nelsdijk.
'.elsdijk.
Eerste Blad.
I
11
WÈ
Antirevo
Orgaan
;len,
REM PRIJZEH.
INHOC SIGNO VINCE'
BOER.
RmmSffr»:
s uiterst
Vrijdag 29 April'!60s.
Dertiende Jaargang No. 654.
voor ile Zuid-llolliiiidsclie en Zeeuwselie Eilanden.
TBOEKHOVEN.
Alle stiikken voor de Stedactie tiestemd,
Advertentiën en verdere Administratie franco foe te zenden aan den Uitgever.
FEUILLETON-
Da oudé molen.
I
'9
I
1
ill
m.
GEL.
a in.
cende heeft de eer
nt hij nevensstaande
erschillende lengten,
cwaliteiten voorhan-
APIJTEN worden
looging genaaid, en
rzeilen gratis gelegd
-
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij voornitbetaling f 1,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
1 uitgever:
1 SOASMESjSMSIJ Si.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Bienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Bit nummer bestaat uit
twee bladen.
SS et veldwinnend
Socialisme.
Somtijds schijnt het, alsof het so
cialisme uitslijt bij onze landgenoo-
ten. Maar dit komt omdat het
socialisme vaak verward wordt met
het maken van oproer, en het ge
bruiken van geweld bij het streven
naar andere toestanden in het maat
schappelijk leven.
Nu moet wel erkend worden, dat
het socialisme lang niet meer zoo
doldriftig en rumoerig optreedt als
een vijftien jaren geleden. Maar dit
is eendeels een gevolg hiervan, dat
de socialistische partij zich sterker
gevoelt, en die geweldpleging niet
meer noodig acht. Het is een ge
volg van de omstandigheid, dat er
reeds heel wat van haar leeringen
ingang vond onder alle andere par
tijen en dat over het algemeen het
besef veld winj dat er voor den
arbeidenden stand beter moet gezorgd
worden.
En onderwijl treden voorname
woordvoerders als Mr. Troelstra met
tact en studie op, en weten het
publiek te boeien en uit bepaalde
beginselen hun stelsel op te bouwen
waardoor zij meer en meer plaats
krijgen in de wereld der denkende
geesten.
Mr. Troelstra in zijne Paaschrede»
op Zondag 10 dezer in Plancius ge
houden, aldus
„Begroet werden vervolgens eeni
ge „overloopers" van den vijand,
uit de rijen der bourgeoisie. De strijd,
dien wij voeren sprak de heer
Troelstra ongeveer naar aanleiding
daarvan moet vooral worden
gestreden door de kracht van ons
beginsel. "Wij moeten zijn de on
weerstaanbare voorttrekkende kracht
van vooruitgang en idealisme. De
bourgeoisie heeft geen ideaal, geen
wetenschap meerzij leeft van de
brokken van het verleden. Het is
het noodlot der bourgeoisie, dat haar
beste elementen van haar afvallen
en deze elementen worden van harte
welkom geheeten Aplaus.)
„Tevens noemde de spreker het
een v eugdevol teeken, dat ook de
letterkundige wereld t zich meer en
meer met de volksbelangen bemoeide
hij herinnerde daarbij aan het werk
van Cornelis Huygens en begroette
met vreugde deze letterkundige be
weging, waarin door mannen als
Gorter hetzelfde wordt gedaan wat
anderen doen op politiek gebied, dat
wil zeggenbaan breken voor de
nieuwe begrippen."
Hort en krachtig.
Volgens een verslag, dat wij in
„de Vaderlander" vonden, heeft de
heer Mr. Th, Heemskerk, in eene
te Amsterdam gehouden lezing, van
het wetsontwerp op den leerplicht
gezegd, dat het naar zijn gevoelen
is „een gevaar voor de grondslagen
van maatschappij, gezin en ouderlijk
gezag, een gevaar voor de begrippen
van recht, voor de bijzondere school
een gevaar voor de financiën van
het Rijk en gemeenten, een sociaal
gevaar, omdat het een slagboom is
voor zoovele sociale hervormingen,
die dringend noodig zijn, wegens
de financiëele eischen, die het aan
de schatkist stelt."
De man, die aldus sprak, wordt
door den redacteur van „de Vader
lander" gerangschikt onder de „zeer
strijdbare hanen", en het bovenver
meld oordeel wordt aangeduid als
„opgeblazen,'' Een spreker die zelf
erkent, dat het ouderlijk gezag niet
geheel onaantasbaar is, en dat ouders
welke niet behoorlijk voor de opvoe
ding hunner kinderen zorgen, van
misdrijf te beschuldigen zijn, had
volgens den redacteur van „de Vader
lander" het goede van 's Ministers
werk liever van het te ver gaande
moeten scheiden dan zoo'n „overbluf
fend" vonnis te vellen. Zulks zoude
volgens dien redacteur meer „in het
algemeen belangzijn geweest.
Waartoe dienen nu toch dergelijke
koffiepraatjes en beleedigingen
in de dag- en weekbladen P
Laat uien over de zaken zelf han
delen, maar niet over het „haanach
tige" van personen. Dit toont niets
dan persoonlijken afkeer. De heer
Heemskerk zijnde een scherpzinnig
staatsman als weinigen, kan toch be-
zwaarlijk aan iemand als Dr. Brons
veld gaan vragen wat en hoe hij in
het publiek spreken moet. Hier geldt
hetmedicijmeester genees uzelf.
SSe kosten van den
„leerplicht"
Niet alleen voorspelt het leer
plicht-wetsontwerp groote uitgaven
wegens de verlenging van den
gewonen schoolduur met een jaar
iets dat tegelijk zeer dreigend is
voor behoeftigo huisgezinnen, waar
de kinderen reeds vroeg iets mee
helpen verdienen maar ook groote
uitgaven voor het schooltoezicht.
De ongeveer honderd arrondisse
ments-schoolopzieners, die tot hiertoe
alleeni vrij reis- en verblijfkosten
hadden, zonder salaris, zullen be
hoorlijk bezoldigd en deels vervan
gen moeten worden, wanneer zij
gestadig druk werk krijgen met on
derzoek naar de oorzaken van het
schoolverzuim.
Stelt men nu het traktement op
gemiddeld f 2000, en neemt men
in aanmerking dat ook het aantal
schoolopzieners wegens opkooping van
het werk belangrijk zal vermeerderd
moeten worden, dan geeft dit reeds
een meerder bedrag van drie ton.
Wellicht had de heer Heemskerk
mede hierop het oog, toen hij in zijne
Amsterdamsehe voordracht zeide, dat
het wetsontwerp op den leerplicht an
dere noodige dingen, met name de
sociale hervorming tegenhoudt.
Iu het aigetrokkene is schooldwang
of „leerplicht" een flinke, noodige
zaak. Maar komt men er mee in het
werkelijke leven, dan staan tegen
over de beoogde voordeelen een massa
nadeelen en gevaren, en wij gelooven
niet, dat deze zöö uit den weg te rui
men zijn, dat er veel meer van het
ontwerp overblijft dan de naam.
n
3
in
casten, Linnenkas-
en, Canapés, enz.,
gedreven géén ge-
e Zaak.
jricaat. Uitsluitend
EE BA ART'S
dres voor AniC-
ilen en atelier voor
tkelijke betaling. g|«
6D
#a
#C
Ph
O
OO
-+J
«2
-t-s
O
Fh
eerd Handelsmerk verkrijg-
A. van Eesteren.
J. Kasteleijn.
A. van Oostenbrugge
Wed. A. Spee.
DIÉNST.
flakkee en Goedereedo.
RDIENST
1 April 1898.
ddelharnis en Hellevoetsluis.
en nm. 1.50 uur.
Mei, Augustus en September
voetsluis) nm. 2.50 uur
naer Hellevoetsluis
en nm. 2,50 uur.
Mei, Augustus en September
naar Middelliarnis
en nm. 4 uur.
naar Stellendam,
en nm. 4,30 uur.
Mei, Augustus en September
levoetsluis) nm. 5 uur
naar Hellevoetsluis.
Mei, Angustus en September
naar Stellendam.
Mei, Augustus en September
dag zijn de diensten als op
plaatselijken tijd opgegeven,
nieur van den Waterstaat te
akkee ca Goederéede.
arnis en O aderneming,
g vm. 5,— en nm. 1,7
i. 2;— uur, overig© dagen
i. 8,15, nm. 2,nm. 5 uur,
uur, Overige dagen vm.
appij „Haringvliet,"
Sommelsdijk.
is naar Rotterdam.
i. 4,45 uur, Woensdag, Don-
terdag 6,15 uur.
naar Middelharnis,
ig nm. 3 u. Woensdag en Don
m. 3.30. Zaterdag nm. 2 uur.
cht, vertrek van daar 1 u. 30.
naar Rotterdam,
i. 5,uur.
?en 6,30 uur.
)ber Dinsdag vm. 4,30 uur.
is naar Rotterdam,
m. 5.45 uur.
i vro. 7,15 uur.
)ber Dinsdag vm. 5,15 uur.
s naar Rotterdam
m. 6.30 uur.
en 8,uur.
>ber Dinsdag vm. 6.uur
naar Stellendam,
Sept. dagelijks nm. 2.45 uur.
„DEM BOMMEL."
iel op Rotterdam,
en dinsdag 's morg, 4,30 uur.
aterdag 6,—
itterdam.
Donderdag, Vrijdag en
im. 2,45 uur.
ikhoven Sommelsdijk,
Deze Courant verschijnt eiken "Vrijdag.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Van dezen vooruitgang gewaagde
(Slot)
Een jongmensen met een bloeiende
molenaarszaak, en vrijgevig van aard
kaD licht vrienden vinden. Deze vonden
het in den molen weer ongezellig en ze
verhuisden 'savonds naar „De Vergulde
Druif." Daar was 't gezelliger. De waard
bediende, bracht bier, pijpen en op 't laatst
ook een enkel glaasje bitter. Nu, dat
kon ook geen kwaad
Dat kon 't ook niet, maar wèi kon
't kwaad, dat Karei 's nachts door zijn
vrienden in ongewonen toestand werd
thuis gebracht. En dat gebeurde niet ééns,
maar meermalen, en de oude Witzer, de
eenige kuecht di9 van de andere gebleven
wa?, slaakte menigen diepen zucht, als
hij tegen het aanbreken van den dag voor
zjjn jongen meester de deur opende.
Karei schaamde zich den volgenden
dag wel een weinig, maar dronk die
schaamte spoedig weg. Hij zweeg, en
Witzer zweeg, de waar 1 uit „de Vergulde
Druif" zweeg uit voordeel voor zijn eigeu
zak ook, en het dorp wist nog
niet wie Karei de molenaar was.
Karei echter trouwde met de dochter
van de dorpssmid, en die wist maar al
te spoedig en helaas, te laatwie Karei
was.
De jonge vrouw had veel verdriet van
de ongeregelde levenswijze van haren
man, en klaagde haren nood aan haar
vader, die het uit een soort van wraak
weer verder vertelde, zoodat spoedig het
gekeele dorp de treurige gesehiedeni»
van a tot, z wist.
Niettegenstaande de smeekbeden der
vrouw, ging Karei op den ingeslagen
weg voort. Het eerst onschuldige kaartspel
veranderde weldra in een „zaak", waar
mee te winnen of te verliezen was, en
treurig genoeg, was gewoonljjk het laatste
het geval.
De molenaarszaak ging dan ook schrik
kelijk achteruit. De jonge vrouw kon
baar verdriet niet aan. Somtijds was er
haast niet genoeg om de twee kinderen,
een meisje Anna
„Hé, moe, net als u onderbrak Lize,
„Ja, evenals ik sprak Lize's moeder
en vervolgde „Ik zeg, er was haast niet
genoeg om een meisje, Anna, en een jon
gen, Karei geheeten, iets ouder dan zijn
zusje, te eten te geven en tekleeden.
Keerden de kaDsen weer eens, dan was
voor eenigen tijd zorg en gebrek verdre
ven, en de oude Witzer deed al zijn best
om de mole o aarszaak haar ouden roem
te doen handhaven, en te laten blijven
zooals zij was, en wie weet, misschien
had door zijn zorg, de zaak nog goed
terecht gekomen, doch de oude Witzer
stierf.
Hij werd begraven, de dorpelingen
gingen achter den lijkwagen, en de kin
deren, Anna en Karei volgden. De mo
lenaar zelf had rust noodig. Hij sliep.
Do stoet keerde terug en menig dor
peling dacht: „Er is een braaf en goed
man heengegaan Men zal hem op den
molen missen En ja, men miste hem
op den molen. Doch 't was niet de mo
lenaar, die dit verlies gevoelde 't waren
zijn vrouw en zijn kinderen.
Hij speelde en dronk. Het leven had
nog lang zoo kunnen voortgaan. Doch
er gebeurde iets vreeselijks. Op zekeren
dag werd het molenaarsgezin, natuurlijk
uitgezonderd Karei, die in „de Vergulde
Druif' was, versenrikt door bet bezoek
van een man der wet, om in naam der
schuldeischers molen en inhoudtetaxeeren
en te verkoopen op een nader te bepalen
Dat was een slag voor het gezin Geen
molen, geen middel van bestaan meer,
en dan, en dan o, der arme vrouwe
duizelde het hoofd, als ze daeht wat er
op dat „en dan" zou moeten volgen.
De avond viel, en met een angstig hart
verbeidde de vrouw de komst van haar
echtgenoot. Wonder genoeg, kwam hij
vroeg, en in Duchteren toestand tehuis.
De oorzaak daarvan was niet ver te
zoeken. Zijn vrienden hadden, ter bijwo
ning van een schuttersfeest in een na
burig dorp, hun woonplaats voor eenige
dagen verlaten, en thans verkoos Karei
de gezelligheid van het tehuis, boven de
ongezelligheid van de kroeg.
Misschien zou deze avond voor zijn
verder loven hebben kunnen beslissen,
maar deze laatste slag moest den boom
doen vallen.
Zijn vrouw deed hem mededeeling
van hetgeen 's morgens was voorgevallen,
en Karei vloekte, vloekte do schuldeischers,
zichzelf, en vloekte God, die het zoover
had laten komen hij vergat dat hij
zelf het zoover had laten komen hij
veigat dat hijzelf het zoover gébracht had.
Hij ging in opgewonden toestand de deur
uit, waarheen dat zeide hij niet. Den
anderen dag vond men zijn lijk in de
beek, die achter den molen heenloopt.
Dat was het einde. Hij was nog in
„de Vergulde Druif" geweest, had volop
bitter en andere sterke dranken gebruikt,
en was zeer beschonken tegen middernacht
vertrokken. Meer wist men niet, en meer
weet men ook thans nog niet. De mole
naarsvrouw viel op het hooren der schrik
kelijke tijding bewusteloos neder, en
geraakte in een bezwijming, waaruit zij
ontwaakte in de armen van den dood.
Man en vrouw waren gelijktijdig op
geroepen, om te verschjjnen voor den
Eeuwigen Rechter, om rekenschap te
geven van hun rentmeesterschap.
Van dien tijd af raakte de molen
in verval. De verkoop der meubelen,
gereedschappen enz. had genoeg opge
bracht om de schulden te dekken, zoodat
de molen niet verkocht behoefde te wor
den
De kinderen werden door den dorps
smid opgenomen en opgevoed, en zij
wonen hier nog in het dorp. Gij kent
ze beiden. Een van hen, Lize, is uw
moeder, en, Lize, ook oom Karei kent
ge!
Nu weet ge beiden de geschiedenis van
den molen.
Wat man verteld van zijn geest, dat
die hier rond zou zwerven, dat is een
praatje, zooals men ze meer vertelt van
personen, die zichzelf om het leven ge
bracht hebben, of waarvan men dit zegt
't Is ten minste lang niet zeker, dat uw
grootvader niet bij ongeluk in het wa
ter geraakt is. Maar men vertelt gaar-
lie €l»eS®§;.
22 April. Het eerste schot is nog niet
gelost (ten minste volgens de laatste te
legrammen van hedennacht) maar be
richten uit Amerikaansche bron zeggen
dat de oorlogstoestand reeds is ingetreden.
Zonder oorlogsverklaring Men acht het
zelts twijfelachtig, of een dergelijke ver
klaring nog zal plaats hebben. Want
Spanje moet gewoon-weg weigeren het
ultimatum dor Unie te beantwoorden.
Zijn regeering plaatst zich op het stand
punt, dat Spanje's eer niet toelaat, dat
ze officieel zelfs maar kennis neemt van
het ultimatum, dat op zichzelf reeds als
een beleedigende inmenging beschouwd
wordt. En daarom is dan ook aan Polo
de Bernabe, den gezant te Washington
last gegeven, zijn paspoort te vragen
zoodra hom bekend was, dat de President
de motie van het Congres geteekend had.
Dus werden alle officieele formalitei
ten afgesneden en kon de verantwoorde
lijkheid voor een aanvallend optreden
op Amerika worden geschoven. Woodford
de Amerikaansche gezant te Madrid, had
dus feitelijk ook al dadelijk kunnen
heengaan, maar voor den vorm bleef
hij nog één dag. Kaartjes p. p. c.
„om afscheid te nemen" werden echter
Woensdag al door hem rondgezonden.
Vertrokken naar Parijs, werd bij
wijze van voorzorgsmaatregel het sta
tion door de troepen bewaaktdoch
de menigte hield zich rustig. Alleen
bij het vertrek van den gezant klonken
ne van anderen 't slechtste.
Nu weet ge ook, waarom ik u nog
nooit over uw grootvader en grootmoeder
gesproken heb. Wel zwerft de geest van
den molenaar bier niet meer rond, maar
het ware te wenschen, dat hij het deed,
alleen om anderen te waarschuwen voor
het vreeselijk gevaar waaraan een speler
en drinker zich en de zijnen blootstelt.
En zulk een ongelukkige geschiedenis
komt niet voort uit een plotseling opge
wekte hartstocht, maar groeit van een
klein zaadje tot een grooten boom. Karei
had eerst alleen opgeschreven, had toen
„voor de aardigheid" eens medegespeeld
en is geworden, wat hij was toen hij
stierf. Daarom kinderen, wacht u voor
spel en drank, 't Zijn in oogensehijn
vrienden, maar inderdaad gevaarlijke
En nu, gaat beiden rusten, 't Is lang
uw tijd De kinderen stonden op, Geurt
vertrok en Lize kuste haar moeder. Wel
dra was zij in rust.
„Geurt, gaat ge mede aan het weiland
wat dobbelen vroeg een schooljongen
na schooltijd den volgenden dag aan
Geurt.
„Neen, Piet, dat spel is niet goed
Onze buurvrouw Anna zegt: van 'tklei
ne komt men tot 't groote en 't spel
kan een gevaarlijk vijand worden. Goed
begrijp ik dat nu niet, maar zij heeft
er mij voor gewaarschuwd, en daarom
doe ik het niet
Geurt heeft niet weder gedobbeld.
n
s
sr
te
3-
1.
n
d
a
i-
n
r
a
t
9
9
I
I
,'Y