voor* de Ziaiid-IIollaiiflsclte iii - Zeeuwsche Eilanden.
'tout.
snj
kelen
Vrijdag 1 April 1898.
Dertiende Jaargang No. 650.
Antirevolutionair
Orgaan
A
1#
billijk.
Pittig.
ELOO.
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON.
T BOEKHOVEN.
;ral verkrijg-
|ir. Door doc-
ivolen. Een
verteerbaar,
voedsel.
>ain-Exp8ller.
tee een vea'te-
;W>
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling ƒ3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
SOMMEEjSDIJM.
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en l/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Aïle stukken voor «Ie Iteslactie kestensd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever.
Traagheid in de poli
tiek
Vervroegde winkelslui
ting.
Wat lie/de vermag.
42
V, I
SilHISt
v. p. op
ERLASD, FRANK-
i!en.
piet
Lrlnsfvïiet Si—88.
Idergeteekende neemt
Id ter uwer kennisse
lij als Agent «lea"
vaaa iks'ssisd
voor Saei
Medcï'lanilen
Hcrtogett
Ilegenheid is VERZE
BRANDSCHADE te
ende en onroerende
\rtoe beleeidelijk aan-
geschiedt vaste
fernien.
L. ARMSTRONG.
Agent.
17 at bs
h'ijving tegen Jicht,
,enél®npij»en, kor-S
11 van allerlei aard? j
ain-Expeiler.jj
het host® succes
Iveadea tegen Kics-
ln en Verkoudheid?
3ara-Exp8iier„
lus steeds in ieder
|ifl voorhanden wor-
75 o. en ƒ1.25 de
lAen in de meeste A.pn-
WULFF, SNABIU'E en
If-
TEE Cie., Rotteream.
Ankei*-IeaS3a
verkrijgbaar
bij DÏ-JKEMA
Wirksland bij A.
ES.
Gif en tegen <Ic«
raagd
HOLLEN.
:hoven.
DOORNBOS.
Deze Courant verecbjnt eiken Yrijdag.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zj beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot DonderdagmorgenJIO uur.
Als men de lange reeks van be
denkingen ziet, welke er tot dusverre
reeds ingebracht zijn tegen den per
soonlijken dienstplicht en den leer
plicht, dan ligt de gevolgtrekking
voor de hand, dat er nog heel wat
water door de Maas zal stroomen,
eer deze ontwerpen tot wet zijn aan
genomen,
In algemeenen zin genomen gaat
het traag met de politek.
En dit komt doordat de bovendrij
vende partij inwendig verdeeld is.
De liberalen van alle gading sluiten
hunne gelederen zooveel als zj kans
zien. Want voor een „christeljk"
Kabinet zjn zj bang als voor den
dood.
Maar de natuur is bij oogenblik-
ken sterker dan de leer.
De „liberalen" als partj willen
wel de beginselkracht en de daaruit
voortvloeiende regeerkracht der chris-
teljk gezinde partjen niet erkennen.
Doch als zj zien, dat een deel hunner
niet meê vooruit wil op den weg der
sociale hervormingen, dan hebben
zj toch ook in hun eigen kring geen
vrede, en voeren in dien eigen kring
soms oppositie eer zij er om denken.
De liberale coaliti gelijk die thans
hernieuwd is, is puur kunstmatig.
Het is, als het op handelen aankomt
een mengelmoes. En door haar voor
opzetten van het „anticlericale", het
geen eigenljk beteekent „anticbris-
teljke" (want voor de godsdienstlooze
staatsparty' is alle godsdienst een
soort priesterdwang) dwingen zj de
Christel jke partjen om eveneens den
sterksten nadruk te leggen op hun
andersoortige beginselen.
Bjzonder practiseh is zulk eene
politiek niet. Maar aan wien de
schuld
Als men de verschillende bewegin
gen in het inaatsehappeijk leven van
onzen t jd nagaat, dan valt het in het
oog, dat er heel wat gedaan wordt om
den werkenden stand het leven meer
drageljk en aangenaam te maken.
Dit bl jkt uit al de pogingen die er
aangewend worden om den arbeiders
die oud oi ziek of voor verderen arbeid
door het een of ander ongeval onge
schikt zjn, eenig pensioen te verzeke
ren. Het bl jkt uit de bestr jding van
overmatigen arbeid. Het bljkt uit het
streven naar afschaffing van den
nachtarbeid der bakkers. En ook weer
uit het samenspannen voor de. ver
vroegde winkelsluiting.
Nu ligt er in al deze bemoeiingen
wel eensdeels geen bewijs van toe
neming van arbeidskracht. Veeleer
zou men er gemakzucht van kunnen
zien. Maar aan de andere zijde is
het zeer verklaarbaar, dat waar door
de uitb: eiding van het stoom- en elec-
triciteitsvvezen het dageljksch leven
al drukker en gejaagder en de con
currentie steeds mueieljker wordt,
er tegeljk een tegenovergestelde be
weging, een zoeken van beperking,
tempering en rust, ontstaat.
Zoo b.v. wat de bakkerj betreft
Als de menschen eenmaal jaren lang
gewoon zjn om des morgens in de
vroegte reeds versch brood te eten,
waarvoor de bakker 's nachts in de
weer was, dan gaan velen zich op
het laatst inbeelden dat dit een le
vensbehoefte is, en dat het niet anders
kan. En toch, als men de zaak wat meer
van nabj beschouwt en doodnuebter
beziet, dan wordt het duidelijk, dat
de bakker zonder eenige schade voor
het menschdom van zijn nachtarbeid
kan ontheven worden. Want waarom
zouden de burgers niet even goed
het versche brood bj hun tweede
maaltjd kunnen nuttigen als bj hun
eerste. En als zj daardoor somtjds
een weinig minder versch brood per
dag verorberen dan anders, dan zal
dit eer gunstig dan ongunstig op de
gezondheid werken.
Ook voor de vervroeging van het
sluitingsuur der winkels is billijke
oorzaak. Voor de winkelbedienden
is de tegenwoordige werkdag veel
te lang, en de meeste inkoopen wor
den toch op het midden van den
dag gedaan. Wat men op dit gebied
thans in Nederland \fal, is ook niets
nieuws, maar bestaat in vele buiten-
iandsche plaatsen reeds lang. In New-
york, Chicago, Londen en andere
groote handelsplaatsen worden in de
drukste wijken de winkels tegen 6
h 7 uur gesloten. Dit is niet alleen
aangenaam voor de patroons, die dan
een deel van den avond aan hun gezin
of aan het algemeen maatschappeljk
leven kunnen wjden, maar ook voor
de bedienden, die soms den geheelen
dag hebben gestaan of geloopen en die
naar eeriige verademing snakken, ook
om daardoor te beter voor hunne taak
bekwaam te bijven. Ook in Duitsch-
land is er veel neiging tot het stellen
van een vervroegd sluitingsuur. Të
Maagdenburg, Worms, Barmen, El-
berfeld Hamburg en Ptorzheim heeft
men de sluiting reeds op 9 en half 9
bepaald. In Darmstadt sluit men de
manufactuurwinkels om 8 uur. Te
Berl jn is de zaak in overweging. Wat
Nederland betreft, is men met proef
neming j in Rotterdam in Haar
lem en zaandam wil men volgen.
Doch het is te hopen, dat meer groote
steden weldra meedoen,
VOJLKEBEN OË1& AARHË.
-v 1/^,-iid-Afrïk. Republiek blijkt
uogal^u op haar hoede te moeten zju
voor Igevaar dat van verschillende zj-
den dreigt.
Rhodes men kent den man der
„Chartered Company" moet van plan
zjn tegen den Afrikaner bond en wat
hj noemt den „vastelanders troep" te
Pretoria te gaan werken, doeb moet te
geljk erkennen, dat zjn kansen niet
best sUan. lij gelooft echter dat ten
slotte zelfs zjn vjanden standbeelden
voor hem zullen oprichten, 't Ziet er
nog al naar uit
De Transvaalsehe Volksstem zegt al
vast dat Rhodes politiek en stoffeljk
geruïneerd is en voegt er bj dat de
Engelschen beter zouden doen op goe
den voet te bij ven met de Boeren dan
hen te tergen. Dat laatste i3 ongetwj-
feld zeer juist.
De Boeren zjn trouwens op hun hoe
de. Pas wees Kruger er in den Volks
raad op, hoe moeiljke tjden aanstaande
zjn. Maar nok heeft hj verklaard dat
het geheelo volk, desnoods mot de wa
penen, weerstand zal weten te bieden
aan elke inbreuk op zjne rechten.
Het volk, zei hj, wjdt zjn geheele
aandacht aan de onafhankeljkheid van
het land en aan zjn voorspoed dit
maakt dat het volk niet weet wat er
zou kunnen gebeuren, maar het moet
zich vast aaneengesloten houden.
Gelukkig staat de Republiek thans
in nauw verband met den Oranje-Vrj-
staat en zjn er alle teekenen, dat men
weet wat men wil en de oogen goed
open houdt. Wat betreft de verhouding
tot Engeland verklaarde nog pas de
Staatssecretaris Dr. Leyds, dat er geen
suzereiniteit (opperhoogheid) in Enge
land bestaat; alleen zekere bepalingen,
waaraan de Republiek zich houdt.
Een nieuwe moeieljkheid biedt het
optreden van den ontslagen hootdrech-
ter Kotzé. Deze beklaagt zich over dat
ontslag bj den „Suzerein." Doch Presi
dent Kruger verklaart dat Kotzé zich
heeft te voegen, geljk elk burger, naar
de besluiten van den Volksraad en dat
de Regeering niet zal dulden, dat En
geland zich bemoeit met de binnen-
landsche zaken der Republiek. „Ons ant
woord zal toonen, dat wj een regeeriüg
zjn."
Hierbj merkt de Duitsehe Foss. Zei-
tung op: „Dit is al een woord waar
Engeland genoeg aan heeft. Maar het
zal nog een antwoord ontvangende
verkiezingen in de Kaapkolonie zjn be
gonnen. En de uitslag daarvan zal aan
Engeland toonen, dat geheel Zuid-Afrika
de Engelsohe politiek van sarren der
Vrje Republieken moede is, en dat in
geval daaruit verkwikkelingen ontstaan,
Engeland Diet alleen de beide Republie
ken, maar ook de Afrikaanders van
Kaapland, Natal en Bechuanaland te
genover zich zal hebben."
Nu heeft men bj de verkiezingen in
de Kaapkolonie twee partjen de flink
georganiseerde Afrikaander-partij met
Hotmeyer, en de Engelsche Zuid-Afrik.
Bond onder leiding van den befaamden
Rhodes. Deze vaart heftig uit tegen de
Afrikaanders, doch tot antwoord werpen
zj hem den inval van Jameson voor de
voeten en vertellen hem hoe daarom
alle achting voor hem is verdwenen.
Zoo doen zjn oude vrienden nu tegen
over hem en verbergen hun voornemen
niet mettertjd ook een onafhankelijke
Republiek te stichten.
Zuid-Afrika wordt voor Engeland „een
lastige steen." Aan wie de schuld
De Maliie-zaak is gevaarljk, on-
getwjfeld; maar toch, zj schjnt niet in
de eerste plaats een conflict tusschen
Amerika en Spanje te zullen uitlokken.
Het is het van alle zijden aan de regee
ring in Washington toegeschreven voor
nemen, om ten behoeve der noodljdenden
op Cuba te intervenieeren, dat bovenal
HOOFDSTUK XXVI.
DE MARTELARES.
„Ik heb meer dan een half uur tjd,
mjne heeren sprak zj. „'t Is dus wel
het minste wat ik vragen kan, daar de
vrje beschikking over te hebben. Als
gj het kunt doen, bid ik u, laat mj
dien tjd dan
„Alwatwj kunnen doen," antwoord
de Monzo, met een duideljke merkbare
mengeling van eerbied en nieuwsgie
righeid, „is aan den anderen kant der
kamer te bij ven wachten. Zoodra de
vastgestelde tjd verloopen is, zullen wj
u waarschuwen."
„Ik zal gereed zju als het noodig is."
De beide adjudanten deden zooais zj
gezegd hadden. Naast elkaar op een
bank gezeten, in het dommelig licht
van hun stoklantaarn, begonnen zj een
partijtje te dobbelen, welk spel al spoe
dig bjzonlar druk en levendig werd.
Van oogenblik tot oogenbük werden de
inzetten honger er lieten zich ruwe
vloeken hooren, over en weer werden
deels laffe, deels iiederljka grappen ge
wisseld, meestal op het arme meisje en
haar treurig avontuur gemunt. Wat Geer
tje zelve betreft, die aan het uiterste einde
van den tegenovergestelden hook in de
Bchaduw zat, zj was in stille gepeinzen
en mj meringen verzonken.
De heerljke uren, die zj sedert hare
vroegste kindsheid in deze zelfde kamer
met haren vader had doorgebracht, kwa
men haar onwillekeurig weder voor den
geest. Zj herinnerde zich die nu weer
duidelijk Doch waartoe zou zj zich-
zelve in een weemoedige stemming bren
gen nu men van haar eisehte, dat zj
de mannen zou verraden en overleveren,
die zj ten strjde had zien trekken om
hunne krachten te wijden aan den dienst
des Heeren, aan de zaak der Nederlan
den haren vader, haren verloofde, hare
landgenooten, den edelaardigen Prins
van Oranje, die de laatste hoop van het
verdrukte vaderland vormde. En plot
seling was het, alsof een paar op drei
genden toon uitgesproken woorden haar
in de ooren klonken. Zj had ze in deze
zelfde torenkamer gehoord
„Geertje, als u iets kwaads mocht
overkomen, moet gj het mj niet wj-
ten Ik geef u veertien dagen bedenk-
tjd
Nu ging haar eensklaps een licht op
Janus was bij dit alles de groote rad
draaier geweest, Janus, wiens plot
selinge, onverwachte terugkomst zj zich
evenmin had kunnen verklaren als zjn
overhaast vertrek, Janus, die alles
wat zj lief had rusteloos met zjn haat
bleef vervolgen. Hoe had hj het geheim
kunnen ontdekken, en hoe had hj het
durven verraden Maar wat ging
haar, wél beschouwd, dit alles nu nog
aanHet éénige wat zj wilde doen,
was hen redden Ja, zj zou hen red
den, het mocht dan kosten wat het wilde,
j i zelfs met opoffering van haar eigen
leven Was Hj niet in dozen zelfden
nacht ter wereld gekomen, de Zaligma-
maker, kéar Zaligmaker, om met het
schuldeloos bloed van Zjn zoenoffer de
redding en verlossing der wereld te koo-
pen? Gesteund door eene zoo machtige
en krachtige hulp als dcZjne, zou zj
wel sterk genoeg zjn om haar besluit
te volvoeren en niet te bezwjken
Met vromen en plechtigen eerbied
terwjl tegenover haar in den anderen
hoek der kamer do godslasterljke vloe
ken bleven weerklinken knielde zj
op den kouden steenen vloer neder, en
zond zj tot den gekruisigden Verlosser,
Wiens wonderbare geboorte haar door
dezen dag herinnerd werd een vurig
smeekgebed op, dat Hj haar uit den
hooge met de zoo onmisbare krachten
mocht begenadigen.
Toen zj uit hare knielende houding
opstond, was zj als herschapen. De glans
eener bovenaardscke bljdschap straalde
van haar gelaat, en hare oogen schit
terden als met een hemelscken gloed. Zj
trad op de beide Spanjaarden toe, die
nog geheel in hun spel verdiept waren,
en zoodra zj ben tot op eenige schre
den genaderd was en daardoor in de
rossen lichtkring der walmende stok
lantaarn was gekomen, sprak zj op een
vasten en beslissen den toon
„Het is tjd 1"
„Ga je gang dan maar, lieve meid
Haast je wat! Wj zjn dadeljk
klaar, Vjftien tegen honderd dertig,
Lerma Het spel staat nu op honderd
vjitig. Ik zal je wel krjgen, Monzo
Jou beurt!"
't Was meer een gevoel van mede
lijden, dan wel van walging, dat er een
oogenblik bj Geertje opkwam. Zj wendde
hare schreden naar het carrillon, en
fluisterde biddend
„Vader, vergeef het hun Zj weten
niet, wat zj doenVergeef het hun
allen
En nu speelde zj, als naar gewoonte,
met begeleiding van hare zachte, lief
lijke stem
„Voor ik nnj weer te slapen l®g,
Kniel ik eerbiedig neer,
En breng U dank, o Heer
Voor wat'k om Jezus' wil uit Uwe hand mocht
[smaken,
Vergeef mij al wat ik misdeed,
Behoed mij tegen ramp en leed,
En doe mij morgen weer met nieuwe kracht
[ontwaken
„Dat klink nog zoo kwaad niet, klei
ne meid!" riep Monzo. „En nu dat jo
lige psalmpje van jeKomaan, frisch
er maar op los, en alles is in orde. Drie
en twintig tegen honderd twee en veer
tig!
Ik heb verloren. Je dobbelsteenen zjn
valsch, Lerma
„En jou beurs is plat
Geertje, die nog altjd even kalm en
vastberaden bleef, was weer beginnen
te spelen. En nu weerklonken daar bo
ven, in de stille winteravondlucht, de
weemoedig klagende toonen van den
XXIIsten Psalm. Zj speelde bedaard en
zonder de minste gejaagdheid, als iemand
die volstrekt geen vrees koesterde,
verheugd en gelukkig als zj was, nu
zj opdezewjze van nut koa zjn voor
allen die haar lief en dierbaar waren,
en bovenal de zaak dea Heeren kon
dienen.
„Honderd vijftig, Lerma!"
Op hetzelfde oogenblik werd de to
renkamer door een plotselingen gloed
verlicht, en tegeljkertjd knalde er een
geweerschot.
De beide Spanjaarden sprongen ver
schrikt op, terwjl een derde, dien zj
nog niet eens bemerkt hadden, luidkeels
brulde
„Verdoemde Geuzenslet
Geertje, aan den slaap van het hoofd
door een geweerkogel getroffen, lag in
hare volle lengte op de vloersteenen uit
gestrekt. Haar laatste glimlach speelde
nog om hare halfgeopende lippen. Te
geljk met de laatste tonen van haar
lied was hare reine en juichende ziel
opgestegen naar de hooge, naar de
heerljkheid
(Wordt vervolgd.)
I
NI