voor «le Zui«l-IIollan«l*clie en Zeeuwselie Eilanden. Vrijdag 6"Mefl898. Dertiende JaargangNo. 655. An tirevo lu tionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. De verkiezing te Beekhorst. T BOEKHOVEN. Deze Courant verschjnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika by vooruitbetaling f $,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever: SOMMELSMJH. Advertentiën 10 cent per regel en 3/j maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */s maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever. i)e huldigings-eed. Naar verluidt, zullen er bij de aanstaande huldiging onzer koningin een paar Kamerleden ontbreken, om dat zij principieel bezwaar hebben tegen het Koningschap, en niet den schijn op zich willen hebben alsot zij hun beginselen bij deze feestelijke gelegenheid ter zijde wilden-stellen. In hoeverre het voornemen ernstig gemeend is en uitgevoerd wordt, zal nog nader moeten blijken. Maar daf zich onttrekken aan de huldi gingseed heeft in elk geval geen politieke beduidenis of gevolgen. Want feitelijk is hij reeds afgelegd bij de aanvaarding van het Kamer lidmaatschap. Immers, ieder lid zweert dan trouw aan de Grondwet beloofd die trouw met woorden die den eed vervangen, en in die Grond wet wordt het Koningschap voor opgesteld. Geenszins beteeken t ech ter dit bezweren van de grond wet, dat men het met zijn in houd eens is. Wél dat men alleen door wettelijke middelen de begeerde veranderingen daarin zal pogen aan te brengen. En waarom zou dan in ditzelfde verband een tegenstander van den éénhoofdigen regeeringsvorm aan het gestelde hoofd geen trouw kunnen zweren of beloven. De antirevolutionairen hebben öok hun bedenkingen tegen de Grond wet, Het zijn bezwaren van anderen aard. Maar ook zij nemen de Grond wet, gelijk die bestaat, tot uitgangs punt van hun pogingen tot hervor rning van onze staatsinstellingen naar eisch der christelijk-historische be ginselen (art. 7). HILBRANDT S. BOSCHMA. HOOFDSTUK I. „Nu, dankje wel voor je geleide, Treeske Tot morgen, nietwaar Dag, lieveling En hot kleine bruine kinderhandje rustte eene wijle in het fijne, blanke dameshandje, dat het hartelijk drukte. „Dag juffrouw!" klonk het op vroolij- ken toon, en met dien bijzonderen na druk op de laatste lettergreep dien kinderen er gewoon zijn op te leggen. -„Dag, juffrouw En met zekere opge wektheid en wildheid schudde zij de hand der jonge dame heen en weer, totdat deze lachend en hoofdschuddend verklaarde „Nu is 'tgenoeg,Treeske Dag,Trees!" Het was voor iedereen duidelijk, die in de stille straat dit tafereeltje mocht heb ben gadegeslagen, dat deze twee goede maatjes waren. En toch had, naar het uiterlijk te oordeelen, zoo'n vriendschap iets, dat verwondering mocht wekken De tegen stelling toch, die tussohen deze twee meisjes bestond was groot genoeg om, volgens de gewone maatschappelijke op- Het zich onthouden van den huldigingseed is dus wel een beetje vertoonmakerij van de sociaal-demo craten. Ten minste, als het zoover komt. Het is, van nabij bezien, in strijd met de aanvaarding van de functie van volksvertegenwoordiger. Te meer, als men gedenkt, dat de Kamerleden het geheele volk verte genwoordigen. Overigens laat zich deze uiting van antipathie misschien verklaren uit reactie tegen de hier en daar wel wat sentimenteele houding op- zichtens de huldigingsfeesten. Er mengt zich ook wat klaterachtigs, wat fin-de- siècle-bombarie onder.Konings liefde is een schoone zaak, maar zij moet geworteld, zij moet bestendig zijn, en zij moet bespreking en toet sing kunnen velen. Nu nam de Tijd het, kort gele den een paar andere bladen kwalijk, dat zij het mogelijk en geoorloofd achtten omtrent het Koningschap een eigen gevoelen te hebben en te verkon digen. Zie, dat gaat te ver. Zeker vond men nooit en nergens sterker Oranje liefde dan onder de antirevolutionai ren, en toch hebben zij rondweg in hun program verklaard, dat zij „op zichzelf geen enkelen staatsvorm den eenig bruikbaren keuren." Alleen in de vrije lucht tiert de ware genegenheid. Een goed adres t Onder dit opschrift, maar dan zonder vraagteeken, betuigt de Vader lander zijn instemming met een adres, door Ds. P. Bruining, predikant te Almeloo gericht tot H. M. de vatting, geen gemeenschap, veel minder, vriendschap tusschen haar toe te laten evenmin als oudtijds gemeenschap bestond tusschen Joden en Samaritanen. Het kleine magere, schamelgekleede kind van een jaar of acht, met haar vuile, over-de-straat-luidklossende klomp jes, behoorde klaarblijkelijk tot den stand, dien een geest van bitterheid be stempeld heeft als dien der prolebariers. De jonge dame echter moest reeds op het eerste gezicht, niettegenstaande haar eenvoudig gewaad, geschaard worden minstens onder dien der bourgeoisie. En toch was de vriendschap dezer twee meisjes zóó eenvoudig intiem, zóó gespeend aan alle slaafsche deemoedigheid aan de ééne, en aan nederbuigende hoogheid ter andere zijde, dat men ze voor zusters had kunnen houden. Maar neen, dat was niet mogelijk. Het kleine bruine Treeske keerde zich onder 't heenloopen nog eens her haaldelijk om en wenkte met haar handje „Bonjour, bonjour!', En lachend wenkte, met onmerkbare handbeweging, zonder ophef, het meisje terug „Ga nu maar, ga nu maar en betrad de stoep van een eenvoudig stil deftig, burgerlijk huiseen van die ouderwetsche huizen metOud-Hollandsche trapjes gevels, kleine ramen en gebeeld houwde deurposten huizen, die de be wondering wekken van eiken vreemde ling maar die door den landnaat onop gemerkt voorbij worden gegaan. Het Koningin-Regentes, waarin gevraagd wordt, dat in de wetten op de la gere scholen, die van middelbaar onderwijs en de gymnasiën opgeno men worde eene bepaling, die ongeveer luidt als volgt „Opdat de leerlingen, naar gelang van de begeerte der ouders of voog den, godsdienstonderwijs kunnen ont vangen, worden bij de regeling der schooltijden (wat de Openb. lagere school betreft in te voegen, voor de leerlingen der beide laatste jaren van den cursus) „wekelijks èèn en een half der anders voor het onderwijs aangewezen morgenuren vrijgegeven, voor iedere klasse afzonderlijk. Zijn er meerdere scholen voor lager (resp. middelbaar onderwijs of gym nasia) in eene gemeente, dan worden voor de parallel loopende klassen dezelfde uren vrij gegeven, tenzij op verzoek der met het geven van godsdienstonderwijs belaste personen anders worde bepaald." Dit verzoek en het geheele adres licht de opsteller toe in eene brochure, getiteld „Concept-Adres aan H. M. de Koning in-Regentes in zake het godsdienstonderwijsverschenen bij W. Hiiarius te Almeloo. Hij betoogt, dat het door hem voorgestelde in het belang is van godsdienstonderwijs, omdat het dan op geschiktere uren valt, er minder aanleiding is tot verzuim en de kinderen er dan meer mee beginnen op gelijken leeftijd ook omdat het godsdienstonderwijs dan minder als bijzaak zal aangemerkt worden. Andere predikanten en godsdienstonderwijzers worden nu verzocht om het adres te steunen. hoekhuis, met dit samenhangend, was ingericht tot kruidenierswinkel, doch vertoonde denzelfden stijl, tenminste wat het bovengedeelte betrof. Heb je wat voor ons schenen hare oogen terwijl ze nog op de stoep stond, den brievenbesteller te vra gen, die een paar huizen van haar at naderkwam. „Jawel", zeide hij luid op, en haastte zioh zijn brieven en couranten na te gaan. Terwijl zij even op hem wacht, heb ben wij gelegenheid, haar wat nader te schouwen, althans wat haar uiterlijk betreft. Met haar karakter zal de ge duldige lezer in dit boek nader kennis maken. Bereisde menschen, (en dat zijn zulke die 't weten kunnen,) verzekeren ons, dat er in Holland geen bepaald mooie vrouwen gevonden worden. Dora Ouwerkerk was een Hollandsch meisje door-en-door. En bepaald mooi was ze niet. Althans niet, wanneer men onder mooi verstaat het schitterende, oogverblindende mooi van het betooveren- de landschap in Italië, waar de zomerzon aarde en hemel in vlammen zet van weelde waar de schoonheid zengt als vuur en betooverend is als een sprookje. Maar er is ook een schoonheid, als van een Hollandsch landschap, dat gehuld is in het zachte lichtblauwe gewaad van den neveleen schoonheid, zóó zacht en zóó weldadig voor de ziel, dat men, naar de uitdrukking van den bekenden Dat een blad als de Vaderlander zulk een maatregel zou goedkeuren is geen wonder. Het is toch. geheel in liberalen geest. Als het moet, wil men wel vrat water in den wijn doen om de openbare school den schijn van een godsdienstigen tint te geven. En het is nu eenmaal een feit, dat de redacteur van de Vaderlander zich beweegt in de achterhoede van het liberale leger. Wat Mr. H. Ph. de Kanter dezer dagen (volgens een verslag in de N. Rott. Crt.) zeide, dat Dr. Bronsveld in een kring verkeert, die gewoonlijk oppositie voert tegen li berale voorstellen,] is dan ook onjuist, ofschoon wij begrijpen, dat de libera len het zóó willen voorstellen om daar door te meer kracht aan zijne woor den te geven als hij hun geliefkoosde denkbeelden helpt verwezenlijken. De ware voorstanders van het Chr. onderwijs zijn echter nooit tevreden te stellen met zulk soort hulpmidde len. Yoor hen is het godsdienstonder wijs, al werd er de halve schooltijd ook voor ingeruimd, nooit bij machte om het overige onderwijs christelijk te maken, zoolaDg dat onderwijs in zijn geheel niet rust op den grondslag eener bepaalde belijdenis. Het is toch zonderling De cate chisatie die naast de school behoort te staan, wil men van liberale zijde des noods wel invlechten in het leerplan. En het Bijbelsch onderwijs, d. w. z. de conditie van een cbr. geest bij alle onderwijs, verwerpt men zoo beslist mogelijk. Doch dit komt omdat men geen rechte begrippen omtrent den godsdienst heeft. Men beschouwt hem als een vaken ziet niet in, dat hij is Duitschen kunstrechter Dr. Wilhelm Be de, „er aan de golf van Napels het heimwee naar zou krjgen," en waarvan de dichter Beets eenmaal in vervoering zong Wil men dit laatste soort van schoon heid nu liever bekoorlijkheid noemeD, dan kon Dora met volle recht bekoor lijk worden geheeteu. En het geheim dezer bekoorlijkheid waar school het in In haar gezicht alleen We gelooven het niet. Veeleer in de harmonie, die in haar geheele verschijning viel op te merken. Dora was geen etherisch wezen, maar een meisje van vleesch en bloed, eer te grof dan te fijn gebouwd. Maar veer krachtig was zijdat getuigde hare ge stalte, zooals zij daar stond in haar lichte blouse en donkere rokdat ge tuigden ook het kloekgebouwde voorhoofd, een weinig te kloek misschien, ware niet de krachtige indruk ervan getemperd door den zachten opslag van het licht blauwe oog. Alles aan dit meisje sprak van een gezonden natuurlijken levenslust: de roode rozenknopjes die zij in haar ceintuur droeg, (haar eenige opschik,) zoowel als de opgewekte glimlach, die haar frisch gezichtje versierde. Maar wat bij haar den geheel-indruk in har monie bracht en aan hare verschijning wijding gaf, dat was een zekere trek op een lichteen zouteen cementeen band, en de kern van alle leven dat bestand heeft. De Oorlog. 28 April. Het bericht in ons vorig nummer dat de Amerikaansche regeering de reeds prijsgeraaakte schepen weer los zou laten, wordt niet bevestigd. Eerst moet het prijsgerecht beslissen. Er zijn dus misschien nog heel wat geschillen te wachten. Behalve de reeds gemelde, zijn nog buitgemaakt een -schoener, de „Sofia", door de torpedoboot „Porter" een groote boot de „Panama" vier kleine schepen, en naar het schijnt, ook een transport schip. Vooral de aanhouding van de „Pana ma" wordt van belang geacht, daar ze door het Spaansche gouvernement tot hulpkruiser bestemd was. De Mangrove, die de Panama buit maakte, is slechts een klein kustwacht-. 1J schip met een bemanning van dertig koppen, en bewapend met twee zespon: ders en vier Maxim-kanonnen. Ze loste drie schoten voor deD boeg van de Pa nama heen, waarvan het laatste op slechts honderd el afstand en dreigde een vierde schot te doen in de zij, voordat het Spaansche sohip zich overgaf. Dit laatste was den 20en April uit NewYork naar Havana vertrokken met Spaansche uitgewekenen en een kostbare lading aan Doord, waaronder proviand voor het Spaansche leger. Op meer dan twintig mijlen afstands van Havana werd de mailboot aangehouden, De blokkade van Cuba wordt voorts gezet en kan nu werkelijk „effectief" heeten. De Amerikaansche officieren ver» trouwen, dat geen schepen er in zullen «lagen te ontsnappen aan hun waakzaam heid, en gelooven dat alle stoomschepen, die gepoogd hebben de haven van Ha vana binnen te loopen, reeds buitgemaakt zijn, 29 April. Geen enkele militaire ope?- ratie ter zee of te land wordt ons van haar gelaat, die van oudsher de besten der Hollandsehe vrouwen gemeen is ge weest, en die eene vrouw op den duur niet kan missen zonder leel jk worden een trek van devotie niet de devotie van een martelares in-nederigen-hoogmoed, niet de gemaakte devotie van een papis- tisch heiligen beeld, maar de vroomheid die onze betovergrootmoeders hare kloe ke kinderen heeft doen opvoeden in „de vreeze des Heeren, die het beginsel is der wjsheid." Godsvrucht is op het ge» laat der vrouw het waarmerk van het idealeen naarmate het aantal meisjes, die dezen stempel missen, heden ten dac^ grooter is, naar die mate verheu^én wij er ons over, te kunnen constateeren, hoe djt heilig merkteeken van een hooger zin tenminste op Dora's gelaat nog te lezen viel. Bij dezulken past niet de ziekeljke, romantische dweepzucht onzer bleekneuzig© flets-blauw-oogige, romans netjes-verslindende nufjes 5 ook niet de ijver van een in effen zwart gehulde Engelscbe methodistebij dezulken past de open-heldere lach der bijheid, die Rembrandt en Frans Hols bekoord heeft, die ernst aan boert weet te paren, en wier diepe grond ligt in den vrede 1 des harten, die afdaalt van den Vader der Lichten en die alle dingen in dit moeiljke leven met gouden zonneglans omhult. (Wordt vervolgd.) EEN VERHAAL DOOR I) (Auteursrecht verzekerd.) „Ik weet geen schooner kleuren „Dan die van 'fc Hollandsoh bosoh „In bruinen najaarsdos." -vfl

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1898 | | pagina 1