Vrijdag 25 Maart 1898. Dertiende Jaargang No. 649. Antirevo Orgaan voor «Ie Zuiil-llollaiiflfteSBe en %eeuwselie EJHanden. I i I y H mm IN HOC SIGNO VINCES Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentlën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. Alle sfiskkeia voor de Medaetie bestemd, Advertent iëw en verdere Administratie franco toe te arenden aan den Cityever. Biet wetsontwerp op den leerplicht. Decommissiënuitdeltafiiaanscfee Kamer hebben aanbevolen, bet verzoek van de justitie om Macola, Tassi, Do- nati en Fusinati, als betrokken in het tweegevecht waarin Cavalotti gedood werd, te mogen vervolgen, toe te staan. De berichten uit RerSïCr en bet Atbarakamp zjn van dien aard, dat daar eiken dag een beslissende slag kan worden verwacht tusschen bet Britsch- Egyptischo leger en de hoofdmacht der Derwischen. Deze is bezig langs oen oosteljken o.ever der rivier van Sjendy noordwaarts op te rukken, en de voor posten van beide legers stonden reeds in bet begin dezer week zeer dicht bj elkander. Sommige berichten maken nog mel ding van oneenigkcid in bet kamp der Derwischen. Osman Digna zou met zjn rui ter j op eigen bontje willen handelen. „Dit verlof, dat nw voorgangers mj niet toegestaan hebben, weigert de wet niet aan de echtgenoote van de ergste misdadigers ik beroep m j op de wet, ik doe een beroep op uw medeljden. „Wat kunt gj te vreezen hebbenvan mjn aanwezigheid bj mjn man, op dat verre eiland Ik onderwerp mj bj voor baat aan den leefregel waaraan b j onder worpen wordt, ik zal dien in alle gestreng heid deelen." De minister beeft echter, evenals zjn voorgangers, de vergunning aan Lucie Dreyfus geweigerd. FEUILLETON. I Vat liefde eer mug. HOOFDSTUK XXV. VREESELIJKE ANGST. 41 In de groote raadzaal van bet stad huis gezeten, gaf de Hertog van Alva daar zjne bevelen uit. Officieren van allerlei graad en rang liepen voortdu rend at en aan. In heel het gebouw hoorde men, toen Geertje het door de reusachtige Gotbiscbe poort binnentrad, niets anders dan een eigenaardig ge- druisob van sporen, die zich rinkelend en haastig over de marmeren vloerstee- nen bewogen, en de echo's van elkaar roepende en beantwoordende stemmen. Juist toen zj in de zaal verscheen, riep de Hertog van Alva met zijn norscbe schorre stem en op eon streng gebio denden toon „Alvarez „Laat dadelijk door de geheele stad be kend maken, dat de doodstraf zal worden uitgesproken over ieder die beden en mor gen de stad tracht te verlaten, en evenzoo ook over iedereen die op de een of andere wijze onze aanwezigheid te Jodoïgne zou dóen blijken of vermoeden. Gij kunt gaan, kapitein En nu wendde bj zich tot Geertje. „Gj zjt de dochter van Van Heken, den klokkenist „Ja, monseigneur." „Waar is uw vader?" „Hj is sedert ongeveer twee maan den afwezig." „En wat is wel de reden van die af wezigheid Geertje aarzelde een oogenblik doch daar liegen baar onmogeljk was, ant woordde zj op vasten en beslisten toon „Zjn plicht." „Ennatuurljk beeft h j u geschreven Geertje werd akelig bleek, en deed er het zwjgen toe. „Hebt gj zijn brief Nu begreep zj, dat zj verloren was. „Neen, monseigneur. Ik heb hem ver brand." „Als eene zeer gehoorzame dochter, nietwaar? Want dat had Yan Heken u bevolen. Hj neemt terdege zjne voorzorgsmaatregelen, die Geus! Doch wj zullen hem wel weten te vinden, wees daar maar niet bang voorEn was, u betreft, gj zult van avond twee Psalmen moeten spelen. Geertje begreep, dat zj niets meer te verbergen had Zj spande al bare krach ten in om zoo goed en zoo lang mo gelijk het hoofd te bieden aan den storm, dien z j zag naderen. „Ik moet slechts een van beide spe- leD, naar gelang van den aard der om standigheden." „Zeer goed! En zooals de aard dei- omstandigheden nu is, zult gj Psalm XLVII spelen." „Onmogelijk, monseigneur „Onmogeljk? Zoudt gj dus liever kennis willen maken met bet Heilige Offiecie Geertje rilde van angst en ontzetting. Zj vouwde krampachtig hare banden saam, en drukte se vast tegen baron onrustig golvenden boezem, als om bet onstuimige kloppen van haar hart te bedwingen. Dat was het dus, wat men van baar verwachtte, van haar eisebte Zj was veroordeeld om hen die zj liefhad, en die in goed vertrouwen her waarts zouden komen, zoodra zj het afgesproken sein te hooren kregen, in den hun gespannen strik te doen val len Zj wierp zich op hare knieën ne der sleepte zich zoo tot voor de voeten van den Hertog van Alva voort, en jammerde in de overstelping van baar hartzeer „Neen, monseigneurDat niet O, genade Dat niet!..." Hj stiet haar rauwelings van zich af. „Geen vertooning asjeblieft! Boven dien is al dat 1-amenteeren ook volko men nutteloos. Gj weet nu eenmaal mjn wil. Wat kan het mj schelen, of u dat bevalt of niet bevalt Mj be valt het wélMaak u dus gereed om te gehoorzamen. Zo® nietEn de vuist van den Spaanechen veldheer, die met een dreunenden slag op de tafel neerkwam, vulde het antwoord verder aan. „Nog één woord slechtsliet hj er dadel jk op volgen. „Hoop er niet op, dat ge mj zult kunnen bedriegen. Gisteren kende ik nog geen uwer ver vloekte Psalmen. Maar vandaag heb ik er twee geleerd Gj, Monzo, en gj, Lerma, zult haar vergezellen. Over een half uur zal ik op de markt zijn. Daar zal ik een kwartier bijven wachten. Ben ik dan niet gehoorzaamd, dan brengt gj haar onder goed geleide naar Brussel." Da twee aangewezen officieren traden op de nog altijd neergeknielde Geertje toe, om haar bj den arm te vatten. Zoodra zj haar aanraakten, rees zj jlings op, en wikkelde zj zich in ha ren mantel. „Ik zal gaan, monseigneur," sprak zij, „Ja alle duivels I dat wist ik wel Zj bleef een oogenblik staan, en zag een voor een al die soldaten aan, die haar zoo martelden, die haar hart vaneen reten, zonder medeljden, zonder genade, en toen strekte zj met een verhe ven gebaar de hand uit. Eu met een diepe, tonore stem sprak zj „Weest vervloekt, gj allen! Ja weest vervloekt En daarop ging zj met vasten tred heen. HOOFDSTUK XXYI. DE MARTELARES. Men ging dwars over het marktplein naar den kerktoren, waarin zich het carillon bevond. Geertje liep voorop de beide adjudanten van den Hertog van Alva volgden haar op e9n paar schreden afstands. Een hunner droeg over zjn schouder aan een stok een lantaarn, die bj eiken stap een vale, doezelende lichtplek over den weg deed schommelen. Eindeljk kwam men aan de deur. Nu moesten er nog eenige treden be klommen worden, en toen was men er. Een oogenblik moest Geertje steun zoeken tegen den vochtigen muur. Zj scheen geen kracht meer te gevoelen om nog een schrede verder te gaan. Toch richtte zj zich weer op, gaarde al haren moed bjeen en hervatte ha ren tocht onder het gewelf, waar hunne voetstappen allerlei sombere echo's de den weerklinken. Toen zj in de toren kamer met het carillon kwam, verzocht zj haren bewakers, haar wel een oogen blik alleen te willen laten. m mm ïm mi i'-jC I Deze Courant verschjnt eiken Yrijöag. UITGEVER: T BOEKHOVEN. Advertenties 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Een der meest besproken punten van de politiek is in de laatste da gen het in behandeling gekomon wetsontwerp, strekkende tot invoe ring van den leerplicht. Daarover zal ook nog menig woord onder de deskundigen gewisseld wor den, eer het ontwerp tot wet gewor den is en in de Staatscourant ver schijnt. Geen wonder. De leerplicht raakt de verhouding tusschen ouders en kinderen, raakt de opvoeding van het opkomend geslacht, raakt het bestaande schoolwezen, en geeft dus aanleiding tot allerlei recht- en zede- kundige en paedagogische beschou wingen. Daarbij komt dan nog, dat als twee hetzelfde willen, dit nog niet hetzelfde u. Met andere woorden, het ontwerp komt straks in de golven der partijbeweging, en het al of niet aannemen zal afhangen van het meer dere of mindere vertrouwen, dat men in de regeering heeft. Bijzonder vriendelijk is de ont vangst tot hiertoe niet geweest. De geestverwante bladen, zooals het Handelsblad en de N. Boft. Crt. geen kwaad van zeggen er maar de organen der andere partijen vin den het ontwerp of te streng, öf eigenlijk geheel overbodig. De quaestD van den leerplicht is reeds vrij oud. In 1883 werd zij be sproken in de vergadering van de Nederlandsche Juristenvereeniging. Wanneer in die Yereeniging punten van wetgeving in behandeling ko men, schrijven eerst een paar prae- adviseurs er uitvoerige beschouwin gen over. Dit geschiedde opzichtens den leerplicht door Mr. A. A. de Pinto, lid van den Hoogen Raad der Nederlanden en hoofdredacteur van het Weekblad van het Rechten door Jhr, Mr. W. H. de Beaufort, de tegenwoordige Minister van Buiten- landsche Zaken. Beide heeren kwamen tot de slotsom, dat de Staat in theorie wel het recht heeft om het verwaar- loozen der verstandeljke opvoeding door strafbepalingen te keeren, maar dat in het algemeen de invoering van den leerplicht noch noodig, noch nuttig was, en misschien niet eens practisch mogeijk. Jhr Mr. A. F. de Savornin Lohman bestreed toen mede den leerplicht, en met 34 tegen 19 stemmen ging de vergadering met de prae-adviseurs mede dus zij er kende wel bet recht der overheid, doch niet de behoefte aan leerdw ang. Een der sprekers had op de 30,000 kinde ren wier toestand hij had onderzocht, slechts 706 gevallen gevonden van moedwillig schoolverzuim, en Mr. de Pinto wees er op, dat reeds in 1876 het kwaad, ook zonder leerplicht, in tien jaar tijda met 12 procent was ver minderd. De tegenwoordige Minister vari Binnenlandsche Zaken, de heer Mr. Goeman Borgesius debatteerde in deze vergadering niet mede, maar zette in een opstel in het rechtsgeleerd tjd- schrift Themis zjn gevoelens uiteen in hoofdzaak dezelfde gevoelens, die nu in het wetsontwerp staan uitge drukt. De Minister beweert, dat iu 1894 nog een vijfde deel der veroor deelden niet lezen of schr jven konden en dat de leerplicht dus wel zeer noo dig is. Op 1 Jan, 1897, zoo staat er in de Memorie van Toelichting, waren er 59,720 kinderen boven de 6 en on der de 12 jaar, die in het geheel geen huis- of schoolonderwjsgenoten, Hiertegen is echter reeds opgemerkt dat als men van dit aantal aftrekt de zulken die geen plaatsing konden vin den, of nog op de bewaarschool waren, of wegens armoede of lichaamszwakte geen onderwjs konden ontvangen," slechts de kleinste helft overbljft. De T7;4-redactie meldde als haar eersten indruk, dat wij hier te doen hebben met eene dwangwet, die, als zj ooit met gestrengheid mocht toege past worden, in hooge mate impopu lair zou zjn bj de meerderheid dei- bevolking. Want wel is waar heeft de samensteller van het ontwerp den te genstand trachten te verzachten door het verleenen van vrjstellingen aan ouders van niet gevaccineerde kinde ren en aan hen die ernstige gemoeds bezwaren hebben tegen het onderwijs op alle scholen, op minder dan drie kwartier afstand van hun woning ge legen doch de eerste vrijstelling wordt beschouwd als slechts van tjdeljken aard, en de tweede wordt van tal van formaliteiten afhankelijk gesteld. De onderwijzers en schoolopzieners wor den tot een nieuwe soort van justitie- dienaar gemaakt aan wier oordeel het al of niet vervolgen veelal wordt over gelaten. En dit vervolgen kan spoedig geschieden, daar elk kind hetwelk meer dan één sehooltjd in de maand verzuimt zonder (in het oog van den onderwijzer en van den schoolopzie ner) wettige reden, wor it geacht niet geregeld de school te hebben bezocht. Wat de straffen aangaat, deze volgen dan aldus berisping, aanplakking van den naam op een soort van sohande- bord aan het Raadhuis, daarna boete en nog eens boete en ten laatste hechtenis. De Nederlander toont zich ook al weinig ingenomen met het ontwerp. Dit blad noemt het een „oude knol" die wel prachtig opgetuigd is met een zadel vol mooie franjes, maar welks oude knoken daardoor toch niet zjn te verbergen. De Standaard wees op het gelde- ljk bezwaar, aan de uitvoering der wet verbonden, doordat het ontwerp den leerplicht tot het 13e jaar wil uitstrekken en derhalve den tot dus ver gebruikeljken sehooltjd met een zesde wil vermeerderen, hetgeen ook een zesde meer kosten zal dan thans voor het lager onderwjs wordt be steed. Uit dit oogpunt beschouwd zou dus het ontwerp alleen aanue- meljk worden wanneer tevens de rjkssubsidie werd verhoogd. Wat nu dit laatste betreft, zoo ziet men dat op schoolgebied weinig nieuws is in te voeren, of men loopt de kans dat de oude schoolstrijd weer in gang komt. Men wil dien wel vermjden, maar zoolang de scho len niet evenredig bekostigd worden naar de gezindheden der ouders, zal dit schier niet mogeijk zjn. Yooral het heffen van een zeer onbeduidend schoolgeld op de lagere o verheidsschool maakt de concurrentie der vr je scholen tot eene illusie. Door dat lage schoolgeld wordt ook eigenl jk geageerd tegen den geest der wetswij ziging van 1889. En als nu het leerplan nog meer uitgebreid wordt, dan zal daarmede nookzakelijk eene tegemoetkoming in de kosten gepaard moeten gaan. VOLKEREN UEtt 11ÜM. Mevr. Oreyfus heeft aan den minis ter van koloniën gevraagd, of zj vergun ning kan kr jgen om baar man op Dui velseiland gezelschap te houden. Ziehier eenige zinsneden uit haar brief „liet is mju plicht het lot van mjn man te gaan deelen. Hj is ziek geweest, hj teert langzaam weg in zjn afgrjse- ljke onverdiende strafin weerwil van zjn zielskracht en zjn heldenmoed, is hj er niet altjd in geslaagd,zjn ljden voor mj verborgen te houden. „Ik smeek u, mj te vergunnen, hem te gaan opzoeken in zjn bagno, hem te mogen weerzien, „Monseigneur W ordt vervolgd.) N3R wÊ II rfö

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1898 | | pagina 1