Vrijdag 23 December 1808.
Dertiende Jaargang No. 088,
voor ®t® Kuiil-IIollanflücli® en
Antirevolutionair
Orgaan
Eilanden,
(Eerste Blad
Ï89&
IN HOC SIGN O VINCE S
T BOEKHOVEN.
uitgever:
Alle sliilikeii voor de Ileitis ea Ie bestemd, Advertentiën eis verdere Administratie franc® toe Se aesaileia aan desa Uitgever.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen-
Nieuwjaar swen&chen,
lief fiitiastüeeï Itegee-
ringsbeleid.
Wolkeren der Aarde
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën 10 cent per regel en z/i maal. Reclames 20 cent per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/ï maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
In het nummer van dit blad, het
welk in den morgen van 2 Jannuari
a.s. verschijnt, zullen evenals vorige
jareD,
gebracht aan FAMILIE, VRIEN
DEN en BEGUNSTIGERS, enz.
opgenomen worden, tegen den prijs
van slechts SS CCH$ indien de
advertentie 5 ol minder regels be
draagt, elke regel meer 5 Cents.
T. BOERHOVEN. Uitgever.
De pittige rede, door den heer van
Kempen over 's lands financiën, gehou
den bij de algemeene beraadslaging over
de Begrooting voor 1899, mag, naar wij
meenen, aan onze lezers niet geheel ont
houden worden, ook al moeten wij ons
tot het voornaamste bepalen.
Hoofdstrekking van die rede was de
bestrijding van ons vrijhandelstelsel, ten
einde te geraken tot beperking der ar
moede voortkomende uit werkeloosheid.
Zeker, zeide de heer van Kempen, ik
zie met den Minister van Financiën een
lichtpunt in het toenemen onzer inkom
sten, maar dat toenemen is onzeker en
wat baat het, als de uitgaven tevens zoo
onrustbaiend blijven stijgen, en a's er
vele miüioenen noodig zijn om de sociale
verbeteringen tot stand te brengen, die
de Regeering in uitzicht stelde, en die
zijn niet besctiikbaar. Er worden nu een
tweetal verhoogingen op de accijnen
voorgedragen. Maar moeten nu ook nog
andere nieuwe lasten aan het volk wor
den opgelegd Neen, laat dan liever de
buitenlander eens wat gaan betalen voor
de groote voordeelen.die hij van ons geniet.
Hij toch maakt gebruik van onze water
wegen en andere vervoermiddelen en over
stroomt onze markt met buitenlandsche
artikelen. Daardoor wordt aan onze werk
lieden het brood ontnomen. Om hierin te
voorzien, moet ons tarief van in-, uit- en
doorvoer worden gewijzigd, ja geheel her-
zien. Wel willen wij den buitenlander niet,
gelijk het ons wordt toegedicht in Mr. Pier-
son's „Grondbeginselen der Staathuishoud
kunde", met die gestrengheid weren, dat
de verbruiker zich bepaald het fabrikaat
van zjjne landgenooten moet aanschaffen
Dooh waar de buitenlander onze produc
ten belast, dienen wij evenzoo te hande
len met zijne producten, en die produc
ten niet ten nadeele van het binnenland
te laten instroomen. Groote landen, zoo
als Frankrijk en Duitsehland gaan ons
hierin voor. Zij namen tot hooge invoer
rechten de toevlucht en ze varen er wél
bij. En al is de heer Pierson het met
dezen maatregel niet eens, toch bekende
ook hij in zijn leerboek, dat, invoerrech
ten niet uit ieder oogpunt beschouwd
afkeurenswaardig zijn, omdat de schat
kist moet worden gevuld en invoerrechten
daartoe helpen kunnen, zoodat ten minste
het belasten van den iuvoer van arti
kelen, die in elk geval uit het buiten
land moeten komen bij hem geen over
wegend bezwaar ontmoet.
Is echter protectie het doel, dan zegt
de Minister, ook blijkens zijne Memorie
van Antwoord aan de Kamer, dd. 14
Nov. jl.: Neen, dat kan ik niet overeen
brengen met hetgeen bekend is omtrent
het wezen eu de gevolgen van het inter
nationaal ruilverkeer.
Waarom niet zoo vervolgde de
heer van Kempen. Waarom is eene ver
standige, zaakkundige bescherming van
den nationalen arbeid in strijd met het
internationaal ruilverkeer en zijn gevol
gen Wij meenen integendeel, dat, om
goed te kunnen ruilen met de artikelen
van andere volken, ons eigen werk krach
tige ontwikkeling noodig heett. Nu zegt
de Minister wel„de kracht onzer nij
verheid ligt voor een groot deel in het
goedkoops brood." Maar als nu een nabu
rig Rijk (Duitsehland), dat ruim tienmaal
zoo groot is als het onze, graanrechten heft,
en dus de verbruikers „duur brood" laat
eten, en tevens beschermende reohten
op andere artikelen heft, en zijn aandeel
in het internationaal ruilverkeer gaat
juist sedert de invoering van die beide
krachtig vooruitzóó krachtig zelfs, dat
Engeland, het land van den vrijhandel
er bang van wordt, eilieve waar blijft
dan de theorie van den heer Pierson
Onze industrieelen hebben ook da bui
tenlandsche markten noodig, zegt de Mi
nister, en veel heffing van invoerrechten
zou den uitvoer van menig artikel
storen.
Dit bezwaar zou alleen gelden bij eene
onbesuisde invoering van beschermende
rechten doch wat de zaak zelve betrett,
erkent de Minister dat het kleine Neder
land moet werken voor het buitenland,
en nu wil hij tevens dat kleine land in-
beschermd laten staan tegen het groote
buitenland, dat bovendien de vruohten
van zijn krachtig beschermde nijverheid
vrij op onze markten brengt. De onge
wapende dwerg moet dus strijd voeren
tegeu een geharnasteu reusNeen, de
ernstige belangen van een klein volk
maken het plichtmatig zulk eene theorie
te laten varen. Het feit, dat de oud
president-Minister van Frankrijk, de
heer de Méline, en de President der Ver-
eenigde Staten, de heer Mac Kinly steun
pilaren zijn van de beschermend gezin-
den, geeft geen hoop op algemeene na
volging van ons tegenwoordig stelsel, en
noopt dus tot spoedige verandering van
gedragslijn. Ook de publieke opinie
dringt daartoe. Waardoor, zoo vraagt ons
volk, kunnen duizenden, die thans broo
deloos zijn, weder aan het verdienen
komen Het antwoord luidtdoor te
breken met het doctrinair begrip, dat ons
land reens zooveel schade berokkende.
Duitsehland sloeg reeds twintig jaren den
meer beschermenden weg in, en zie in
plaats dat zijn industrie kwijnt, leest
men in de Engelsehe sonsulaire versla
gen klachten, dat de Duitsche industrie
op kosten dar Engelsehe vooruitschuift.
Terwijl van Engelsehe zijde bericht
wordt, dat de katoenwevers en hande
laars in de meeste gevallen hard moeten
tobben en een kleine duizend weeftoe-
stellen moesten stilstaan, kan de consul-
generaal uit Berlijn getuigen, dat er iu
'96 in alle takken van nijverheid eene
levendige bedrijvigheid heerschte, en dat
het verkeer op de spoorwegen en water
wegen belangrijk toenam. „Deze leven
digheid," zoo schrijft de consul-generaal
uit Berlijn, „in bijna alle takken van
bedrijf, werd eensdeels veroorzaakt door
da groote toeneming van den uitvoer,
anderdeels eu wel voornameljjk door da
gunstige ontwikkeling der welvaart in
Duitsehland zelf. Het oonsumptie-vermo-
gen der bevolking is, dank zij de Staats
zorgen voor de onbemiddelde klasse,
weder zeer vermeerderd en heeft aan
de nijverheid groote arbeidzaamheid ver
schaft."
De verslagen over '97 luiden uit Ber
lijn, en ook uit Parijs (omtrent den Fran-
schen handel) even gunstig.
Nu kunnen wij, wat degelijkheid en prijs
van ons fabrikaat aangaat best Goncuree-
ren met het buitenland de bewijzen zijn
er van maar niet in zoo ongelijke stel
ling ten opzichte van de invoerrechten.
Menige Nederlandsche industrie verplaat
ste zich reeds over de grenzen, omdat zij
iu ons land gedreven wordende, haar
product niet meer in het buitenland kon
invoeren. De productiekosten van die
artikelen worden dus meest in andere
landen verdiend, en onze zonder werk
loopende arbeiders zien zich het werk
kunstmatig ontnemen.
Nu zegt het hoofd van het tegenwoor
dig Ministerie wel, dat protectie geen
werkverschaffing, maar het tegenover
gestelde (werkeloosheid) baart. Maar waar
is die werkeloosheid dan in het veel be
sehermende Duitsehland, waar zooveel
werk is, dat er duizenden werklieden te
kort komen
De Minister van Financiën noemde
verleden jaar in zijne Kamer-rede van
16 Dec. het denkbeeld van beschermende
rechten eene dwaling. Maar zijn wij dan
alleen „wijs" in Holland? En wat zegt
de zoo vrijhandelsgezinde Italiaansche
hoogleeraar Toniolo „Deze internatiale
soiicleriteit (saamhoorigheid), door den
vrijhandel verkregen, heett evenwel hare
grenzen en wel in de ongeschondenheid
van de zelfstandige inrichting van elk
volk, dat niet mag opgaan in een univer
seel bestaan en zoodra het individueel
bestaan of belang van een volk zou be
dreigd worden door den vrijhandel dezen
niet meer als algemeene r igel mag laten
gelden."
Wanneer dus zegt Prof. Toniolo
óf de landbouw, ót de nijverheid, ófwel
beide te gelijk zoo zeer onder den vrij
handel zouden lijden, dat daaruit ernsti
ge nadeelen voor het volk, of een zeer
aanzienlijk deel van het volk zouden ont
staan, dan moet het stelsel van vrijhandel
worden vaarwel gezegd.
Wanneer wij nu zien, hoe ook het volk
dit meer en meer gaat beseffen, dan is
het te verwaohten, dat dit bij de verkie
zingen zijn invloed wel hebben zal. Reeds
van een honderdtal fabrieken en werk
plaatsen werd het bekend, dat zij te
gronde gingen in den laatsten tijd. Waar
om laat dan de oud-hoogleeraar Pierson
zijne doctrinaire denkbeelden over bescher
mende rechten niet varen P „Zeer betwij
fel ik" zoo ging de heer van Kempen
voort of het rechtvaardig of verstandig
is van eene Regeering om zich voor de
klachten van zulk een aanzienlijk deel
des volks doof te houden. Wij echter zul
len niet rusten, zoolang God ons oen
mond geeft om te spreken, voordat onze
Vaderlandsche industrie weer herleeft, De
edele driekleur moge dan onze fabrieken
eu tallooze werkplaatsen sieren, en de vlag
met het opschrift: Vóór alles zijn wij
vrij handelaren wordt dau als verouderd
iu 's Rijks museum weggeborgen."
Dat de positie van den werkman beter
zal worden wanneer er meer werk is,
behoeft geen betoog. Duizenden zijn de
slachtoffers geworden van eene handels
politiek, welke gedurende eene reeks van
jaren heett toegestaan dat de Nederland
sche arbeider werd stilgezet, zonder te
grijpen naar de middelen om die invloe
den te neutraliseeren. Wie weet niet, dat
in Nederland 170 bedeelden zijn op de
1000 inwoners en in Duitsehland slechts
40 en in Frankrjjk slechts 32 en in de
Vereenigde Staten slechts 5 P
En waarom worden sociale hervor
mingen zoo traag ingevoerd Wel, omdat
men geen geld heeft. En waarom heeft
men geen geld P Omdat men liever de
werklieden wil bedeelen dan hun het
werk geven, dat de buitenlanders hun
thans ontnemen.
Thiers kon alleen de tien milliarden
aan Duitsehland betalen, omdat er in
Frankrjjk eene verbruiksbelasting is,
waaronder invoerrechten eene groote
plaats innemen.
Ook de geachte hoogleeraar Quack
zegt over de vruchten onzer staathuis
houdkunde De reden dat zoovelen broo
deloos zijn moet gezocht worden in onze
ongelukkige staathuishoudkunde."
De Minister de Freycinet heeft reeds
in 1876 in de Kamer van Koophandel
te Bordeaux gezegd dat indien de weten
schapons leert, dat de absolute vrijheid van
ruiling de meest gunstige voorwaarde is
voor de economie der voortbrenging,
daarentegen de staatkunde ons vermaant
bestaande toestanden te ontzien en de
nationale onafhankelijkheid te bescher
men, en dat het niet onverschillig is, voor
welk land dan ook, takken van nijverheid
te laten bezwijken, die zonden ontbreken
op het oogenblik dat men die voor onze
verdediging noodig had.".
Nog sterker dan de Freycinet sprak
later Paul üéchanel in de Fransehe
Kamer, toen hij eene rede hield over.
„De doctrinaire vrijhandelstheorie". Die
theorie, zeide hij, is vergruizeld door de
werkelijkheid.
Welaan dan, laat de Nederlandsche
vrijhandelaren door het heffen van een
fiscaal recht de schatkist vullen, en laat
ons de eer door een beschermend recht
de schatkist gevuld te houden.
FRMKRIJS
Yolgens de Aurore is het gerucht, dat
kolonel Picquart heeft geteekend, of voor
nemens zou zijn te teekenen, een ver
zoek om voorloopig in vrijheid te wor
den gesteld, geheel en al onwaar. De
vrienden van den kolonel hebben er
herhaaldelijk op aangedrongen dat hij
een dergelijken stap zou doen, doch hij
weigert ten stelligste aan dezen aan
drang gehoor te geven.
Dus kon de minister van Oorlog naar
waarheid verklaren, dat hij nog geen
verzoek van den overste had ontvan
gen.
De strafkamer van het Hof van Cas
satie heeft zich Donderdag en Vrij
dag bezig gehouden met de atdoeningvan
loopende zaken en dus de Dreyfus-zaak
laten rusteD. Eerstdaags zal zij als ge
tuigen hooreu kapitein Cuiguet, die het
door Henry gemaakte valsche stuk ont
dekte, eu fuit.-kolonel Cordier, die iu
1894 onder-chef was van het 2e bureau
van den generalen staf en na den dood
van kolonel Sandherr de eenige nog in
leven zijnde ooggetuige is van de din
gen, die aan dat bureau hebben plaats
gehad bij het begin der zaak-Dreyfua.
Da inschrijving van de Libre Parole
voor mevr. Henry ten behoeve van haar
proces bedraagt thans 32000 franos. Da
lijst van den iuschrijver beslaat negen
kolom van het blad.
De dagvaarding van commandant Es-
terhazy wegens de zaak met 'zij u neef
Christiaan is veranderd in een bevel tot
inhechtenisneming.
Reeds is een redacteur van de Agence
Nationale bij het Kamerlid Paschal Grous-
set geweest, om hem te vragen wat hij
bedoelde met het diplomatiek incident,
waarop hij in de rumoerige Kamerzit
ting van Maandag zinspeelde.
Paschal Grousset zei dat het gold den
aan den Duissohen Keizer toegeschreven
brief. Deze zaak dagteekent niet van na
het Dreyfas-proces, zooals men later
heeft willen doen gelooven, maar van
het laatst van November 1894, dus on
geveer drie weken voor het proces. Die
brief, vervaardigd door Lemercier-Picard,
werd aan den minister van buitenl. za
ken Hanotaux vertoond, die hem kocht
en terstond aan zijn ambtgenoot Dupuy
en generaal Mercier liet zien.
Deze geloofden, evenals hij, aan de
echtheid van dat stuk; maar nauwelijks
was het in hun handen, of de zaak
werd bekend aan den Duitschen gezant,
die protesteerde. Hij had niet veel moeite
om de valsohheid van den brief aan te
toonen. en bij gemeen overleg werd over
eengekomen, hem als niet bestaande te
beschouwen, zoodat aan niemand dan
ook onttrekking van dat stuk aan het
dossier kon worden verweten.
Maar generaal de Boisdeffre had een
photografischen afdruk van het bewuste
valsche stuk behouden en ondanks da
gesloten overeenkomst bediende hij zich
daarvan bij elke gelegenheid, eerst om
pressie uit te oefenen op do leden vau
den eersten krijgsraad, vervolgens op de
publieke opinie, door het in de wereld
zenden van onthullingen, die herkomstig
waren van zijn kabinetschef Paufftn
de Saint-Morel, en ten slotte op de op
volgers van generaal Mercier aan het
ministerie, door ben te wijzen op het
beweerde staatsgeheim, dat de revisie
onmogelijk maakte.
Die revisie werd echter met den dag
waarschijnlijker, en men moest daarom
afzien van het gebruik maken van het
ultra-geheime stuk, dat overigens niet
kon voorkomen in het officieel dossier
't welk alleen aan luit.-kolonel Picquart
bekend was. Het is toen, na diens ver
trek van het ministerie van oorlog, dat
het nieuwe valsche stuk van Henry ver
vaardigd werd, dat de minister Cavaig-
nae op de tribune voorlas.
Het feit zelf van den aankoop van
den valschen brief des Duitschen Kei
zers en het incident dat daarvan het ge
volg was, is geconstateerd in een proces
verbaal, dat op de Quai d'Orsay wordt
bewaard en waarop het Hof van Cas
satie beslag kan doen leggen.
De gemeenteraad van Algiers heeft
Vrjjdag, na een heftig debat, besloten,
dat de voorzitterstoel onbezet zal blij ven
zoolang de schorsing van burgemeester
Max Régis duurt, en zijn leedwezen over
die schorsing uitgesproken, met betuiging
aan den geschorste van zijne onwrikbare
sympathie en zijn volkomen vertrouwen;
ja meer nog, met de verzekering, dat de
raad zjjne taak overeenkomstig hetre-
publiekeinsch, Franseh en anti-Joodsehe
program zal voortzetten.
Pieizierig vooruitzioht voor de joden
Maar men mag er op rekenen, dat Du
puy zal laten voelen, hoe de sterke arm
van het gouvernement ook tot in de Ko
loniën over zee rjjkf,