5 April 1900.
jk
Vijftiende Jaarg. No. 755.
JMÊif
Orgaan
An tirevo In Hon air
voor tie ZSnidifeollaniisclie en Heeiiwsdli© Eilanden.
f
IN HOC SIGN O VINCES
BIJVOEGSEL.
FEUILLETON.
T. BOEKHOVEN.
HsOMMMlILSitBJH
j zen.
okers,
venle
chines,
Pelro-
z enz
I RAP.
- M M
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bfj vooruitbetaling 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Roekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die srij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 unr.
Alle stukken voor de ttedactie bestemd, Adverteutiën ess verdere Administratie tranen toe te zenden aan den Uitgever.
Bij dit nummer be
hoort ee*.
Semswlijders.
Wij worden verzocht om de aan
dacht onzer lezers te vestigen op de
verzorging van zenuwlijders, waarvoor
men eene afzonderlijke christelijke
vereeniging wil oprichten
Zeer gaarne geven wij aan dat
verzoek gehoor, want het zenuwlij
den neemt in ons land zeer groote
afmetingen aan en de schade daar
door aan lichaam en geest toegebracht
is onberekenbaar. Wie zegt, dat ons
volk er door verteerd wordt, spreekt
niet te sterk.
Hoe de aansluiting van lichaam
en geest is, kan u geen geneeskun
dige zeggen, en daarom is het ook
onwetenschappelijk om de zenuwen
de verbingsdraden tusschen die twee
te noemen. Uoch zooveel is zeker,
dat bij langdurig en ernstig zenuw
lijden 's menschen geest niet meer
normaal kan werken, en dat de
grens tusschen hevig zenuwlijden
en krankzinnigheid in sommige ge
vallen moeielijk is aan te geven.
Dit is ook best te begrijpen. Want
wat is krankzinnigheid Veelal ver
staat- men daaronder eene zekere
woestheid, die dadelijk door ieder
is waar te nemen. Doch dat is eene
averechtsche meening. Alle aandoe-
ning en verstoring van het geestes
leven, die iemand belet met genoeg
zaam redelijk overleg en eenige wils
kracht te handelen, behoort tot de
krankheid des Geestes. Bij den een
openbaart zich zulk eene krankheid
als een ingezonken en doffe toestand,
maar bij den ander meer als mur
mureering, nijdigheid en rebellie.
Doch in welken vorm zich ook
vertoonend, is er schier geen
samenleving mogelijk met de patiën
ten, die aldus krank van zinnen zijn,
en dit te minder naarmate zij be
langrijker functies in onze woningen
of werkplaatsen te vervullen hebben.
Juist omdat de grens tusschen
vergevorderd zenuwlijden en krank-
krankzinnigheid niet direct is vast te
stellen, laat het zich ook best verklaren,
dat men vroeger voor de hier bedoelde
tweeerlei soort lijders ééne christelijke
vereeniging tot verzorging heelt opge
richt, of liever want dat is niet het
zelfde eene vereeniging tot chris
telijke verzorging. Dit wil nl. zeggen,
dat die vereeniging niet slechts steun
zoekt tij belijders van den Christus
maar dat zij, uitgaande van eene
andere, op Gods Woord gegronde
beschouwing van het menschelijk
wezen, ook de afwijkingen in zijn
geestesleven anders (breeder) opvat,
en hem anders (meerdere) middelen
zoekt toe te dienen.
Er is dus niet alleen verschil in
de gpzindheid der helpers, di ch
vooral ook in de methode van behan
deling.
Die bestaande vereeniging heeft
het echter in de laatste jaren zoo
volhandig gekregen met de krankzin
nigen dat de zenuwlijders er veelal
overschoten, en een in 1897aangeno«
men plan van verzorging der zenuw
patiënten nog niet is uitgevoerd.
Er wasnl. drie jaren geleden in eene
algemeene vergadering der vereeni
ging, te Breda gehouden, toegestaan
eene leening van f 200,000 te sluiten
voor een afzonderlijke stichting
voor zenuwlijders. Men kon echter
niet tot den bouw geraken, omdat
men te bezet was met bouwplannen
voor opneming van krankzinnigen.
Toch is verder uitstel bezwarend,
want zooals Dr, Hermanidus nog
kort geleden uitsprak, zijn er veel
meer zenuwlijders dan krankzin
nigen. Goede verpleging van ze
nuwlijders kan veel krankzinnigheid
voorkomen. Waar die verpleging in
den huiselijken kring kan gegeven
worden, heeft zij natuurlijk veel voor,
maar allerlei sociale en andere om
standigheden maken vaak tijdelijke
verwijdering uit het familieleven
wenscbelijk of noodzakelijk.
De algemeene Vergadering der
bovenvermelde Vereeniging, op 5
Oct. jl. te Kampen gehouden nam
het besluitaan het Bestuur op te
dragen eene commissie te benoemen
tot voorbereiding van eene afzon ler-
lijke vereeniging tot verzorging van
zenuwlijders, op denzelfden grondslag
als die voor krankzinnigen.
In den loop der vorige maand
hebben onderscheiden broeders, die
de uitnoodiging van het Bestuur
hadden aanvaard, te Utrecht eene sa
menkomst gehad, onder leiding van
eene deputatie uit het Bestuur. De
Commissie heeft zich geconstitueerd
enkele broeders die verhinderd waren
zullen worden uitgenoodigd mede als
lid der Commissie zifting te nemen. In
deze maand zal de commissie weder
vergaderen tot vaststelling van con-
sept-statuten enz. De belangstellenden
in den lande mogen spoedig daarna
mededeelingvan een cd ander tegemoet
zien. 1 oorioopig is reeds txpaald,
indien eenigzins doenlijk, eene
algemeene samenkomst van belang
stellenden saam te roepen voor de
eerstvolgende Algem. Vergadering
der Vereeniging tot Chr. Verz. van
Krankz.. die in Sept. slaat gehouden
te worden.
Als moderamen dezer Commissie
zijn gekozen de hh. Dr. S. R.
Hermanidus, geneesheer te^ Gelder-
malsen, Voorzitter, E. A. Keuchenius'
geneesheer te Scheveningen Secretaris'
en C, Graaf van Limburg Stirum te
Arnhem, Penningmeester.
EËisidsteisiiBiing' leer-
pllfclit.
In de Tweede Kamer ging j.l. Vrij
dag de leerplichtwet er dan toch door,
zij het ook met slechts ééne stem meer
derheid, die er niet zou geweest zijn,
als niet Graaf Schimmelpenuinck door
een ongeval alwezig had moeten blij
ven. Het stond 50 tegen 49.
Laat men nu eens zeggen, dat deze
wet eene nationaal gewilde is
Behalve de heeren Schaepman en
Kolkman (dien men als redders van
de wet kan aanmerken) stemde de ge-
heele rechterzijde tegen voorts de hh.
de Visser, Pijnappel, Bastert, Van
Karnebeek en de vier socialisten.
Laatstgenoemden waren met dit
„schijnwe'.je" lang niet tevreden, om
dat het in hun oog te veel vrijstellin
gen verleent, omdat het verplicht her-
halingsonderwijs er uit is gev - leu en
omdat er geen voeding en meeding
van arme kinderen bij is vastgeknoopt.
De N. Rotterd. Crtde overwinning
van het Ministerie aan hare lezers me-
dedeelende. acht dien uitslag zelfs ge
lukkig voor de rechtenzijde, omdat zij
anders allicht zelve de regeeringstaak
zou hebben moeten aanvaarden, en
daarmede in haar oog verlegen
zou hebben gezeten.
Hetzelfde vermoeden werd van li
berale zijde ook geuit omstreeirs'88,
doch het ministerie Mackay heeft
die vrees beschaamd. Wijlen Prof.
Buijs gaf aan dat Kabinet het getui
genis, dat het de vergelijking met zijne
voorgangers best kon doorstaan. Wij
zouden niet weten waarom het thans
niet even goed zoude gaan. Misschien
zou het aantal wetsontwerpen vermin
deren, doch door vastheid van be
ginselen, het gehalte der voorslagen
winnen.
Hoe dit zij, het behoeft nu niet.
De teerling is geworpen. Het Kabinet
blijft voorloopig zitten. En wij geloo-
ven, dat God, die alle dingen werkt
naar den raad van Zijn wil, ook
met dit resultaat Zijne wijze bedoelin
gen heeft.
Daarbij is het een troost, dat de wet
ten minste weinig gewetenskwelling
behoeft op te leveren. De oppositie
ging meer tegen haar beginsel dan tegen
haar vorm.
Mieine overwinningen.
Geen krachtige meerderheid in de
Tweede Kamer acht het Centrum wel
een voordeel omdat daardoor van
enkele stemmen veel kan afhangen,
en dit de regeering noopt om overleg
te plegen met de Kamer en ook op de
bezwaren der minderheden te letten,
voorts omdat Regeering en Kamer
beide door zulk een toestand gedron
gen worden om de practische politiek
te beoefenen, en den strijd over de
beginselen tot later te verdagen.
Zoo kan men aan alles eene licht
zijde zien. Yooral wanneer men de
dichterlijke ontvlambaarheid bezit
van den redacteur van het Centrum.11
Kiesrecht en hesit.
Van de 564,293 politieke kiezers,
die er thans in ons land zijn, ontleenen
niet minder dan 528,022 hun recht
aan de belasting.
Wel een teeken hoeveel band er
altijd nog is tusschen het kiesrecht
en den maatschappelijken welstand.
Uitbreiding blijft noodig. De libe
rale Unie wil algemeen kiesrecht voor
mannen en vrouwen. De antirev. partij
wil nog steeds de hoofden van huisge
Met. pleegkind van den
Voddenraper.
A'S
K
f>
I
X\
Ji
Op Veld wijk» worden deze ook sedert
verscheidene jaren niet meer verpleegd.
(7) (Slot)
Nu nam mevrouw zijne hand in de hare
en zeide//Dominè ik heb (J nagegaan en
oespied, meer dan ge zelf vermoedt en de
overtuiging heeft bij mij post gevat dat U
armen en ellendigen wilt helpen en dat U
zwijgen kunt. Ik heb U veel te zeggen en
verwacht, dat wat ik U ga mededeelen, als
in Uw hart begraven zal worden en dat U
mij toch helpen zult. Zooals U ziel ben ik
rijk, ontbreekt 't mij noch aan 't een, noch
aan 't ander en toeh ben ik niet gelukkig.
Iets is er dat mij kwelt, dat mij pijnigt, dat mij
als een schim vervolgt, nacht en dag en dat
ga ik mededeelen, maar 't is van dien aard
dat ik U niet in do oogen durf zien. Daar
om liet ik de gordijnen neer en sloot ik de
deuren, opdat niemand getuige zij van ons
gesprek dan de wanden dezer kamer. Ik ben
als meisje van 22 jaar vejjoold geweest met
een jonge man in Amsterdam. Hij was mij
lief en omdat de schoone vooruitzichten die
hij voor mijne verbeelding tooverde, mij be
koorden en omdat hij bleek mijne liefde gansch
te waardeeren. Ik woonde bij hem aan huis
want zijn vader was mijn oom die mij als
wees tot zich had genomen. Wat er geschied
de laat zicli denken en dat hij mij huwen
zou stond vast, hoewel zijn Vader zich daar
vierkant tegen verzette, 't Was voor hem en
zijn echtgenoote geheim gehouden, dat ik
moeder geworden was en om zonder opspraak
van de zorg van het kind bevrijd te worden,
had mijn beminde op zich genomen, dit kind te
vondeling te leggen, om dan ter gelegener tijd
dat kind weer op te eischen. Gaarne hadden
we 't hier oi daar besteed maar dit kon na
tuurlijk niet zonder de bekendmaking onzer
namen, 't Gelukte hem goed, en zuiver had
hij 't adres opgeschreven van den man die 't
kind met zich had genomen. We hadden toch
plan om zoodra dit in zijn vermogen was,
te huwen, maar God de Heere beschikte dat
anders. Hij heeft mij zeker de volle zwaarte der
zonde willen doen gevoelen, althans op zekeren
middag was mijn beminde uit baden en o
hij bleef weg en eenige weken later werd
zijn lijk gevonden. Hij was verdronken. Door
smart overmand bleef* ik diep in mijzelven
gekeerd, want nu had ik niemand op aarde
die ik mijn dubbel leed kon mededeelen. Ik
was erger dan ziek. Want mijne ziekte werd
gelijk een worm die knaagt aan den wortel
eener bloem, zoodat hare schoonheid verloren
gaat. Schoone aanbiedingen^ zijn mij nader
hand gedaan, maar steedsGveigerde ik stand
vastig met iemand in 'tliuwelijk te treden.
Ik had eenmaal mijne liefde gegeven en kon
niet ten tweede male mijn hart overgeven.
En sedert ontving ik van mijn oom bij tes-
tementtaire beschikking deze villa Koozenstein
met een kapitaal, voldoende om naar den
stand te leren, waarin hij mij geplaatst had.
Zoo leef ik nu en welke nasporingen ik zelr,
ook deed, 't Was mij niet mogelijk gewaar te
worden, waar mijn zoon zich bevond. Wel
had hij mij opgegeven Bloemendwarsstraat,
maar 't nommer van het buis was niet dui
delijk, en bovendien zijn er in Amsterdam
wel drie Bloemdwarsstraten. Nu vraag ik U
dominè wat moet, wat zal ik doen
Mevrouw van Gleman zweeg hier en wachtte
een antwoord. Dit kwam echter niet en nu
eerst gevoelde ze, dat de hand des predikers
in hare koortsachtig heete handen koud ge
worden was. Verschrikt sprong zij op en
haastig ontstak zij licht. Nu zag ze hoe 't
gelaat van den predikant sneeuwwit gewor
den was. Zijn oogen waren gesloten, maar
duidelijk was op zijn gelaat te lezen, dat hij
zich zeer ingehouden had. //Hemelo, mijn
God, wat is er gebeurd gilde ze, en ijlde
naar de kast, om daaruit een flesch eau de
cologne te haien. Hiermede waschte ze wee-
nend het gelaat van den bezwijmde, die door
den sterken reuk weer teekenen van leven
begon te krijgen, 't Mocht haar gelukken hem
wederom bij' te brengen en op weemoedigen
toon vroeg zij, //hoe is 't met U Met een
oog vol aandoening zag hij haar aan en vroeg
op zachten toon //kunt uw eigen beeld
niet in mijn oogen lezen O, moeder ik had
gehoopt, gebeden, geloofd dat gij mijn moeder
zijt. Weenend zonken oeiden op de canapé
ter neder.
Veel later dan gewoonlijk het geval was,
ging de dominè villa Boozenstein verlaten.
Zijn oude pleegvader Geert Kramer, had reeds
meer dan eens uit 't raam gezien, of hij nog
niet kwam. Eindelijk was hij thuis gekomen
en uitgeput viel hij op een stoel neder.
//Wel, mijn zoon," zei Geert, //wat schort
er aan
//Och vader,// hernam de zoon, //welk eene
ontdekking,//
De oude heer had reeds een voorgevoel,
dat er iets bijzonders op handen was, en vroeg
daarom met de grootste aandrang ://maar mijn
jongen, wat is er dan gebeurd?//
Toen hij een weinig gekalmeerd was, ver
telde de dominè zijne ontdekking en de oude
heer begon te weenen. //Dus gaat ge mij ver
laten O, iaat me dan meegaan, opdat ik haar
het briefje toone en doe, wat mij door den
Heere opgelegd was." Ze gingen nu samen
nogmaals naar villa Roozenstein, en weldra
zat het drietal, den tranenvloed den vrijen
loop latend, in de gezellige voorkamer van
mevrouw van Cleman Mevrouw kon zich
niet weerhouden en viel Geert om den hals
met de woorden ://dus waart gij het, mijn
vriend en broeder, die in de hand Gods, do
opvoeder waart van mijn kind O, dank,
duizendmaal dank wat zal ik u voor al deze
dingen vergelden
//Wel mevrouw,// zeide de oude Geert,
//als u mijn vrouw wilt worden, dan blijft
gij moeder en ik word dan toch nog eens
zijn vader//.
//Dat is heerlijk,// stamelde Jan Aduard
en ging heen.
Toen hij terugkwam, scheen de zaak in
orde, althans men schelde zoo roerend voor
dien avond, dat 't was of had men elkander
al jaren gekend.
'i'oen de dominè den volgenden morgen
ontwaakte en aan zijn ontbijt zou gaan, vond
hij een beroepsorief op den taiel. Een kleine
gemeente waagde't zijn dienstwerk te vragen.
Toen hij 't gelezen had, zeide hij //rader,
dit is v*n den Heere geschied.//
Met groote droefheid vernam de gemeente
dat haren leeraar een beroep had ontvangen
en de roeping had aangenomen, maar groot
was de algemeene verbazing, toen hij voor
twee weken voor zijn vertrek het huwelijk
aankondigde tusschen den lieer Geert Kramer
en mevrouw Cieinan. Na de inzegening van
dit huwelijk, zong de gemeente, op verzoek
van een ouderling, staande, hei drietal de
bekende woorden uit Ps. 134 3. toe
Dat 's Heeren zegen op u daal,
Zijn gunst uit Sion u bestraal'
Hij schiep 't heelal Zijn naam ter eer.
Looit, looft dan aller heeren Heer
en menigeen pinkte een traan weg.
Den volgenden dag vertrok het drietal naar
de nieuwe gemeente, die dankbaar en blij haar
jongen leeraar ontving, omdat zijn naam on
der 't volk Gods bekend was geworden.
h
-