Vrijdag 7 Januari 1898.
Twaalfde Jaargang No. 638.
voor de Znid-IIollniid*eIie en
Eilaiiileii,
Antirevo lu tion air
IN HOC SIGNO VINCES
T BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent.
Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Alle sStikken voor cle Redactie teestesnd, Atlverfesaflëia ess verdere Administratie franco toe te zeadeai aan den Uitgever.
Merisel ij lie dwang.
Wal liefde vermag
'M
>1
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
SOMMMgjSMJSi..
Advertentiën 10 cent per regel en 3/2 maal. Reclames 20 cent per regel.
Roekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal.
Dienstaan vragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen^! 0 uur.
Na veel worstelend is men in den
loop dezer eeuw in Nederland zoover
gekomen, dat de kerken, ook die wel
ke zich uit oude banden losmaakten
en het schijn-cachet van het staats-of-
ficieele prijsgaven, zich tamelijk vrij
bewegen, en ook als aizonderlijke ker
ken erkend worden.
In Indië is men echter nog lang
niet zoover. Op Java zijn twee Gere
formeerde kerken (één te Batavia en
één te Soerabaja)maar de Regeering
erkent die niet.
Volgens het Regeeringsreglement
en een Kon. besluit van 1835 moet er
in Ned. Indië slecht èène Protestant-
sche Kerk zijn.
liet spreekt echter vanzelf, dat de
echte Protestanten daarmede geen
vrede kunnen hebben. Want vooreerst
was er reeds in de dagen van Luther
en Calvijn eene gedeeldheid, die door
dwang tot vereeniging wel erger
wordt maar niet verdwijnt. Die ge
deeldheid is steeds blijven voortduren,
en zij is met wederzijdsche waardee
ring zeer bestaanbaar. Maar in de
tweede plaats is de eene „Protestant-
sche" kerk in Indië zóó ingericht, dat
zij bezwaarlijk voor eene kerk kan ge
houden worden. Haar predikanten
worden door den Minister van Kolo
niën benoemd, in plaats van door een
Kerkera^d, en ook voor het overige is
alles in handen van een officieel
staatsbestuur.
En toch mag geen andere Kerk
daarnaast bestaan. Dat wil zeggen,
geen „Protestantsche." Wèl een
Roomsche. Ook de Mohamedanen zijn
vrij, en voor de heidensche offerlees
ten wordt zelfs van Overheidswege
geld bijgedragen. Maar Lutherschen
en Gereformeerden mogen alleen eene
godsdienstige vereeniging oprichten
Bij de Begrooteusdebatten pro
testeerden de bh. Douner en de Savor-
nin Lohman met ernst tegen dezen
toestand, doch de bh. Roessingh en de
Visser bestreden weer dit protest.
Vraagt men hoe dit laatste mogelijk
is, de Kerkelijke Courantook wel
het orgaan der Haagsche synode ge
noemd. geeft daarop het antwoord. Zij
schrijft
„Eene van haar (nl, de Gerefor
meerde kerken op Java) voor de
andere (de Ger. kerken te Soerabaja
schijnt het niet gevraagd is in 1892
als rechtspersoon erkend bij wijze van
vereeniging, genaamd Christelijk Ge
reformeerde Kerk te Batavia. Op de-
zeltde wijze waren vroeger reeds de
Armenische en de Britsch Protestant
sche gemeente te Batavia door de Re
geering erkend en deze zijn hierme
de tevreden. Maar de Gereformeerden
zijn niet tevredenzij verlangen er
kend te worden als kerk naast de Pro
testantsche en Roomsche kerken. Zj
eischen dat als recht, en heel spoedig
ookwant hunne Synode heeft be
paald, dat hunne gemeenten in Indie
anders geen nieuwe leeraars kunnen
beroepen in plaats van de thans re-
patrieerende, En „hieraan is niets te
veranderen." Als de zaak niet gauw
in orde komt, dan, zoo werd hun uit
Indie bericht, zouden die gemeenten
„moeten uiteenspatten."
Zitten zij dan zoo los in elkaar?
zou men kunnen vragen. En waarom
toch neemt die Synode besluiten, die
niet passen bij de toestanden in Indie?
Of moeten voor die Synode de Regee
ring, het Koninklijk Besluit, art. 122
van het Regeeringsreglement, de be
langen der Indische Protestantsche
kerkmet èèn woord alles maar
zwichten
De Gereformeerde ge meenten telden
volgens opgaaf van 1895, te Batavia
244 Europeanen, 27 Inlanders te
Soerabaja 39 Europeanen, 15 Inlan
ders. Moet dan Regeering niet vragen
komt hun eisch w el overeen met de
rechten en wenschen der Protestant
sche kerk en hare 50 duizend Euro
peanen en 230 duizend Inlandsche
Christenen
Dr. De A7isser zeide er het volgen
de van
„De Regeering en de Indische
Protestantsche kerk zijn het inter-
tijd ééns geworden in de vaststel
ling van het groote beginsel geene
scheuring meer, maar eenheid onder
do Protestanten in Indië. Het is
al erg genoeg, dat tegenover de groote
wereld van Mohamedanen en Hei
denen
m Indië wij,
deeld staan in Roomschen en Pro
testanten, wat op zendings-terrein nu
en dan
nog de Protestanten op
Christenen, ver-
verwarring sticht. Moeten ook
nieuw van
ei n gespleten Moet, volgens Gut-
zlaf's woord de zonde van het "Wes
ten weder overgebracht naar het Oos
ten Dat verhoede God De eenheid
der Protestanten is een hoofdbeginsel
der Indische Protestantsche kerkeen
streven naar volbrenging van des Hei-
lands woord „Eén is uw Meester, gij
zijt allen broeders." Dat beginsel te
handhaven is haar eer, haar plicht,
haar wettig verkregen recht.
Volkomen vrijheid zij gelaten aan
ieder, om naar zijne overtuiging zijn
godsdienst te belijden, ook zonder aan
sluiting aan deze kerk. Maar eene
tweede Protestantsche kerk in Indie
naast de bestaande te erkennen, dat
zou wezen het Trojaansche paard der
verdeeldheid weder binnen te halen,
de scheuring onder de Protestanten te
sanctionneeren en aan te moedigen,
en het beginsel der eenheid, door de
Indische Protestantsche kerk vertegen
woordigd in het aangezicht te slaan.
Bovendien kan een tweede Prote
stantsche kerk onder de Europanen in
Indie zich niet uitbreiden dan ten
koste van de thans bestaande kerk, en
zou opheffing van art. 122 van het
Regeeringsreglement als dwangmaat
regel tegenover het kerkbestuur ge
volgen hebben, die tot verwarring en
schade strekken voor de Protestantsche
kerk in Indie.
Zal daartoe de Regeering medewer
ken
Welk een zonderlinge begrippen
van éénheid en vrijheid moeten er
heerschen in de kringen waar men
zulke betoogen voor echte munt durft
uitgeven.
En dat op het einde eener eeuw,
waarin zoo ontzaglijk veel voor de
ware kerkelijke vrijheid is gestreden.
Is het niet treurig
Hinnenhmd.
EEN VROOLIJKE HOOGERE
BURGERSCHOOL.
In de Tel. werd voor eenigen tijd nog
al uitvoerig gedebatteerd over de quaes-
tie van „orde houden", speciaal op som
mige hoogere burgerscholen.
Af en toe bleek het dat bet hier en
daar nogal zonderling pleegt toe te
gaan.
Thans komt „een vader" weer met
do volgende, curieuse meededeeling
„In eene provinciale hoofdstadgelegen
in 't zuiden van ons land, bestaat eene
hoogere burgerschool met vijf-jarigen
cursus. Het gebouw waarin deze school
gevestigd is, was voor jaren een oud
klooster waarvan het nog duidelijk den
stempel draagt. Dit is nu niets bijzonders
daar oude kloosters en kerken hier voor
alle mogelijke doeleinden worden gebruikt.
Het merkwaardige zit 'm dan ook niet
in 't gebouw maar wel in het corps
leeraren. De lieve jeugd heett het zoover
weten te brengen, dat zij, geholpen door
allerlei omstandigheden, geheel de baas
op school is geworden.
Wel zfjn er nog leeraren die zich
weten te handhaven, maar het meeren-
deel voelt zijn prestige bedreigd en spant
alle krachten in om bij minnelijke schik
king het met de leerlingen vol te hou
den. Twee der leeraren hebben het hoofd
echter in den schoot gelegd. In hunne
lessen gelijkt het meer eene gezellige bij
eenkomst dan een school waar geregeld
onderwijs wordt gegeven. Gelach en ge
juich klinken voortdurend uit de lieve
kindermonden. Dat in deze lessen het
onderwijs niet veel vruchten afwerpt
behoeft niet gezegd te worden. Nu zal
men wellicht vragen ls er dan geen
directeur Is er geen commissie van
toezicht Is er geen inspecteur van 't M.
O. Jawel, waarde lezer, die zijn er. Nie
mand heeft echter den moed de leerlingen
tot rede te brengen.
De vaders steken wel de hoofden flui
sterend bijeen, maar ieder is beangst voor
zijn eigen kind en vreest de gevolgen
van zijn bemoeizucht eu den toorn der
autoriteiten. En zoo sukkelen we nu al
sedert jaren veort. Steeds wordt de toe
stand meer onhoudbaar. De leeraren bui
gen steeds dieper het hoofd, teleurgesteld
in hunne schoonste verwachtingen, som
mige gebroken naar lichaam en geest.
De leerlingen met studentikose maniertjes
steken steeds driester het hoofd op. Waar
moet dit mee eindigen
Waar men in dit geval vrijwel op
zijn vingers kan uittellen welke Bur
gerschool „vader" op hot oog heeft, mag
hier óf een besliste tegenspraak der be
voegde autoriteiten, óf een onderzoek
„van booger hand" niet achterwege blij
ven.
HOOFDSTUK XIX.
NIEUWE HOOP.
32
„Gij zoudt ons grooter dienst kunnen
bewijzen, wanneer ge bij den Prins bleef,
beste vriend!"
„Wat mij betreft" begon Van Heken
weer, na een korte stilte, „ik geloof er
iets op gevonden te hebben. Ziehier wat
ik zou willen voorstellen Wij moeten
een brief aan Geertje laten brengen, stil en
ia 't geheim, dat spreekt vanzeit. Hoe en
op welke wjjze dat zullen wij zien. Wij
zullen haar met het plan van den Prins
bekend maken, en haar vooral op het
hart drukken, op alles een wakend oogje
te houden, zich op de hoogte te stellen
van do stemming der gemoederen, van
de reeds voorgovallen gebeurtenissen, en
van de .feiten die in de toekomst moge
lijk of waarschijnlijk zijn. Ik zal haar
voorts verzoeken om op Kerstavond op
het gewone uur, op het carillon den 47
sten Psalm te spelen, indien alles goed
gaat, maar den 22sten Psalm, indien er
ook maar het minste of geringste ver
moeden omtrent de rnogel jkheid van een
naderend gevaar bo3taat. Al naar gelang
wj den eenen of den anderen Psalm te
hooren krjgen, zullen wj ons op weg
begeven."
„Maar geede, beste man! daar zullen
wj dan niets van kunnen hooren Want
wj zjn hier immers nog meer dan twee
mijlen van Jodoigne af
„Daar zit de moeiljkheid niet in. Ik
durf wel op mj nemen, u te vertellen
wat er gespeeld wordt. In dit opzicht
kunt ge u gerust op mj verlaten.
„Nu, dan is alles in orde. Bravo, Yan
Heken!" antwoordde D'Escos. „Watzjt
ge toch een man van veelzjdige talenten
Gj zoudt den schrandersten geest schaak
mat kunnen zetten
Ook Gerrit juichte het voorstel met
groote warmte en ingenomenheid toe.
Als men deed wat Yan Heken had aan
geraden, zou men tjding zenden aan
Geertje, en de hoop mogen koesteren
dat zj op hare beurt ook iets vau zich
zou laten hooren. Het was reeds zoo
lang geleden, dat men niets meer van el
kaar vernomen had
„Wie zal den brief overbrengen P"
vroeg D'Escos.
„Geen onzer, dat zou slapende hon
den wakker maken Maar een mjner be
kenden, die volkomen vertrouwbaar is,
onvoorwaardeljk vertrouwbaar. Laat mj
maar begaan. Gj zult er later geen spjt
van hebben."
D'Escos ging nu eens in een hoek van
zijne tent zoeken en haalde daar papier en
sckrjfgereedschap uit te voorschijn hj
versneed een pen, bedierf een tweede, ver-
kuoeide een derde, en werd hoe langer
hoe ongeduldiger over zijne onhandig
heid.
„O, als het maar met een degenstoot
gedaan kon worden 1" zuchtte hj, „dan zou
het al lang gedaan zjn, en goed gedaan
óók!"
Eindeljk liep een vierde poging met
betrekkeljk goeden ujtslag af.
„Schrjf nu, Van Heken, en zorg dat
de brief dezen avond nog op weg ga. Ik
voor mij zal den Prins wel kennis geven
van den voorzorgsmaatregel, dien wj
hebben meenen te moeten nemen."
Gerrit lichtte zjn oom bj, die nu met
zjn groote, zvare hand, waaronder de
pen zich knarsend en krassend voortbe
woog, de hier volgende regels op het
papier bracht, terwjl D'Escos een
pijp lak en een cachet met het wapen z jner
familie ging halen, dat hj hier of daar
meende geborgen te hebben
Mijn dierbaar kind!
Be Heer onze God heeft ons in Zijne
goedheid dicht bij u gebracht, met de hoop
om u weldra weêr te zienivant Zijne Hoog
heid de Prins van Oranje is voornemens te
Jodoigne te komen met eenige zijner man-
chappen, en wel op den dag van de ivonder-
bare geboorte des Goddelijken Zaligmakers.
Onze zaken verkeer en in goeden staaten elk
dergenen die gij liefhebt, verheugt er zich
over met u.
Intusschen, om alle overrompelingen en
noodlottige botsingen te vermijdengeloof ik
dat het raadzaam is u te verzoeken, al het
mogelijke te', doen om voor uzelve met zeker
heid te kunnen beoordeelenof het al dan
niet onvoorzichtig zou zijnzich in Jodoigne
te toe/gen. Tracht eens te weten te komen of
iemand dergenendie tot onze hardnekkigste
en verwoidste tegenstanders behoorenwel
licht de stad heeft verlaten'sedert gij bekend
zijt geworden met de voornemens van den
Prins, en of er niets verdachts wordt voorbe
reid.
Wanneer alles u rustig en veilig blijft
voorkomen tot op den vooravond van het hei
lige Kerstfeest, moet gij op den gewonen tijd
den 47sten Psalm op het c rillon spelen.
Maar indien gij ook slechts een zweem van
kwaad vermoeden hebt, moet gij den 22sten
Psalm nemen.
Al naarmate het de een of de andere
Psalm is, zullen wij komen of niet komen.
Gerrit is hier bij mijterwijl ik dit schrijf
Binnenkort, als de Heer onze God ons met
Zijn hulp en bijstand ter zijde blij ft staan,
zullen wij weer hereenigd worden, waarvoor
wij Hem dan in alle trouw en oprechtheid
onzen dank zullen toebrengen.
Uw vader beveelt u bij vernieuiving aan
in de heilige bescherming des A Imachtigen.
Van Heken.
Zeg hier niemand iets van
Toen de brief klaar was, vouwde men
hem zorgvuldig dicht, en sloot D'Escos
hem met een grooten afdruk van zjn
cachet in rooden lak. Van Heken liet het
gewichtige schrijven in een zijner diepe
zakken gijden, haakte zjn mantel over
zjne schouders dicht, en verliet zjne
vrienden.
HOOFDSTUK XX.
DE BODE.
't Was een heldere nachtde jzel had
een harde korst gespreid over de sneeuw,
die onder de zilverwitte stralen der maan,
welker wassende sikkel scherp tegen den
dofblauwen hemel afstak, een koud en
spookachtig licht weerkaatste, dat zich tot
in eene onafzienbare verte uitstrekte naar
bet einde der vlakte, waarop zelfs de
kleinste onderdeelen van het landschap,
een stuk muur, een paal, of een r j boomen
met buitengewoon strenge omtrekken uit
kwamen, alsof zj beroofd waren van hun
schaduw. Over. een zeer smal wegje, met
heggen aan beide zjden omzoomd, stapte
Yan Heken voort, waarbj bj de harde
sneeuw telkens onder den druk zjner voe
ten deed kraken. Er was geen zweem van
een windje in de lucht, en geen enkel ge
luid liet zich in den omtrek hooren alleen
van tjd lot tjd, maar telkens al zwakker
en zwakker, naarmate h j verder kwam,
het eentonige geroep dat de schildwachts
elkaar toezonden, als zoovele onzichtbare
echo's.
(Wordt vervolgd.)