Eerst zette Dr. Bavinck in zijn in leidend woord uiteen hoe noodzakelijk en doelmatig het is om het streven de zer eeuw, de emancipatie, de losma king van den band tussehen den schepper en het schepsel, met weten schappelijke wapenen te bekampen. Daarna onderwierp Mr. Fabius de beslissing van den Hoogen Raad. dat de doctorale graad der Vrije Univer siteit geen bevoegdheid geeft, zich te doen inschrijven als advocaat, aan eene breede critiek. In het laatste half uur besprak Dr. Kuyper de hooge wenschelijkheid om zooveel mogelijk er op aan te werken, dat studenten van bijzonderen aanleg geldelijker steun krijgen om door te studeeren, ook nadat zij hun gewonen graad heb. ben gekregen, ten einde later niet al te zeer verlegen te geraken wanneer de thans fungeerende hoogleeraren door ouderdom, ziekte of dood eens wegvallen. Bij gelegenheid hopen wij op deze onderwerpen terug te komen. Thans nog slechts een paar be scheiden opmerkingen. De vergadering zou volgens de agenda beginnen precies om 9 uur. En het duurde tot kwart vóór tien eer het tikken van den presidentshamer werd gehoord. Dit is o. i. niet goed. Zij die zich moeite en reiskosten getroosten om reeds vroeg op eene ver verwijderde vergaderplaats te zijn, hebben er aanspraak op, dat het be stuur zich dan ook aan het uur van oproeping houdt, en dat de aanwezi gen niet tot vervelens toe zitten te wachten. Onze tweede opmerking is, dat sommige toespraken te lang zijn, en dat daardoor de discussie wordt afge sneden en het samenzijn te lang duurt. Prof. Fabius b. v. sprak ongeveer een uur, en de geheele morgen vergade ring hield aan van negen uur tot half twee, dat is vier en een half uur, zon der pauze. Dat is van de hoorders in een besloten lokaliteit op een zomer- schen dag te veel gevergd. Een referaat ter inleiding van het een of ander punt van het agendum behoeft dunkt ons niet langer dan 20 minuten te duren en het samenzijn vóór de pauze kan dan in twee en een half drie uren afloopen. <6iememgil Nieuws. Plaatselijk .1 ie a ms. Teleyram men. VOLkËREN OER A1HÖ15. Nog in een gedeelte onzer oplage kon den we j.l. week melden dat Esterhazy met zijn „dame" Pays en Piquart ge vangen zijn genomen. Dat dit de gemoe deren in beweging heeft gebracht in heel Frankrjjk. laat zich begrijpen. De Kamer ia met eenige bewegelijk heid uiteengegaan. Toen Sarrien het slui tingsdecreet voorlas, waren juist de in hechtenisneming van Picquart en Ea terhazy bekend geworden, en men vond dat bij deze arrestaties een paar inter pellaties behoorden. Men begon zijn hart dan ook te luchten, doch Sarrien las on der het tumult door, de bel van den voorzitter overklingelde het geluid van eenige afgevaardigden, en met een Leve de Republiekontvingen de heeren va- cantie. Ze bleven nog wat tumult ma ken, doch dat was particuliere liefheb berij, en daaraan behoefde zich dus nie mand te storen. Intusschen heeft de Dreyfus-zaak in Frankrijk zjjn vroegere afmetingen reeds terug alles is er van vervuld en de beide heeren die achter slot zijn gebracht, kun nen zich verzekerd houden, dat de be schaafde wereld zich levendig met hen bezighoudt. Men weet dat Esterhazy is opgepakt wegens valschheid in geschrifte de ver volging is waarschijnlijk door de vorige regeering tegengehouden, doch zal thana doorgaan. Men verhaalt in de Parijsche bladen dat Esterhazy nog al spoedig zijn kalmte terugkreeg. Ook Picquart heeft zijn kalmte niet verloren. Toen hij in het kabinet vati den rechter van instructie verscheen, werd hem gevraagd of hij wenschteondervraagd te worden zonder dat hij kennis had van het dossier. Toen Picquart dit weigerde zei de Rechter „dan moet ik U gevangen nemen". Zooals ge wilt!" antwoordde Picquart. Naar de gevangenis overgebracht moet bij gezegd hebben: „De tijd van de ver volgingen zal weldra uit zijn. Het zou tot niets dienen om zich te verzetten. Wij moeten de gebeurtenissen in alle kalmte afwachten. Men zal binnenkort weten, wie ongelijk heeft gehad en wie gelijk." Het comité ter bescherming van de rechten van den mensch en van den •burger, heeft zich nu met een oproep tot het Fransche volk gewend, waarin het zijn verontwaardiging uit over de wetschen- ais, tegen Picquard gepleegd. Dat bladen als de Aurore zich in het belang van Picquard roeren, begrijpt men levendig. De Siècle heeft reeds een fr. 6000 bij el kaar getrommeld om de brieven, door Piquard en Mr. Demange aan de Regee ring geschreven, te doen aanplakken naast de redevoering van Cavaignac, ook al wil Mr. Demange van die aanplakking niet weten. Zoo is alles weer in rep en roer. Pret tige omstandigheden waaronder Maandag a.s. het proces-Zola voor het hof van Ver sailles begint. Niet minder dan 84 getui gen zijn gedagvaard of zullen het worden. Dat onder deze omstandigheden de ver dedigers van een revisie nieuwen moed ontvangen, is te begrijpen. De Grieksche oorlogschatting is thans geheel afbetaald, doch de ITurlkeu zijn daardoor niet rijker geworden. Het is als met de koeien uit Pharaö's droom. Met het oog op dit geldgebrek ver keert men in eenige moeilijkheid met den minister van oorlog, die namelijk ontslag heeft gevraagd, omdat men voor de drin gendste behoeften van het leger geen geld beschikbaar heeft. In de kas is geen geld de nieuwe regeling, door de commissie tot reorganisatie van de financiën inge steld, maakt het niet beter. Volgens die regeling toch zorgen de provinciën eerst voor wat zij noodig hebben, en zenden, wat dan nog beschikbaar is, naar Kon- stantinopel. Daar vloeit, zooals men den ken kan, dan ten slotte niet zeer veel heen. De minister van oorlog kan echter niet zonder geld en vroeg dus ontslag. Ten paleize doet men alles om hem te behouden. De voorloopige regeering naar het plan der mogendheden zal eindelijk op Kreta worden ingevoerd. Naar luid van mede- deelingen van den Britschen onderstaats secretaris van buitenlandsche zaken Cur- zon in het lagerhuis zijn Engeland, Frank rijk, Italië en Rusland het daarover eens. Aan Duitschland en Oostenrijk, die wel hun troepen van Kreta hebben te- roggetrokken, maar daarom nog niet uit het Europeesch concert zijn getreden, is van het plan mededeeling gedaan. De Porte heeft tegen de instelling van een voorloopige regeering geprotesteerd. Het is den heer Curzon niet bekent dat dien tengevolge eenige actie noodig zou zijn. Het plan der mogendheden wordt intus schen ten uitvoer gelegd. In lftcneana.irk.cii wordt druk gesproken over een geval van grond- speculatie dat der Regeering op 50.000 kronen is komen te staan. De stad Kopenhagen, die nu reeds een vijfde deel van de bevolking van het ge heele land herbergt, breidt zich zeer snel uit en daarom had de Gemeenteraad be sloten groote stukken land in den om trek der stad aan te koopen, ten einde de regeling der nieuwe wijken in de hand te hebben. Om daarbij niet in do handen van speculanten te vallen, wer den de plannen streng geheim gehouden en eerst nadat de koop gesloten was, vernam men den naam van den koo- per. Kortelings had het stadsbestuur we der een paar honderd hectaren grond ten Noorden van Kopenhagen aangekocht, maar nu is gebleken dat zij het terrein 50.000 kronen te duur heeft betaald. Een bekend speculant en makelaar had, naar men zegt, door een onvoorzichtig woord van een geacht rechtsgeleerde, van de zaak lucht gekregen en daar hij juist op een aanbeveling van een zijner vrien den, een Gemeenteraadslid, met den aankoop werd belast, maakte hij er ge bruik van. Hij stelde zich in verbinding met een consortium van speculanten dat onverwijld den bewusten grond kocht en tegen 50.000 kronen boven de waarde aan de gemeente overdeed. De oneerlijke makelaar ontving voor zijn aanwijzing tien percent van de winst. De zaak is in handen van de justitie. De Oor!og\ Zoo als men weet, is Santiago in handen der Amerikanen, en is deze stad Zondag door de Spanjaarden ontruimd. En nu, onder de Ame- rikaansche vlag, te Santiago geheschen, kan men voorloopig beschouwingen over den oorlog en gissingen omtrent den vrede maken. Reeds zag men het vredes-zonnetje schitte ren en verblijdde zich menigeen over het vooruitzicht, dat aan den pijnlijken strijd tus sehen Amerika en Spanje weldra een einde komen zou. Doch helaas, het schijnt niet aldus te zullen zijn. Wel wappert de Amerikaansche vlag van de torens van Santiago, maar de vredeberichten houden niet aan, en wat de telegraaf ons heden brengt is niet veel anders dan oorlogsnieuws. Doch verhalen we de feiten. De Amerikanen zijn dan nu Santiago bin nengerukt en hebben met eenige plechtigheid van de stad bezit genomen. Generaal Shafter, zijn divisie- en brigade commandanten en zijne generale staf waren begeleid door cavaleriegeneraal Toral en zijn generale staf door honderd uitgelezen sol daten. Er werd met de trompet een groet ge wisseld. Toral gaf aan Shafter zijn degen over, doch Shafter gaf hem den degen terug. Ame rikaansche troepen, voor de verschansingen in eene linie opgesteld, woonden deze plechtigheid bij. Daarna reed Shafter met zijn geleide en Toral door de stad, om haar in den vorm in bezit te nemen. Dit gebeurde 's middags op het paleis van den gouverneur, in tegenwoor digheid van tienduizend personen. Na de plech tigheid werd de Amerikaansche vlag geheschen Amerikaansche volksliederen werden door de stafmuziek gespeeld en van het kasteel wer den uit de kanonnen saluutschoten afgevuurd. Daarna keerde Shafter naar zijn legerkamp terug, de stad achterlatend aan de hoede van den gemeenteraad onder leiding van generaal Mc Kibben, die tot tijdelijken bevelhebber be noemd is. Twee regimenten Amerikaansche infanterie blijven in de stad om de rust te bewaren. Aan de zeezijde is men begonnen met het veilig maken van de baai van Santiago, en reeds is het hospitaalschip de stad genaderd. De schepen van de vloot zullen nu weldra volgen. De Spaansche troepen hebben de stad ver laten en kampeeren buiten de Amerikaansche liniën. Intusschen, de verovering van Santiago schijnt niet tot den vrede te zullen leiden, en te Washington betwijfelt men dan ook, of men aan een spoedig sluiten van den vrede toe is. Een bezwaar zit allereerst in de vredes voorwaarden, en al moet Mc. Kinley persoonlijk geneigd zijn zich met zeer weinig te vergenoe gen, de president heeft rekening te houden met de eischen der Jingo's, en die beteekenen in de republiek nog al iets. Zij dringen er op aan dat Amerika al het veroverde behouden zal. Daarbij komt dat men in Spanje nog wel over vrede spreekt, maar die vrede moet „waar dig" zijn, een zeer rekbaar begrip, gerekend met den nationalen trots van het Spaansche volk. Meer vragen dan den afstand van Cuba; zoo sprak een van de Spaansche ministers dezer dagen, zou voor Spanje met zelfmoord gelijk staanen men' kan vrij zeker zijn dat meer gevraagd worden zal. De Carlisten willen geen duim grond aan den vijand afstaan en bereiden zich voor tot het doen van stappen. Men vreest zeer dat van daag of morgen ernstige botsingen zullen uitbreken. Komt de Amerikaansche vloot op de Spaan sche kust, het, eskader van Camara zal haar niet tegenhouden, het moet slechts twee bruik bare schepen tellende rest moet niet veel beduiden. De Spaansche Regeering beschikt over 200,000 man troepen en hoopt daarmee het binnenland onder bedwang te houden, en dat zal ook wel gaan, als tenminste de buitenlandsche vijand niet voor de havens der Spaansche kuststeden, verschijnt. En daar is inderdaad een ige kans op Men seint namelijk uit Washington van 18 Juli Ondanks de overgave van Santiago gelooft men hier dat het tot stand komen van den vrede verder verwijderd is dan ooit. Er is door geen enkelen vertegenwoordiger van een der mogendheden ook maar een stap gedaan op den weg der bemiddeling. Een lid van den ministerraad verklaarde he den, dat de meest wonderlijke kant van den toe stand is, dat Spanje de grootheid van zijn onge lukken niet schijnt te beseffen. De Vereenigde Staten kunnen dus niets doen dan den oorlog met kracht voortzetten. Dit verklaart de bevelen die gegeven zijn om de toebereidselen tot het vertrek van Watsons eskader en van de expedi tie naar Portorico te verhaasten. Na den ministerraad van heden verklaarde president Mc. Kinley, naar men verzekert, dat de regeering niets had ontvangen van Spanje met betrekktng tot het vraagstuk van den vrede. De regeering verwacht geen opening van vredeson derhandelingen voordat Havana gevallen is. Doch de strijd tegen Havana zal pas in den herfst worden aangebonden, wanneer het kli maat beter is. Wordt inmiddels de blokkade voor Havana strenger de Amerikanen hebben nu schepen genoeg beschikbaar dan zal Blan co het moeilijk genoeg kunnen krijgen en wel wat water in zijn wijn gaan doen. In Manilla zal het misschien ook weldra tot een bloedig treffen komen. Naar gemeld wordt, heeft de generaal der op standelingen, Aguinaldo, twee parlementairs ge zonden aan den commandant der stad, generaal Augusti, om hem te vragen zich over te geven, daar 50.000 opstandelingen om de stad staan, gereed haar stormenderhand te nemen, en Span je geen versterkingen kan zenden. Augusti antwoordde dat hij tot het einde zou strijden, zij het ook zonder hoop. Aguinaldo vindt het uiterst moeilijk, zich van Manilla meester te maken, wegens de fortifica tiën. De Amerikanen wachten, totdat al hun ver sterkingen zijn aangekomen, en zullen waar schijnlijk de operatiën niet vóór September be ginnen, na het regenseizoen en de groote hitte. Manilla heeft gebrek aan meel, maar is voor verscheiden maanden voorzien van rijst en vleesch. Het ziet er daar dus evenmin rooskleurig uit, als elders op het oorlogsterrein. Onder de Amerikaansche troepen op Guba kwamen dusver 300 gevallen van gele koorts voor, het aantal sterfgevallen moet niet zijn op gegeven. Men houde in het oog, dat dit optreden van de ziekte nog slechts zwak is. Naar deskun digen mededeelen bestaat er gevaar voor sterke toeneming. Het eskader van Watson zou, zoo luiden de berichten, het einde van deze week naar Spanje vertrekken; laat ons hopen dat Sagasta vóór dien tijd te Washington heeft aangeklopt. HET VERBAAN VAN DE BOURGOGNE. De „Neue Freie Presse" bevat een uitvoerig verhaal van een Oostenrijker, Fricdrieh Heuschel die in den nacht van 3 op 4 Juli als kwartier meester op de „Bourgogne" dienst had on dio de berichten omtrent het lage gedrag van de matrozen dor „Bourgogne" ten volle bevestigd. Aan dat verhaal ontleonen wij het volgende: Het ongeluk moet niet om 5 uur, maar on geveer half 2 of 3 uur 's nachts gebeurd zijn. Ik had de waoht aan stuurboord en stond tegen den mast geleund het was een dichte nevel en men hoorde, niets dan om de vijf minuten het geluid van den misthoorn. Wij voeren ia Noord oostelijke richting, met vollen wind aohter en hadden een snelheid van 13 zeemijlen in het uur. Kapitein Deloucle was om 1 uur op dek gekomen, omdat hot bij Sable Island gevaarlijk is wegens de vele zandbanken. Eensklaps riep de uitkijk: „Zeil aan stuurboord". Kapitein De- loncle gaf bevel om uit te wijken, maar het was te laat. Het vreemde schip liep midden op ons af; een vreoselijk gekraak volgde. Kapitein Deloucle was door schrik zoodanig verlamd, dat hij vergat op een eleotrischen knop te drukken, die zich op de commandobrug be vond en waardoor do waterdichte schotten kon den gesloten worden. Hij riep aldoor Mon llieu M011 üieu tout e^.t perdu Een vreoselijk ge gil volgde dadelijk op den schok. Het water stortte door hot gat van tien vierkante meter als ean vloed naar binnen het graan, waar mede het schip geladen was, dronk het gretig in en droeg zoo bij tot don snellen ondergang. Na den schok was de „Bourgogno" op haar bakboordzijde gaan liggen, zoo steil dat het dok bijna vertikaal en ten deelo reeds dadelijk on der water stond, zoodat velen waaronder ver- soheidouij kinderen van Italiaanscho landverhui zers, vielen 01) verdronken. Om de vier booten, die aan bakboord hingen ontstond nu een vreoselijk gevecht. Matrozen klommen in een der in do davids hangende booten, iemand icupte één der touwen door eu allen violen in zee. Daarop word het tweede touw gekapt, matrozen stortten zich in do boot. Het akeligo tooneel van do vechtende menigte werd spookachtig verlicht door een in de keu ken ontstanen brandhot vuur was daar uit het fornuis gevallen en had opgestapeld rijshout in brand gestoken. In alle talen hoorde men om hulp roepen en vloekenangstgeschreeuw en kreten van woede uitten de passagiers die van de booten werden afgehoudon. De Italianen sta ken met messen. De booten, die op 30 personen berekend waren, droegen er 70 en dezo zaten en lagen op en over elkander, elk gereed dengene over boord te werpen die hem verhinderen zou het eigen lijf voor den dood te bergen. Ileddir.g- gordels waren voor het meerendeel onbruik baar. Midden in den chaos stond een groep van drie Poolsche joden, die met de bidmantels ovor het hoofd geslagen, den dood afwachtten. Heuschel sprong overboord en greep den rand van een reddingboot. Mon sloeg hem met een roeispaan op het hoofd en op den schouder die ontwricht werd, maar een Italiaan, dien hij :n het Italiaansch toesprak, trok hem erin. Hij had zijn mes getrokken en nu liet men hem met rust. Terwijl de „Bourgogne" in de diepte ver dween, begonnen de matrozen in de reddingboot een vaatje rum uit te drinken. Heuschel en an deren wierpen dit, na een worsteling, in zee en maakten zich meester van de verdere pro viand gezouten vleesoh. een vaatje water en scheepscbuit. Twaalf uren zwierf het bootje op zog rond; toen werden de schipbreukelingen door de „Cro martyshire" opgenomen, waar reeds andore dren kelingen aan boord waren. Er moest voortdu rend gepompt worden. Heuschel deelde ten slotte mee, dat de be manning van de „Bourgogne" hoofdzakelijk uit Coroicauen bestond en dat de tucht aan boord alles te wensohen overliet. De „Bourgogne" had slechts één schroef. Reddinggordels ontbra ken boven de meeste kooien. De proviand, die volgens reglement in de reddingbooten klaar lag, bestond in bedorven beschuit en oud wa ter. Van oefeningen met het neerlaten der red dingbooten was nooit sprake geweest. Een hevige vechtpartij. Zaterdag omstreeks elf uur ontstond te Rot terdam in de tapperij van L. aan de Zaagmo lenstraat twist tussehen len tapper en een zij ner tamieleden, een man van omstreeks 25 jaar, II. genaamd. Van woorden kwam hot totdaden, er ontstond eon vechtpartij, waarin L. door H. mishandold werd. De vrouw en de zoon vanL. benevens twee vrouwelijke familieleden, die cp dat oogenblik daar in huis waren, wierpen H. de deur uit en gaven hem daarop buiten een flink pak slaag. Toen het H. eindelijk gelukte los te rukken, suelde hij weg met de bedreiging, dat hij wel een paar vrienden zou gaan roepen en dat zij dan terug zouden komen om den heelen boel stuk te slaan. De politie werd van deze be dreiging in kennis gesteld en toen H. met eeni ge mannen van zijn leeftijd naar de Zaagmolen straat terugkeerde, ontmoette hij op den hoek van die straat eu den Zwaanhals eenige agenten. Zij keerden onmiddelijk terug, maar niettemin vatteu de agenten een der mannen aan, J. ge naamd, een zwager van H., dien zij, waarschijn lijk in de veronderstelling dat het H. zelf was, wilden arresteeren. J. verzette zieh hiertegen en riep zijn kameraden te hulp, die terstond om- keeideu en op de agenten aanvielen. De politie floot om assistentie, waarop meerdere agenten toeschoten, zoodat zij nu zeven man sterk was. Evenwel zagen H. en zijn kameraads niet vau hun voornemen af, om J. te ontzetten en zij sloegen zoo geducht op de agenten in, dat de zen don hartsvanger moesten trekken. De man nen rukten daarop latten van een hok langs den weg en vielen daarmee op de agenten aan. Een agent-majoor werd zoodanig geslagen, dat hij buiten dienst gesteld is moeten worden en in het gevecht werden der politie een helm en een sabel ontrukt, die later op den postin do Zwart- janstraat zijn terugbezorgd. Ten slotte geraakte de politie zoozeer in het nauw, dat zij twee revolverschoten in do lucht afvuurde en op deze waarschuwing sloegen de aanvallers op de vlucht. De agenten hadden in al het tumult hun arres tant vastgehoudou, doch deze was zoo toegeta- kelt, dat hij naar den politiepost in do Zwart- janstraat moest gedragen worden, waar hij in bewaring is gesteld. Het was halfdrie eer de orde in den Zwaanshals was hersteld. -- Een trouw beest. Toen Maandag morgen een schipper met zijn aakschip door de Zuid-Willemsvaart voer, waarop zijn 21-jarige dochter het roer bestuurde, werd hij opeens besprongen door zijn hondje, dat een akelig gekef aanhief. De sohipper zag om en miste zijn kind. Gelukkig was het nog tijd om het meisje, dat reeds gezonken was, te redden. Toen zij aan boord gebracht was, bleef het trouwe dier gestadig in hare nabij heid. Het meisje kreeg spoedig het bewust- zjjn terug. Ongeval. Zaterdagavond was op de schietbaan te Delft een kist achterge bleven met eenig vuurwerk, die Zondag door eenige jongens werd gevonden. Fluks werd daaruit een donderbus ge nomen en met een sigaar ontstoken. Het voorwerp sloeg uiteen en trof het aan gezicht van den 11 -jarigen M., die daar door aan de oogen gekwetst werd. Ook zijn 7-jarig zusje bekwam eenige brand wonden in het aangezicht. Nobel. Tijdeus de harddraverij te Sappemeer werd door iemand een vooi- werp verloren ter waarde vanplm. ƒ20. De eerlijke vinder werd beloond met 4 centen om eens in den draaimolen te kunnen gaan. Middelharnis, 19 Juli. Naar wij ver nemen is de feestcommissie voor de a. s. Kroningsfeesten ook in deze gemeente druk met hare werkzaamheden bezig. Het voorloopig programma, waarvan wij he den inzage kregen, belooft veel. Het feest zal twee dagen in beslag nemen en is bepaald op Woensdag 31 Aug. en Donderdag 1 Sept. Het programma bevat o.a. godsdienstoefe ning, planten van den Wilhelminaboom, alle gorische optocht, muziekuitvoeringen, school feesten, optocht schoolkinderen, volksspelen, extra bedeeling aan de bedeelde armen van alle gezindten en op beide avonden algemee- ne illuminatie. Ongetwijfeld zujlen de ingezetenen ruim schoots medewerken, om het feest zooveel mo gelijk te doen slagen en het hunne bijdragen om de woningen te versieren en Middelharnis een waardige plaats te doen innemen in de rij der feestvierende gemeenten bij gelegen heid der inhuldiging onzer geliefde Koningin Wilhelmina. (Part. Correspi) Stad a/'t Haringvliet. Bij Koninkl. Besl. is de heer D. Born benoemd tot Gezworen van den polder »De Oude Stad" De steurvisschers^ vanHardinxveldzijn voor dit jaar weder vertrokken, zonder zich op een goede vangst te kunnen beroemen. Hirksland. Nu en dan wordt ook hier de vlekziekte onder de varkens geconstateerd. Het jongentje van D. Kimmel werd door een fietsrijder zoodanig aangereden, dat het kind een wonde aart het hoofd opliep. Het zou ook hier wel te wenschen zijn, dat men matiger met die machines te werk ging. De navolgende verlofgangers zijn in werke- lijken dienst opgeroepen. Pieter Bogert 26 Juli 4 Reg. Vestingart. 's Gravenhage. Adrianus Bette en Abraham Duim, 25 Aug. 3 Reg. Infan terie Bergen op Zoom. Jan van Broekhoven 2 Sept. Reg. Grenadiers en Jagers, 's Graven hage. Ifc{jks|»rcuiiekeuriiigcn. KEURING TE DIRKSLAND. Voor het stamboek werden aangeboden 19 paar den, waarvan 6 werden opgenomen 1. de 4-j. mer. Saar van Joh. v. d. Linden. 2. de 3 -j. mer. Juffer van J. Zaayer Pz. 3. de 3-j. mer. Moor van D. Yan Es. 4. de 3-j. mor. Cato van P. Van Schouwen. 5. de 4-j. mer. Nellie van P. Knops. 6. de 7-j. mer. Madame van J. C. Roodzant. Voor do promiekeuring werden aangeboden 13 merriën, waarvan aan 5 een premie werd toege kend 1. de 4-j. mer. Juffer van J. v. d. Berg. 2. de 5-j.mer. Ada van J. Zaayer Pz. 3. de 6-j. mer. Sara van M. Buis. 4. de 5-j.mer. Juno van J. C. Roodzant Kz. 5. de 6-j. mer. Moor van D. D. Kastelein. KEURING TE HEEN VLIET. Voor het stamboek werden aangeboden 15 paa rden, Waarvan 2 werden opgenomen 1. de 5-j. mer. Suze van A. Emmerzaal. 2. de 4-j. mer. Sophie van de Wed. D. Scheijgrond. Voor de premiekeuring werden aangeboden 12 merriën, waarvan aan 3 een premie werd toege kend 1. de 5-j. mer. Lijs van C. Lageweg. 2. de 6-j. mer. Roos van B. Voogd. 3. de 5-j mer. Suze van A. Emraerzaal. KEURING TE ROZENBURG. Voor het stamboek werden aangeboden 20 mer. en 1 hengst, waarvan 6 merriën en e«n hengst werden opgenomen 1. de 4-j. mer.Jans van A. Steehouwer. 2. de 4-j. mer. Madame van A. Steehouwer. 3. de 4-j. mer. Mies van A. Steehouwer. 4. de 3-j. mor. Jans van A. v. Dorser. 5. de 3-j. mer. Emma van A.L. van Dorser. 6. de 3-j. mer. Miet van A. L. v. Dorser. 7. de 5-j. hengst Agamemnon II van A. L. van [Dorser. Voor do premiekeuringen werden aangebo den 11 merriën, waarvan aan 4 eene premie werd toegekend 1. de 4-j. mer. Ida van J. C. v. Dorser. 2. de 6-j. mer. Nellie van J. A. v. Dorser. 3 de 7-j. mer. Madame van J. A. v. Dorser. 4. de 4-j. mer. Mary van A v. Dorser. Ingezonden Stukken. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgever. Mijnheer de Redacteur! VERGADERING FEESTCOMMISSIE te OUDE TONGE. Vrijdag 15 Juli j.l. 's avonds 6'/i uur had in't café van J. de Korte eene vergadering plaats om het vieren van het a.s. Kroningsfeest te bespreken. De vergadering werd geleid door I. de Winter aan wiens openingswoord men kon merken, dat hij goed op do hoogte was met de Vader- landsohe geschiedenis, maar tevens dat hij is een trouw aanhanger, van ons Vorstelijk Huis. Zijn woorden 'getuigden van gloed, waar hij over Oranje sprak, vanaf hare wording tot op heden en naar zijne meening was voor het oogenblik geeD Nederlander denkbaar zonder Oranje. Onder den aanhef leve Oranje werd de ver gadering geopend. Nadat eenige punten besproken waren, ging men over tot hot kiezen van een voorloopig bestuur, en ofschoon de moeningeu nog al van verschillenden aard waren, heersohte er tooh een prettige toon. Dat mooht echter zoo niet blij ven. Een zeker persoon komt in ietwat abnor- malen toestand binnen en neemt terstond het woord' zonder te weten wat men aan het be handelen was, en was zoo. woordenrijk dat hij alles dooreonbroddelde en niemand der aanwe zigen er iets van begreep, nog gelegenheid had om ook zijne meening te zeggen. Ik meen te mogen veronderstellen, dat znlke personen op eene vergadering van zulken aard gemist kunnen worden en voortaan oen ieder een pleizicr doet, wanneer hij zijne tegenwoor digheid niet laat Wijken dus thuis blijft. Om hen toch zoet naar bed te laten gaan, gaf de voorzitter hem een baantje waar hij ten hoogste dankbaar voor was, en door het taotvol optreden van de Winter ging de vergadering in de beste orde uiteen. W. W. K. Mijnheer de Redacteur! In mijn schrijven van verleden week dient een kleine rectificatie te moeten plaats hebben en wel deze Ik schreef dat de Gemeenteraad van Stel lendam afwijzend heeft beschikt op het ver zoekschrift der bewoners van de Molenkade, dit is echter naar ik nu tot mijn genoegen verneem, bepaaldelijk niet zoo; de gemeenteraad heeft, naar men mij mededeelt, besloten, stappen te doen bij de eigenaresse, „de Generale Dijkagie van Stellendam", tot verbetering van die kade, dus indien dat een feit is (de mededeeling is ech ter niet officieel) kan men niet spreken van „af wijzend beschikff'. Velen zullen zeggen „op dat verzoek is toch zeker wel een schriftelijk antwoord gekomenI" dit is ook zoo, doch één der adressanten beging de fout, dit schrijven te verscheuren, maar van enkele der overige adressanten kreeg ik de verze kering, dat hun verzoek was afgewezen, vandaar die dwaling. Was dus het gemeenteraadslid, aan wien ik inlichting vroeg, zoo beleefd geweest mij te antwoorden, dan had natuurlijk mijn schrij ven in een anderen vorm geweest. Hoe het ook zij, er schijnt leven te komen; Onder dankbetuiging tot opname van het bo venstaande, zult u zeer verplichten, A. LOKKER. Rotterdam, 18 Juli 1898. Washington, 19 Juli. Generaal Shafter, heeft de lijst der gevangenen, die hem giste ren door generaal Toral ter hand was gesteld hierheen geseind. De lijst bevat 22,780 namen, dus meer dan de sterkte van Shaffers leger bedraagt De Amerikaansche Regeering vreest dat moeilijkheden zullen rijzen tussehen de Ame rikanen en de opstandelingen over het bestuur van Santiago. De opstandelingen hebben een zekeren Catillo tot gouverneur gekozen, maar men geloofd dat president Mc. Kinley voorne mens is een volksraad in te stellen, door de inwoners te kiezen. Men betwijfelt of deze regeling zal worden goedgevonden door de opstandelingen, die onmiddellijk bezit willen nemen van het reeds veroverd gebied.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1898 | | pagina 2