wmmr de Mn i<9 liollaii«l*«*lic en IKeeuwsclie Eilanden. Vrijdag 4 Mei 1900. Antirevolutionair Vijftiende Jaarg. No. 759. Orgaan IN HOC SIGN O VINCES BIJVOEGSEL. FEUILLETON. MSTAHCE EE BLAIHEV1LLE, T. BOEKHOVEN. Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. mjh Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 u*r. Alle stukBten vdot «le Hedactie bestemd, Advertentiën ess verdere Administratie franco toe te xesiden nan den t it sever. Bij dit nummer be hoort eem Troebel water. Dat het in troebel water goed visschen is, weten de liberalen ook wel. Daarom waren zij in 1897 zoo in hun nopjes, dewijl toen een boop antirevolutionairen onder het vaandel der eigen partij wegliepen, enkel doordat zij bang gemaakt werden „voor Rome". Nu echter uit den voorhof der antirevolutionairen een man van eenig gezag, t. w. de Utrechtsche hoogleeraar S. D. van Veen een anderen toon laat hooren, en niet slechts aandringt op samenwerking van alle schakeeringen derzulkeu, die met het gezag van Gods Woord willen rekenen, maar het zelfs mo gelijk acht, bij gelegenheid, voor speciale punten wat te ondernemen met de roomschen, mits zonder schen ding van beginselen, nu vreezen de liberalen hiervan voor zichzelf heel wat kwaad gevolg. Zie maar hoe de heer Mr, H Ph. de Kanter zich daarover uitlaat in de N. Rott. Ctt. van 21 April jl. Daar noemt hij het sein van Prof. van Veen „een ernstig verschijnsel, waar op niet genoeg de aandacht kan worden gevestigdde meerdere aaneensluiting van alle clericalen.' Of eigenlijk schreef de heer de K. dat niet in do „N. Rott. Crt." maar citeerde dit blad diens bewoordingen met zijn schrijven aan de Haarlem* sche kiesvereeniging „Vooruitgang". Kijk eerst, zoo ongeveer schreef de heer de K. in dien brief aan „Vooruitgang": in'97 stond Lobman nog fel tegenover Kuyper en hielp Bronsveld de liberalen, en wilde menigeen van Kuyper niets weten, wegens zijn samenstrijden metRome; en nu gaan Lohman en Kuyper weer naast elkaar in het Unierapport (over de schoolquaestieen worden onder hen, die men dacht dat uit elkaar waren, ook andere bandengevlochten. Tevens verwijt hij Prof. van Veen dan, dat hij „zijn vroegere stelling prijs gaf" en zich bij voorbaat over die beginsel verloochening verdedigt; iets waarover de beschnldigde hem in een open brief in de Nederlander ge ducht te pakken neemt, en waar wij ons nu verder niet bij behoeven op te houden. Hoofdzaak is maar, dat ook in onze gelederen helderen scherp worde ingezien, dat de onderlinge verdeeld heden derzulkeu die eensdeels geest verwant zijn, de kracht en steun uitmaken van hunne gemeenschap pelijke tegenstanders. Omgekeerd geldt hetzelfde bezwaar, hetwelk de heer de K. inbracht, ook ten opzichte der revolutionairen van alle schakeering, of wil men, ten opzichte der anti-christelijke partijen of der „liberalen" van alle gading. Koppel de meer conservatief-libe- ralen, de radicalen en de sociaal-de mocraten onder de eene of andere leuze samen, en laat de boeman van „Rome" de Protestanten die nog wat om hun geloof geven, uiteenjagen bij de stembus en de uitslag is beslist. Nederland blijft dan „geli beraliseerd" en komt met rassche schreden in het kamp der socialisten, die zich óók beroemen op hunne liberaliteit. Laat daarentegen den volk zien welk eene opvoedende, wegwijz\ de, saambindende kracht er zit in de Ohr, geloofsbeginselen, óók van de poli tiek, en vestig daarbij aller blikken op de onmogelijkheid om in de prac- tijk bijeen te houden degenen die het slechts eens. zijn in het negatieve o\\ die allen grondslag missen, en het oude Nederlandsche volkskarakter uit de dagen der Hervorming komt weer te voorschijn en naar de omstan digheden van onzen tijd zal in ver beterde vormen de ware vrijheid voor alle landgenooten worden gezocht en gehandhaafd. Men heeft dus maar te kiezen èn doe1 èn middelen, want beide hangen ten nauwste samen. IMe ééne stem. Over die ééne stem meerderheid, welke leerplicht er door hielp, is al wat verhandeld. Nu de socialisten zich aan die wet onttrokken, zou zij stellig verworpen zijn als niet een paar mannen der rechterzijde een handje geholpen hadden. En die hulp bood nuDr. Schaepman, op raad van den heer Lohman of juister gezegd tengevolge van het intrekken van een amende ment op raad van den heer L. De heer Schaepman wilde de uit voering der wet laten wachten totdat de subsidie voor de bijzondere scholen zou verhoogd zijn. Doch die conditio liet hij vallen. Waarom sterkte nu toch de heer Lohman, ijverig tegenstander der wet hem hierin, vroeg de Standaard\o- recht. Gij hebt mij niet ter verantwoording te roepen, antwoordt de heer L. in de Nederlanderik behoor immers niet meer bij uwe partij. En voorts toen Dr. S. zijn con ditie vallen liet, bad een ander Ka merlid het amendement wel kunnen overnemen. Ook is het niet zeker dat Dr. L. als zijn amendement ver worpen was, tegen de wet zou ge stemd hebben Mag men dit geen uitvluchten noemen Hoe het zij, de afloop blijft, te be treuren, en daarom ook de hulp door den heer L. aan den heer S. ge boden. Uit «le Pers. HOOGERE POLITIEK. In heel de wereld gloeit men van verontwaardiging over den rooftocht die Engeland, belust op het goud van Transvaal, onderneemt. Tot zelfs uit het verre Australië en Britsch Amerika worden scharen soldaten aangevoerd tegen het moe dige boerenvolk, om het te verdelgen. Met moeite houdt dan ook het volk de uitingen van zijn toorn binnen de perken, opdat het de „neutraliteit" niet schende! En de Mogendheden? De Regee ringen van Europa? Sommigen geven heel graag ten gerieve van Engeland den fabrikan ten nog wat tijd met het uitvoeren der bestellingen van wapenen, opdat ze Engeland eerst maar kunnen voor zien, Anderen doen zelfs hunne bestelde kanonnen over aan Brittannie. Nog anderen doen een oogje dicht, als soldaten en krijgsvoorraad over hun „neutraal" grondgebied worden vervoerd. En vierden laten ongehinderd toe, dat paarden in hun land worden op gekocht voor den krijg. En allen gaan vredig door met het onderteekenen van het abritage- verdrag. En den Haag krijgt eerlang het „Vredehof Allemaal „hoogere politiek", weet ge(Getuige.) Tuin- en Landbouw. Een werkstaking-. i>e Oorlog. de Trouw van den Hugenoot. UITGEVER: TEGEN SLAKKEN. Verledou jaar schreef ik in no 703 van dit blad een artikeltje met hetzelfde opsohrift, dat ik ook hierboven plaatste. Voor die lezers, welke het zioh niet meer herinneren, wil ik nog even horhalen, dat ik toen tarwezemelen heb aanbe volen, om de slakkon te lokken, en zoodoende in de gelegenheid te komen ze onschadelijk te maken. Thans wil ik nog een ander middel noemen, dat men ook tegen slakken kan aanwenden, 't Is alweer superposphaat. Reeds op meei dan eene plaats had ik gelezen, dat deze stof zóó bijtend inwerkt op het weeke liohaam der slakken, dat deze er spoedig door sterven. Tot heden had ik mij van de waar heid dezer uitspraak niet overtuigd. Doch toen ik voor eenige dagen wat superphosphaat in mijn tuin uitstrooide en daar een slak zag kruipen, liet ik de gelegenheid, om to zien, wat super phosphaat te en Blakken vermag, niet voorbij gaan. Ik nam wat kunstmesttusschen duimen wijsvinger en strooide het over het beest uit Na een kwartier vond ik het nog op dezelfde plaats en, tenminste ooge schijnlijk, dood. Ten einde mij te overtuigen, of de dood werkelijk was gevolgd op het bestrooien met superphos phaat ging ik den volgenden dag nog eens kijken De slak lag nog steeds op dezelfde plaats en onbeweeglijk. Op grond van deze ervaring durf lk super phosphaat als middel tegen slakken gerust aan te bevelen Teneinde deze lastige vrinden] van een of ander bed groente af te houden, zau het wellioht aanboveling vei dienen, rondom dat bed een richel tje superphosphaat te strooien. M, Wat nimmer gebeurd is, geschiedt thans. Niet één Amsterdamsch blad kan ver schijnen. De Courant »De Echo*, »De Morgen- post*, »Nederl. Dagblad*, ^Nieuwsblad voor Nederland*, »Nieuwe ochtendblad*, »Nieuws van den Dag*, ^Standaard*, »Telegraaf«, »De Tijd*, niet één blad ver schijnt sinds jl. Zaterdag. De oorzaak van dezen toestand is be kend. De zetters op al de drukkerijen in Amsterdam hebben verleden week aan de patroons eischen van verhooging van loon gesteld, waaraan niet werd voldaan. Daar op besloten zij tot werkstaking, behalve op de drukkerijen van het «Volksdagblad» en »het Volk*, waar de eischen werden ingewilligd. Het gaat hier dus: hard tegen hard, bond tegen bond. De gezellen weigeren zoo goed als eenparig om te werken; de pa troons weigeren eveneens bijna eenparig aan de gëstelde eischen toe te geven. Tot op heden van het oorlogsterrein weinig nieuws. De Boeren hebben, als altijd, de Engelschen weder te vlug afge weest en maken het hun doorloopend ge ducht lastig. Vandaar kan Lord Roberts niet verder en staat hij met de hoofdmacht nog steeds te Bloemfontein. De divisie Tucker is naar het Noorden vooruitgeschoven tot Karreestopplaats; oostwaarts staan de cavalerie-brigades onder French met de di visies van de generaals Ian Hamilton en Smith-Dorrien te Tabanchu. De divisie-Rundie staat acht mijlen ten Zuiden van deze plaats. De Wetsdorp is bezet door generaal Chermside en kolonel Brabazon met zijn bereden „Yeomanry.'' De Boeren hebben behoudens verspreide afdeelingen in het Zuidoosten van den Vrij staat een sterke macht te Ladybrand en in een stelling tusschen Tabanchu en de zoo even genoemde plaats. Overigens keeren zij, als voor de bezetting van Bloemfontein „rustig" naar hun haardsteden terug, voor gevende dat zij tegen hun zin zijn gedwongen tegen de Engelschen te strijden. Voor zoo ver bekend is, staat nog steeds een Boe ren-commando bij Paardekraal, ten Westen van Bloemfontein. Aan de Vaalrivier staan generaal Lord Methuen's troepen nog bij Boshof, War- renton en Kimberley. Generaal sir Archi bald Hunter is met zijn brigade naar dit district gegaan, en zal, naar men zegt, een ontzettingscolonne voor Mafeking formeeren. De Boeren hebben nog steeds hun stel ling van Veertienstroomen tot Hoopstad 4) Marie was, ondanks haar krachtig geloof, niet geheel vrij van de bijgeloovige denkbeel den haver dagen en daarover behoeven wij ons niet te verwonderen. Want ook zelfs de gravin, deze verlichte vrouw, werd door eene onwillekeurige huivering bevangen, toen zij het hoorde. Doch de liefde is sterker dan de vrees, en de jonge vrouw zeide op beslisten toon, terwijl zij hare hand op het Nieuwe Testament legde, dat op haar hart ruste //Ter wille van mijnep man en van mijn ge loof zal ik den tocht wagen, ook zelfs wanneer ik alleen moast gaan Dat zijn goede, dappere woorden, mijn kind 1 Maar er is nog iets te bedenken. Nabij de plan's, waar de geheime ingang tot den onderaardschen weg zich bevindt, staat bijna altijd een schildwacht der belegeraars.// //Dat is een groote zwarigheid 1// zuchtte Constance. //O, Marie hoe zal ik bij mijn Eugéne komen riep zij uit, terwijl zij als met een ijzeren vuist de oude vrouw bij den arm vatte. //Peter, die u vergezellen zal, is stoutmoe dig en sterk,// zeide Marie nadenkend. //Ik geloof, dat hij den schildwacht wel zou kun nen knevelen en een prop in den mond steken, eer de man een alarmkreet kan doen hooren. Maar hij kan u niet in de onder- aardsche gang volgen, daar hij buiten moet blijven, om den ingang weder dicht te maken, eer de volgende schildwacht dien ontdekken kan//. //Dat maakt niets uitik kan wel alleen gaan// zeide Constance. Hare wangen waren wel bleek, maar hare oogen schitterden en hare stem was vast en bedaard. Zij bespraken het plan nog verder, totdat het een bepaalden vorm had verkregen, waarna Marie zeide //Mijn kind, daar gij vast besloten zijt, zoo veel voor God en uwen man te wagen, wil ilt u niet terughouden, ik bespeur Zijne hand hierin Nadat Constance's gemoed door het geno men besluit wat kalmer was geworden, ging zij een poos op het bed harer Marie liggen om rust te zoeken. Nauwelijks was zij even ingeslapen, of zij richtte zich weder op en slaak te een kreet. En toen de oude vrouw haar vroeg, wat er was, antwoordde zij //Ik heb gedroomd dat mijn jongen mij gekust heeft.// Maar Marie zeide//Leg hem in het gebed in de armen Desgenen, die de kinderen tot zich liet komen En die gedachte gaf haar zooveel rust, dat zij weder insliep. Met geweldige vlagen bruiste de wind omlaag van de bergen, wier witte koppen als reuzen nederzagen, wanneer demaan hier en daar door de uiteengedreven wolken brak. In zonderlinge vormen stonden de wouden, en rotsen, langs den weg, en met een daverend geruisck stortten de wateren in de afgronden neder, toen Constance met den trouwen Peter naast zich, op haren tooht naar den ingang van den onderaardschen weg heen reed. Men had besloten, dat zij eerst bij het aanbreken van den nacht op reis gaan en tot in de nabijheid van den ingang haar paard gebruiken zou, om zich onderweg niet te zeer te vermoeien. Het was voor haar waagstuk gunstig, dat het weder eenigszins veranderd was, dat de wind zich verhief en zware wolken langs den hemel joeg, die de maan meestentijds bedekten. Daardoor moch ten zij hopen, op hunnen eenzamen weg waar schijnlijk niemand aan te treffen dan de schildwachten, die zij ontmoeten moesten, en dat de soldaten der belegeraars in hunne tenten zouden teruggehouden worden. Het afscheid der beide vrouwen Aas kort en plechtig geweest. Zij hadden elkander ge kust en gezegend, en de oude trouwe Marie zeide slechts zachlkens //God geleide u, mijne dochter En Constance's la-etste voorden waren geweest//Als mij het een of ander ongeluk mocht overkomen, Marie, en ik niet meer terugkwam, zie dikwijls naar mijn kind om en leer hem, de nagedachtenis zijner moeder in gezegend aandenken te houden.// Daarop had Constance haar paard bestegen en was zij met Pe' er spoedig in de duisternis verdwenen. De oude Marie echter bleef nog lang achter de deur harer hut staan en bad voor hare beide kinderen,zooals zij ze noemde. Dat was ook vroeger altijd hare gewoonte geweest, wanneer zij de wacht hield in de nabijheid der slagvelden waarop haar man en hare zonen gestreden hadden. Het- was voor haar geene geringe persoonlijke opoffering, haren lieven, trouwen Peter, haar eenige steun op haren ouden dag, vopr de uitvoering van dit waagstuk mede te laten trekken,maar zij had dat offer gaarne en gewillig gebracht. Voor haar eigen kind evenwel had Con stance niet bezorgd behoeven te zijn het was veilig en geborgen Toen Koningin Jo hanna den volgenden morgen het vertrek van Mevrouw de Blancheville vernam, ver keerde zij geen oogenblik in twijfel, waarheen deze zich begeven hadzij kende de liefde der gravin voor haren man en haar hoogen Chistelijken moed. Johanna snelde terstond naar het huis der gravin, nam haar kind in hare armen, kuste het onder tranen, en beval dat men het naar haar kasteel zou brengen, waar het bij haar eigen zoon zou blijven, totdat er tijding van zijne ouders kwam. Voor hare vriendin echter kon zij in dien tusschentijd niets anders doen dan voor haar bidden. Maar //een krachtig gebed des recht vaardigen vermag veel.// (Wordt verv.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1900 | | pagina 1