J
Vrijdag 15 April 1898.
Antirevolutionair
Dertiende JaargangNo. 652.
Orgaan
vaar «Ir %iii«l-llollaii«l*<*lie en ^Keeiiwsclie Eilaiiiteii.
Eerste Blad.
e op
eer-
vrij
lee-
en,
iver-
Ge-
iwij-
:ery
op
ke
iiet
IN HOC SIGN O VINCES
T BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
li kei
enz.
uitgever:
Alle sltahkcn voor de Iftedaelie Ssesteimï, Advertenties! en verdere Administratie franco $ee te neenden aan deti Uëtgever.
iiit siiiinifiier bestaat alt
twee t>Bade«s.
Ernstige tegenstand te
gen den leerplicht.
iUat liejde vermag.
Nationaal gebed.
Uit de S*er§.
naast onze
n en op nieuw
egedde
den gehouden
L Sage doch
er- en Schoen-
■e verbruikers.
,40.
a
[EKEN
ST.
(loedereedö,
3T
li 1898.
en Helle voetsluis.
|50 uur.
Tistus en September
|u i s) nm. 2,50 uur.
Ilevoetsluis
50 uur.
Istus en Septembor
Idelharnis
1 uur.
^llendam.
130 unr.
Istus en September
luis) nm. 5 uur
■voetsluis.
Istus en September
lllendam.
Istus en September
Ie diensten als op
Icn tijd opgegeven,
den Waterstaat te
Goedereede.
Onderneming.
en nm. 1,
Ir, overige dagen
m. 2,nm. 5 uur,
l'erige dagen vm.
Haringvliet,"
ik.
jtterdam.
Woensdag, Don-
kdrecht,
[harms,
Zaterd. nm. 2 uur.
Irijdag nm. 2 uur.
liANG.
lerdam,
fg vm. 4,30 uur.
lterdam,
uur.
kg vm. 5,15 uur.
lerdam
Ir.
ig vm. 6.uur
indam,
Iks nm. 2.45 uur.
[rdam.
3 morg, 4,30 uur.
6—
llag en Zaterdrg
1
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika by vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
SOMM. EBjSEUJH.
Advertentiën 10 cent per regel en maal. Reclames 20 cent per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en V3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Wij doorleven in den laatsten tjd
een zeer slappe politieke periode.
Dit komt in de eerste plaats hier
uit voort, dat er feitelijk geene meer
derheid van partijgenooten in de
Tweede Kamer is. Bij het regelen
der werkzaamheden, bij het bepalen
van de volgorde der wetsontwerpen,
bij het begrenzen van de stol voor
die ontwerpen moet er zooveel poli
tiek overleg gebruikt worden, dat het
voorgedragene groote kans heeft, aan
weinigen slechts voldoening te geven.
Maar ook de op handen zijnde
huldigingsfecsten beletten het door
zetten van den politieken stryd in
de eerstvolgende maanden. Die fees
ten leiden niet slechts de aandacht
van de partijen af, om ze te richten
op het heugelijk feit in het Huis
van Oranje, en zj nemen voor tal
van staatslieden, die in allerlei com
missies geplaatst zjn, niet alleen veel
tjd in beslag, maar zij maken het
ook noodig, zóó voorzichtig te agee-
ren, dat er niet vlak vóór de dagen
der huldiging eene ministeriëele cri
sis kan ontstaan.
Te dezen aanzien gaat het met
de politieke huishouding ook al even
zoo als in het particuliere familie
leven. Wanneer er bijzonder blijde
of droeve dagen op til zjn, dan wordt
er tjdeljk over bestaande verschillen
heengewerkt, of die verschillen wor
den ten minste wat onderdrukt.
Let men nu in dit verband op de
stroom van bedenkingen, ingebracht
tegen het ontwerp op d"n leerplicht,
dan laat zich die breede critiek wel
eensdeels verklaren uit de omstandig
heid, dat er b jna geen andere stof te
verwerken ol te beoordeelen valt op
wetgevend terrein, maar dan ligt toch
wel de gevolgtrekking voor de hand,
dat dit wetsontwerp vóór September
bezwaar]jk in stemming kan komen.
Want wie kan daar de gevolgen
HOOFDSTUK XXVII.
DE MARTELARES.
44,
(Slot.)
Lmmelsdjk
Van Heken liet zich als eene lood
zware massa op het lijk zijner dochter
neervallen, tot in het diepst zijner ziel
getroffen door deze namelooze smart. De
getuigen van dit tooneel bleven, alsoi
zij versteend waren, roerloos siaan, niet
bj machte om een stap te doen of een
woord te spreken.
Maar plotseling hooide men aan den
anderen kant van het marktplein de
kreten weerklinken „Hier ben ik ik,
D'EscosWj komen helpen Wj ko
men ontzetten Vivat Oranje
van overzien
Onmogeljk toch kan de tegen
woordige regeering het leerplicht-ont
werp als een b jzaak op haar program
beschouwen.
Lees, om u hiervan te overtuigen,
slechts, hetgeen z j er van schr jft in
haar Memorie van Toelichting
„Zelfs financieel zoo betoogt
zj heeft de Staat belang bj de
invoering van leerplicht. De invoe
ring zal in den beginne nieuwe uit
gaven ten gevolge hebben, maar
allicht zal in de toekomst, door het
onderwjs algemeen te maken, meer
geld worden bespaard."
En met die besparing is dan, vol
gens de verdere uiteenzetting, bedoeld
het kunnen bezuinigen op het ge
vangeniswezen en de bedeeling van
armen.
Maar tegen zulk een optimistische
zienswjze beginnen zich meer en
meer op te hoopen de klachten van
hen, die reeds vele jaren de onder-
wjsquaestie hebben zoeken op te
lossen langs geheel andere wegen.
In het afgetrokkene, of in algemee-
nen zin geeft bjna ieder toe, dat
de ouders verplicht zjn om hunne
kinderen lager onderwjs te doen ge
nieten. Dit is eene zedelijke verplich
ting.
Maar het is met dezen plicht zooals
met vele andere moreele plichten. H j
moet onder zooveel verschillende om
standigheden ten uitvoer gebracht
worden, dat als men deszelfs vervul
ling bj de wet gaat regelen, men al
zeer spoedig vast loopt, en het ver
meende geneesmiddel erger maakt dan
de bestreden kwaal.
Laat ons een ander voorbeeld ne
men. Ieder zal erkennen, en de wet
gebiedt het met even zoovele woorden,
dat man en vrouw elkaar wederkee-
rig hulp en bjstand moeten verlee-
nendat de man gehouden is aan
zjne vrouw te verschaffen hetgeen zj
volgens zjn staat en zjn vermogen
noodig heeft, enz. Maar hoe zal
dit in b jzonderheden geregeld worden
zonder tegel jkertjd veel meer klem
men en moeieljkheden te verwekken
dan op te ruimen.
Men dacht, door een sterke bende
Geuzen overvallen te worden. De Her
tog van Al va gaf bevel om onmiddeljk
„zadelen te blazen, en in allerijl de
stad te verlaten. Er bleven niet meer
dan vjfof zes manschappen in zijne na
bijheid. De een werd getroffen door een
geweerschot, een ander werd neerge
veld door een slag met een reusachtigen
jzeren hamer. Allen maakten ruim baan,
overweldigd door angst en schrik. Een
oogopslag was voor D'Escos en Gerrit ge
noeg om _den staat van zaken te begrij-
pen. De reus waggelde.
„Neem gij den vader, Gerrit! ik neem
zjn kindriep D'Escos' „en dan
voorwaarts
Alvorens de Spanjaarden den tjd
hadden om te beseffen wat er gebeurde,
had Gerrit den bewusteloozen Yan He
ken op zijne stoere schouders gelegd,
Reeds meermalen werd ook in ons
blad, er nadruk op gelegd de wet
kan niet in alle misstanden voorzien.
Zedel jke gebreken moeten door gees-
teljke en zodeljke bearbeiding van
het volk tegengegaan worden.
Dit is nu wel moeiel jk te erkennen
voor hen, die den godsdienst buiten
de wetgeving willen houden, en die
niet geloovtn aan eene onomstootelj-
ke zedewet. Doch het standpunt der
genen die met al hun arbeid bj het
Goddeljk gezag wenschen te leven,
is te vast, te proefhoudend dan dat zij
zich thans stil zouden kunnen houden.
Bovendien is de oude schoolstr jd te
diep geworteld, en komt in dien strjd
de tegenstelling der levensbeschou
wingen te helder aan het licht om te
kunnen vermoeden dat men het in za
ke leerplicht straks wel spoedig op
een accoordje zal gooien.
Tot tweemaal toe heeft de Oud-
Gouverneur van Suriname, de heer
Van Asch van Wjck in de Eerste
Kamer op het ernstig gevaar van ver
nieuwing van den schoolstrjd gewe
zen.
Zijne gedane voorspelling komt
reeds uit.
De tegenstand tegen het ontwerp is
ernstig, maar zal vooral nh de inhul
diging zeker nog ernstiger worden.
Binnen kort zal de heer Donner
de Regeering interpelleeren over de
vraag of het in haar voornemen
ligt, de natie uit te noodigen tot
het afsmceken van Gods zegen over
H. M. onze koningin bj haar aan
vaarden van het bewind.
Hierop is door een paar bladen van
eenigszins verschillende richting aan
merking gemaakt.
Waarvoor die beweging, zoo heeft
men gevraagd. Waarom de politiek
gaan mengen in zulk een „teedere"
zaak Men weet toch wel, dat er
onder de tegenwoordige Ministers
mannen zjn die geheel anders den
ken over de verhouding van kerk
en staat dan zij die een nationalen
biddag begeereu. En waarom die
heeren dan in moeite gebracht?
en had D'Escoa bet Ijk van Geertje in
zjne armen genomen, en zoo ver
dwenen zj beiden, haastig voortstappend,
in de donkere straten van Jodoigne.
De Hertog van Alva bleef alleen,
het gelaat nog altjd bevuild door een
bloedige moddervlek. Plotseling zag hj
vlak naast zich eene zwarte gedaante
verschjnen. En met de rechterhand ten
hemel geheven, en de linker op den
schouder van den Spaanschen veldheer,
zeide die man
„Ik zou u als een beest kunnen slach
ten, Monseigneur de Hertog van Alva 1
Maar dat wil ik niet. Al het hier ver
goten bloed kome op uw hoofd en op
dat uwer nakomelingschap Ik, Marnis
van St. Aldegonde, verklaar u in Naam
van den levenden God, dat gij uit dit
land verjaagd zult worden, vervloekt
door God en menschen, en dat uw naam
Waarom hen te verlokken om of
zulk een gebed tegen hun gevoelens
in te vragen öf aan de tegenpart jen
een bewjs te meer van onchristeljken
zin te geven, en alzoo een wapen
ter bestrjding. En dan bovendien,
welke beteekenis heeft nu voor een
positieven kerkeraad de uitnoodiging
tot gebed van een liberaal-radicaal
ministerie Het gebed moet immers
uit de eigen aandrift van het volk
voortkomen.
Wj kunnen deze bedenkingen niet
deelen. Zj komen voort uit een te
ver gaande scheiding van Godsdienst
en politiek, en uit het leggen van
te veel nadruk op de partijregeering
als zoodanig. Ging deze redeneering
door, dan zou thans bj het indienen
van wetsontwerpen ook de „aanbe
veling in Gods heilige bescherming"
achterwege moeten bijven. Het per-
soonljke standpunt der Ministers
moet hier buiten bij ven. Maar als
Regeering over een gemengde natie,
die haar chistel jk karakter nog niet
geheel uitwischte, en nog Gods naam
en Gods bescherming noemt in offi-
ciëele stukken, is zj moreel gehou
den ook thans kleur te bekennen.
Dit te ontwjken is geen „teederheid"
maar halfheid. Het gaat hier om de
eere Gods en om waarheid in de poli
tiek.
TUCHT.
In de Viagen des Tijds komt de heer
M. H. Spruyt, kapitein der infanterie, ge
plaatst bj de cadettenschool te Alkmaar,
nog eens terug op de klachten over de
verregaande tuchteloosheid op de middel
bare scholen.
Letterljk leest men in zjn belangrjk
artikel 0. a. het volgende
„Het kan niet meer geloochend wor
den ons middelbaar onderwijs heeft zijne
martelaren. Het is er verre van, dat alle
leeraars ongeschikt zouden zjn, er zjn
onder hen slachtoffers van een bandelooze,
meedogenlooze jeugd, mannen die uitste
kend voor hun taak geschikt zouden
zjn, wanneer de leerlingen hun slechts
de gelegenheid lieten hun taak te vol
brengen. Niet zelden ziet men, dat de
leeiaar, die in de eene plaats een gevierd
man was, het in de andere totaal af
legt.
„Niet te groote sympathie voor de
in alle toekomende eeuwen slechts met
de bitterste verachting zal worden uit
gesproken Of liever," voegde hj er
dadeljk bj, moge God u de genade
verleenen om uwe misdaden in te zien,
en tot berouw te komen eer het te laat
is!"
NASCHRIFT.
Eenige dagen later deed de Hertog
van Alva, na al zjne troepen bjeenver-
zameld te hebbeD, bj verrassing een
aanval op het leger van den Prins van
Oranje, bj een overtocht over de rivier
de Geete, en versloeg hj het geheel en
volkomen.
Prins Willem hield sleoiits weinige
getrouwen over. De overigen waren
her- en derwaarts verstrooid, en hadden
naar alle kanten de vlucht genomen.
Gevolgd door dat handjevol manschappen,
waarbj 0. a. D'Escos, Van Hek«n, schier
leeraren, die hun gezag niet kunnen
handhaven, deed ons een voorstel doen
om het kwaad te beteugelen, het gemis
aan tucht op onze middelbare scholen
maaktdat het onderwijs niet tot zijn
recht komt werkt dus direct ten na-
deele der leerlingen.
„Er is meerde bandeloosheid der
jeugd drukt haar stempel op den vol
wassene mag men eerbied voor recht
en wet onderstellen bj wie men toeliet
met alle gezag den spot te drijven Zjn
er in onze letterkunde niet reeds sporen
aanwezig van een geest, wien niets hei
lig, voor wien alles geoorloofd is
Zeer j uist, zegt de btandaard.
Zullen de oogen nu eindeljk open
gaan voor de oorzaken dezer onhoudbare
toestanden
We herhalen wat we onlangs schreven
„De Norm van de tucht is er weg."
Het zal meer en meer bijken, zonder
God en Zjn Woord k&n er van ware
opvoeding geen sprake zjn.
(Volksbl.)
VOLiKEMSN DËR AARDI3.
In de oude wereld is het Frankrijk, dat
nieuwe beroering en spanning veroorzaakt door
het besluit Tan den krijgsraad om een nieuwe
vervolging tegen Zola in te stellen. Met gesloten,
deuren heeft de raad Zaterdag beraadslaagd, en
toen is deze beslissing gevallen. Natuurlijk geldt
die vervolging ook den directeur der Aurore.
En tevens dit teekent voorn1 den toestand
beeft de krijgsraad den wenscb uitgesproken
dat de minister van oorlog bij den groot-kan
selier van het Eegioeu van Eer een aanklacht
zal indienen, ten einde te verkrijgen dat Zola
uit de orde zal ivorden geschrapt.
De groote vraag bij bet nieuwe proces zal nu
zijn, of de zaak-Dreyfus ter sprake mag komen.
De Aurore meent van ja, na de bekende
verklaringen van den procureur Manau. "Wij
werden vervolgd, schrijft Georges Clemenceau,
omdat wij gezegd hadden, dat Dreyfus onwettig
veroordeeld was, en wij zagen ons het recht
ontnomen in strijd met de bepalingen van
de wet daarvan het bowijs te leveren. Men
herinnert zich, dat een getuige voor het Hof
was gekomen, die van een der rechters van
Dreyfus zelf vernomen had, dat er een geheim
stuk in de raadkamer was medegedeeld. Op
het oogenblik dat hij spreken wilde, snoerde de
president hem den mond, en het merkwaardige
woord: „Deze vraag mag niet gesteld worden,"
klinkt nog in ieders oor.
Welnu, het uur, waarop den getuigen gebo
den werd te zwijgen, door hen wier plicht het
was hen te doen spreken, dat uur is voorhij De
waarheid zal zoo luide verkondigd worden, dat
zelfs zij die stokdoof zijn, haar zullen verstaan.
Bewezen zal worden, dat Dreyfus onwettig is
veroordeeld, en de rivisie van het proces zal
wat men ook zeggen of wenschen moge, nood
zakelijk moeten geschieden.
Dat is het gevolg van het recht, dat ons is
geworden. Generaal Billot had wel gelijk, toen
hij tot den president Manau zeide„Dat is een
revolutie, die gij begint." Het is het vervangen
van de leugen voor de reohters door de waar
heid.
En verder
„Het bestaan van het geheime stuk zal door
ons bewezen worden. Do reohter van het Hof
van Cassatie heeft het gewi.lit van zijn vonnis
onherkenbaar, maar nog al tij don versaagd,
Gerrit, somber gestemd, maar nog altjd
heldhaftig, en zjne vier metgezellen,
spoedde Prins Willem zich naar de vlakten
van Brabant, was zoo gelukkig om te
ontsnappen aan de handen der hem ver
volgende Spanjaarden, en trok verder
naar Frankr jk.
Op het oogenblik dat hj de grens
overschreed, richtte D' Escos zich in zjne
volle lengte in zjne stjgbeugels op, zwaai
de zjn heldenzwaard boven zjn hoofd,
en riep bj wijze van afscheidsgroet
„Wj zullen spoedig revanche komen
nemen, Monseigneur de Hertog van Al
va
En zj zjn dan ook werkeljk weder
teruggekomen, eenige hunner althans,
onder een naam die in de geschiedenis ver
maard is gebleven.
'li
#1
jf K