pi! IE. IE?, w, tu ji Vrijdag 13 Juli 1000. Vijftiende Jaarg. No. 769. Antirevolutionair v" 1111 Orgaan Tuur tie 2Kuidh«lland§ehe cm Keenwrndtc FJIaiitlcii, A S. ers Blaudiï) laas OGRAAf IN HOC SIGN O VINCES BIJVOEGSEL. FEUILLETON. Onder Roovers. T. BOEKHOVEN. ,ad!" ES, iderQen ten. arzen, erij J§i. Si tagc. jstraaT uitgever: Bii dit nummer behoort een Christendom en Socia lisatie. Al trekt onze partij ook somtijds bij een concreet voorstel van wetgeving in het uitwendige dezelfde lijn als de radicalen en socialisten, toch kan er niet te veel nadruk op gelegd worden, dat er een groote klove is tusschen de staatslieden van christelijk en van «ze/—christelijk beginsel. Groot zijn de talenten van een man als Mr. Troelstra, en zijn goede bedoe lingen ot zijn practischen zin willen wij volstrekt niet in verdenking bren gen, Maar lees nu eens in welk eene stemming hij zijne celstraf ondergaat die hem opgelegd werd wegens het beleedigen van de rechterlijke macht. „De brave bladen {Tijd, standaard en Nederlanderkunnen dus gerust zijn voor een martelaarskroon deugd mijn hoofd niet daar hooren lange haren en lijdende, duldende trekken bij, en mijn haren zijn kort en mijne lippen zijn, terwijl ik dit schrijf, zeer strijdlustig opeengeklemd, en het beetje martelaarschap, dat deze of gene mij mocht hebben toegekend, wil ik metrfóartikel verwerpen, verscheuren. „Niet als een stille martelaar ga ik den bak in, maar op het oogenblik, dat men de poort achter mij zal sluiten, steek in mijn tronie nog even buiten op straat en bal de vuist en roep de geheele bende, die schuldig staat aan dit snood bedrijf, toe Wacht maar, over een maand zien we elkaar weer Men ziet het, van martelaarsglorie of christelijke lijdzaamheid, gelijk ons die op het Bijbelblad b.v. van Paulus en Stefanus zoo roerend geteekend staat, is hier geen spoor. De heer Troelstra beleedigde met goede bedoeling, wordt beweerd, nl- met de intentie om voor de rechtspraak een breederen loop te verkrijgen. Maar het middel was dan toch een vergrijp tegen de wet, en nog schuldgevoel over dit kwaad, noch eei biediging van het gevoelen zijner tegenstanders speurt mén uit zijne woorden, slechts kromt hij zich onder de overmacht, en ^streelt hem de gedachte aan vergel ding, wanneer daartoe een gunstiger tijd aanbreekt. Geheel in den geest van do socialistische partij in ons land algemeen, wier streven vaak veel meer in het op de verplaatsing van macht en gezag dan op den triumf van het recht en de waarheid gericht schijnt te zij"- Nu wij reeds in het laatste kwart gedeelte zijn van de vierjarige par lementaire periode, komt allengs meer het program van actie voor de stembus van 1901 ter sprake. Do vraag is hierbij ook gerezen, of de kiesrechtuitbreiding weer op dat program zal prijken, en of onze partij hierin met de liberalen of do socialisten gemeene zaak zal kunnen maken. Vooral de „liberale Unie" heelt in deze quaestie geroerd, en geen wonder, want bij de liberale op vatting van het kiesrecht kan men niet rusten eer alle medeburgers ea burgeressen zoo spoedig als hun leeftijd dit slechts cenigszins gedoogt, aan het kiesrecht geholpen worden. Om dit radicaal te verkrijgen, zou allereerst noodig zijn, dat de eisch van „kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijken welstand," tot hiertoe aan de kiezers gesteld, kwam te vervallen. Maar voor Grondwetherziening zijn twee derden der stemmen in de Kamer noodig, en die krijgt men niet, als er geen roomschen of antirevo lutionairen medewerken. Gelijk men weet zijn laatsgenoem- den wel voor uitbreiding, doch in anderen zin dan de radicalen orga nisch, rekening houdend met het huisgezin, zijnde de cel van het maatschappelijk weefsel, en niet alle „individuen" op de manier van een hoop losse zandkorrels gelijkstellend. Om deze reden kan onze partij bezwaarlijk samengaan met eenige andere partij voor het wijzigen der grondwet in dien zin, dat de gewone wetgever de perken zoover uit kan zetten als hij goed vindt. Immers, men weet zoo goed als zeker vööruit, dat dan het algemeen kiesrecht, zonder onderscheiding van hoofden en mei-hoofden van gezinnen in de wet komt. Ofschoon nu het elastisch artikel 80 der grondwet lang niet onverbe terlijk is, moeten wij ons toch, met het oog op gemeld gevolg, ons wachten voor den eersten stap. Zoo nam dan verleden week ook de Eerste Kamer de leerplichtwet aan. Zestien leden stemden er tegen, doch ongeveer tweemaal zooveel er voor. Deze uitslag was, ondanks de ern stige bestrijding van antirsv. en room- sche zijde wel te verwachten, wan neer men acht gaf op de verhouding der partijen in de Eerste Kamer- De cordate houding van dit staatsbe heer bij de ongevallenwet gat nog geen reden om te denken, dat ook de leerplicht zou verworpen worden, want van ouds is die leerplicht een soort stokpaardje van de liberalen geweest. Maar toch doet dit resultaat onzen geestverwanten natuurlijk on aangenaam aan, dewijl de leerplicht wet in beginsel huisgezinnen en kin deren onder staagsvoogdij plaatst, en wij bij langdurige ervaring weten dat ook zonder dwang het geregeld schoolgaan wel te bevorderen en te bereiken ie. Intusschen kan, nu het geval er eenmaal toe ligt, nog tot troost strek ken, dat ten minste het verplicht herhalingsonderwijs uit de wet is ge licht en dat ieder die verklaart gewe tensbezwaren te hebben tegen het zen den zijner kinderen naar eene der scholen in den naasten omtrek, vrij uitgaat. Worde er slechts gewaakt en ge streden opdat men ten minste deze bepaling nooit uit de wet ga schrappen. Lil: lie met nna la- ntas ge- ortieren. er por- euw. ierd. en assen en in de gescgikt aeren. lij tuigen assen in Yeeren c behoort zilveren elend tot derin- enz. aan in den agen e i - kant engd met it, f 3,4.5 2,50 2,S'S 2,85 en 4,25 2,80 8,25 1- 1,35 10 zakken geschieu g per rep- INGEN. VI3SELS Maasehap- e van paar lie soorten Heeren- en ENEN en WATER- id res en prijs Apotheek llae Blaudii co per post mei Roos en it ijke prijzen. n. versch, prima rkrijgbaar. irkrtjgba M. 11 r 0- (I '$n Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent, SOMMElhQMtSJM Advertentiën 10 cent per regel en s/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle §fnklkeiB voor tie MSeglacfée bestemd, Advertenties® en verdere Administratie franco toe te xeiiileiï aaaa den Uifj'ever ïlet Kiesrecht. fiBc lees'pllcht er door. Uit tie Pers. IN HET BELANG DER MIDDEN KLASSE. Het nieuwe artikel 243 van de Gemeente wet werd Woensdag door de Tweede Ka mer met 62, tegen 7 stemmen goedgekeurd. Doch niet dan nadat het op em viertal punten aanmerkelijk was gewijzigd lo ten aanzien van de belasting op het inkomen uit vermogen of arbeid2o ten aanzien van het percentage bij de progressie, 3o ten aan zien van de hoogste som, waar de progres sie eindigen moet, en 4o ten aanzien van de inkomsten-belastingverordeningen van Amsterdam en Rotterdam Twee van die wijzigingen zijn speciaal aan Dr. Kuyper te danken. Deze afge vaardigde, altijd op zijn post om het voor het recht en de billijkheid, hier voor de middenklasse op te nemen, had ten eerste voorgesteld om aan de gemeentebesturen de bevoegdheid te geven de inkomsten uit arbeid of bedrijf minder hoog aan te slaan in de plaatselijke inkomsten-belas ting dan de inkomsten uit vermogen. Dit voorstel werd aangenomen, iets waarvoor de middenklasse reden heeft dankbaar te zijn. Dit is ook het geval met een tweede voorstel van Dr. Kuyper, bedoelende om de opklimming van het percentage voor de inkomsten-belasting bij een hooger inkomen dan door de Regeering was voor gesteld te doen beginnen. Ook door dit voorstel, dat mede door de Tweede Kamer werd aangenomen, zullen de kleine inkom sten naar evenredigheid minder zwaar wor den getroffen dan de groote inkomsten. Speciaal voor hen, die van een vast trak tement hebben te leven voor predikanten, onderwijzers en ambtenarenzal de door Dr. Kuyper voorgestelde wijze voordee- lig zijn, natuurlijk in al die gemeenten, waar een plaatselijke inkomsten-belasting geheven wordt. Een reisontmoeting in Anatolië. 2) Toen wij ons weder op weg begaven, na twee dagen te Nicea vertoefd te hebben, ge voelde een der dames van het gezelschap zicli eensklaps zóó zwak, dat wij besloten haar de vermoeienissen eener nieuwe reis te paard te besparen en naar oen gemakkelijker, zij het dan ook minder snel vervoermiddel om te zien. Middelerwijl hoorden we overal en iedereen over de beide roover'oendenspreken, die zich weder vertoond hadden. Na dan ook de paarden teruggezonden te hebben, voorza gen wij ons van een boot, om het meer over le steken, tot aan Bazarkeli, vast besloten om, als het wezen moest, zelf te roeien. Overigens zou dit uitstapje te water, naar men ons ver zekerde, niet langer dan zes uren duren. En toch kostte het ons niet minder dan twintig uren vurens alvorens wij de kleine haven bereikten, waar wij aan land zouden gaan. Tot overmaat van ramp hadden wij nog tot het strengste vasten veroordeeld kunnen worden, zonder de scherpzinnige bedachtzaam heid van onzen d r o g m a n of gids, die op •den gelukkigen inval was gekomen om in een biezen mand twee gebraden kippen mede te nemen, die echter ongelukkigerwijs zeer ma ger waren. Het was onmogelijk, onze roeiers te overreden, bij de een of andere plaats van den oever aan te leggen, om levensmiddelen in te slaan. Zij bleven standvastig en aanhou dend weigeren de kusten te naderen, uit vrees, zeiden zij, van de boot te zien begroeten door een welonderhouden geweervuur van den kant der roovers, die thans voorzeker ons spoor volgden, maar zich voorzichtig tusschen de rotsen verborgen hielden. Het uiterlijk voorkomen van die bootslieden was overigens zoo woest en zoo weinig ge ruststellend, dat ik met een heimelijke ontroe ring mijzelve afvroeg, - of zij misschien ook zelf roovers waren. Want zij hadden ons heel kalmpjes verteld, dat zij zoo pas uit de gevau- genis kwamen, waar ze drie maanden warep opgesloten geweest, omdat zij in deze zelfde boot de bende van den rooverhoofdman Lef- teri hadden opgenomen en vervoerd, van wien thans in dezen omtrek zooveel gesproken werd. Toen dan ook de nacht begon aan te breken, toen ik mij, te midden van die uit gestrekte eenzaamheid en van de diepe stilte welke ons omringde, geheel aan mijne over peinzingen kon overgeven toen ik bij mijzelve overwoog, dat, als mijne vrees mij niet bedroog en wij werkelijk aangevallen mochten worden, wij met ons allen slechs een enkelen revolver zouden hebben om ons te verdedigen, toen werd ik door zulk een nameloozen angst over meesterd, dat het mij onmogelijk was te sla pen en ik bijna boos werd op mijne dappere reisgenooteu, die allen rondom mij heen m een geruste sluimering lagen. Ik gevoelde dan ook een levendige aan doening van vreugde, toen wij den volgenden dag aan wal stapten bij de groote en fraaie hoeve van Bazarkeli, waar wij, na een voor treffelijk ontbijt aan den oever van het meer, in de schaduw der platane'n, genuttigd te hebben, zonder leedwezen onze roeiers en hun schuit zagen vertrekken. Zoodra het maal afgeloopen was, stegen wij weder te paard, namen afscheid van de welwillende eigenaars, en kwamen tegen het vallen van den avond, na een rit van eenige uren over de velden, bij een felle warmte, eindelijk te Yalova, waar wij niet weinig verheugd waren, thans voor goed ontsnapt te zijn aan het gevaar, dat ons op den grooten weg bedreigde. Maar - ijdele begoocheling Yalova zou integendeel, zooals uit het vervolg van dit verhaal blijken zal, het tooneel worden van mijne eerste, van mijne vreeselijke ont moeting met de roovers; een huiveringwekkende ervaring, die mij naar ik hoop, nooit weder te beurt zal vallen Onze gastheer wiens vriendelijke uitnoo- diging wij met genoegen hadden aangenomen was een achtenswaardig Engelsch edelman die zich gevestigd had op een uitgestrek landgoed, door hem te Yalova aangekocht, en die er ondanks moeielijkheden van aller lei aard, in geslaagd was, een grondgebied dat de aanzienlijke uitgestrektheid van on geveer 17,000 morgen had te ontginnen en met goeden uitslag te bebouwen. Te dien einde had hij met opoffering van groote sommen uit Engeland de nieuwst uitgevondene en voortreffelijks werkende landbouwwerk tuigen laten komen, en had hij op zijne landerijen een groot aantal Schotsche boerenar beiders, en daglooners in dienst Yalova was dan ook in den tijd toen wij er genoodigd werden, een model boerderij, die in de toekomst prachtige winsten kon afwerpen. De heer Stawburry, onze edelmoedige gastheer, ver diende voorzeker aller achting en geluk- wenschen voor zooveel vernuftige plannen en voortdurende inspanningen, die er allen op berekend waren om verbetering te brengen in een staat van zaken, welke in Turkije maar al te veel te wenschen overlaat. Toen hij te Yalova kwam, had onze wakkere landgenoot eerst een huis betrokken in de vallei, midden in het dorp. Maar toen hij later trachte te ontsnappen aan de altijd nadeelige en dikwijls doodelijke gevolgen der malaria, die zich vooral in den regentijd doen gevoelen, en hij bovendien een plaats wilde zoeken, vanwaar hij zijne goederen in hunne geheele uitgestrektheid kon be- heeren, had hij een zeer fraaie en geriefe- Een voorstel van den heer Rink, ook door de Tweede Kamer aangenomen, zal eveneens in het voordeel kunnen zijn van de middenklasse. Door dat voorstel toch zal de progressie tot tweemaal het per centage van het belastbaar inkomen, gelijk aan het minimum voor levensonderhoud, niet zoo snel behoeven te klimmen, maar zal die tot zelfs het grootste vermogen kunnen woiden verdeeld. Stel b.v. dat in een gemeente, waar een plaatselijke in komsten-belasting wordt geheven, het on belastbaar inkomen, d. w. z., het minimum voor levensonderhoud, bepaald wordt op f 400, en dat van de eerste f 400 daar boven wordt geheven 3 pet., dan zou volgens het regeeringsvoorstel dat percen tage kunnen klimmen tot 2 maal 3 of 6 terwijl reeds bij het zevenvoud van f400, dus bij een inkomen van f 2800, dat pencentage van 6 moest worden bereikt. Door het aangenomen voorstel van den heer Rink, is nu de bepaling van het zevenvoud geschrapt en kan dus de op klimming van het psreentage, tot 6 zoo langzaam mogelijk gaan, en wel tot het hoogste inkomen van ingezetenen. Door het vierde aangenomen voorstel behoeven Amsterdam en Rotterdam hun belasting-verordening, die zoo daaromtrent overeenstemmen mei het nieuwe artikel 243 niet te wijzigen. Het nieuwe artikel treedt op 1 Januari 1902 in werking, zoodat vóór dien datum alle gemeentebesturen hun inkomstenbe lastingverordening naar dat artikel zullen te wijzigen hebben. Met het nieuwe artikel, dat zoo be langrijk werd gewijzigd, kunnen we niet anders dan ingenomen zijn. Er is nu aan den eenen kant perk en paal gesteld aan de te hooge opklimming van het percen tage voor de inkomstenbelasting, waardoor groote inkomsten niet meer onmatig zwaar zullen getroffen worden en aan den an deren kant is er voor gewaakt, dat de middenstand daarvan de dupe zou zijn geworden.. Dit laatste ware stellig het geval geweest, indien het voorstel onge wijzigd ware gebleven. Wat personen met groote inkomsten minder zouden hebben op te brengen ware toch bij ongewijzigde aanneming, voor een deel verhaalt op de middenklasse. Dit nu is voorkomen, spe ciaal door de amendementen van D r. Kuyper en door het amendement van den heer Rink. Deze afgevaardigden, verdienen daarom zeker den dank van duizenden belastingplichtigen. {lloll.) lijke woning voor zich laten bouwen op eene hooggelegen vlakte, waar men do geheele zee van Marmora en de golf van Ismid kon overzien. De fraai gelegen plek die hij uit gekozen had, leverde evenwel een zeer ern stige schaduwzijde op. Zij was tamelijk ver van het dorp, geheel op zich zelf verwijderd geheel op zich zelf gelegen zoodat wanneer het huis den een of anderen dag eens wer kelijk ernstig mocht aangevallen worden, het van buiten af niet de minste of geringste hulp te wachten had Mijne reisgenooten keerden naar Konstan- tinopel terug na een week lang te Yalova vertoefd te hebben, waar wij eiken dag uit stapjes in de omstreken hadden gedaan en de schoonste landschappen vol bergen, bos- schen en dalen bewonderden, die ik ooit aanschouwd heb. Wat mij betreft, ik wilde als souvenir de sehets medenemen van een of ander bekoorlijk stukje natuur, bijvoor beeld van een dier boschrijke plekjes, die er zoo frisch, zoo stil, zoo indrukwekkend uitzien in hunne woeste grootheid en met balsemgeuren vervulde eenzaamheid. Ik gat dan ook volgaarne gehoor aan den vriende_ lijken aandrang van onzen gastheer, die mij verzocht om nog een poosje te blijven. (Wordt vervolgd) ttl 'te

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1900 | | pagina 1