,4
M
NS.
T BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
De verkiezing te Beekhorst.
wijlen
wier
ik in
3,
uitgever:
Alfie stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Bie leerplicht.
Een gedeelte van de roomsoh-
batholieke partij schijnt in zake den
leerplicht bij te zwenken.
Althans in het Centrumen in
de Tijd wordt te kennen gegeven,
dat als de schoolplicht maar beperkt
wordt tot het 12e jaar, het wetsont
werp nog wel voor aanneming vat
baar te achten is.
Gaat deze gedachte door, en ver-
eenigt zich alzoo slechts een gedeelte
van de roomsche partij met de an
tirevolutionairen tegen het ontwerp,
dan krijgt het natuurlijk veel kans
van tot wet verheven te worden.
Toch zal deze bijzwenkende hou
ding, ook al deden alle roomschen
daaraan meê, de antirevolutionairen
er niet licht toe brengen om hun
steun aan de wet te geven.
Dit nu is niet alleen tegen de
beginselen der antirevolutionairen
maar het is ook tegen den Nederland-
schen volksaard een in de sfeer der
vrijheid groot geworden natie laat
hare wettelijke banden, als het even
anders kan, niet gevoelig vermeerde
ren.
En voor het behoud van die vrij-
heidzucht, voor dat aloude volkska
rakter pleit ook onze partij.
Hen rekene met de
wettelijke ttegee-
ringsbepaling en
Het voorbeeld van Oud-Beijerland,
waar de Christelijke school de kapita
le som van f 1275 moet derven omdat
het bestuur verzuimd heeft tijdig aan
de Regeering kennis te geven, dat het
zijn onderwijzerspersoneel niet voltal
lig konde krijgen, mag wel als een
waarschuwend voorbeeld gesteld wor
den aan alle christelijke scholen in
ons Vaderland.
Ook vroeger heeft al eens eene en
kele school door verzuim geboet, maar
een bedrag zooals thans te Oud-Beijer
land verbeurd werd, is haast niet om
te boven te komen.
En dat niet wegens eene zakelijke
nalatigheid dat wil zeggen niet we
gens verzuim in het besturen der
school ol het aanwenden van pogingen
om de noodige onderwijskrachten aan
te werven, maar alleen omdat het be
stuur mankeerde in zijn corresponden
tie met de overheid.
Het is hard, zeer hard.
Bezwarend ook voor de vrienden
van het christelijk onderwijs buiten
Oud-Beijerland, die in zulk een geval
allicht aangezocht worden om hulp
te verleenen en die toch reeds voor
allerlei christelijke doeleinden zoo
veel op te brengen hebben.
Er konden door de Regeering ver
zachtende omstandigheden in aan
merking genomen worden.
Maar wie zal haar daartoe nood
zaken Naar streng recht moet de
schuldige het nadeel, hoe groot ook,
lijden.
Oppassen is alzoo de boodschap.
Wie in het onzekere verkeert,
wende zich tot den schoolraad.
Socialistische onder
wijzers.
In de Maas- en Merwehode (van
23 April jl.) las men als volgt
„De aanstaande inhuldigingsfees
ten hangen de socialistische broeders
onder de openbare onderwijzers aar
dig in het volle daglicht en de
openbare school in het donker.
Op de vergadering van den School
raad werden twee aardige gevallen
genoemd.
No. I. In een gemeente weigeren
de openbare onderwijzers de kinderen
de inhuldigingsliederen te leeren zin
gen.
Het gemeentebestuur in verlegen
heid.
Eu wat doet het
Wel, het vraagt aan den Chris-
telijken onderwijzer, of die aan de
leerlingen van de openbare school
gezegde liederen wil leeren, waar
voor deze natuurlijk bedankt.
No. 2. Een openbaar onderwijzer,
tevens socialist, maakt met zijn
leerlingen een uitstapje. Ze rusten
uit aan een koffiehuis, waar de kin
deren wat drinken zullen. Het liefst
hebben de jongens limonade. „O,"
zegt de koffiehuishouder, „ik heb
juist Kronings-limonade."
De onderwijzer wil deze echter
niet laten drinken de jongens ont
vingen iets anders!
De mededeelingen werden gedaan
door een alleszins geloofwaardig man,
die voor de waarheid instond.
Zijn ze niet merkwaardig?"
Wat het laatste geval betreft, ook
wij vermoeden, dat de „Kronings"-
limonade uit antipathie tegen het
koningschap zal geweigerd zijn door
den onderwijzer.
Maar wij zouden ons ook best
voor kunnen stellen, dat de weigering
omgekeerd juist uit sympathie of
eerbied voor onze koningin plaats had
„Kronings''-bitter, „kronings"-limo-
nade welk eene ellendige reclame.
Zoo zagen wij ook reeds zakdoeken
van oranje met een slecht gelijkend
portret van de Koningin er in afge
drukt. Zulk een handelsspeculatie,
ofschoon misschien onvermijdelijk,
wekt onzen afkeer. Als met zulke
middelen de liefde tot het Vorsten
huis moet aangehouden worden, dan
kwijnt zij toch. Gelukkig zijn er
betere middelen.
fcV^;
K-lf
te
n Over-
zattk
ir
preede.
jllevoetsluis.
i September
flm. 2,50 uur
lluis
l September
L September
I nm. 5 uur
lis.
i September
September
3fcen als op
opgegeven
leteretaat te
Idereede.
ming".
nm. 1,
H Woensdag,
[lerdag ym.
1.nm.
[ritend voor
land.
nm. 5.
asdag rm,
Tm. 8.15
nm. 5,
f tend voor
land.
vliet."
sdag, Don-
f en Don
nm. 2 uur.
iiar 1 u. 30.
4,80 uur
5,15 uur.
6.uur
2.45 uur.
klT*
4,30 uur.
6,-
•jjdag «n
lelsdjjk
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
SOHiHELSMBIJH.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Soekaankondiging 5 Cent per regel en Va maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Q-roote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Wel erkennen zij den plicht der
ouders om hun kinderen te laten
onderwijzen en het recht der Over
heid om te dezen opzichte algeheele
verwaarloozing te straffen maar het
wetsvoorstel strekt naar de algemeene
overtuiging] (die reeds sedert gerui-
men tijd is uitgesproken) veel ver
der dan noodig is om dit doel te
bereiken het dwingt tot het volgen
van een zeker leerplan, zooals dit
bij de wet is vastgesteld voor de lage
re scholen, en het maakt den indruk
alsof de overheid no. 1 ware bij de
regeling van de opvoedingstaak.
EER VERHAAL DOOR
HILBRANDT S. BOSCHMA.
2) (Auteursrecht verzekerd.)
HOOFDSTUK T.
„Moederzeide zij, terwijl zij met een
paar couranten en een brief in de hand de
huiskamer binnentrad, „ben ik niet lang weg
gebleven
„Ja, kind, dat ben je welklonk het vrien
delijke verwijt.
„Nu," zeide zij, een late bode, maar een
goede tijding, Tenminste dat willen wij ho
pen, voegde zij er bij, terwijl zij aan haren va
der den brief overreikte en de couranten
op tafel lei.
Uit Leiden, van neef Theo, sprak de heer
Ouwerkerk nadat hij den brief even vluchtig
had ingezien.
„En vroeg zijne echtgenoote,
terwijl zij hem nieuwsgierig over de thee
tafel heen aankeek.
„Geslaagden hij komt yoor vier weken
hier
„Door dien briet hadt je zeker in den
gang opengebroken, dat je dat zoo wist
plaagde Dora's broer, die een paar jaar
ouder was dan zij.
„Als ik Willem heette dan had ik dat
zeker gedaan, maar nu mag je de envelloppe
bekijken," scherste zij verder, terwijl ze hem
het bedoelde voorwerp voor den neus
hield.
„O, als je Willem heette, dan zou je ook
zoo blij niet zijn dat neef Theo overkomt,
wantals je Willem heette, dan was
je een jongen."
„Maar wie zegt je, dat ik blij ben dat
neef Theo hier wil komen?"
„Dat zeg je zelf: „„een late bode,
een goede tijding
„Ja maar toen wist ik nog niet wat
er instond, dwaze jongen zeide zij en wreef
hem al worstelend met de envelloppen over
't gezicht, om hem het verder spreken on
mogelijk te maken.
„Stil toch kinderen,vermaande de moe
der,„als de kleintjes niet bezig zijn, dan
heeft men het met jullieLaat je vader
den brief eens voorlezen
En neef Theo 's epistel werd voorgelezen,
maar het bevatte niet veel meer dan de
heer Ouwerkerk al had medegedeeld.
,,Je kunt wel merken, dat neef advocaat
is geworden, al was het alleen maar aan
zijn drogen, lacomieken stijl," merkte Willem
aan.
„Dan zou hij juist bloemrijk en breed
sprakig moeten zijn meende Dora.
„Kun je je nog voorstellen hoe neef
er uitzag, nu een jaar of zes geleden, man
vroeg juffrouw Ouwerkerk.
„Neen," was het antwoord, „maar dat
zou toch ook voor heden niet helpen,
want in zes jaar hebben er op dien leef
tijd heel wat veranderingen in den mensch
plaats."
„Ik vind het heel best, dat neet Theo
komt, maar hij zal zijn amusement wel in
de omstreken in de natuur moeten zoeken
want wat ons betreft
Nu, verder Wat ons betreft
zeide de heer Ouwerkerk.
„Wat ons betreft"...., hernam Willem,
op ondeugende wijze het woord voor zijne
moeder opvattende, „wat ons betreft, wij
zijn zulke nare, saaie, droge, vervelende
wezens, dat wij niet in staat zijn een ont
wikkeld man vijf minuten gezellig bezig te
houden
„Neen, Willem," zei zijne moeder, „dat
bedoel ik niet. Maar je weet wel dat de
familie Van der Maas uit den Haag van
een heel anderen geest doortrokken is dan
de familie Ouwerkerk te Beekhorst," (Hoe
deftigriep Willem.) „En doordien
neef Theo zoolang aan de academie ge-
Veest is zal dat verschil tusschen hem en
ons er niet minder op geworden zijn."
O, wat dat betreft," antwoordde haar
echtgenoot, „we zullen neef Theo volko
men vrijlaten. We zullen hem niet lastig
vallen met precken en vermaningen, die
hem toch langs de koüe kleeren heen zou
den glijden. Neef zal van zijn kant natuur
lijk liberaal genoeg zijn, om zich te schik
ken in onze huiselijke godsdienstoefeningen
ook al hecht hij daar zelf geen waarde
aan."
„Maar pa bracht Dora hier tegen
in. terwijl zij een kleur van ontstemming
kreeg, „ik zou het toch akelig vinden,
bijvoorbeeld onder ons gebed of gezang
te moeten denken Daar zit nu iemand bij,
die van al die dingen niets meentdie
er zich in schikt, omdat hij niet anders
kan, maar die er heimelijk mee spot
„Weet je zeker, dat neef Theo daar meê
zou spotten, Dora?"vroeg haar vader.
„En meen je het zelf altijd zoo goed en
zoo oprechtals we bidden of zingen
„O neen, vadertje zeide zij oprijzende,
en de armen om zijn hals slaande, terwijl
nu een andere blos, die der schaamte hare
wangen kleurde, ,,o neen, u hebt gelijk,
VOUKiimEM AARDJE.
Hoe de toestand in Span j© is, weet
men ook niet precies. Sombere berichten
ontbreken nietmaar zijn ze te betrou
wen De Oostenrijksche gezant te Madrid
moet volgens Daily Telegraphaan zijn
regeering gemeld hebben, dat de konin
gin-regentes slechts wacht op een gunstig
oogenblik, om Spanje te verlaten dat
wil zeggen, wanneer zij zulks doen kan
zonder de belangen van haar zoon te
schaden. Reeds zijn voor de koninklijke
familie kamers gereserveerd in een hotel
te Weenen, voor het geval dat zij komen
mooht, als de voor haar bestemde ver
trekken in het paleis van den broeder
der Regentes nog niet geheel gereed zijn.
Hiermee stemt overeen, wat de Times
uit Weenen verneemt, dat men in diplo
matieke kringen zich toenemend ongerust
maakt over het lot der Spaansche dynastie.
Men vreest een algemeene onwenteling
en het herstel van de republiek, niet
alleen te Madrid maar zelts te Lissabon,
waar de monarchie eveneens almeer ge
vaar loopt.
Nu weet men, dat hot Hof te "Weenen
de nauwste banden heeft met de Spaansche
dynastie, en daarom hebben berichten
die uit de Oostenrijksche hoofdstad komen
met betrekking tot Spanje, een niet te
miskennen waarde. Doch daar staat tegen
over, dat van andere zijde deze sombere
tijdingen geheel uitblijven, ja, dat de
toestand in Spanje in meer dan een dé-
pêohe als volstrekt niet onhoudbaar, voor
het oogenblik althans, wordt afgeschilderd.
Hoe het zij de toestand is hoogst
ernstig, al schijnt men een algemeene
uitbarsting van revolutionaire gezind
heid niet te verwachten, zoolang geen
nieuwe nederlaag ia de West het débdcle
der Spaansche vloot voltooit. Maar even
critiek is de toestand in Italië. Men weet,
aan welke oorzaken de oproeren en on
geregeldheden in beide landen moeten
worden toegeschreven.
Uit Italië zijn berichten ontvangen
over troebelen in wel vijftig plaatsen,
en dan zijn nog niet eens de daarbij
gelegen dorpen vermeld. Het onrustigst
is het in de Romagna en de Emilia,
maar ook Apulië en Campanië deden
van zich spreken.
Te Livorno hadden samenscholingen
Ik was weer te haastig „Maar toch,"
voegde zij er bij, ik vrees met moeder
dat het verschil te groot zal zijn en dat
neef Van der Maas spoedig berouw zal
hebben dat hij hier gekomen is
„Wat wordt je deftig eiyvat ben je ver
anderlijk, zusje plaagde Willem. ,,Zoo
even was je blij, dat neef Theo kwam en
nu zou je „„mijnheer Van der Maas"" wel
naar de Moolcerhei wenschen inplaats van
naar Beekhorst.
„Wel kinderen zeide de moeder, haren
man thans bijvallende, ,,'t zal zich best
schikken. We zullen allen ons best doen
om het neef hier gezellig te maken, en het
verder aan God over laten."
,,Wel zeker" zeide de heer Ouwerkerk.
„En wie weet welken zegen de Heer neef
Theo nog uit ons huis doet wegdragen."
„Och, pa, die lui zijn zoo geleerd
antwoordde Willem.
„Juistdaarom mag men van hen (Ver
wachten, dat zij de oogen zullen ontsluiten
voor de hooge waarde en de hooge waar
heid van 't Christendom," meende Dora.
„Neen kind, nu moet ik je toch tegen
vallen," zeide de moeder. Eenvoudige men-
schen denken veelal veel natuurlijker dan
de ontwikkelden evenals de Heiland ons
ook zegt, dat de verborgenheden van het
koninkrijk Gods voor de wijzen en verstan-
digen verborgen doch den kinderkens ge
openbaard zijn."
„In der waarheid wordt de vraag of men
Christen wordt of niet heelemaal niet be-
heerscht door de vraag ot men eenvoudig of
geleerd is," zeide de heer Ouwerkerk. Het
komt er maar op aan, of men zichzelf heeft
leeren wantrouwen en dus behoefte gevoelt
aan een Sterkeren Arm, waarop men leu
nen kan, óf dat men meent door eigen
voortreffelijkheden het leven door te kun
nen gaan. Neef Theo's opvoeding is heele
maal in de laatste richting geleid, en het
is alleen Gods tusschenkomst, die hem een
ander pad kan doen kiezen."
Ondertusschen waren de Jongere kinde
ren uit school gekomen, Hendrik, een flinke
jongen van een jaar of twaalf en het klei
ne Truusje, een meisje van acht jaar, dat
aanstonds op moeder toevloog.
Juffrouw Ouwerkerk streelde met moe
derlijke teederheid de blonde lokken van
haar dochtertje. Zij verheugde er zich
over dat het kind zoo gezond was en zoo
voorspoedig opgroeide.
En van het lachende kindergezichtje aan
hare zij dwaalden de gedachten van
haar medelijdend hart naar een ander
kind, maar welks trekken zij gezien had
vermagerd door ziekte en uitgeteerd door
pijn.
„Dora," vroeg zij op dit kind doelend,
„hoe gaat het met de kleine Anna
Meier
,,0," antwoordde Dora, „ze had
vandaag niet zoo heel veel pijn, maar
't gaat toch langzaam achteruit. Ik heb
haar moeder geholpen bij het verbedden.
De pudding die ik voor haar had klaar
gemaakt, heeft haar uitstekend gesmaakt.
We hebben daarna aan haar bedje verteld
en toen hebben we samen gespeeld, zij
haar zusje Trees en ik. En Trees heeft me
bijna tot aan huis toe vergezeld."
„Welzeide de moeder, ik moet er
ook weer eens heen, binnenkort. Aan zeo'n
ziekbed te staan is eene verkwikking."
(Wordt vervolgd.)