lijk lijk. !sm^ Vrijdag 11 Mei 1900. Vijftiende Jaarg. No. 760. Antirevolutionair 'TF' Orgaan v®»p ile %ui<lliollaiid»<*Iie eai Keeuw§che Eilanden. .NIS- 4 J N HOC SIGN O VINCES BIJVOEGSEL. FEUILLETON. (STAKE DE SLAKHETILLE, T. BOEKHOVEN. 1 Ml ten, >er. m. 9 fumentmaher DAM orf, üesi aüe UTSJE8. Hen. gros. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ëOMMELSBIJH Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Roekaankondiging 5 Cent 'per regel en k/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Alle sliakS&eii vodf de Ifedaclie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan desi Uitgever. Bij dit nummer be hoort ee*. Ernstige eritiek. Het overredingsvermogen van den Minister van Waterstaat wordt in de Eerste Kamer op een zware proef gesteld. Ofschoon het nog een verre van zeker is dat "de ongevallen- wet vallen zal, is daar toch zulk eene ernstige, zakelijke critiek over geleverd door mannen, die doorkneed zijn in de politiek, en is daar tegenover door andere Eerste Kamerleden zoo wei nig ter verdediging bijgebracht, dat er heel wat noodig zal zijn om de bezwaren uit den weg te ruimen en het scheepke in de haven te brengen. Die bezwaren zijn gelegen in de groote kosten, die ten laste der werk gevers worden gebrachten het wijzigen der verhouding tusschen patroon en arbeider, in het te diep indringen van den staat. Een werkgever heeft burgerlijke verplichtingen tegenover een arbei der. Als hij die wet nakomt, en den arbeider laat verongelukken, kan de rechter hem vervolgen en straffen. Doch als nu de overheid die bur gerrechterlijke verhouding tot eene pwèMuechtelijke maakt, zoodat de overheid het gedrag der werkgevers vooruit regelt bij de wet, dan kon die wetsbedoeling zich steeds verder uitbreiden, nl. over loonen, arbeids uur enz, enz. Ea zoo verzeilt men allengs weer in den socialistischen staat. Uitstel van verzekering is voor de arbeiders wel ongewenscht, doch beter geene wet dan eene verkeerde wet, wordt door sommigen terecht gezegd. de Trouw van den Hugenoot. Wij zullen nu spoedig weten hoe de Eerste Kamer besluit. AoSksHieening*. Hetgeen kort geleden in het Zwit- sersche kanton Bazel-stad gebeurd is doet duidelijk zien, dat al kiijgt de pers en al krijgen sommige volks vertegenwoordigers tijdelijk den bo ventoon ten gunste van een wetsont® werp, hiermee lang nog niet is uitgemaakt dat het in den smaak valt bij de meerderheid des volks. „De Groote Raad" van genoemd kanton had nl. eene wet van socialis tische strekking aangenomen voor de verzekering tegen werkeloosheid. De kleine burgerij verzette er zich tegen, maar het hielp niet. Door een belangrijk deel der pers werd op hoogen toon verkondigd, dat de wet algemeen gewenscht werd, en de wet ging er door. Maar later bleek het wel anders, hoe het volk er over dacht. In Bazel bestaat het recht om een referendum" te vragen, hetgeen beteekent, dat een zeker aantal bur gers (1000 in getal) kunnen ver zoeken, dat de wet in haar geheel, voor zij wordt ingevoerd, aan de stemming van het geheele volk wordt onderworpen. Bij de toepassing van dit middel kwam toen de wet te vallen. Hoe krachtig er ook in de bladen en volksvergaderingen voor geageerd werd, toch verklaarden zich 5458 van de 0577 medestemmers er tegen. Toen schreef de ,,Bazler Nachrich- ten" De wet betreffende de verze- keringbank tegen werkeloosheid is door de gehouden volksstemming met zulk eene groote meerderheid verworpen als ook de grootste pes. simist niet had kunnen voorzien Ronduit erkennen wij, dat het eene begrafenis eerste klas was. Zulk eene uitkomsl is wel eene geduchte streep door de rekening van hen die het beweren der pers en het wenschen der natie vereen zelvigen. Ook in ons land zou dit wel blijken als het volk zich maar eens weer kon uitspreken. Tuin- ese Landbouw. i>e Oorlog*. |eer te be- artikelen en en kwa- euze voor- lN worden toging ge- |,i gratis ge- DAM JTS, te Oude )RVINK en fce Succes, er banden te tes&epea imerk verkrijg r. ilein. Oosteubrugg peo Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. UITGEVER: Groote letters en vignetten -worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen^ 10 uur. (5) Keeren wij thans naar Constance terug, nu zij in den stormachtigen nacht den berg op rijdt terwijl haar sprakelooze, maar uiterst waakzaame geleider naast haar gaat. Marie heeft hem in hare, hem zoo welbekende teekenspraak zeer nauwkeurig aan het ver stand gebracht, waar het hier om te doen was, en hij heeft haar ook volkomenbegrepen. Toen het hem duidelijk werd, dat hij de gids en de beschermer der gravin en, als het Gods wil was ook het middel tot red ding van haren man zou worden, was bij buiten zichzelven van blijdschap over de eer die hem te beurt viel en straalde zijn gansche gelaat van vreugde. ITij kende al de berg paden volkomen nauwkeurig, en ook de ope ning, die naar de onderaardsche gang leidde was hem zeer goed bekend, want zijne moe der had hem eenige malen derwaarts geleid en hem aan het verstand gebracht wat het beteekende. Zij had er toentertijd niet aan gedacht, welk een grooten dienst zij daarme de aan hare dierbare gravin bewees. Marie had echter natuurlijkerwijze ook aan deze de onderaardsche gang nauwkeurig beschreven, en haar gezegd, dat zij de willicht geheel verroeste valdeur slechts met behulp van Peter's sterke armen zou kunnen openen dat de PROEFVELDEN. In het nummer, versohenen op Vrijdag 24 November 1899, besprak ik in 't kort het mij toegezonden „plan van de door het Rijk en de Provincie gesubsidieerde proefvelden, in 1899 tot i900 aan te leggen in Zuid-Holland. „Ik eindigde mijne besprekingen die voornamelijk de proefvelden op Goeroe an Overfla'rkee golden met de woorden „Te gelegener tjjd hoop ik in staat te wezen, den uitslag van de voor ons ge wichtige proeven in ons blad mede te deelen." Het autwoord op de vraag, ot het nu de meest geschikte tijd is wil'en we in het midden laten. Doch het zou tegenover den heer W. J. Mans- holt, Rijkslandbouwleeraar voor Zuid-Holland, wol wat onbeleefd zijn, wanneer ik nog langer wachtte met een en ander medetödeelen uit het mij reeds voor enke o weken toegezonden Ver slag dor bedoelde proefvelden. Tot mijn eigen verschoning kan ik hier evenwel aan toevoegen, dat plaatsgebrek den uitgever noodzaakte de opname van dit uittreksel uit't bewuste Verslag mede een paar weken te vertragen. Doch nu ter zake. Bij niijne besprekingen wil ik dezelfde volg orde kiezen nis in 't reeds genoemde no 736 Proelveld van den heer J. v. Weel te Den Bommel. Op bedoeld proefveld werd eene zoogenaamde cultuurproef genomen met acht snikerbietenva- rieteiten en wel met do volgende Superlatief Schreiber S. N.Sohreiber S. S.Rabbetge enGie- seke Gebr. Dippe W.I.Kühn en Co.E.S.Knocke verbeterde klein Wanzloben en Knooke verbeter de Sui leerrijkste. Het zaaiz- ad behalve dat van Superlatief, hetwelk geleverd werd door den heer an Rossum te Oudenbosoh, was betrokken van den heer Vlekke, directeur der Gastelsohe sui kerfabrieken. Monsters er van werden onderzocht op kiemkraoht en zu verheid te Wageningen. De tabel, waarin het resultaat van dit onderzoek vermeld wordt, geeft don heer Mansholt aan leiding tot het maken van enkele oomerkingen. Bij de variëteiten Sohreiber S. N., Gebr. Dippe, Kuhn E. S. en Knoolie Verbeterde Klein Wan- zleben is het aantal onvruchtbare korrels te groot, 't Bedraagt achtereenvolgens 22 pet, 38 pot. 25 pot en 28 pet. Voorts was de kiemkraoht hij Gebr. Dippe W. I, slechts I14 pot. en dus be naden normaal. Behalve op het proefveld van den heer Van Weel werden dezelfde variëteiten ook gezaaid op een proefveld van den heer A. A. Mijs te Som- melsdijk alsmede bij den heer L. Noordermeer te Zuidland. De heer Mansholt staat eerst stil bij den toe stand van den grond, waarop de bieten geteeld werden en de weersgesteldheid tijdens het groei en en goeft daarna van elk proofveld eene uit voerige tabel, waarin behalve de opbrengst in K. G. per H. A. en het suikergehalte ook de suikeropbrengst in K. G, per H. A. en de'gelds- waarde van den oogst worden opgegeven. Dan wordt nog eene vergelijking gemaakt tusschen de resultaten van alle drie oultuurproeven. Ook deze is in eene tabel samengevat. Er valt uit af te leiden, dat het niet aangaat uit eene enkele oultuurproet reed» een conclusie te trekken Want superlatief, die wat de opbrengst betreft te Zuidland no 1 haalde was te den Bommel no 8 en te Middelharnis no 7. Op de laatste twee proefvelden haalde Knooke 's verb, suikerrijkst 1 nol. Ook wat de suikoropbrengst aangaat waren de rangcijfers nog al uiteenloopend. Zoo haalde in dit opzicht bij den heer Van Weel Knooke's verbeterde Klein Wanzleben no 1. doch bij den heer Mijs no 4 en bij den heer Noordermeer no 8. De conclusie, door den heer Mansholt uit deze oultuurproeven getrokken luiden als volgt: „Van 8 suikerbieten variëteiten was de volgorde naar bieten opbrengst en dus ook naar geldopbrengst volgens telqueloontraet: Knooke's V. K. W. do 1 Rabbetge en Gieseke no 2 Schreiber S.S. no 3; Gebr. Dippe W. I no 4 Knooke's V. S. no 5; Kuhn'- E. S. no 6Schreiber S. N. no 7 ea Superlatief no 8. Volgens suikeropbrengst. Rabetge en Gieseke no 1 Sohreiber S. S. no 2 Kühn E. S. no 3 Knooke's V. K. W no 4Gebr. Dippe W. I. no 5 Sohreiber S. N. no 6 Knooke's V. S. no 7 en superlatief no 8Berekend volgens een gewoon gehalte oonoract, wordt de volgorde naar geldopbrengstRabbetge en Gieseke no 1 Schreiber S.S. no 2 Kühn E. S. no 3 Sohreiber S.N. no 4Gebr. Dippe W. I. no 5 Knooke's V. K. W. no 6 Knooke's V.S. no 7 en Super latief no 8. Zoo is dan eindelijk Lord Roberts sinds verleden week op weg naar* Pretoria. Ei genlijk was hij dat al begin Maart, nu twee maanden geleden, nadat Bloemfontein door hem was bezet. Maar toen moest hij rust nemen. Rust voor zijn troepen en tijd om de noodige paarden en levensmiddelen in bezit te krijgen. Die rust zou echter van korten duur zijn. Immers Roberts re kende er op, dat na de >inneming» van Bloemfontein de tegenstand in Oranje-Vrij staat was gebroken en dat hij nu alleen nog maar met Transvaal af te rekenen had. Een paar weken rust, hoogstens en dan zou het noordwaarts gaan, langs Brandfort en Kroonstad naar Johannesburg en Pre toria. Danvóór Junizou aan den oorlog een eind zijn gemaakt. Want wel rekende hij er op, dat de Boeren hem bij Brandfort of Kroonstad zouden opwachten, doch zijn plan was vastgesteld en dat plan kwam hierop neder; evenais dit met Cronjé was gelukt, zou hij, waar ook Boeren ver schenen, hen omsingelen. Buller en Methuen zouden zich bij Ro berts voegen de Boeren zouden uit Natal trekken en Mafeking verlaten om de grenzen van Transvaal te beschermen. En tegen de tienduizendeii der Engelschen, tegen de le gers van Roberts, Buller en ethuen zouden de Boeren niets vermogen en zouden ze om singeld zijn voor ze er aan konden denken. Het plan was goed overlegd. Maar Roberts had ëén factor vergetendat nl. de Boeren precies anders handelden dan Roberts het had gewenscht. De Boeren in Natal waren wel op het bericht van de overgave van Cronjé ont moedigd en hadden Ladysmith hals over kop verlaten, doch president Kruger, het gevaarlijke van den toestand overziende, trok ijlings nsar Natal, en zijn krachtige woorden beurden de wankelmoedigen op, vooral ook na de benoeming van Louis Botha tot opperbevelhebber. Botha wist er den moed weer in te krijgen de Boeren bleven in Natal, en beletten zóó aan Bul ler om naar Bloemfontein te gaan ten einde Roberts leger te versterken. Hetzelfde geschiedde om Mateking, De Boeren bleven die plaa;s belegeren en trok ken in commando's ginds en herwaarts, tel kens de Engelschen bemoeielijkende. Dien tengevolge moest Methuen met een leger daar blijven, en kan hij evenmin als Buller naar Roberts, Het leelijkste was ten slotte, dat de Boe ren van Oranje Vrijstaat na de bezetting van Bloemfontein de wapens niet neder- legden. Integendeel, zij roerden zich zoo geducht mogelijk onder hun dapperen ge neraals Olivier en de Wet. Westelijk, Oostelijk en Zuidelijk Bloemfontein veront rustten de Vrijstaters onophoudelijk de Engelschen. Zelfs behaalden zij een paar niet onaanzienlijke overwinningen. Dit was voor de Engelschen een geduchte tegenvaller. De »rust« moest daardoor ver lengd worden. Doch Roberts gaf zijn plan gang zich op zeker punt in twee deelen splitste, waarvan zij de lingsloopende zijgang moest inslaan, omdat zij in het andere ge deelte verdwalen zou, en dat aan het einde der gang een deur, die zich achter een wand van tapijten bevond, in een groote zaal uitkwam, welke in vroeger tijd als gemeen schappelijke eetzaal had dienst gedaan. Of dit ook thans nog zoo was, en of de tegen woordige bezetting eigenlijk wel iets van de onderaardsche gang afwist, dat kon zij niet zeggen. AL hooger en hooger, opwaarts langs den berg strekte zich de weg uit zoodat tr me nigmaal geen uitgang meer te zien was dichter, steeds dichter, rolde de nevel door de afgronden heen luider en luider dreunde het geklots der watervallen hun in het oor. Dikwijls dreigde de dappere vrouw den moed te ontzinken, maar de gedachte aan baren man en haar kind en een hartelijk gebed deden haar volharden. Plotseling legde Peter zijn hand op hare linker die do teugels van het paard vasthielden, zoodat dit bleef staan. De gravin sloeg de oogen op en zag ver bo ven hen, toen de uiteendrijvende wolken, juist de stralen der maan doorlieten, op een groot, wit terras de vesting, waarin haar man opgesloten was en het daaromheen kampee- rende leger met zijn witte tenten. Een lichte huivering overviel Constance bij de gedachte hoe dibht bij en toch hoe ver verwijderd zij van haren man was en dat thans het e g- ste gevaar eerst begon. Doch een hartgrondige verzuchting tot den Heere, onder wiens be- gcherming zij zich geplaatst had, stelde haar weder gerust, toen Pater haar nu een teeken gaf, dat zij af moest stijgen. Men had van te voren bepaald, dat zij het paard zou ach terlaten zoodra zij van verre den schildwacht zouden zien. Thans zagen zij de stalen helm van den soldaat op eenigen afstand in het maanlicht glinsterenConstance steeg van het paard en Pezer bond het aan een boom vast. Daarop klommen zij woorzichtig naar boven in de schaduw der boomen, die den weg naar de vesting omzoomden. Peter liep vooruit, Constance volgde hem onder vurig smeeken en bidden. Eindelijk hadden zij de hoogte beklommen, niet ver Deneden het terras, waarop de vesting lag, en bleven zij een oogenblik staan. Alles was stilalleen de stro om bruiste onder hen, en voor hen weer klonk de afgemeten tred van den schildwacht, dien zij duidelijk zien konden in de schaduw der boomen waaronder zij stonden. Toen de schildwacht zich omwendde en hun den rug toekeerde, legde Peter zijn hand op de schou der der gravin, ten teeken dat zij zou blij ven staar. Hij zelf sprong vooruit in deu helderen maneschijn en maakte in allerijl den seliildwacht onschadelijk. Wel sidderde Con- stauce's hart van ontzetting, maar zij wist dat het noodzakelijk was, wanneer de red ding der belegerden gelukken zou IJlings gtng het nu weder voorwaarts, en spoedig was de ingang van den onderaardschen weg bereikt, aan den voat van een dikken eiken boom, waarin de vrouwen, om hem beter te herkennen, drie kruisen gesneden hadden. Peter werkte gezwind met een spade de aar de ter zijde en Constance luisterde of er ook willicht iets van het nabijzijnde leger te hoo- ren was maar alles bleef stil. Weldra ver scheen de valdeur en ging deze onder een krachtigen ruk van Peter's sterke armen open, waarna zij een steenen trap in de diepte zagen. Er bleef geen tijd tot nuttelooze aar zeling,in iedere seconde vertraging lag het grootste gevaar. Met een rustigenvertrouw den blik vol geloof en liefde, dien Peter nooit vergeten kon, verdween de gravin in den donkeren gang. Maar hoe huiveringwekkend was het daar beneden Hoe spookachtig flikkerde het licht van de fakkel, die zij mede gebracht en aan gestoken had! Het was als een tocht in de diepe zee der duisternis. En hoe muf was de luchtHier en daar viel het licht van hare fakkel met bijzondere duidelijkheid op een vooruitspringenden hoek der gang, zoodat het scheen als stond er een reusachtige man nelijke gedaante voor haar, die op haar wachtte, totdat haar hart onder dien indruk begon te beven en alleen het gebed haar helpen kon. Allerlei angstige gedachten dreig den haar neder te drukken. Misschien was toch in een ol ander opzicht het geheugen der oude M.arie niet meer geheel trouw ge weest in de beschrijving dei' onderaardsche gang misschien kwam zij aan een afschuwelijke plaats, waar men in vroeger jaren de dooden begraven had misschien kon een plotselinge lichamelijke zwakte haar overmeesteren, wat eene zwakke vrouw zelfs in minder angst wekkende omstandigheden wel zou kunneu overkomen; -ja, allerlei gedachten van dien aard vlogen haar door hoofd en hart in de ze terugstootende omgeving. De eenige weg om haar hart telkens weer standvastig te ma ken, was de gedurige herhcling van het een of ander Bijbelwoord, dat haar in de gedach ten kwam. De woorden//De Engel des Heeren legert zich rondom degenen die Hem vreezen,// had eene merkwaardige geruststellen de uitwerking op haarzij waren als een sterke staf waarop zij leunen en steunen kon. Het scheen haar toe, dat de gang nimmer een einde zou nemen. Plotseling echter maakte elke gedachte en elke inbeelding in haar plaats voor een hevigen, werkelijken schrik niet ver van haar af leunde een mannelijke gedaante tegen den muur Zij meende eerst dat het weer 't een of an der schaduwbeeld zou zijn, dat bij het verder voorwaarts gaan, wel van zelf verdwijnen zou. Maar neen,hoe nader zij kwam, de* te duidelijker zag zij de gedaante. En welk een gedaante 1 een buitengeweon groot man wien de kleederen fladderend om het lijf hingen een lange witte baard, die de borst bedekte grijze lokken, die ver over de schouders neerhingen een doodsbleek gelaat en door dringende oogen, die haar toornig schenen aan te staren. Constance was tegen dit schouw spel niet langer bestand: hare overspannen krachten begaven haar, zij slaakte een lcreet en viel bewusteloos op den grond. (Wordt vervolgd) j

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1900 | | pagina 1