Yrijdag 27 Januari 1899.
Dertiende Jaargang No. 69
voor %ui<l-!Iollaii(l*cli© ©n Zeeawselie Eilanden.
An tirevo lutionair
Orgaan
IN HOC SIGN O VINCES
lamis.
T BOEKHOVEN.
ijzen.
'f
r-> !-
an Over
maak
or wijlen
d wier
en ik in
xar
ENS.
R. 1
enkas-
enz.,
én ge-
lommelsdijk
uitgever:
SOMMEBjSBBIABi.
AiSe staikEten voor de Hedaclie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Wetsontwerp op de
vaderlijke macht.
De Nederlandereen blad welks
hooldredacteur zelfs eene beduidende
rechtspraktijk achter den rug heelt,
keurt dit onderwerp ai zeer slecht
van gehalte, omdat het in plaats van
het huwelijk te eerbiedigen als in
stelling van hoogere beschikking, met
eene bepaalde orde voor man en
vrouw, den weg op schijnt te willen
gaan van hen die in het huwelijk
slechts een naast elkaar samenleven
van man en vrouw zien. Voortaan
zal, als man en vrouw oneensgezind
zijn over het huwelijk, over de car
rière, over het onderwijs van een
kind, de kantonrechter beslissen, dus
een ambtenaar, die misschien niet
eens verstand heeft van opvoeding,
en den vermogenstoestand der ouders
niet kent, en die geenerlei verant
woordelijkheid voor de gevolgen zijner
beslissing te dragen heeft.
De leidende geesten der vrouwen
beweging zooals mr. Fokker, Prof.
Molengraaff, Jeitje de Bosch Kemper
en anderen willen nog verder gaan
en in de wet laten bepalen, dat bij
verschil van inzicht bij de uitoefe
ning van het gezag over kinderen,
steeds eene overeenkomst zal worden
gesloten, goed te keuren door den
Kantonrechter, en dat bij gebreke
van zulk eene overeenkomst de Kan
tonrechter beslissen zal over „de
quaestie die de ouders verdeeld houdt,''
en zelfs bevoegd zal zijn de opvoe
ding van den eenen op den anderen
over te dragen.
Deze vastgestelde regeling schijnt
te berusten op de meening dat de
echtgenooten leden zijn eener firma,
en ieder een eigen wil in alle din'
gen kan volhouden.
Als de wetgever nu, door dwaze
theorieën en eenzijdige beschouwin
gen misleid, zulke geheel ons huwe
lijk bedreigende bepalingen mocht
vaststellen, aldus besluit de Ne
derlanderdan zullende kiezers wel
omzien naar betere tolken van de
rechtsovertuiging en het gezond ver
stand onzes volks.
Overigens stelt de schrijver in
het licht, dat onze tegenwoordige
wetgeving omtrent het huwelijk een
zijdig de plichten der vrouw en veel
minder die van den man geboekt
heeftdat het huwelijk eene zedelijke
door God daargestelde verbintenis is
tusschen twee partijen, die als mensch
eikaars gelijken en verplicht zijn tot
wederkeerig hulpbetoon, maar zóó,
dat ieder daarbij eene eigen positie
heeft. Het huwelijk beschermt de
vrouw tegen de willekeur en zorge
loosheid des mans, maar legt haar
dan ook den plicht der gehoorzaam
heid op om daardoor den man het
volvoeren zijner taak mogelijk te
maken.
Bij zulk eene opvatting van het
huwelijk staan man en vrouw heel
wat sterker dan bij een phantastischen,
hedendaagsch-romantischen omgang
tusschen die beiden, en de voogdij
schap der rechterlijke macht over de
echtverbintenis, als zij zoover komt,
Bie heer van BBoulen
weer aan hel woord.
Deze Oud-voorstrijder van de „ra
dicalen" is nu reeds zöö ver terug
gezakt, dat hij als voorzittter van
de liberale kiesvereeniging Grondwet
te 's Gravenhage eeno georganiseerde
beweging in geheel het land wil
aanvangen tegen de vooruitstrevende
liberalen als Kerdijk, Goeman Bor-
gesius, Drucker, Veegens en hun
aanhangers.
Deze heeren gaan naar zijne mee
ning steeds meer den sociaal-demo-
cratischen weg op, en het thans
zittend Ministerie laat zich door hen
meêtrekken. De socialistisch gezinden
in de Kamer werken op Kerdijk,
Kerdijk op Goeman Borgesius en
Lely in het Ministerie deze Minis
ters op Pierson en Pierson weer op
het geheele Kabinet.
Het gaat bij deze onderlinge opwek
king vooral om Staatspensioenen voor
de oude en verzwakte werklieden.
De heer van Houten keurt dit af.
Zoo iets noemt bij het overpompen
van het geld uit de brandkast naar
de broodkast, en voor zoover dat
noodig is, vindt hij dat de staat slechts
bedeeting heeft te geven.
In eene te 's Gravenhage uitge
sproken rede schijnt hij ook gezegd
te hebben, dat de hh. Kerdijk c. s.
vermoedelijk de liberale partij hebben
„verlaten."
Terecht is hem daarop de vraag
gesteld waar is en wat wil de libe
rale partij dan Zij is anticlericaal
maar hoe verder Zij wil de christe
lijke beginselen uit 's lands wetten
verwijderen, zeker maar wat is haar
positief program
De heer van Houten zal op die
vraag wel geen bevredigend antwoord
kunnen geven.
„Liberaal" is eene leuze die de
mensehen in de war brengt, en die
niets zegt omtrent zekere politieke
ijnen, of plannen of inzichten.
ffiiezersplicliten.
Wij veroorloven ons, de besturen
der kiesvereenigen er opmerkzaam
op te maken, dat de zoogenaamde
belastingkiezersnl. zij die kiezer zijn
of kunnen worden wegens het be
talen van rijksbelastinghun aanslag
over het laatst verloopen dienstjaar
vóór 1 Februari a. s. moeten betaald
hebben, ten minste als zij later niet
veel moeite willen doorstaan om dit
verzuim te herstellen.
Ieder rijksbelastingplichtige, die
dus over '98 nog wat te voldoen
heeft, zorge voor dadelijke afbeta
ling en dan komt hij vanzelf op de
kiezerslijsthij, kiezer, behoeft er
dan verder niets voor te doen, dan
eens even te gaan kijken, als de
voorloopige lijst gepubliceerd is, of
er ook eene vergissing plaats had,
of hij wel op de lijst staat.
Tot de rijksbelastingplichtigen be-
hooren de betalers van minstens
f 1,— grondbelasting en verder zij
die personeele-, bedrijfs- of vermo
gensbelasting betalen.
Wat de huurkiezers aangaat, dat
zijn zij die alleen wegens den huur
prijs dien zij betalen, kiezer zijn of
kunnen worden, deze hebben slechts
aangifte te doen, wanneer zij ver
huisd zijn en in de nieuwe woning
ook huur genoeg betalen voor het
kiesrecht.
Schippers, die op een ander vaar-
tuig kwamen, moeten zich mede
aangeven, en wel tusschen 1 en 15
Februari op het gemeentehuis, alwaar
briefjes ter invulling verkregen kun
nen worden.
De loon- of inkomenkiezers, dat
zijn zij, die alleen wegens hun inkomen
kiezer zijn, moeten zich allen opnieuw
aangeven, evenais de inwonende zoons,
die kiesgerechtigd zijn. Dit moet
insgelijks tusschen 1 en 15 Februari
geschieden op formulieren, die men
ten gemeentehuize afgeeft.
De Pensioen-, de Grootboek-, de
Spaarbank- en de Examenkiezers
behoeven zich alleen aan te geven
als zij dit jaar voor het eerst aanspraak
op het kiesrecht verkregen.
Wat den leeftijd betreft, neme
men in aanmerking, dat zij die na
14 Mei e. k. 25 jaar oud worden,
nog geen kiesrecht hebben in 1899.
Er bestaan kieswetboekjes, diealles
uitvoeriger aangeven.
Het bovenstaande is slechts ter
herinnering, opdat men niet door
zorgeloosheid zijn kiesrecht verspele.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen
van a. s. zomer en mogelijk ook bij
andere onverwacht komende verkie
zingen zou dit verzuim den nalati-
gen leelijk kunnen opbreken.
B'olkeren der Aarde.
Gemengd Nieuws.
f.
II*
ft
-
t'
0.
MMWL."
dam.
morg, 4,30 uur
6,—
ai. 1,15 uur.
nymph.
Hellevoetsluis
voorbehouden.
Botterdam.
Maandag vm.
vm. 5,7,45
vm. 6,30, 8,30*
Jleuwesluis on
ar Brielle.
o 5 *uur.
erboot.
Hellevoetslius
Overige dagen
uur.
aar Rot erdam
uur. Maandag
adagvm. (4.45)
agen vm. 6,15
v. 45 m. later
ui
aluis naar Rot
;e Vlaa rdingen
8,10 vm.
9,28
10,08
3,45 nm.
ielle en Helle
n. en van 1,45
lis van Brielle,
ren of andere
:ten afgegeves
luis.
atschappij.
naar Helle
itsen, vice
en 3 en 4."
93.
Bn.
voetsluis
v. tjjd.
op de treinen
van
vm. 7,48 uur
»,04
2.04
5."
8.04
11,18
tion.
ïer 30 min, na
na het vertrek
nm.
rlam, Rotterdam
am, Den Helder
de Conducteurs
ren alleen voor
en Den Helder,
geldig.
deen aantee
snH. P. v d
ieuwesluisB.
te VIaardingen
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
FRAMRIJK.
Jl. Vrijdag was in de Fransche Kamer
„de Zaak" weer aan de orde.
Ernest Breton hield een interpellatie
over het diplomatiek dossier, waarbij hij
alles te pas bracht, maar ook de belang
wekkende onthulling deed, dat volgens
een ex-minister van onderwijs onder
scheiden leden van het kabinet-Méline,
en met name de premier zelfs, van de
vervalsching van Henry hebben gewe
ten
De oud-minister Barthon ontkent dit.
Bretot zeide, dat een medelid der Kamer
de mededeeling had gehoord.
Verschillende afgevaardigden vragen
alsnu, wie dat lid is. De heer Tranu
roeptDat ben ik (Sensatie).
Voortgaande deelde de heer Tranu
mede, dat het de heer Rambaud, oud
minister van onderwijs in het kabinet-
Méline, was, die in een landbouw-oomité
heeft gezegd „Wij kenden die valsch-
heid ook wel, maar achtten het wensche-
lijk niets te zeggen.,
„Waarop ik antwoordde,, zei Tranu
verder „gij hebt die valschheid gekend
welnu, dat is wat traaisIk neem acte
van die verklaring". (Toejuichingen.)
„Hier heb ik een aantal gelegali
seerde verklaringen, geteekend door ver
schillende getuigen, die allen bevestigen,
dat de woorden door den heer Rambaud
zijn gebruikt",
Tranu leest nu verschillende gelijk
luidende verklaringen voormaar de
oud-minister Barthon houdt zjjn tegen
spraak vol, en ook Méline was pertinent
in zijn tegenspraak: „Ik heb het valsche
stuk voor 't eerst leeren kennen, op den
dag, waarop Cavaignac het van de tri
bune heeft voorgelezen. Toen heb ik
gezegd, dat ik de revisie noodzakelijk
achttemaar met dat al ben ik blij ze
niet te hebben uitgelokt. Ik heb (luide
toejuichingen van centrum en rechter
zijde) de wet geerbiedigd en doen eer
biedigen.
De interpellant nam acte van deze te
genspraak voor wat Mèline betrof, maar
hield zich overigens aan de verklaring
van Rambaud, „Welnu, een minister,
die falsarissen in de bureaux van het
ministerie van oorlog laat blijven, heeft
een zonderlinge opvatting van vader-
langsliefde".
Tot eenig resultaat leidde het debat
nietalleen kreeg men ter zake van het
diplomatiek dossier een stellig antwoord
van minister Delcassè. Palóologne had
aan de strafkamer van het Hof gezegd
al wat hij wist, en de gansche collectie
stukken, waarop hij getuigenis had af
gelegd, was hij nu bezig aan het Hof
te verklaren. Ambtenaren van de laat
ste jaren weten niels van brieven van
den schuldige aan een vreemden sou-
verein of omgekeerd, en een falsaris zou
zich wel gewacht hebben ze op den Quai
d'Orsay te brengen, want de naïviteit van
diplomaten gaat niet zóó ver, dat ze zich
zoo bij den neus laten nemen. Du3
geen brieven van keizer Wilhelm. Pas
opriep een dag te voren Jaurés, de
socialist, uit„Laat de regeering voor
zichtig zijn. Wanneer zij durft zeggen
dat de monsterachtige vervalsching niet
heeft bestaan, zal ze binnenkort de meest
besliste tegenspraak ontvangen, Wij
kunnen verzekeren, dat bedoelde ver
valsching gepleegd isdat zij aan het
departement van buitenl. zaken bekend
geweest en door deskundigen onderzocht
is niet alleen, maar ook dat zij gedient
heeft om Dreyfus te doen veroordeelen
Nieuwe schandalen, of wil men ont
hullingen, dus is het vooruitzicht
Volgens een aanplakbiljet aan het
huis van Zola te Parijs, zouden heden
verkocht wordenmeubels, kunstvoort
werpen, twee piano's, enz. alles tegen
contante betaling.
Dit om de schadevergoeding aan de
experts te voldoen.
Het eerste wat echter in bod kwam
was een spiegel 2000 francs werd geboden.
Onmiddelijk werd de verkoopiug op
geheven.
De Siecle deelt uit de wandelgan
gen der Pransohen Kamer het gerucht
mede, als zoude Ersterhazy tot den mi
nister van oorlog het verzoek gedaan
hebben hem te ontslaan van zijn beroeps
geheim. Dit zou een voorwaarde wezen
voor zijn al dan niet verschijnen voor
het Hof.
De majoor heeft te Parijs zijn intrek
genomen in het gevestigd gesticht der broe
ders van Saint-Jean-de-Dieu,ReuOudinot
de stiptste afzondering te willen leven en
zal niemand ontvaDgen en aan niemand,
wie ook, eenige medeeling doen.
Maandag is Esterhazy door de strafka
mer van het Hof van Cassatie gehoord.
De bladen van den generalen staf, en
ook de ex-minister van oorlog Mereier,
hebben hun best gedaan om van te voren
den volke te beduiden, dat Esterhazy
niets wist en niets bijzonder vertellen
kon. De Dreyfusards zien hierin natuur
lijk het bewijs van de ongerustheid hun
ner tegenstanders. En van zoo'n ongerust
geweten doet wellicht ook de Intran-
sigeant blijken, waar ze schrijft „Wij
weten volstrekt niet wat Esterhazy aan
het Hof zal kunnen vertellen, maar wel
weten we uit stellige bron, dat aan wat
hij vertelt geen beteekenis kan worden
gehecht. Wij zijn op dit punt zeer vol
ledig ingelicht door een hooggeplaatst
militair, die rechtstreeks bij „de zaak"
betrokken is en ons woordelijk dit gezegd
heeft
„De majoor zal slechts de kranten
praatjes kunnen oprakelen, die door hare
overdrijvingen en zoogenaamde onthul
lingen nog beneden de feuilleton-roman
staan. Esterhazy is nooit door den gene
ralen staf gebruikt. Als minister van
oorlog heeft generaal Mereier nooit ge
weten, dat majoor Esterhazy in dienst
der contre-spionage gebruikt werd. Wan
neer deze dus verklaart, zooals hij ge
schreven heeft, dat hij gesprekken heeft
gevoerd met Von Schwarzkoppen, en
hem in het ootje heeft genomen met de
levering van valsche stukken, dan heeft
hij dat slechts als liefhebber en voor
eigen rekening gedaan",
„Generaal Mereier is in zijne verkla
ringen voor het Hof zeer duidelijk ge
weest ten aanzien van de door E3terhazy
gespeelde rol, en heeft ia het bijzonder
getracht te bewijzen dat Esterhazy in
zijne militaire loopbaan de in het borde
rel vermelde stukken niet in handen
gehad kan hebben".
Men zal zich herinneren, dat bet te
gendeel lang geleden reeds werd aange
toond. Enfin, aan de Strafkamer van het
Hof van Cassatie kan veilig worden over
gelaten, om ook dit zaakje uit elkander
te halen en het aandeel van E. in de
„affaire" vast te stellen. Als hij maar
spreken wilde I
RUSLAND.
De Russische minister van marine
heeft op Duitsche werven aanbesteedt
den bouw van een kruiser eerste klas
en van twee torpedobooten. De kruiser
zal meer dan vier millioen roebels kos
ten, en de schepen moeten in het vol
gende jaar klaar zijn. In dat jaar moeten
ook alle pantserichepen en 22 torpedo
booten, waarmee men te Petersburg bezig
is, gereed komen. Bovendien werd nog
besloten tot het onderhanden nemen van
drie nieuwe pantserschepen (van 13000
tons ieder) en nog twee kruisers.
Zou dat alles achter den rug van den
Czaar geschieden
„Leve de ontwapening!" mag men ook
wel roepen, als men leest, dat op de
begrooting, die in 1898 voor het leger
289 millioen roebels en voor de vloot 67
millioen roebels uittrok, voor 1899 gere
kend is op een uitgave van 324 millioen
roebels voor het leger en 83 millioen
voor de vloot. Dat is dus in ronde cijfers
een verschil van 51 millioen
Alweer een moordaanslag. In den nacht van
Zaterdag omstreeks half één uur waren in het
bierhuis van S Metskes te Oud-Charlois de
Zweetsche stuurman G A van het stoomschip