Levy, de van ouds bekende
dreiger, is nog steeds grof in zijne
critiek op andersdenkenden. Dezer
dagen schreef hij in een tegen Prof.
Jelgersma gerichte polemiek, dat de
materialistische en deterministische
ij vei aars met hun onwetenschappe-'
lijke en onphilosophische methoden
„zwakhoofden naar de kerk drijven
en de rest in de war brengen."
Heel bescheiden voegt de geleerde
man er bij, dat de kerk „behaaglijk
een rad draait" voor de oogen van
hen, die rust zoeken in de kerk.
Het is dus volgens Mr. Levy een
bewijs van „kracht* in het hoofd, als
men zich niet bij de kerk voegt.
Welk eeDe brutale aanmatiging
En dat terwijl de man zelf moet
erkennen, dat er onder de geleerden
buiten de kerk en hun volgers voor
onderlinge tegenspraak „verwarring"
wordt aangericht.
Wordt door die verwarring niet
Gods Woord bewaarheid, dat God
de wijzen vat in hunne arglistigheid
dat Hij de wijsheid der wijzen doet
vergaan
Wanneer zal toch die Mr. Levy
een3 een beetje bescheidenheid leeren
en betoenen zijn tegenstanders dat
respect waarop zelfs de moderne tijd
geest hun aanspraak geeft.
Patrimonium's
puiat.
De vraag of het christelijk be
ginsel, dat lieden van verschillende
stand vereenigt, triumfeeren zal in
onze maatschappij over het klasse-
belang dat verdeelt, deze vraag is
op Patrimonium's jaarvergadering
bevestigend beantwoord.
Moge de verdere praktijk hier
mede overeenstemmen
Oprichten van neutrale vakbon
den werd ontraden maar oprichting
van Protestantsche christelijke vak
bonden voorgestaan.
Ook heeft men plan op een tweede
sociaal Congres. De regelingscom
missie van het Congres van 1891
zal daartoe worden aangezocht.
In de politiek zal Patrimonium
zich geen partij stellen tusschen de
georganiseerde aniirevolutionare par
tij en de „vrij"-antirev. en chr.
historisch en" waar deze drie groe
pen gelijkelijk bekend maken met
betgeen in het belang van den werk
man wordt noodig geacht.
Tuin- ees ILamltoouw.
ROTTERDAMSCHE VEREENIGING
VAN FRUIT- EN GROENTEN-
EXPORTEURS.
De volgende circulaire werd ons ter plaat
sing toegezonden.
Bovenstaande Vereeniging, in Maart j. 1.
opgericht stelt zich ten doel om. waar noo
dig, verbeteringen in den handel op het Bui
tenland tot stand te brengen.
Onder de vele producten die worden uit
gevoerd neemt de Ajuin een belangrijke
plaats ln. Het lag derhalve op den weg onzer
Vereeniging om te onderzoeken, welke ge
breken den Ajuinhandel nog aankleven en
naar middelen om te zien daarin de gewenschte
verandering te brengen.
Te dien einde is er eene Vergadering be
legd en werd daar in de eefste plaats gewezen
op de hoogst onvoldoende wijze, waar
op de Anjuin gewoonlijk in het land geladen
wordt. Algemeen was men van gevoelen dat
hierin verandering' moet komen en dat men
recht heeft te verlangen dat de Ajuin door
de Landbouwers worde geleverd in een toe
stand. waarop men billijkerwijze aan
spraak kan maken. Waar in het bui
tenland alle mogelijke zorg wordt aangewend
om de Ajuin in de meest gewenschte con
ditie aan (1e Engelsche markten te brengen
en de buitenlandsche Ajuin daardoor ook
zooveel hoogere prijzen bedingt als de Hol-
landschespeciaal de bruine Aj uin
moeten wij onzerzijds alle krachten inspan
nen om die toenemende concurrentie het
hoofd te bieden. Wel hebben eenige firma's
daartoe reeds pogingen aangewend om door
machines de Ajuin van het vele vuil te zui
veren. doch dit middel is niet afdoende.
Bovendien behoort de verkooper en niet
de kooper de Ajuin solioon te maken. Wij
moeten weer terugkoeren tot vroegere toe
standen, toen de Ajuin door den Landbou
wer werd gewreven, derhalve met de liand
opgeraapt, en de staarten a f g e
trokken werden.
Onnoodig te zeggen hoe deze behandeling
langzamerhand is ontaard, en dat het hoog
tijd wordt om, zoowei in het belang van de
teelders zelve als van den handel in het al
gemeen, de hoog noodige verbeteringen in
te voeren.
Dientengevolge heeft onze Vereeniging in
bovengenoemde Vergadering met algem pe
il e stemmen besloten
le. om te beginnen met half September e.
k. uitsluitend Ajuin te zullen ontvangen en
te verzenden waarvan de staarten zijn afge
trokken (niet afgesneden), en voorts zooda
nig schoongemaakt dat er geen aarde stek
of bout meer aanwezig is.
3e dat de Ajuin moet worden geladen en
geleverd in droge conditie.
3e dat de uit de groote Ajuin gesorteerde
kleine Ajuin moet voldoen aan de voorwaar
den welke voor kleine Ajuin gesteld kunnen
worden.
En voorts dat hiervan kennis zal worden
gegeven aan alle Landbouwers-vereenigingen,
Beurtschippers, Commissionnairs en Hande
laars.
Vertrouwende, dat in het belang van alle
bij den Ajuinhandel betrokken personen bo
venstaande conditiën zullen worden nageleefd
waarvan door onze Vereeniging niet zai wor
den afgeweken, doen wij een beroep op
alier medewerking tot het goede doei.
LANDBOUWBRIEVEN OVER BEMESTING,
V.
Zooals de lezers van deze brieven weten,
zal ik heden over de bemesting van de fa
brieksaardappels spreken. Het kan als alge
meen bekend verondersteld worden, dat de
aardappels in de fabrieken verwerkt worden,
hetzij tot bereiding van spiritus, hetzij tot het
maken van aardappelsiroop, aardappelmeel
(sago) of eindelijk tot het maken van zetmeel
voor katoenfabrieken, papierfabrieken enz. In
al dezejj gevallen is het om het zetmeel van
den aardappel te doen. Het is duidelijk, ik
heb het reeds vroeger gezegd, dat in de eerste
plaats de aard van den poter, dus de variëteit
over het min of meer groote zetmeelgehalte zal
beslissen. Met andere woordenvoor de fabriek
verbouwt men andere aardappelen dan voor
het vee ol voor de markt. Doch ook de 6e-
mestitig Van het aardappelland oefent invloed
uit op het zetmeelgehalte en het is dus heel
niet onverschillig, hoe het land voor den poot-
aardappel in gereedheid gebracht wordt.
De landbouwers, die aardappels voor de
fabriek verbouwen, hebben te letten op twee
voorname zakeu: veel kilogrammen met veel
zetmeel. Niet altijd gaan deze twee omstan
digheden samen. Vaak krijgt men groote aard
appels met veel water en betrekkelijk wein ig
zetmeel, terwijl daarentegen kleinere aardap
pelen vaak betrekkelijk zeer veel zetmeel be
vatten. Over het geheel genomen zijn de zand -
aardappelen het rijkst aan zetmeel, rijker dan
die, welke, onder overigens gelijke omstan
digheden, op klei- en veengronden, ja ook op
zavelgronden gewonnen worden.
Vooral voor fabrieksaardappels kan ik een
bemesting met Chloor-Kalium in het voorjaar
niet aanraden, daar het zetmeelgehalte door
het gebruik van deze overigens in zoo vele
gevallen zoo uitstekende meststof, zou dalen.
Alleen zou ik misschien voor veenachtige gron
den een uitzondering kunnen maken. Toch
heeft het aardappelland in de eerste plaats
Kali noodig, daar dit behoorlijk en op den
goeden tijd gegeven, het zetmeelgehalte doet
stijgen. Daarom geve men in het najaar Kai-
niet of Carnalliet.
Men kan bij genoegzame aanwezigheid van
Phosphorus en Stikstof tot 8oo kilogrammen
per Hectare geven en door dit gebruik nog
altijd voordeel hebben. Een overgroote hoeveel
heid Chilisalpeter kan ik evenmin aanbevelen
als Chloor-Kaliupi in't voorjaar. Daar bijvoor
beeld, 400 kilogrammen en meer per Hectare
te goven, worden de planten te geil, groeien
zij te veel op het blad, wordt de hoedanigheid
van de knol minder en daalt het zetmeelgehalte
Doch 210 Kg. Chilisalpeter kan met gerusi
heid gebruikt worden.
Deze Chilisalpeter kan men even voor of
anders kort na het poten uitzaaien. Nog beter
is het de helft voor en de andere helft na het
poten te gebruiken. Natuurlijk kan men bij den
verbouw van deze aardappels ook verschen
stalmest gebruiken, wat ik bij den eetaaid-
appel geheel afgeraden heb. Het gebruik van
dien stalmest ontslaat ons echter op vele zand
gronden in 't geheel niet van de verplichting
om ook Chilisalpeter te gebruiken. Bij het ge
bruik van Chilisalpeter, moet, met het oog op
de minimumwet en het teit, dat juist de zand
gronden, waarop deze aardappels meest ver
bouwd worden, arm aan phosphorus zijn, dat
van phosphorus niet vergeten worden. Men
geve b.v. in den herfst of winter 400 tot 600
Kg Thomasslakkenmeel per hectare. Tot slot
van dezen brief wil ik, om het groote nut van
een volledige bemesting, dat is een bemesting
met stikstof, kali en phosphorus aan te toonen,
u den uitslag mededeelen van een vergelijkende
proef, die onlangs genomen is, door een land
bouwer in het Noorden van ons land.
10
60
a
Zuivere
winst der
bemesting
c—
CO
Kosten
der
bemesting
180
Zetmeel
gehalte
17.7 pCt
17.6 pCt
0.1
Geldelijke
opbrengst
per H.A.
f 0.80
per TL L.
CO 5
-4-H tw
rH
rH
«4-H
W
5
-4-3
cn
bD
-fi
r-i
p-
0
13
u
c3
per H. A.
357.5
50377
146.37
HP
e
7.15
10.075
ia
CM
05
CM
3.5
5. 135
1.635
e
3.65
4.95
1.30
Parallelveld
jes
van 1 Are
lste Stel
2de Stel
Meer op
brengst
a
o
(D
CO M
.3
^3 M
a>
-4-3
W2
S
Sa
8>o
"co
<D W
§W
c rj^
rr,
a
03
42 CD
CO M
-S.2
00
CD
a> -r
25
O
T-l
60 •-
a a
a
a
S -S
CO g
VI.
Het is voor eiken landbouwer van het hoog
ste belang, dat hij de meest mogelijke zorg
aan de weiden besteedt, welke aan zijne hoeve
verbonden zijn. Van den aard zijner weiden
hangt voor een deel af de hoedanigheid en de
welstand van het vee. Tevens staat daarmede
in verband de hoedanigheid van den stalmest,
die weer invloed uitoefent op de landbouw
producten en den staat van den bouwgrond.
Redenen te over om de behandeling der weide
als een zaak van groot gewicht te beschouwen. Ik
wil in dezen brief eenige beknopte wenken geven
over den aanleg van nieuwe graslanden. Wij
weten het allen bij ervaring, hoe gemakkelijk
het gaat van graslanden bouwland te maken
en met hoeveel moeilijkheden het tegengestelde
gepaard gaat. Het is waar, dat sommige lan
den, die èn naar hun samenstelling èn naar
hun ligging zeer geschikt zijn- voor grasland