Eerst zette Dr. Bavinck in zijn in
leidend woord uiteen hoe noodzakelijk
en doelmatig het is om het streven de
zer eeuw, de emancipatie, de losma
king van den band tussehen den
schepper en het schepsel, met weten
schappelijke wapenen te bekampen.
Daarna onderwierp Mr. Fabius de
beslissing van den Hoogen Raad. dat
de doctorale graad der Vrije Univer
siteit geen bevoegdheid geeft, zich te
doen inschrijven als advocaat, aan
eene breede critiek. In het laatste half
uur besprak Dr. Kuyper de hooge
wenschelijkheid om zooveel mogelijk
er op aan te werken, dat studenten
van bijzonderen aanleg geldelijker
steun krijgen om door te studeeren,
ook nadat zij hun gewonen graad heb.
ben gekregen, ten einde later niet al
te zeer verlegen te geraken wanneer
de thans fungeerende hoogleeraren
door ouderdom, ziekte of dood eens
wegvallen.
Bij gelegenheid hopen wij op deze
onderwerpen terug te komen.
Thans nog slechts een paar be
scheiden opmerkingen.
De vergadering zou volgens de
agenda beginnen precies om 9 uur.
En het duurde tot kwart vóór tien eer
het tikken van den presidentshamer
werd gehoord. Dit is o. i. niet goed.
Zij die zich moeite en reiskosten
getroosten om reeds vroeg op eene
ver verwijderde vergaderplaats te zijn,
hebben er aanspraak op, dat het be
stuur zich dan ook aan het uur van
oproeping houdt, en dat de aanwezi
gen niet tot vervelens toe zitten te
wachten.
Onze tweede opmerking is, dat
sommige toespraken te lang zijn, en
dat daardoor de discussie wordt afge
sneden en het samenzijn te lang duurt.
Prof. Fabius b. v. sprak ongeveer een
uur, en de geheele morgen vergade
ring hield aan van negen uur tot half
twee, dat is vier en een half uur, zon
der pauze. Dat is van de hoorders in
een besloten lokaliteit op een zomer-
schen dag te veel gevergd.
Een referaat ter inleiding van het
een of ander punt van het agendum
behoeft dunkt ons niet langer dan 20
minuten te duren en het samenzijn
vóór de pauze kan dan in twee en een
half drie uren afloopen.
<6iememgil Nieuws.
Plaatselijk .1 ie a ms.
Teleyram men.
VOLkËREN OER A1HÖ15.
Nog in een gedeelte onzer oplage kon
den we j.l. week melden dat Esterhazy
met zijn „dame" Pays en Piquart ge
vangen zijn genomen. Dat dit de gemoe
deren in beweging heeft gebracht in heel
Frankrjjk. laat zich begrijpen.
De Kamer ia met eenige bewegelijk
heid uiteengegaan. Toen Sarrien het slui
tingsdecreet voorlas, waren juist de in
hechtenisneming van Picquart en Ea
terhazy bekend geworden, en men vond
dat bij deze arrestaties een paar inter
pellaties behoorden. Men begon zijn hart
dan ook te luchten, doch Sarrien las on
der het tumult door, de bel van den
voorzitter overklingelde het geluid van
eenige afgevaardigden, en met een Leve
de Republiekontvingen de heeren va-
cantie. Ze bleven nog wat tumult ma
ken, doch dat was particuliere liefheb
berij, en daaraan behoefde zich dus nie
mand te storen.
Intusschen heeft de Dreyfus-zaak in
Frankrijk zjjn vroegere afmetingen reeds
terug alles is er van vervuld en de beide
heeren die achter slot zijn gebracht, kun
nen zich verzekerd houden, dat de be
schaafde wereld zich levendig met hen
bezighoudt.
Men weet dat Esterhazy is opgepakt
wegens valschheid in geschrifte de ver
volging is waarschijnlijk door de vorige
regeering tegengehouden, doch zal thana
doorgaan. Men verhaalt in de Parijsche
bladen dat Esterhazy nog al spoedig zijn
kalmte terugkreeg.
Ook Picquart heeft zijn kalmte niet
verloren. Toen hij in het kabinet vati
den rechter van instructie verscheen, werd
hem gevraagd of hij wenschteondervraagd
te worden zonder dat hij kennis had van
het dossier. Toen Picquart dit weigerde
zei de Rechter „dan moet ik U gevangen
nemen". Zooals ge wilt!" antwoordde
Picquart.
Naar de gevangenis overgebracht moet
bij gezegd hebben: „De tijd van de ver
volgingen zal weldra uit zijn. Het zou
tot niets dienen om zich te verzetten. Wij
moeten de gebeurtenissen in alle kalmte
afwachten. Men zal binnenkort weten,
wie ongelijk heeft gehad en wie gelijk."
Het comité ter bescherming van de
rechten van den mensch en van den
•burger, heeft zich nu met een oproep tot
het Fransche volk gewend, waarin het zijn
verontwaardiging uit over de wetschen-
ais, tegen Picquard gepleegd. Dat bladen
als de Aurore zich in het belang van
Picquard roeren, begrijpt men levendig.
De Siècle heeft reeds een fr. 6000 bij el
kaar getrommeld om de brieven, door
Piquard en Mr. Demange aan de Regee
ring geschreven, te doen aanplakken
naast de redevoering van Cavaignac, ook
al wil Mr. Demange van die aanplakking
niet weten.
Zoo is alles weer in rep en roer. Pret
tige omstandigheden waaronder Maandag
a.s. het proces-Zola voor het hof van Ver
sailles begint. Niet minder dan 84 getui
gen zijn gedagvaard of zullen het worden.
Dat onder deze omstandigheden de ver
dedigers van een revisie nieuwen moed
ontvangen, is te begrijpen.
De Grieksche oorlogschatting is thans
geheel afbetaald, doch de ITurlkeu
zijn daardoor niet rijker geworden. Het is
als met de koeien uit Pharaö's droom.
Met het oog op dit geldgebrek ver
keert men in eenige moeilijkheid met den
minister van oorlog, die namelijk ontslag
heeft gevraagd, omdat men voor de drin
gendste behoeften van het leger geen geld
beschikbaar heeft. In de kas is geen geld
de nieuwe regeling, door de commissie
tot reorganisatie van de financiën inge
steld, maakt het niet beter. Volgens die
regeling toch zorgen de provinciën eerst
voor wat zij noodig hebben, en zenden,
wat dan nog beschikbaar is, naar Kon-
stantinopel. Daar vloeit, zooals men den
ken kan, dan ten slotte niet zeer veel
heen.
De minister van oorlog kan echter
niet zonder geld en vroeg dus ontslag.
Ten paleize doet men alles om hem te
behouden.
De voorloopige regeering naar het plan
der mogendheden zal eindelijk op Kreta
worden ingevoerd. Naar luid van mede-
deelingen van den Britschen onderstaats
secretaris van buitenlandsche zaken Cur-
zon in het lagerhuis zijn Engeland, Frank
rijk, Italië en Rusland het daarover
eens. Aan Duitschland en Oostenrijk, die
wel hun troepen van Kreta hebben te-
roggetrokken, maar daarom nog niet uit
het Europeesch concert zijn getreden, is
van het plan mededeeling gedaan. De
Porte heeft tegen de instelling van een
voorloopige regeering geprotesteerd. Het
is den heer Curzon niet bekent dat dien
tengevolge eenige actie noodig zou zijn.
Het plan der mogendheden wordt intus
schen ten uitvoer gelegd.
In lftcneana.irk.cii wordt druk
gesproken over een geval van grond-
speculatie dat der Regeering op 50.000
kronen is komen te staan.
De stad Kopenhagen, die nu reeds een
vijfde deel van de bevolking van het ge
heele land herbergt, breidt zich zeer snel
uit en daarom had de Gemeenteraad be
sloten groote stukken land in den om
trek der stad aan te koopen, ten einde
de regeling der nieuwe wijken in de
hand te hebben. Om daarbij niet in do
handen van speculanten te vallen, wer
den de plannen streng geheim gehouden
en eerst nadat de koop gesloten was,
vernam men den naam van den koo-
per.
Kortelings had het stadsbestuur we
der een paar honderd hectaren grond ten
Noorden van Kopenhagen aangekocht,
maar nu is gebleken dat zij het terrein
50.000 kronen te duur heeft betaald.
Een bekend speculant en makelaar had,
naar men zegt, door een onvoorzichtig
woord van een geacht rechtsgeleerde, van
de zaak lucht gekregen en daar hij juist
op een aanbeveling van een zijner vrien
den, een Gemeenteraadslid, met den
aankoop werd belast, maakte hij er ge
bruik van. Hij stelde zich in verbinding
met een consortium van speculanten dat
onverwijld den bewusten grond kocht en
tegen 50.000 kronen boven de waarde
aan de gemeente overdeed. De oneerlijke
makelaar ontving voor zijn aanwijzing
tien percent van de winst.
De zaak is in handen van de justitie.
De Oor!og\
Zoo als men weet, is Santiago in handen der
Amerikanen, en is deze stad Zondag door de
Spanjaarden ontruimd. En nu, onder de Ame-
rikaansche vlag, te Santiago geheschen, kan
men voorloopig beschouwingen over den oorlog
en gissingen omtrent den vrede maken.
Reeds zag men het vredes-zonnetje schitte
ren en verblijdde zich menigeen over het
vooruitzicht, dat aan den pijnlijken strijd tus
sehen Amerika en Spanje weldra een einde
komen zou. Doch helaas, het schijnt niet aldus
te zullen zijn. Wel wappert de Amerikaansche
vlag van de torens van Santiago, maar de
vredeberichten houden niet aan, en wat de
telegraaf ons heden brengt is niet veel anders
dan oorlogsnieuws.
Doch verhalen we de feiten.
De Amerikanen zijn dan nu Santiago bin
nengerukt en hebben met eenige plechtigheid
van de stad bezit genomen.
Generaal Shafter, zijn divisie- en brigade
commandanten en zijne generale staf waren
begeleid door cavaleriegeneraal Toral en
zijn generale staf door honderd uitgelezen sol
daten. Er werd met de trompet een groet ge
wisseld. Toral gaf aan Shafter zijn degen over,
doch Shafter gaf hem den degen terug. Ame
rikaansche troepen, voor de verschansingen in
eene linie opgesteld, woonden deze plechtigheid
bij. Daarna reed Shafter met zijn geleide en
Toral door de stad, om haar in den vorm
in bezit te nemen. Dit gebeurde 's middags op
het paleis van den gouverneur, in tegenwoor
digheid van tienduizend personen. Na de plech
tigheid werd de Amerikaansche vlag geheschen
Amerikaansche volksliederen werden door de
stafmuziek gespeeld en van het kasteel wer
den uit de kanonnen saluutschoten afgevuurd.
Daarna keerde Shafter naar zijn legerkamp
terug, de stad achterlatend aan de hoede van
den gemeenteraad onder leiding van generaal
Mc Kibben, die tot tijdelijken bevelhebber be
noemd is. Twee regimenten Amerikaansche
infanterie blijven in de stad om de rust te
bewaren.
Aan de zeezijde is men begonnen met het
veilig maken van de baai van Santiago, en
reeds is het hospitaalschip de stad genaderd.
De schepen van de vloot zullen nu weldra
volgen.
De Spaansche troepen hebben de stad ver
laten en kampeeren buiten de Amerikaansche
liniën.
Intusschen, de verovering van Santiago
schijnt niet tot den vrede te zullen leiden, en
te Washington betwijfelt men dan ook, of
men aan een spoedig sluiten van den vrede
toe is. Een bezwaar zit allereerst in de vredes
voorwaarden, en al moet Mc. Kinley persoonlijk
geneigd zijn zich met zeer weinig te vergenoe
gen, de president heeft rekening te houden
met de eischen der Jingo's, en die beteekenen
in de republiek nog al iets. Zij dringen er op aan
dat Amerika al het veroverde behouden zal.
Daarbij komt dat men in Spanje nog wel
over vrede spreekt, maar die vrede moet „waar
dig" zijn, een zeer rekbaar begrip, gerekend
met den nationalen trots van het Spaansche
volk. Meer vragen dan den afstand van Cuba;
zoo sprak een van de Spaansche ministers
dezer dagen, zou voor Spanje met zelfmoord
gelijk staanen men' kan vrij zeker zijn dat
meer gevraagd worden zal.
De Carlisten willen geen duim grond aan
den vijand afstaan en bereiden zich voor tot
het doen van stappen. Men vreest zeer dat
van daag of morgen ernstige botsingen zullen
uitbreken.
Komt de Amerikaansche vloot op de Spaan
sche kust, het, eskader van Camara zal haar
niet tegenhouden, het moet slechts twee bruik
bare schepen tellende rest moet niet veel
beduiden.
De Spaansche Regeering beschikt over 200,000
man troepen en hoopt daarmee het binnenland
onder bedwang te houden, en dat zal ook wel
gaan, als tenminste de buitenlandsche vijand
niet voor de havens der Spaansche kuststeden,
verschijnt. En daar is inderdaad een ige kans op
Men seint namelijk uit Washington van 18 Juli
Ondanks de overgave van Santiago gelooft
men hier dat het tot stand komen van den
vrede verder verwijderd is dan ooit. Er is door
geen enkelen vertegenwoordiger van een der
mogendheden ook maar een stap gedaan op den
weg der bemiddeling.
Een lid van den ministerraad verklaarde he
den, dat de meest wonderlijke kant van den toe
stand is, dat Spanje de grootheid van zijn onge
lukken niet schijnt te beseffen. De Vereenigde
Staten kunnen dus niets doen dan den oorlog
met kracht voortzetten. Dit verklaart de bevelen
die gegeven zijn om de toebereidselen tot het
vertrek van Watsons eskader en van de expedi
tie naar Portorico te verhaasten.
Na den ministerraad van heden verklaarde
president Mc. Kinley, naar men verzekert, dat de
regeering niets had ontvangen van Spanje met
betrekktng tot het vraagstuk van den vrede. De
regeering verwacht geen opening van vredeson
derhandelingen voordat Havana gevallen is.
Doch de strijd tegen Havana zal pas in den
herfst worden aangebonden, wanneer het kli
maat beter is. Wordt inmiddels de blokkade
voor Havana strenger de Amerikanen hebben
nu schepen genoeg beschikbaar dan zal Blan
co het moeilijk genoeg kunnen krijgen en wel
wat water in zijn wijn gaan doen.
In Manilla zal het misschien ook weldra tot
een bloedig treffen komen.
Naar gemeld wordt, heeft de generaal der op
standelingen, Aguinaldo, twee parlementairs ge
zonden aan den commandant der stad, generaal
Augusti, om hem te vragen zich over te geven,
daar 50.000 opstandelingen om de stad staan,
gereed haar stormenderhand te nemen, en Span
je geen versterkingen kan zenden.
Augusti antwoordde dat hij tot het einde zou
strijden, zij het ook zonder hoop.
Aguinaldo vindt het uiterst moeilijk, zich van
Manilla meester te maken, wegens de fortifica
tiën. De Amerikanen wachten, totdat al hun ver
sterkingen zijn aangekomen, en zullen waar
schijnlijk de operatiën niet vóór September be
ginnen, na het regenseizoen en de groote hitte.
Manilla heeft gebrek aan meel, maar is voor
verscheiden maanden voorzien van rijst en
vleesch.
Het ziet er daar dus evenmin rooskleurig uit,
als elders op het oorlogsterrein.
Onder de Amerikaansche troepen op Guba
kwamen dusver 300 gevallen van gele koorts
voor, het aantal sterfgevallen moet niet zijn op
gegeven. Men houde in het oog, dat dit optreden
van de ziekte nog slechts zwak is. Naar deskun
digen mededeelen bestaat er gevaar voor sterke
toeneming.
Het eskader van Watson zou, zoo luiden de
berichten, het einde van deze week naar Spanje
vertrekken; laat ons hopen dat Sagasta vóór
dien tijd te Washington heeft aangeklopt.
HET VERBAAN VAN DE BOURGOGNE.
De „Neue Freie Presse" bevat een uitvoerig
verhaal van een Oostenrijker, Fricdrieh Heuschel
die in den nacht van 3 op 4 Juli als kwartier
meester op de „Bourgogne" dienst had on dio
de berichten omtrent het lage gedrag van de
matrozen dor „Bourgogne" ten volle bevestigd.
Aan dat verhaal ontleonen wij het volgende:
Het ongeluk moet niet om 5 uur, maar on
geveer half 2 of 3 uur 's nachts gebeurd zijn.
Ik had de waoht aan stuurboord en stond tegen
den mast geleund het was een dichte nevel en
men hoorde, niets dan om de vijf minuten het
geluid van den misthoorn. Wij voeren ia Noord
oostelijke richting, met vollen wind aohter en
hadden een snelheid van 13 zeemijlen in het
uur. Kapitein Deloucle was om 1 uur op dek
gekomen, omdat hot bij Sable Island gevaarlijk
is wegens de vele zandbanken. Eensklaps riep
de uitkijk: „Zeil aan stuurboord". Kapitein De-
loncle gaf bevel om uit te wijken, maar het was
te laat. Het vreemde schip liep midden op ons
af; een vreoselijk gekraak volgde.
Kapitein Deloucle was door schrik zoodanig
verlamd, dat hij vergat op een eleotrischen knop
te drukken, die zich op de commandobrug be
vond en waardoor do waterdichte schotten kon
den gesloten worden. Hij riep aldoor Mon llieu
M011 üieu tout e^.t perdu Een vreoselijk ge
gil volgde dadelijk op den schok. Het water
stortte door hot gat van tien vierkante meter
als ean vloed naar binnen het graan, waar
mede het schip geladen was, dronk het gretig
in en droeg zoo bij tot don snellen ondergang.
Na den schok was de „Bourgogno" op haar
bakboordzijde gaan liggen, zoo steil dat het dok
bijna vertikaal en ten deelo reeds dadelijk on
der water stond, zoodat velen waaronder ver-
soheidouij kinderen van Italiaanscho landverhui
zers, vielen 01) verdronken.
Om de vier booten, die aan bakboord hingen
ontstond nu een vreoselijk gevecht. Matrozen
klommen in een der in do davids hangende
booten, iemand icupte één der touwen door eu
allen violen in zee. Daarop word het tweede
touw gekapt, matrozen stortten zich in do boot.
Het akeligo tooneel van do vechtende menigte
werd spookachtig verlicht door een in de keu
ken ontstanen brandhot vuur was daar uit
het fornuis gevallen en had opgestapeld rijshout
in brand gestoken. In alle talen hoorde men om
hulp roepen en vloekenangstgeschreeuw en
kreten van woede uitten de passagiers die van
de booten werden afgehoudon. De Italianen sta
ken met messen. De booten, die op 30 personen
berekend waren, droegen er 70 en dezo zaten
en lagen op en over elkander, elk gereed dengene
over boord te werpen die hem verhinderen zou
het eigen lijf voor den dood te bergen. Ileddir.g-
gordels waren voor het meerendeel onbruik
baar. Midden in den chaos stond een groep van
drie Poolsche joden, die met de bidmantels ovor
het hoofd geslagen, den dood afwachtten.
Heuschel sprong overboord en greep den rand
van een reddingboot. Mon sloeg hem met een
roeispaan op het hoofd en op den schouder die
ontwricht werd, maar een Italiaan, dien hij :n
het Italiaansch toesprak, trok hem erin. Hij had
zijn mes getrokken en nu liet men hem met
rust. Terwijl de „Bourgogne" in de diepte ver
dween, begonnen de matrozen in de reddingboot
een vaatje rum uit te drinken. Heuschel en an
deren wierpen dit, na een worsteling, in zee
en maakten zich meester van de verdere pro
viand gezouten vleesoh. een vaatje water en
scheepscbuit.
Twaalf uren zwierf het bootje op zog rond;
toen werden de schipbreukelingen door de „Cro
martyshire" opgenomen, waar reeds andore dren
kelingen aan boord waren. Er moest voortdu
rend gepompt worden.
Heuschel deelde ten slotte mee, dat de be
manning van de „Bourgogne" hoofdzakelijk uit
Coroicauen bestond en dat de tucht aan boord
alles te wensohen overliet. De „Bourgogne"
had slechts één schroef. Reddinggordels ontbra
ken boven de meeste kooien. De proviand, die
volgens reglement in de reddingbooten klaar
lag, bestond in bedorven beschuit en oud wa
ter. Van oefeningen met het neerlaten der red
dingbooten was nooit sprake geweest.
Een hevige vechtpartij.
Zaterdag omstreeks elf uur ontstond te Rot
terdam in de tapperij van L. aan de Zaagmo
lenstraat twist tussehen len tapper en een zij
ner tamieleden, een man van omstreeks 25 jaar,
II. genaamd. Van woorden kwam hot totdaden,
er ontstond eon vechtpartij, waarin L. door H.
mishandold werd. De vrouw en de zoon vanL.
benevens twee vrouwelijke familieleden, die cp
dat oogenblik daar in huis waren, wierpen H.
de deur uit en gaven hem daarop buiten een
flink pak slaag.
Toen het H. eindelijk gelukte los te rukken,
suelde hij weg met de bedreiging, dat hij wel
een paar vrienden zou gaan roepen en dat zij
dan terug zouden komen om den heelen boel
stuk te slaan. De politie werd van deze be
dreiging in kennis gesteld en toen H. met eeni
ge mannen van zijn leeftijd naar de Zaagmolen
straat terugkeerde, ontmoette hij op den hoek
van die straat eu den Zwaanhals eenige agenten.
Zij keerden onmiddelijk terug, maar niettemin
vatteu de agenten een der mannen aan, J. ge
naamd, een zwager van H., dien zij, waarschijn
lijk in de veronderstelling dat het H. zelf was,
wilden arresteeren. J. verzette zieh hiertegen en
riep zijn kameraden te hulp, die terstond om-
keeideu en op de agenten aanvielen. De politie
floot om assistentie, waarop meerdere agenten
toeschoten, zoodat zij nu zeven man sterk was.
Evenwel zagen H. en zijn kameraads niet vau
hun voornemen af, om J. te ontzetten en zij
sloegen zoo geducht op de agenten in, dat de
zen don hartsvanger moesten trekken. De man
nen rukten daarop latten van een hok langs
den weg en vielen daarmee op de agenten aan.
Een agent-majoor werd zoodanig geslagen, dat
hij buiten dienst gesteld is moeten worden en in
het gevecht werden der politie een helm en een
sabel ontrukt, die later op den postin do Zwart-
janstraat zijn terugbezorgd. Ten slotte geraakte
de politie zoozeer in het nauw, dat zij twee
revolverschoten in do lucht afvuurde en op deze
waarschuwing sloegen de aanvallers op de vlucht.
De agenten hadden in al het tumult hun arres
tant vastgehoudou, doch deze was zoo toegeta-
kelt, dat hij naar den politiepost in do Zwart-
janstraat moest gedragen worden, waar hij in
bewaring is gesteld. Het was halfdrie eer de
orde in den Zwaanshals was hersteld.
-- Een trouw beest. Toen Maandag
morgen een schipper met zijn aakschip
door de Zuid-Willemsvaart voer, waarop
zijn 21-jarige dochter het roer bestuurde,
werd hij opeens besprongen door zijn
hondje, dat een akelig gekef aanhief.
De sohipper zag om en miste zijn
kind. Gelukkig was het nog tijd om het
meisje, dat reeds gezonken was, te redden.
Toen zij aan boord gebracht was, bleef
het trouwe dier gestadig in hare nabij
heid.
Het meisje kreeg spoedig het bewust-
zjjn terug.
Ongeval. Zaterdagavond was op de
schietbaan te Delft een kist achterge
bleven met eenig vuurwerk, die Zondag
door eenige jongens werd gevonden.
Fluks werd daaruit een donderbus ge
nomen en met een sigaar ontstoken. Het
voorwerp sloeg uiteen en trof het aan
gezicht van den 11 -jarigen M., die daar
door aan de oogen gekwetst werd. Ook
zijn 7-jarig zusje bekwam eenige brand
wonden in het aangezicht.
Nobel. Tijdeus de harddraverij te
Sappemeer werd door iemand een vooi-
werp verloren ter waarde vanplm. ƒ20.
De eerlijke vinder werd beloond met
4 centen om eens in den draaimolen te
kunnen gaan.
Middelharnis, 19 Juli. Naar wij ver
nemen is de feestcommissie voor de a. s.
Kroningsfeesten ook in deze gemeente druk
met hare werkzaamheden bezig.
Het voorloopig programma, waarvan wij he
den inzage kregen, belooft veel. Het feest zal
twee dagen in beslag nemen en is bepaald op
Woensdag 31 Aug. en Donderdag 1 Sept.
Het programma bevat o.a. godsdienstoefe
ning, planten van den Wilhelminaboom, alle
gorische optocht, muziekuitvoeringen, school
feesten, optocht schoolkinderen, volksspelen,
extra bedeeling aan de bedeelde armen van
alle gezindten en op beide avonden algemee-
ne illuminatie.
Ongetwijfeld zujlen de ingezetenen ruim
schoots medewerken, om het feest zooveel mo
gelijk te doen slagen en het hunne bijdragen
om de woningen te versieren en Middelharnis
een waardige plaats te doen innemen in de
rij der feestvierende gemeenten bij gelegen
heid der inhuldiging onzer geliefde Koningin
Wilhelmina. (Part. Correspi)
Stad a/'t Haringvliet. Bij Koninkl. Besl.
is de heer D. Born benoemd tot Gezworen
van den polder »De Oude Stad"
De steurvisschers^ vanHardinxveldzijn voor
dit jaar weder vertrokken, zonder zich op een
goede vangst te kunnen beroemen.
Hirksland. Nu en dan wordt ook hier
de vlekziekte onder de varkens geconstateerd.
Het jongentje van D. Kimmel werd door
een fietsrijder zoodanig aangereden, dat het
kind een wonde aart het hoofd opliep. Het
zou ook hier wel te wenschen zijn, dat men
matiger met die machines te werk ging.
De navolgende verlofgangers zijn in werke-
lijken dienst opgeroepen. Pieter Bogert 26 Juli
4 Reg. Vestingart. 's Gravenhage. Adrianus
Bette en Abraham Duim, 25 Aug. 3 Reg. Infan
terie Bergen op Zoom. Jan van Broekhoven
2 Sept. Reg. Grenadiers en Jagers, 's Graven
hage.
Ifc{jks|»rcuiiekeuriiigcn.
KEURING TE DIRKSLAND.
Voor het stamboek werden aangeboden 19 paar
den, waarvan 6 werden opgenomen
1. de 4-j. mer. Saar van Joh. v. d. Linden.
2. de 3 -j. mer. Juffer van J. Zaayer Pz.
3. de 3-j. mer. Moor van D. Yan Es.
4. de 3-j. mor. Cato van P. Van Schouwen.
5. de 4-j. mer. Nellie van P. Knops.
6. de 7-j. mer. Madame van J. C. Roodzant.
Voor do promiekeuring werden aangeboden 13
merriën, waarvan aan 5 een premie werd toege
kend
1. de 4-j. mer. Juffer van J. v. d. Berg.
2. de 5-j.mer. Ada van J. Zaayer Pz.
3. de 6-j. mer. Sara van M. Buis.
4. de 5-j.mer. Juno van J. C. Roodzant Kz.
5. de 6-j. mer. Moor van D. D. Kastelein.
KEURING TE HEEN VLIET.
Voor het stamboek werden aangeboden 15
paa rden, Waarvan 2 werden opgenomen
1. de 5-j. mer. Suze van A. Emmerzaal.
2. de 4-j. mer. Sophie van de Wed. D. Scheijgrond.
Voor de premiekeuring werden aangeboden 12
merriën, waarvan aan 3 een premie werd toege
kend
1. de 5-j. mer. Lijs van C. Lageweg.
2. de 6-j. mer. Roos van B. Voogd.
3. de 5-j mer. Suze van A. Emraerzaal.
KEURING TE ROZENBURG.
Voor het stamboek werden aangeboden 20
mer. en 1 hengst, waarvan 6 merriën en e«n
hengst werden opgenomen
1. de 4-j. mer.Jans van A. Steehouwer.
2. de 4-j. mer. Madame van A. Steehouwer.
3. de 4-j. mer. Mies van A. Steehouwer.
4. de 3-j. mor. Jans van A. v. Dorser.
5. de 3-j. mer. Emma van A.L. van Dorser.
6. de 3-j. mer. Miet van A. L. v. Dorser.
7. de 5-j. hengst Agamemnon II van A. L. van
[Dorser.
Voor do premiekeuringen werden aangebo
den 11 merriën, waarvan aan 4 eene premie
werd toegekend
1. de 4-j. mer. Ida van J. C. v. Dorser.
2. de 6-j. mer. Nellie van J. A. v. Dorser.
3 de 7-j. mer. Madame van J. A. v. Dorser.
4. de 4-j. mer. Mary van A v. Dorser.
Ingezonden Stukken.
Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgever.
Mijnheer de Redacteur!
VERGADERING FEESTCOMMISSIE te OUDE
TONGE.
Vrijdag 15 Juli j.l. 's avonds 6'/i uur had in't
café van J. de Korte eene vergadering plaats
om het vieren van het a.s. Kroningsfeest te
bespreken.
De vergadering werd geleid door I. de Winter
aan wiens openingswoord men kon merken,
dat hij goed op do hoogte was met de Vader-
landsohe geschiedenis, maar tevens dat hij is een
trouw aanhanger, van ons Vorstelijk Huis. Zijn
woorden 'getuigden van gloed, waar hij over
Oranje sprak, vanaf hare wording tot op heden
en naar zijne meening was voor het oogenblik
geeD Nederlander denkbaar zonder Oranje.
Onder den aanhef leve Oranje werd de ver
gadering geopend.
Nadat eenige punten besproken waren, ging
men over tot hot kiezen van een voorloopig
bestuur, en ofschoon de moeningeu nog al van
verschillenden aard waren, heersohte er tooh
een prettige toon. Dat mooht echter zoo niet blij
ven. Een zeker persoon komt in ietwat abnor-
malen toestand binnen en neemt terstond het
woord' zonder te weten wat men aan het be
handelen was, en was zoo. woordenrijk dat hij
alles dooreonbroddelde en niemand der aanwe
zigen er iets van begreep, nog gelegenheid had
om ook zijne meening te zeggen.
Ik meen te mogen veronderstellen, dat znlke
personen op eene vergadering van zulken aard
gemist kunnen worden en voortaan oen ieder
een pleizicr doet, wanneer hij zijne tegenwoor
digheid niet laat Wijken dus thuis blijft.
Om hen toch zoet naar bed te laten gaan, gaf
de voorzitter hem een baantje waar hij ten
hoogste dankbaar voor was, en door het taotvol
optreden van de Winter ging de vergadering
in de beste orde uiteen.
W. W. K.
Mijnheer de Redacteur!
In mijn schrijven van verleden week dient
een kleine rectificatie te moeten plaats hebben
en wel deze
Ik schreef dat de Gemeenteraad van Stel
lendam afwijzend heeft beschikt op het ver
zoekschrift der bewoners van de Molenkade, dit
is echter naar ik nu tot mijn genoegen verneem,
bepaaldelijk niet zoo; de gemeenteraad heeft,
naar men mij mededeelt, besloten, stappen te
doen bij de eigenaresse, „de Generale Dijkagie
van Stellendam", tot verbetering van die kade,
dus indien dat een feit is (de mededeeling is ech
ter niet officieel) kan men niet spreken van „af
wijzend beschikff'.
Velen zullen zeggen „op dat verzoek is toch
zeker wel een schriftelijk antwoord gekomenI"
dit is ook zoo, doch één der adressanten beging
de fout, dit schrijven te verscheuren, maar van
enkele der overige adressanten kreeg ik de verze
kering, dat hun verzoek was afgewezen, vandaar
die dwaling. Was dus het gemeenteraadslid, aan
wien ik inlichting vroeg, zoo beleefd geweest mij
te antwoorden, dan had natuurlijk mijn schrij
ven in een anderen vorm geweest.
Hoe het ook zij, er schijnt leven te komen;
Onder dankbetuiging tot opname van het bo
venstaande, zult u zeer verplichten,
A. LOKKER.
Rotterdam, 18 Juli 1898.
Washington, 19 Juli. Generaal Shafter,
heeft de lijst der gevangenen, die hem giste
ren door generaal Toral ter hand was gesteld
hierheen geseind. De lijst bevat 22,780 namen,
dus meer dan de sterkte van Shaffers leger
bedraagt
De Amerikaansche Regeering vreest dat
moeilijkheden zullen rijzen tussehen de Ame
rikanen en de opstandelingen over het bestuur
van Santiago. De opstandelingen hebben een
zekeren Catillo tot gouverneur gekozen, maar
men geloofd dat president Mc. Kinley voorne
mens is een volksraad in te stellen, door de
inwoners te kiezen. Men betwijfelt of deze
regeling zal worden goedgevonden door de
opstandelingen, die onmiddellijk bezit willen
nemen van het reeds veroverd gebied.