Vrijdag 20 Juli 1900. V ijItiende Jaarg. No. 770. voor de Zuidliollandselte en Zeeawsche Eilanden. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGN O VINCES BIJVOEGSEL. FEUILLETON. Onder Roovers. T. BOEKHOVEN. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de Hedaetie bestemd, Advertentiën eis verdere Administratie franco toe te seisden aan den Uitgever Bij dit nummer behoort een leerplichtwet. Nu ook de Eerste Kamer de leer plichtwet aannam, en wellicht spoe dig aan de uitvoering begonnen wordt, is het van belang de hoofdbepalingen van deze wet te kennen. Zij komen neer op het volgende 1. De ouders zijn gehouden hun kinde ren naar de school te sturen of huison derwijs te geven. 2. De Overheid maakt uit of het school bezoek geregeld plaats heeft, volgens de wethet verzuimen van hoogstens twee schooltijden in twee achtereenvolgende maanden kan straffeloos geschieden. *3. De verplichte leertijd is zes jaren, van het 6e of 7e tot het 12e of 13e jaar. 4. Het huisonderwijs moet volgens wette lijke regelen gegeven worden. 5. Met gemoedsbezwaren der ouders houdt de wet rekening, Als de ouders nl. over wegend bezwaar hebben tegen het on derwijs op alle binnen 4 kilometer af stand van de woning gelegen scholen, vervalt voor hen de schooldwang. Ook bezwaar tegen de vaccinatie geeft vrij - stelling. 6. Om deze gemoedsbezwaren geldig te maken, is jaarlijksche aangifte bij den burgemeester der woonplaats noodig, met schriftelijke verklaring, dat de ouders hunne kinderen voorloopig liever geen onderwijs laten geven dan dat van de scholen in den omtrek; welke ver klaring mee door den arrondissements schoolopziener moet onderteekend zijn. 7. Buiten de gewone vacanties kan de arrondissements-schoolopziener aan kin deren van 10 jaar en ouder 6 weken verlof geven voor veldarbeid, mits zij de laatste zes maanden de school geregeld bezochten en dus geen zes of meer schooltijden om niet geldige redenen hebben verzuimd. De gemeenteraad bepaalt den tijd (het seizoen) van den veldarbeid, zoowel voor de bijzondere als voor de openbare school, en de oudera moeten het verlof voor hunne kinderen bij den schoolopziener aan vragen. 8. Het hoofd der school kan aan kinde ren verlof geven voor ten hoogste 10 schooltijden in 28 dagen, mits om gel dige redenen. 9. De hoofden van scholen moeten nagaan; c. op die lijst aanteekening houden van de toelating en afschrijving van kinde ren, verder vau iedere verzuimde schooltijd, met vermelding der redenen. (Overtreding dezer verplichting doet het hoofd der school van 5 tot 50 en 100 gld. boete beioopen. 10. Alle gemeenteraden moeten steeds voor den tijd van 9 maanden een of meer commissies tot wering van schoolver zuim benoemen, waarin zitting moeten hebben ouders van schoolgaande kinde ren, openbare en bijzondere onderwij zers en inwoners der gemeente. 11. Bij verzuim maant de arrondissements schoolopziener eerst de ouders of voog den aan. Elk tweede verzuim stelt hij in handen van de sub. 10 genoemde commissies, die dan de ouders bij zich laten komen. Is dit middel vruchteloos, dan treedt de schoolopziener weer op, en bepaalt de wet gevangenisstraf of geldboete van hoogstens 15 gld. tegen de wederspannige ouders. 12. Alle gemeenteraden moeten de gele genheid voor herhalingsonderwijs daar- stellen, doch de ouders zijn niet verplicht er gebruik van te maken. 13. Volgens de wet zijn de gemeenteraden Ouders en voogden zullen wel doen met zich deze bepalingen goed eigen te maken, ter vermijding van onaan gename bestraffingen. Overigens zal bij de uitvoering wel blijken, boe duur en onpractisch deze wet is. Unie-collecte. Er is dit jaar bijzondere aanlei ding tot het schrijven van een op wekkend woord voor de Unie-collecte. Eenerzijds toch is er weer nieuwe druk gelegd op de bijzondere school door de leerplichtwet die het bouwen en vergrooten van tal van scholen noodig maakt en hier en daar ook uitbreiding van personeel vordert. Anderzijds is bij het gewijzigd Unie-rapport weer nieuwe samen werking verkregen van allen, die het wel meenen met de christelijke school. Was de inhoud van dat „rapport" nu maar overgenomen in de wet, dan was er geen groote geldnood meer. Maar zoover zyn wij nog niet. We gaan wel vooruit. Meer rijks- subisidie heeft de Minister reeds toegezegd, en al had het tegenwoor dig Kabinet ook af, dan zou toch een opvolgend Ministerie zich zede lijk gebonden moeten rekenen om de subsidie wat te verhoogen. Doch hoever men hiermee gaan zal, hangt nog geheel in de lucht. Aan nieuwe pogingen ter betere uitwerking van het beginsel van rechtsgelijkheid zal het wel niet ontbreken. In vroegere jaren meende men ook zonder subsidie tot die gelijkheid te kunnen komenzöb namelijk dat ook de liberalen ver plicht werden om hunne eigene scho len te bouwen en te bekostigen. Maar hieromtrent is men van inzicht ver anderd en zelfs komen er allengs meer antirevolutionairen, die de bij zondere school zoowel als de open bare financieel geheel voor reke ning van den Staat willen brengen, omdat zoo zegt men de libera len toch niet te bewegen zijn de Staatskrukken weg te werpen en op eigen beenen hun schoolwezen in te richten. Hoe dit zij er is voorloopig nog veel geld bij de rijkssubsidie te passen om de vrije scholen boven water te houden. En al kan men niet ontkennen dat er in onze dagen steeds meer te geven valt voor allerlei christelijke en maatschappelijke doel einden, dit ontslaat ons niet van de roeping om de opvoeding der kin deren als een der voornaamste za ken te blijven behandelen, en er dus trouw voor te blijven geven zoolang dit noodig blijkt te zijn. Oorzaak en g-evolg'. Yan tijd tot tijd laat de redactie van het Nieuivs van den dag, die zich reeds vele jaren bezig hield met bespreking van nationale gebreken, doorschemeren., dat het uitslijten van allen godsdienst ons volk meer en meer verderft, en dat het in dezen toestand haast niet mogelijk is om de eene of andere deugd in ons volks karakter te handhaven. Zoo had zij het kort geleden over het gemis aan ware piëteit en aan eerbied voor het ouderlijk gezag, en zocht dit te verklaren uit de toe- nsmende levenszatheid der ouders, Een reisontmoeting in Anatolië. 3) waardoor deze hun kroost geen be hoorlijke opvoeding geven en het niet leeren om het leven zelf, afgezien van bijkomende genietingen, als een groot geschenk te beschouwen. Waar nu dat leven zelf laag in waarde geschat wordt, hoe kan daar het verwekken en de toebereiding tot het rechte gebruik van dat leven aan de kinderen grooten eerbied en liefde tot de opvoeders afdwingen. Meestal eindigen zulke overden kingen bij „het Nieuws" echter met de verzuchting „ja, het moest an ders zijn". Maar daarbij flinkweg de Evangelielamp laten schijnen, en er kennen, dat men den Springader des levens heeft verlaten en gebroken bakken in de plaats gesteld, neen zoover komt het niet. Dat zou te ouderwets staanMen wil wel de vruchten van den godsdienst, de deug den van het christendom terugroepen, maar zonder het noemen of zoeken van de Bron. Met een soort valsche schaamte wordt aldus om de zaakheengepraat. De Dorlog*. De guerilla is in vollen gang. Aan drie, vier zjjrlen van Pretoria vertoonen zich de Boeren in meer ot minder sterke commando's, klaar om op elke zwakke plek de Rooineks aan te tasten. Goed ingelicht als ze zijD, weten ze het juiste oogenblik te kiezen voor hun aanval. En als Roberts dan in Pretoria op de hoogte wordt gebracht van hun stout moedigheid, stuurt hij wel met de meeste spoed zijne versterkingen naar het be dreigde punt, maar die komen te laat om het treurspel in een blijspel te ver anderen. De Engelschen hebben dan al klop gehad, en de Boeren trekken een voudig terug om elders, op een geschikt tijdstip, opnieuw den vijand te gaan be stoken. Precies dezelfde tactiek, die de Wet ■W UITGEVER: HOMMELSEPFJIi a. of een kind om geldige redenen thuis blijft, en bij onwettig verzuim den arron- dissements-schoolopziener berichten b. vóór 22 Januari van elk jaar in du plo opmaken eene alphabetische lijst van de op 15 Januari schoolgaande kin deren (dit moet zoowel op de bizondere als op de openb. school geschieden), met opgaaf van leeftijd enz d. Een dezer lijsten zendt hij in bij den arrondissements-schoolopziener vóór 1 Februari. e. Iedere week zendt het hoold der school aan den arr.-schoolopziener zijne in de afgeloopen week gemaakte aantee- keningen over de verzuimen, ondertee kend ook door een klasse-onderwijzer. bevoegd om aan behoeftige schoolgaande kinderen voeding en kleeding te geven, of subsidie te verleenen ter bevordering van het schoolbezoek, nader te regelen bij algemeenen maatregel van bestuur. Daags na het vertrek onzer vrienden bevond ik mij, na afloop van het diner, in het sa lon, in gezelschap van den heer en mevrouw Strawburry, terwijl wij met elkander over een prachtigen wandelrit spraken, welken wij dien dag gezamelijk gedaan hadden. Van al le dingen ter wereld dachten we zeker op dat oogenblik wel het minst aan de roovers Doch omstreeks tien uur werd ons gesprek gestoord door een plotseling rumoer en door een luid geschreeuw, dat onder aan de trap weerklonk. Bijna tegelijkertijd kwam de Engelsche ka menier van mevrouw Strawburry marmer bleek en doodelijk verschrikt bij ons binnen stormen. Zij verhaalde ons, dat de roovers het huis omsingeld hadden en reeds bezig waren met pogingen om de luiken en de deu- ren open te breken en vervolgens binnen te dringen. Eerlijk gezegd, scheen die tijding on zen gastheer niet bijzonder te verontrusten; maar hij snelde toch in allerijl naar beneden om te zien wat er aan de hand was. En daar bleek het hem, dat de toestand veel ernstiger was dan hij eerst gedacht had!" TVeldra trad hij weder binnen, vergezeld van zijn Armenischen c a v a s s of bediende Bai- ram, en daarop zagen wij dat zij, na een poos met elkaar op het bordes te hebben staan fluisteren, samen al de vuurwapenen, die wij in huis hadden, onderzochten en laadden. Buiten werden intusschen van mi nuut tot minuut de kreten, de slagen, het rumoer van planken en ijzerwerk al heviger en dreigender. Waarlijk, de angst der ka- 1 menier was volstrekt niet overdreven. De j roovers, die op mijne reis zoo gelukkig van mij verwijderd waren gebleven, stonden nu f in levenden lijve voor onze deur en konden j ons ieder oogenblik overvallen. Onze dappere verdedigers verlieten oris nu jh en begaven zich naar beneden, om de aan- vallers tegemoet te gaan, na ons vooraf plechtig te hebben doen beloven, dat wij het salon niet zouden verlaten. Wilden zij nog eenige hoop op redding behouden, dan was het in de allereerste plaats noodzakelijk dat zij bij de uitvoering hunner maatregelen door j niets belemmerd werden. Deze aansporing, die vooral tot mij gericht werd, was trou- wens gehèel overbodig; want bij de gedacb te alleen van mij in de tegenwoordigheid dier afschuwelijke roovers te bevinden, ge- voelde ik mij op het punt om in zwijm te vallen 1 Wat mevrouw Strawburry zelve betreft, niets kon haar weerhoudeneenige oogen- j blikken later, toen het rumoer bedaard was, v verliet zij mij plotseling en snelde zij de trap af, mij toeroepende dat zij het lot van haren man ging deelen, het mocht dan gaan zoo het wilde. Toen volgde voor mij, geloof ik het schrik- kelijkste van al de bange oogenblikken, welke ik gedurende dien ontzettenden nacht moest doorleven Ik luisterde, ik wachtte, bij na zondsr adem te durven halen, in een afgrijselijke spanning iedere minuut meende ik het eerste geweerschot te hooren vallen en het bloed te zien stroomen. En ik stelde mij met een pijnlijke huivering de vraag, voor het geval dat onze ongelukkige gast heer doodelijk getroffen mocht worden, wat er dan van ons zou moeten worden, van mevrouw S. en mij overgeleverd aan de willekeur van een troep ellendelingen, die waarschijnlijk teleurgesteld zouden zijn in hun hoop op plundering en wier woede dan nog slecht te meer geprikkeld zou wezen door een moedigen, maar helaasvruchteloozen tegenstand. Want onze beide verdedigers stonden alleen tegenover een bende van zestien booswichten, die duchtig gewapend en gewoon aan den strijd waren en voor geen moord terug deinsden 1 Het was dan ook met een diep gevoel van verlichting, ja bijna van verlossing, dat ik Mevrouw S. weder zag binnentreden, die nu wat kalmer gestemd scheen. Toen haar man gezien had, dat de hoofddeur niet sterk genoeg was om aan de aanvallen der roo vers weerstand te bieden, had hij besloten de verdediging te staken en hen te laten binnenkomen. Bijna op hetzelfde oogenblik kwam hij toen tot de ontdekking, hoe ver standig hij gehandeld had door dit besluit te nemen, al was het hem ook nog zoo moeilijk gevallen. Reeds was er een streep kruid op den drempel der deur gestrooid. Nog eenige oogenblikken, en het huis waare in de lucht gevlogen De roovers zeide mevr. S. mij waren allen vreedzaam in de keuken bijeen. Een hunner die haar zag binnentreden, had zelfs getracht haar gerust te stellen, door haar de verzekering te geven, dat zij vast besloten hadden om niemand te dooden, daar de heer des huizes hen had laten binnenkomen. Al wat zij vroegen, was dat men hun geld gaf, waaraan zij zeer groote behoefte zeiden te hebben. Wat haar zelve betrof, haar man had haar nadrukkelijk verzocht, zich niet meer beneden te vertoonen en bij mij in het salon te blijven. Wij konden dan ook gedurende de beide lange doodelijk angstvolle uren, die nu volgden, niets te weten komen van hetgeen er in de keuken voorviel dan dooi er den kok heen te zenden, een Griek, die totaal van de hooghartige dapperheid zijner voorvaderen ontaard scheen, want zoodra hij de roovers in 't oog gekregen had, was hij hals over kop bij ons zijn toevlucht ko men nemen. De ongelukkige was zóó ver schrikt, dat wij alle moeite van de wereld hadden om hem te bewegen dat hij eens naar beneden zou gaan teneinde te luisteren naar hetgeen er voorviel. Hij alleen die de Turksche taal verstond, kon ons op de hoogte brengen omtrent de verschillende voorvallen welke er plaats grepen en boven al omtrent den vermoedelijken afloop van de gevoerde gesprekken. Eindelijk ging hij dan toch naar beneden, doch niet dan na de voorzorg genomen te hebben om voor af zijne schoenen uit te trekken. En na zich gedurende eenige oogenblikken achter de deur der keuken verscholen te hebben kwam hij terug om ons te zeggen dat men beneden aan het twisten was over een som geld. Het duurde dan ook niet lang of de stemmen drongen tot ons door en zij werden hoe langer hoe verwarder, luidruchtiger en gramstoriger. Een onuitsprekelijke angst had zich opnieuw van ons meester gemaakt, en wij bereiden ons reeds op de een of andere vreeselijke ramp voor, toen er langzamer hand een soort van kalmte ontstond. De kok die zich op de trap gewaagd had, kwam ons zeggen dat de trouwe f/cavass// een avond maal voor de roovers had gereed gemaakt en dat zij zich thans aan tafel hadden gezet. Dit meenden wij als een geruststellend voorteeken te mogen beschouwen. Maar o smart 1 onze streelende verwachtingen waren van korten duur, want op hetzelfde oogenblik kwam de heer Stramburry weer binnen, geheel ontdaan met gescheurde kleederen zijn haren en baard in de grootste wanorde, zijn gelaatstrekken door schrik verbleekt en ontsteld, in een woord met heel het afgematte en angstige voorkomen van iemand, die, om gevaar te bestrijden, vergeefs zijne laatste hulpmidde len in het werk heeft gesteld. Wat moeite hij ook gedaan had, verzekerde hij ons om die ellendige bandieten te beletten ons aan te randen, het was hem onmogelijk geweest zich van hen meester te maken. En zij wa ren vast besloten om het geheele huis van onder tot boven overhoop te halen, daar zij zich overtuigd hielden, hier of daar wel een brandkast vol zilver of geldswaardige pa pieren te zullen vinden (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1900 | | pagina 1