4
Vrijdag 3 Augustus 1900.
Vijftiende Jaarg. No. 772.
Antirevolutionair r Orgaan
voor lie Znidliollaiidselie ©n Zreuwsclie Eilanden.
I
IN HOC SIGNO VINCES
BIJVOEGSEL.
FEUILLETON.
Onder Roovers,
T. BOEKHOVEN.
uitgeyer:
bOMMSSiL mïËJH
Alle §taa!i!ieii voer ele fitedactfe bestemd, Advertesitlën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever
Bii dit nummer behoort
een
Armenzorg,
Op voorstel der Diaconie van de
Geref. Kerk te Rotterdam werd on
langs een belangrijk adres, met in
stemming van ongeveer driehonderd
Diaconiën, verzonden aan Hare Ma
jesteit, onze Koningin.
Kennelijk ia het doel van dit adres,
de wettelijke regeling der arbeiders
pensioenen te bespoedigen.
Het verloop der maatschappelijke
toestanden is nu eenmaal van dien
aard, dat overal en dus ook in de
handwerkerskringen de oudere door
de jongere arbeiders verdrongen wor
den, en dat er eene groote massa
onder de ouderen Droodeloos wordt.
Nu heeft zoowel de kerkelijke als
de burgerlijke armenkas met zulke
lieden groote moeiteen het is daar
om zeer natuurlijk en plichtmatig,
dat de gereformeerde diaconiën, dio
het werk der barmhartigheid ernstig
opvatten, zich tot de Regeering wen
den met de bede om toch zooveel
Mogelijk haast te maken met het ver
zekeren van eenige toelage uit een
pensioenfonds aan alle oude en ver
zwakte werklieden.
Pensioen is geheel iets anders, dan
bedeelinghet is uit- en opgespaard
loon. Maar aangezien niet allé pa
troons en arbeiders dit groote belang
begrijpen en behartigen, moet de wet
regelend tusschen jeide komen, en zal
het goed zijn, dan moet deze rege
ling vooraf'gaan aan eene nieuwe ar
menwet.
Het bedoelde adres luidt als volgt
vAan
Mevrouw
en zorgend hart gebonden zijn.
't Welk doende enz."
lioon en winst.
Gedurig komt tegenwoordig de
vraag ter sprake welk verband er
is of moet gelegd worden tusschen
het loon der arbeiders en de winst
die de patroons behalen.
Geen verband, zeggen de conser
vatieven.
Direct en beslissend verband, be
weren de socialisticb gezinden.
Noch bet een, noch bet ander is
juist, en ook met generaliseeren
(alle loon onder één regel brengen)
komt men er niet.
Karei Marx, de bekende socialis
tische schrijver zeide in zijn werk
„het Kapitaal", dat de winst be
hoort verdeeld te worden onder de
arbeiders, zoodat er geen kapitaal
vorming plaats beeft.
Wat daarbuiten ging noemde bij
onrechtvaardig.
Hij zelf echter beging een groot
onrecht door weg te cijferen het wa
gen van eigen kapitaal, het onder
nemen van handel en industrie, het
voorbereid worden door meerder on
derwijs voor het kunnen besturen
van handelszaken.
Toch is het ook waar, dat het
behalen van bestendige en toene
mende winsten het verlangen der
arbeiders naar loonsverhooging zeer
verklaarbaar maakt niet alleen, maar
ook billijkt. Vooral wanneer het loon
in zeker bedrijf nog laag staat, en
het huisgezin van den arbeider er het
noodigste niet van krijgen kan.
Alsdan te zeggen tegen den ar
beider het gaat u niet aan, wat uw
arbeid voor mij oplevert is te veel
egoïstisch van den patroon.
Daar nu echter alle vrijheid zou
ingeboet worden, wanneer de over
heid zelve de loonen ging regelen,
is het zoowensohelijk dat de Kamers
van Arbeid eene breedere en doel
matige inrichting verkrijgen.
Het geldt hier meer overslag dun
streng recht, en daarvoor zijn dege
lijk geordende samenkomsten onmis
baar.
■f-T.-zt-. ,.u_
op den
Schiedam,
Leiden,
3, en lioek
der booten
voor Hot-
en Den
id geldig,
dijk. Geen
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nnmmers 5 Cent.
Advertentiën IO cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Roekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
HarMajesteit de Koningin
Met den diepsten eerbied geven aan
Uwe Majesteit tc kennen Onderge-
teekenden, allen vertegenwoordigende
Diaconiën van Gereformeerde Kerken
in Nederland, dat in haar vergaderin
gen ernstig is overwogen een belang,
evenzeer van algemeene beteekenis,
als in bijzonderen zin voor haar arbeid
van gewicht, en waarvoor zij zich ge
drongen gevoelen met bescheidenheid
Uwer Majesteit welwillende aandacht
te vragen.
Krachtens de beginselen, waaruit zij
leven en arbeiden, zien de Diaconiën
zich als roeping aangewezen, namens
den medelijdenden Hoogepriester zijner
Gemeente, barmhartigheid te verleenen
aan dezulken, die door bijzondere oor
zaken, waartegen door gewone regelen
geen voorziening is te treffen, in el
lendeen nooddruft verkeeren, ten einde
balsem te gieten in zoo menige wonde,
waarmede zij, in onderscheiding van
anderen, in den strijd des levens zjjn
geslagenof ook aan hen, die mede
door eigen schuld in nood, nochtans
met de hand der liefde moeten worden
opgeheven.
Zoo draagt de hulpe, door de Diaco
nie verleend, steeds een exceptioneel
karakter. Zij treedt den ellendige le
gen, waar zijn leven afbuigt in wegen
van kommer, waarin oogenblikke-
lijke hulp wordt gevorderd, die van te
voren noch door hem noch door anderen
kon worden verzekerd. Zij laat zich
vinden bij lichamelijke of geestelijke
onbekwaamheid, bij invallende ziekte,
bij wangedrag, bij werkeloosheid, bij
buitengewoon ongeluk, of diergelijke.
Door de ongereedheid echter der hui
dige sociale verhoudingen, zien de Dia
coniën, tot haar groote schade, zich ot-
gevoerd in een practijk van armverzor
ging, die met deze haar roeping tot
noodvoorziening in abnormale levens
omstandigheden, in strijd is. Voor haar
rekeningen voordie der particuliere lief
dadigheid ts gekomen de verzorging van
een groot deel van den werkenden stand
op den leeftijd van 60 k 70 jaar. Dat de
ze bijstand een zeer groot deel verslindt
van haar stoffelijke krachten, behoeft
ter nauwernood bewijs.
En juist van dien zwaren last, wel
ke de Diaconiën thans nog wilden, noch
mogen van zich schuiven, meenen zij
naar recht te moeten worden ontheven.
Behalve toch dat haar karakter op deze
wijze wordt vervalscht en zij in onge-
wenschte conourrentie worden gebracht
met gewone instellingen van liefdadig
heid die uit dezelfde sociale ongereed-
heid worden geboren, geraken zjj in de
onmogelijkheid, om ook maar van ver
re doeltreffend te handelen, dk&r, waar
haar roeping ligt. Zij worden belem
merd in het najagen van haar ideaaj
gebroken in haar kracht, ingewikkeld
in zorgen waarvan het einde niet is
te zien, gedreigd met gevaar om bij
het gezicht op haar machteloosheid, van
haar heilige bezieling te verliezen.
Dit alles vervult met diepe smart
en doet de toekomst met zorg en be
kommering tegemoet zien, temeer waar
het kwaad van het pauperisme, schrik
wekkend voortwoekerend steeds banger
vrees veroorzaakt.
Waar nu de Diaconiën oordeelen,
dat op haar de verplichting rust,
niet alleen aanwezigen nood te leni
gen, maar ook zich te beijveren, om
dreigenden nood af te wenden, heb
ben zij zich afgevraagd, wie in do
eerste plaats gehouden zjjn, om toe
te zien dat armoede van ouden van
dagen gekeerd zij. Zjj meenen, dat,
waar invaliditeit door ouderdom niet
tot de buitengewone te brengen is,
alleen door gewone, wettelijke rege
ling in deze, op doeltreffende wijzo,
ellende te voorkomen is. Zjj gaan
daarbij uit van de gedachte dat de
mensch niet alleen gedurende den tijd
van zjjn leven dien hij werken kan,
maar gedurende zijn geheel©leven van
zjjn arbeidsloon moet kunnen bestaan.
Daartoe zou het loon booger moeten
zijn dan ter voorziening in de onmid-
deljjke behoeften en wel zooveel deze
moeten overtreffen, dat er genoegzaam
overbleef, om zich brood te verzekeren
voor den dag des ouderdoms.
Ongetwjjteld ware het wenschelijk,
dat alle werklieden daartoe zelf in staat
waren en zich geroepen achtten. Waar
dit niet zoo is, zal op andere wjjze in
de hieruit onderstaande ongelegenheid
te voorzien zijn.
Dat zich bjj het ontwerpen van zoo
danige regeling bezwaren van zeer
ernstigen aard zullen voordoen ontvein
zen zich de diaconieën geenszins, en
allerminst vjrmeten zjj zich om aan-
wijzigingen te geven, waartoe zjj on
bevoegd zjjn.
Wat zjj wagen is alleen, met deze
uiting der consciëntie zich te wenden
tot Uwe Majesteit met de dringende
bede, of het uwer Majesteit gunstig-
ljjk behagen moge de regeling van
het ouderdomspensioen bij Uwer maje-
steits Regeering aanhangig te maken
Zjj doen dit in het zeker vertrouwen,
dat de belangen van den werkenden
stand en de belaDgen van de Diaco
niën, die alleen zoo zij naar eigen
beginsel leven bloeien en zegenen kun
nen, Uwer Majesteit op het vorsteljjk
ÜOIfcT VEHSIiACI,
van het verhandelde in de 6e Algemeene Ver
gadering van 't Centraal Bestuur van Flakkeesohe
Landbouwvereenigingen gehouden te Herkingen
op Woensdag 18 Juli 1900.
De Voorz. opent de vergadering ten 2.45 uren
met een woord van welkom aan de talrijke aan
wezige afgevaardigden en wijst met nadruk op
't feit, dat onder bijna alle vereenigingen in ons
eiland stemmen opgaan om zich tot een bond
te vereenigen, en heet in 't hijzonder de vertegen
woordigers van Oude Tonge welkom. Uit de
presentielijst bleek, datalle afdeelingen vertegen
woordigd waren met 16 stemmen.
De notulen van 't verhandelde in de vorige
vergadering vastgesteld zijnde, wordt mededeo-
ling gedaan van ingekomen stukken waaruit o.m.
bli kt dat alleen de landb.vereenigingen te Dirks-
land eD Stad a't Haringvliet geen kennis gaven
of: en met welk resultaat ons verzoek is behan
deld, waarna vervolgens de rekening en begroo
ting worden vastgesteld, de eerste mot 16 tegen
3 de laatste met algemeene stemmen. Daarna
wordt voorlezing gedaan van 't verslag over 't
r fgeloopen jaar, welk verslag van den volgenden
inhoud was.
YERSLAG YAH DFN TOESTAND DER
VEREENIGING OVER 1899/1900.
Wij mogen ons verslag openen met de ver
melding dat onze ruetelooze pogingen om alle
Flakkeesohe Landbouwvereenigingen in onzen
bond op te nemen langzamerhand bekroond
worden. Onze zustervereeniging te Oude Tonge
liet zich als Afdeeling inschrijven met 28 leden;
waardoor 't aantal Afdeelingen met i en dat der
leden met 43 vermeerderde en alzoo bestaat uit
6 Afdeelingen met 288 leden.
Ons streven blijfteen vereenigde boerenbond
Onze werkzaamheden hadden in 't afgeloopen
jaar een zeer kalm verloop Bij de oprichting
v/'t Centraal Bureau uit 'tNed. Landbouw-oo-
mité verleenden wij onze medewerking, en was
ons eiland door een 2tal afgavaardigden verte
genwoordigd bij de stiohting daarvan.
Onze pogingen voor milder bepalingen in bie
tencontract leden opnieuw schipbreuk, terwijl
wij zullen trachten door betere voorbereidende
maatregelen bij eene volgende oampagne beter
georganiseerd onze eiscben den fabrikantenbond
voor te leggen.
Wij vertrouwen dat onze bedoelingen naar
buiten worden begrepen en gewaardeerd, waar
van trouwens de bewjjzen reeds voorhanden zijn,
terwijl wij met voldoening mogen wijzen op de
eensgezinde samenwerking in 't onderling ver
trouwen in onzen bond. Slechts blijft te wenschen
over do belangstelling in de vergaderingen waar
de verstatwonenden veelmalen ontbroken, wij
hopen dat ook hierin verandering mag komen
opdat onze vergaderingen steeds meer mogen
worden de verzamelplaatsen waaruit alle streken
van ons eiland de vakgenooten saamkomen tot
't aanknoopen van vriendschapsbanden, de toe
standen in elkanders kring te leeren kennen en
de versobillende belangen onderling te besproken.
Bij voortduring dringen wij aan om op den
ingeslagon weg voort te gaan en zjjn overtuigd
dat dusdoende onze vereeniging ten zegen zijn
kan voor ons bedrijf.
Uitgebracht in de Algemeene vergadering van
Een reisontmoeting in Anatolië.
5)
Zij maakten zich ten slotte dan ook meester
van een groot aintal artikelen van waarde
wapenen, zilvergoed, juweelen en horloges.
Een voorwerp wilden zij evenwel niet mede-
nemen een aan den lieer S. toebehoorend
buitengewoon kostbaar geweer, een achterlader,
van een geheel nieuwe vinding. Het zou hun
beweerden zij onmogelijk zijn, zich pa
tronen voor dit geweer te verschaffen Daaren
tegen hadden zij niets lierer gewild dan zich
verschillende voorwerpen van waarde toe te
eigenen, die zij in mijne koffers vonden. Maar
zij haastten zich ze weder op hunne plaats te
leggen en ze verder met de meeste zorg te
eerbiedigen, zoodra de heer S. hun gezegd
had, dat ik als gast ten zijnent vertoefde,
als wmuzzafer// wier eigendom, overeen
komstig hun wetboek van eer, onschendbaar
moest blijven.
En eindelijk, na op die wijze vijf lange
uren te hebben doorgebracht in het huis, dat
thans geheel een prooi hunner plunderzucht
was geworden, en er zich van vergewist te
hebben dat er niets meer overbleef waarover
zij beschikken konden, gingen zij in bonte
wanorde naar beneden en begaven zij zich
op weg, waarbij zij nog de onbeschaamdheid
hadden om ons goeden nacht te wenschen.
Lefteri drong er bij hen op aan, dat zij zouden
vertrekken, en wees er hen op, dat het niet
lang meer duren zou of de dag brak aan. En
nu eerst konden wij, nu de heer Strawburry
ongehinderd bij ons kon blijven, nauwkeurig
van hem te weten komen, hoe alles zich had.
toegedragen, en vooral hoe het hem gelukt
was zich van de bandieten te ontslaan.
Om des te gemakkelijker toegang tot de
woning te krijgen, hadden zij in het gebergte
een der herders van den heerS. gevangen ge
nomen, hem stevig gebonden, en onder be
dreiging van hem op staanden voet met hun
dolk te znllen doorsteken als hij eenig geluid
gaf of weigerde om met hen mede te loopen,
hem met geweld voortgesleept tot aan het
huis van zijn meester. Daar aankomende, en
terecht vermoedende dat deze man bij de be
dienden goed bekend zou zijn, hadden zij hem
gedwongen 0111 zoo dikwijls tc kloppen en te
schellen als noodig was, en zijn naam te noe
men, zonder van hen te spreken, wijl hij
anders natuurlijk niet zou toegelaten worden.
Aanvankelijk scheen dit slnwe plan volko
men naar wensch te zullen slagen. Bairam,
de c a v a s s of bediende, was cle deur gaan
openen. Maar onmiddellijk daarna had hij
haar weer met kracht en geweld gesloten,
toen hij zag welk verdacht gezelschap de be
klagenswaardige herder bij zich had. Zoodra
de roovers dien trouwen dienaar met zijn
krijgshaftig voorkomen en ontzagwekkend ge
laat in 't oog kregen, hadden zij alle reden
om te vreezen, dat zij in de eene of andere
noodlottige hinderlaag zouden vallen, Zij wa
ren dan ook de keuken niet binnen getreden
of zij begonnen met de hand te slaan aan
den heer des huizes en zijn dapperen
dienaar. Bij deze worsteling waren de boven-
kleederen van den heer S. aan flarden ge
scheurd. Daarna hadden de roovers, zonder
zich lang te bedenken, hunne voorwaarden
gesteld: wanneer men hun onmiddelijk dui
zend pond sterling (f12,000.uitbetaalde
waren zij bereid om terstond te vertrekken
zonder de minste schade aan te richtenT0en
de Heer S. huu, in antwoord op dien eiS(;b
mededeelde, dat hij op dit opgenblik zulk een'
groote som niet in bezit had, gaven zij )lem
te verstaan, dat hij er zich in dit geval oD ilati
voor te bereiden om hen in het gebergte voi_
gen. Zij hadden onverbiddelijk besloten jlom
zelfs den tijd niet te laten om afschep van
zijne vrouw te nemen. Alleen moest j,y
de tafel in de keuken een eigenhandig door
hem geschreven briefje achterlaten, waarin
hij haar zijn toestand zou beschrijven en haar
nadrukkelijk onder het oog moest brengen
aan welk doodsgevaar hij was blootgesteld,
met stellige verzekering dat zijn leven thans
geheel en al afhing van den spoed, waarmede
zij bovengenoemde som aan de roovers zou
overmaken.
De heer S., die hen te goed kende om
ook maar in de verte zelfs aan tegenstand
te denken, verklaarde zich bereid om hen
onmiddelijk naar het gebergte te volgen. Alleen
deed hij hen opmerken, dat, wanneer zij hem
zoo op staanden voet medenamen, zij daar
door juist geheel en al de mogelijkheid voor
hem aftneden om zijn losgeld bijeen te bren
gen. Want hij alleen zou in staat zijn, ten
spoedigste middelen te vinden om zoo niet
de geëischte duizend pond sterling dan tooh
ten minste de helft van die som aan hen uit
te keeren.
Zijn besliste en volkomen bedaarde toon
maakte zulk een indruk op de deugnieten, dat
zij zich minder onhandelbaar begonnen te too-
nen. Toen de heer S. hun zag aarzelen,deed
hij hun den voorslag om eerst bij hem wat
te eten en te drinken, en beduidde hij hun
dat zij op die wijze al den tijd zouden heb
ben om de zaak op hun gemak te bepraten.
Dit voorstel werd met grooten bijval aange
nomen, en de bandieten deden het geïmpro
viseerde maal van hun gastheer alle eer aan.
Alleen weigerden zij hardnekkig een enkelen
droppel wijn te drinken, voor en aleer de
heer S. om hun achterdocht voor goed
weg te nemen er zelf een groot glas van
gedronken had.
Ik behoef hier natuurlijk niet bij te voegen,
dunkt mij, dat hun kwaad vermoeden totaai
ongegrond was. De heer S. had hun dit maal
aangeboden in de hoop dat zij, onder den
weldadigen invloed van een welvoorzienen
diseh, bespoeid met eenige glazen Chio-wijn,
langzamerhand wel handelbaarder zouden
wordenJJ En in die verwachting zag hij zich
dan ook werkelijk niet bedrogen. Na een
zeer warme woordenwisseling slaagde hij er
niet alleen in, een aanzienlijke vermindering
der geëischte som te verkrijgen, maar hen ook
te overreden om, in plaats van zijn persoon,
een eigenhandig door hem geschrevene en
onderteekende belofte aan te nemen, waarbij
hij zich verbond om hun binnen den tijd
van een maand zijn losgeld uit te betalen,
op een afgesproken plaats, waar zij elkander
in het gebergte ontmoeten zouden.
(Wordt verv.)