Vrijdag 2 December 1898. Dertiende Jaargang No. 685. voor de SEuifl-lIollaiidscIa® eis Zeeuwsehe Eilanden. Antirevo hi lion air Orgaan -Eerste Blad, IN HOC SIGN O VINCE S T BOEKHOVEN. Familieberichten, Dienstboden Alle andere Annonces FEUILLETON. Eene Spookgeschiedenis. uitgever: SOMMESjSMIJM. Alle stokken voos- de 'Redactie bestemd, Advertenties! en verdere Administratie franco toe te eenden aaia den Uifg-ever. Dit nummer bestaat uit twe ebladen- Samenwerking met Home. Blijkbaar heeft het de „Vaderlan der" gehinderd, dat „de Standaard" in de laatste dagen nog eens heeft betoogd geheel op het spoor van Groen van Prinsterer te blijven, wanneer hij samenwerking met de Roomsch-Katholieken aanbeveelt. Nu kan „de Vaderlander" niet uitwisschen, dat de heer Groen ge zegd heeft„Er is tusschen ons en de Roomsch-katholieken tegen het ongeloof eensgezindheid." Niet uitwisschen, dat hij verklaar de „Twee partijen slechts zijn er. de liberale of radicale en de antire volutionaire met tw eeërlei wortel de volkssouvereiniteit en de Souve- reiniteit Gods" (Ned. Ged. V blz, 39 en 229). Niet uitwisschen, dat do groote Duitsche antirevolutionair Stahl schreef, dat de Roomsche kerk „te midden van velerlei dwaling, hoofd waarheden bewaard heeft" dat hij schreef ik heb meer sympathie voor de Katholieken, die goed en bloed voor den Paus veil hebben, dan voor Protestanten die rebellen en roovers tegen hem ophitsen." Evenmin uitwisschen, dat Gruisot (onder betuiging van instemming van Groen) schreef „dat alle christenen onverschillig van welk kerkgenoot schap, zich behooren te vereenigen in 't bestrijden van ongeloof en regee- ringloosheid in beginsel omdat de antirevolutionaire Staatsleer ook de Roomsch-Katholieke is". Het eenige, dat „De Vaderlander" doen kan is, het een en ander er naast te plaatsen, dat de heer Groen ook gezegd heelt, en voorts te wijzen op het slechter worden van de Room sche partij door den invloed der Je- zuiten. Zoo zeide Groen bvb. dat de Room sche kerk „volhardt in anti-evan- gelischen afval". Alsof ook een antirevolutionair woordvoerder den heer Groen als een vriend of geestverwant van de Roomschen had voorgesteld En also! dit ongunstig getuigenis Groen moest beletten te midden eener gemengde natie die „afvallige" roomschen voor samenwerking te verkiezen boven de nog meer afvallige liberalen of „modernen". Aan het slot van het schrijven komt bij „De Vaderlander" echter weer de aap uit de mouw. Dat is u maar te doen om een weinigje „macht", zoo verwijt het blad. Maar is dit dan eene schande Wanneer gij de keuze hebt, tus schen „een weinigje macht" én u te laten dooddrukken door uw grootste tegenstanders, wat is dan uw plicht Ten minste, als gelijk in het hier bedoeld geval dat „weinigje macht" zonder verbloeming der waarheid verkregen kan worden en het onder gum van de eigen partij slechts den zegepraal van het ongeloof ten ge volge heeft, dunkt ons de keuze niet twijfelachtig of moeielijk. Joodsche scholen. De omstandigheden leiden er toe, dat de schoolzaak in ons land weer bijzonder op den voorgrond komt. Niet alleen door het leerplicht- ontwerp, maar ook door het klagen over de al te revolutionaire levens-, beschouwingen van sommige onder wijzers. Die klachten komen nu zelfs van eene zijde, waarvan de liberalen het allerminst hebben verwacht. Niemand minder dan de Amster- damsche opperrabbijn Dr. Dünner heeft eene oproeping gedaan om zoo spoedig mogelijk afzonderlijke joodsche scholen op te richten, om dat hij er groot gevaar in ziet, de kinderen nog langer te laten onder de leiding van z.g. „neutrale" on derwijzers, die niet alleen in gods dienstige gevoelens, maar thans ook wegens hun socialistische en neo- Malthusiaansche neigingen, op zede lijk gebied ver van de joodsche leer afwijken. Natuurlijk beschuldigt de joodsche schriftgeleerde niet alle openbare onderwijzers, maar wel beweert hij, dat het gebleken is, dat er onder wijzers zijn, die hun verkeerde be grippen van het leven moeielijk kunnen inbonden, en in elk geval dat de geest des tijds niet kan na laten ook aan het joodsche geloot schade te doen. Dergelijke uitlatingen van Dr. Dünner hebben heel wat beweging in het liberale kamp teweeg gebracht. HandelsbladNieuwe Rotlerdamsche, Arnhemsche en andere liberalen orga nen vragen nu verbaasd hoe is het mogelijk Waar komt zulk een opperrabbijn toe Noem ons de fei ten Wat is er toch gebeurd Zijn onze scholen dan niet „neutraal Geen wonder, dat men is opge schrikt. Want dat die bekrompen „clericalen" niets op hebben met de godsdienstlooze school, nu ja, dat weet men reeds lang, dat is zulk een oude questie, dat men er niet meer naar luistert. Maar dat uit den kring der Joden die sedert vele jaren een grooten steun waren voor de liberalen, zoo wel bij de pers als bij de stembus, dat er uit dien kring thans getuigd wordt„het gaat niet langer, er komen onder u leeringen op, waaraan wij ons nakroost niet durven wa gen," zie dat treft voor het oogenblik dieper. En nu kan men wel vragen en vraagt men ook werkelijk aan Dr. Dünner of hij eens zijne beschuldi gingen wil bewijzenen of hij eens wil aantoonen dat het onderwijs van socialistisch en rueuw-Malthusiaansch gezinde onderwijzers niet neutraal kan zijn, maar met zulke vragen zal men toch niet alles sussen. Wie onpartijdig over de quaestie nadenkt, begrijpt best, dat de onder wijzer buiten en de onderwijzer in de school niet twee zijn maar één en Dr. Dünner zal dit. zoo noodig, ook wel nader uiteenzetten. Men zou geen opperrabbijn voor moeten hebben, om zich zoo gemakke lijk van een nieuwen bestrijder af te maken. Ons aangaande, wij willen even min als Dr. D. de goede openbare onderwijzers te na spreken. Wij ge- looven ook gaarne dat nog velen onder hen diep afkeerig zijn van het socialisme en de verkrachting van het huwelijksleven. Maar nu som migen er andeïs over denken en driestweg hun gevoelens publiceeren in de onderwijzerswereld, nu achten wij het zeer nnttig, dat van alle kanten de oogen open gaan voor hetgeen hiermee samenhangt. Toen men met de „neutrale" school alleen onze Kerk ging opbre ken, trokken de Joden het zich niet aan, dit spreekt vanzelf. Nu men terecht vreest, dat ook de maatschappij en het huisgezin er door geruïneerd zullen worden, toonen ook de Joden, toont althans Dr. D., dat men van die zijde niet alles lijdelijk zal aanzien, maar het eigen kroost wil beschutten tegen den steeds verder zuigenden stroom. Dit muisje kan een staart krijgen. Volkeren der Aarde. {Wordt vervolgd.) Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Voor alsmede aanvragen of aanbiedingen van en voorts die bestemd zijn voor een groot betrouw baar publiek, worden de advertentieko lommen van dit blad,dat door het gansohe land verspreid is, ten zeerste aanbevolen. Men zie de uiterst billijke conditiën, aan 't hoofd vermeld. TotDonderdagmorgen worden ad vertentiën voor bet eerstvolgend No. aangenomen. IB.lüIiRMH. Groot i3 de agitatie ia Frankaijk naar aanleiding van de zaak-Picquart. Won derlijk, over Dreytus spreektmen haast niet meer. Zijn affaire loopt goed, zoo denkt men zekermaar nu wil de militaire partij haar wraak over den gang van zaken koelen aan den heldhafiigen over ste. Dat is overduidelijk, en daartegen gaat het protest van vele hoog- en laagge plaatste vaderlanders uit. Binnen 48 uur EEN DORPSVERHAAL. 6) Eu het wvs een spook, ging zij op een toon vol overtuiging voort, er niet op let tende, hoe de predikant en zijne vrouw beiden een afkeurende beweging maakten. „Het kan onmogelijk, iets anders dan een spook geweest zijn," hield Janna vol. „of... of... haar stem daalde tot een geheimzinnig gefluister, als durf de zij het woord niet uitspreken de duivel zelt. „Janna, houd op met zulken mallen en tegelijk zondigen praat," riep nu de predikant op gebiedenden toon uit. Maar Janna kon in deze oogenblikken niet zwijgen. Dominee Van der Bijl had haar met dezeltde vlucht kunnen bevelen om geen adem meer te halen. Zij lette heel eenvoudig niet op zijne woorden en verkeerde als in eene andere wereld. Daarom ging zij op denzelfden gejaagden toon voort: „Wat wil een levend Chris- tenmensch in den Oudejaarsnacht vlak bij twaalven op het kerkhof doen Ik heb zelf zijn ketting hooren rammelen en hem met zijne hoornen tegen de kerk deur hooren stooten, zoo waar als ik hier Jevend vóór u sta, en de klok straks twaalt heeft geslagen. En" bij dit laatste woord begon de arme Janna weer te trillen en te sidderen als een essen- blad, dat door den wind bewogen wordt, „enhet is trouwens geen wonder dat het hier spookt. Op het kerkhof, in den hoek, vlak tegenover mijn keuken, he'oben zij verleden jaar zij moesten zich schamen eenen zelfmoordenaar be graven. Het was altijd een goddelooze vent geweest; en het einde was, dat hij zich in de hanebalken van zijn boerderij ophing. Ja, zij hebben hem daar begraven, in dat hoekje bij de heg, geen zes stap pen van mijn keukenraam. Ik heb het gisteren nog hooren vertellen. Marrigje Moesveld wees mij nauwkeurig de plaats aan. Ik wou maar, dat zij het gelaten had, want thans is mijn besluit zoo vast als een muur ik ga hier vandaan. Aan de stilte was ik langzamerhand wat ge woon geraakt, maar spokenen vlak bij een zelfmoordenaar eiken avond te moeten zitten bij eenen zelfmoorde naar, die visites van den booze krijgt, daar bedank ik hartelijk voor, daar ben ik gelukkig niet bij grootgebracht." Janna's vrees dreigde in toorn te zul len overgaan. Hoewel de predikant en zijn vrouw natuurlijk die vrees voor spo ken in het minst niet deelden, zoo moest het beiden tooh wel wonderlijk toeschij nen, dat alles buiten zoo rustig bleef. Niet langer dan vjjf minuten achter el- kander hadden zij het schrikaanjagend geluid gehoord, even alsof een paar man nen het kerkpad heen en weer hadden geloopen, maar daarna niets meer. In brekers of dieven zouden zich niet verge noegd hebben met het kerkpad op en aeer te loopen, tegen de kerkdeur te bonzen, en met een ketting te rammelen, en dan langs denzelfdan weg weer terug te keeren neen, dat was niet aan te ne men. Opdat zij den ganschen nacht niet in ongerustheid en in onzekerheid zouden verkeeren, oordeelde Ferdinand het nood zakelijk om het huis en den tuin, als mede het kerkpad en het kerkhof aan een grondig onderzoek te onderwerpen, hetgeen gemakkelijk kon geschieden, daar het lichte maan was. Ook mevrouw Van der Bjl oordeelde, dat dit het wijste en het veiligste was maar Janna sloeg hare armen in de hoogte en bezwoer het echtpaar met al de over redingskracht, die haar ten dienste stond, om zulk een roekelooze daad toch niet te ondernemen. De jonge predikant was echter vast besloten. „Dien God bewaart is wél be waard," sprak hij, en al ware de duivel in levenden lijve in den tuin of op het kerkhof, hetgeen niet mogelijk is, dan zou ik hem nog in de kracht Gods te gemoet durven gaan. Ik ben wel geen Luther, die verklaarde naar Worms te zullen gaan, om voor den Keizer te ver schijnen, al waren daar zoo vele duive len als pannen op de daken, maar iets van dien held bezit ik toch wel." Zijn kalme geloot3taal bleef niet zonder uitwerking. Zijn vrouw kreeg hare kalmte weder, eu zelfs Janna staarde niet zoo verwilderd meer rond en liet hare armen zakken. „Ik wil best alleen den tuin ingaan en de kerk rondloopen," sprak de pre dikant, „maar dan moet gjj beiden achter in de schuur gaan staan, want daar hebt gij het oog op het hek van den tuin en op het grootste gedeelte van het kerk pad dan kunt gij zien of er iemand wegvlucht, hetgeen op mijn nadering al licht gebeuren kan." Doch mevrouw Van der Bijl wilde er niet van hooren, dat haar man geheel alleen dien gevaarlijken tocht zou onder nemen. Hoewel het denkbeeld alléén haar onwillekeurig huiveren deed,zoo gaf zij toch haar verlangen te kennen om met hem mede te gaan. Janna zou dan maar alléén op den uitkijk moeten staan. Maar nu werd Janna opnieuw onhan delbaar van angst. Zij kon wel een toon beeld genoemd worden van de verschrik kelijkste wanhoop. Haar tanden klapper den tegen elkander, en hare oogen draai den woest in de ronde, toen zij smeekend uitriep„Dat nooit; neen, dót nooit, mijn lieve mevrouwtje I Heb tooh mede* lijden met mij. Zoud gij mij geheel alleen in huis willen laten Ach neen dos dat niet 1 O, als het spook eens naar mj toe kwam? Gij zoudt mij dood terugvinden, zoo waar als ik hier stadat overleefde ik niet. Och laat mij dan maar liever met den dominee medegaanalles nog liever dan alleen in huis te blijven." Het koude angstzweet parelde haar op het voorhoofd. De predikant en zijne vrouw zagen wel, dat geene woorden uitwerking op de arme meid zouden hebben en dat het daarom in de gegeven omstandigheden het beste zou zijn, om maar aan Janna's verzoek te voldoen. „Wees nu gauw stil JannaIk zal wel alleen in huis blijven," sprak de predikantsvrouw, zoo kalm als zij kon. Haar echtgenoot richtte zich onderwijl naar de deur en liet een gebiedend „Kom dan terstond meo, Janna hooren. Allen verlieten daarop het woonvertrek. Betsy vatte post bij het kleine raam in de schuur, welke uitzicht gaf op het hek en het kerkpad en de predikant ging in gezelschap van de bevende dienst bode zoo zachtjes mogelijk op verkenning uit, nadat hij zijne vrouw aangeraden had, om de deur op slot te houden, tot dat hij weer terug zou zijn.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1898 | | pagina 1