Vrijdag 8 October 1897.
Twaalfde Jaargang No. 625.
Antirevolutionair
wiwiiii ii? ui mil
IF HOC SIGNO VINCES
T BOEKHOVEN.
Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag.
Abonnementsprijs per driemaanden franco per post 50 Cent.
Amerika bjj vooruitbetaling f ?,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
SOMMELSMJH.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur.
Alïe slukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uiigever.
Persoonlijke dienst
plicht.
In de Telegraaf betoogt de heer
A. L. W. Seijffardt, dat er niet al
leen nog altijd groote behoefte i8
aan invoering van den persoonlijken
dienstplicht, maar dat er thans ook
wel kans bestaat op aanneming van
een speciaal ontwerp in dien zin,
omdat de afschaffing der plaatsver
vangers voorkwam op de verschil
lende programma's van de liberalen,
en omdat ook de antirevolutionairen
beginsel er sterk voor zijn. en
in
zelfs verlangen moeten, dat deze
twistappel tusschen hen en de room-
schen weggenomen wordt.
Tot zoover zijn wij het met den
heer S. eens. Art. 17 vanonsl egin-
sel- program staat nog onverzwakt,
en wilverbetering van het scheeps-
en kazerneleven, opheffing van de
plaatsvervangers en vooral kracht
zoeken in het moreel van den sol
daat. Deze drie] punten moet men
niet te veel uit elkaar rukken. Bij de
Kamer-discussie hierover komt het
ook licht voor den dag, dat de
christelijke democratie iets anders,
iets meer, iets meer blijvends wenscht
tot stand te brengen dan de revoluti
onaire democratie. Maar toch ook for
meel genomen is het waar, dot de
antirevolutionairen zich verklaren
voor den persoonlijken dienstplicht.
Maar als nu de heer Seijffardt zegt,
dat onze partij er van zweeg in haar
werkprogram om de roomschen te
believen, dan vragen wijmet weik
recht beweert u dat Met welk recht
weerspreekt Gij de eigen toelichting
der stellers van het program zelt,
en die hierop neerkomt dat men toch
voor de eerstvolgende jaren niet
alles kon noteeren, en dat ditmaal
de sociale wetsvoorstellen den voor
rang moesten hebben. Dat de verschil
lende fraction der liberalen^ te dezen
opzichte ietwat anders oordeel en. en
dat zij bij de groote moeielijkheid om
onder hen eenstemmigheid in de so
ciale vraagstukken te krijgen, nu lie
ver zaken op den voorgrond schuiven,
waarbij de innerlijke verdeeldheid
misschien minder zal uitkomen,
spreekt van zelf. Doch de christelij
ke partijen hadden dit nevenbelang
niet. Zij konden rechtstreeks en met
beide ^handen de sociale quaestie aan
vatten, en zouden daaraan in den
eersten tijd meer dan genoeg hebben
gehad.
Mets over Jttr. van
Stouten.
De Standaard vergeleek dezer
dagen het tijdelijk verdwijnen van
Mr. van Houten van het Staatstoo-
neel bij een kasteel, dat van het
schaakbord a/ging, en gat zijn leed
wezen te kennen, dat ons aan kundi
ge staatslieden zoo arm land in hem
weer een staatsman van de eerste or
de ziet ondergaan. De redactie tracht
te eene verklaring te vinden van
het betreurenswaardige teit, dat de
heer van Houten, die vroeger bekend
stond als een aartsvijand van het
conservatisme, zich door plotselingen
omkeer in de armen van dat conserva
tisme wierp op een oogenblik dat de
vooruitstrevende elementen snakten
naar eene oplossing van de kiesrecht-
quaestie. En dan betoogt zij als volgt
Onder onze kundige staats-lieden is
de heer van Houten een der diepste
denkers, een der beste kenners, en
een debatter als weinigen. Dit alles
deed hem boven de massa uitsteken
en maakte hem zeldzaam stoutmoedig.
Daardoor kwam hij steeds meer alleen
en op zichzelf te staan, en scheen het
soms akof hij elke partij wel kon op
voeden en besturen. Daardoor schijnt
hij op het laatst zulk een gevoel van
overmacht gekregen te hebben, dat
het voor zijn besef werd alsof de
gewone levensregelen niet meer voor
hem golden, en hij spelen kon in de
politiek, 't Kwam er niet op aan hoe
het werk geschiedde, als hij het maar
deed Op die verkeerde lijn ging hij
toen door totdat hij zich partij stelde
tegen het sociale element. Maar toen
werd men hem ook moede. Dat kon
men van een pantheïst niet dulden.
En toen trof hem een moreel oordeel,
want hij was nergens meer als Ka
merlid te kiezen. Geen enkele party
wilde hem. Het eigen kiezerscorps,
dat hij Terdubbeld had, stiet hem
uit. Tot wanneer Mogelijk komt
hij later wel weer op het schaakbord.
Als dit gebeurt, moge het dan blijken,
wenscht de Standaarddat hij door
deze harde les geleerd heeft.
SS et gebed gehandhaafd.
Met 26 tegen 16 stemmen besloot
de Amsterdamsche gemeenteraad om
het gebed bij den aanvang der ver
gaderingen te behouden.
Dit doet ons genoegen.
Wel spreekt het schier vanzelf,
dat niet al de zesentwintig voorstem
mers ook in beginsel voorstanders
van het openbaar gebed zijn.
Maar er is dan toch gebleken, dat
verreweg de meerderheid de betee-
kenis van dat gebed niet al te zeer
heeft onderschat. Er is dan toch
gebleken, dat zij die radicaal willen
te werk gaan, óók in de uitwissching
van de op onze vaderlandsche erve
aanwezige overblijfselen van het
christelijk volkskarakter, nog lang
niet overal de overhand hebben.
Ook teekent de jongste stemming
geen achteruitgang aan. In '94
werd met 18 tegen 13 stemmen ten
voordeele van het behoud beslist, en
nu met 26 tegen 16.
De worsteling moet maar volge
houden worden. De antirevolutionai
ren willen gaarne ieder persoonlijk
vrij laten om al of niet een leven
met gebed te leiden. Een afgedwon
gen gebed heeft toch ook geen gees
telijke waarde. Maar bij de vraag of
zelfs het christelijic etiket van het
openbare leven der overheid zal af
gelicht worden, mogen en moeten de
landgenooten, die nog niet tot het
uiterste van ongeloof kwamen, zich
evenzeer laten gelden als de anders
denkenden.
Arbeiderspensioenen.
Gelijk in den aard der zaak ligt,
maakt de pensionneering van oude
arbeiders voortdurend een onderwerp
van gesprekken uit in de kringen
der werklieden, en op Zondag 19
Sept. j.l. is er in 's Gravenhage op
nieuw over gehandeld in eene zeer
uitgebreide samenkomst van de leden
van onderscheidene vereenigingen.
Het blijkt echter, dat vele arbei
ders te veel verlangen. Een weekgeld
van 6 gulden na het 60e jaar vindt
men niet te hoog.
Natuurlijk kan daarvan niets ko
men. Wie zou daarvoor de noodige
belasting opbrengen En met sparen
op het gewone weekloon, zou het
nog minder gaan.
In Duitschland wordt, meenen wij.
150 Mark, dat is ongeveer f 90'per
jaar toegelegd.
Kon men het in
zoo ver krijgen, en
penaioneering tot f 2
voeren, dit zou dunkt ons, reeds vol
doening moeten geven. Men kan later
altijd beter opklimmen dan dalen.
ons land ook
de algemeene
per week op-
VOLMËBEM DERÜARDE.
De eene crisis, in het Zuid-Westen
van Europa, is nauwelijks opgelost, of
daar breekt weer een andere uit, in
Griekenland. Zeer sober is het
Reuter-telegram hierover. De Kamer
kwam Donderdag bijeen de regeering
stelde, naar haar voornemen was, de
quaestie van vertrouwen, en de uitslag
der stemming was, dat slechts 43 leden
haar het vertrouwen gunden. Een kleine
honderd (93 precies) stemden tegen en
43 onthielden zich. Gevolg hiervan is,
dat men nu in Griekenland een minis'
terieele crisis heeft. Hoe die opgelost
zal worden, is niet te gisseD. Het ligt
voor de hand dat Delcyannis weer aan
het roer komtmaar nemen daarmee de
moeilijkheden een eind, ook al kan er
geen quaestie van zijn, dat Hellas op
nieuw strijd tegen den overwinnaar zal
voeren
Trouwens, in heel het Oosten is nog
volstrekt niet het tijdperk der verwik
kelingen afgesloten. Kreta o. a. kan nog
genoeg zorg geven, als de mogendheden
daar van een definitieve regeling gaan
werk maken. Voor de zooveelste maal
wordt bericht, dat de Sultan meer dan
ooit gekant is tegen het verleenen van
zelfsbestuur aan Kreta en dat hij nim
mer zijne toestemming zal geven tot de
benoeming van een Christen-gouverneur
van dat eiland.
Maar de mogendheden hebben dio
autonomie vastelijk gewaarborgd, en dus
zal er één van beiden dienen te gebeu
ren Abdoel Hamid zal na lange pour-
1 garters eigener beweging moeten toege
ven, of daartoe met geweld gedwongen
worden.
In Spanje heeft de crisis een veel
sneller verloop gehad dan iemand kon
gissen. Korte dagen geleden is de konin
gin-regentes, na een verblijf van drie
maanden op de badplaats San Sebasti-
aan, te Madrid teruggekeerden deze
terugkomst van de souvereine en haar
hof in de hoofdstad was het teeken van
de hervatting van het mondaine en poli
tieke leven.
De Spaansche regeering toch moet een
antwoord geven op de nota, die generaal
Woodford, namens de regeering der Unie,
onlangs den hertog van Tetuan. betref
fende de Cubaansche aangelegenheden,
overhandigde. Yan dit antwoord hangt
waarschijnlijk, zoo niet de toekomst van
Spanje, dan toch die van zijn koloniën
in Amerika af.
Tegen al die moeilijkheden nu was de
conservatieve regeering niet opgewassen.
En toen heeft de regentes, na sen on
derhoud met generaal Polavieja, en met
de voorzitters der beide Kamers, het
ontslag van het oonservatieve kabinet
aangenomen, en aan Sagasta opgedragen
een ministerie te vormen. Een opdracht,
die door liberalen leider is aanvaard.
Dat de binnenlandsche toestanden on
der het bewind der liberalen veel beter
zullen worden is niet te verwachten
maar hun optreden zal goeden invloed
kunnen oefenen op de buitenlandsche
politiek van Spanje. De terugroeping van
generaal Weyler zal wel een van de
eerste regeeringsdaden zijn en Cuba zal
zijn autonomie krijgen. Maar of de pa
rel der Antillen" daarmeê nog voor Span
je te behouden is
In zijn reeds kortelijks vermelde speech
te Arbroath heeft honest Johnde oud-
miDister voor pierland in het kabinet-
Gladstone, ook gehandeld over den oor
log aan de Indische noordgrens en goed
doen uitkomen, dat het de Engel
geiten zijn die do inlanders tot den op
stand aanzett'en.
Merkwaardige woorden sprak John
Morley ook betreffende het schelmstuk
derRhodeskliek en het vermomde Imperi
alisme der ZAtrikaangehe samen
zweerders. Volgens hem diende, zoo niet
het Imperialisme van den braven heer
Rhodes dan toch dat van zijn omgeving
als dekmantel voor het grissen naar goud.
Er waren lieden, die meenden, dat de
Zuid-Afrikaansche oommissie geen con-
clusiën had getrokken maar herinnerden
zich dezen tot welke slotsom dit liohaam
was gekomen
„Zij bevond, dat de opperste aanleg
ger van het complot schuldig was aan
bedrog jegens zijn chef, aan bedrog je
gens de Regeering, aan bedrog jegens
zijn ambtgenooten in het Kaapsche mi
nisterie, aan bedrog zelfs jegens zjjn
deelgenooten in de samenzwering en aan
het overhalen van de ambtenaren der
Koningin om den Hoogen Regeerings-
commissaris te bedriegen.
„Ten slotte werd hij schuldig bevonden
aan het in de wereld zenden van een
brief, zes weken te voren verzonnen,
onderteekend voor een geheel ander deel
en van een vahohen datum voorzien,
teneinde al zijne landslieden te dupeeren
en om den tuin te leiden.
„Dat is het vonnis over hem. Het is
heel mooi om deze mannen te omhangen
met het purper van het „Imperialisme",
maar, deze uitspraken lezende en het
getuigenis, waarop deze uitspraken steu
nen, kan men niets anders dan bij eenig
nadenken meenen, dat er een sohunnige,
smerige en flodderige voering in dien
purperen mantel zit".
Dit is kras gezegd. Maar wordt het
zoo niet te ergerlijker, dat men dien
schelm en bedrieger vrij heeft laten loo-
pen, ja hem niet eens geschrapt heeft
als lid van den geheimen Raad der ko
ningin Het is een blijvende schandvlek
op Albions toch al niet blanke wapen
rusting.
Taal van Machiavelli noemde Morley
voorts déze woorden van den minister
van koloniën Chamberlain
„Ofschoon de heer Rhodes een zoo
groote fout beging als een politicus of
staatsman maar eenigszins kan begaan,
is er niets bewezen, en, naar mijne mee
ning, is er niets, dat des heeren Rhodes
positie als man van eer benadeelt."
Hiervan was dus do conclusieman
nen die een hooggeplaatsten post van
vertrouwen bekleeden, zijn vrij in het
gebruiken van schandelijke middelen voor
onrechtvaardige doeleinden
Gemengd Xieuivs
De dubbele moord te Rotterdam.
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal.
Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/s maal*
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing.
Daor dan groottan omvang en daardoor te
laat om nog in ona laatste nummer op te
nemen ontvingen we het bericht van
Een gruwzame moord is te Rotterdam gepleegd.
Een vader vei moordde Dinsdagavond zijn
vrouw en zijn kind, en zelf ging hij zich als da
moordenaar aangevan, terwijl hij aan den hevig
ontstelden agent een nog bloedend mensohenoor
en een bosoh haar vertoonde.
Voor een inspecteur gebracht verklaarde de
man te zijn de 32-jarige horlogemaker Muller,
en te wonen in een benedenhuis in de Sohooter-
boschstraat 18. Tevens gaf hij den huissleutel
over opdat de heeren zich konden gaan overtuigen
of het onwaar was dat hij zijn 22-jarige vrouw,
die 6 of 7 maanden zwanger was en zijn eenja
rig kind den hals afgesneden had.
Ru gingen een paar inspeoteurs met eenige
agenten naar de bewuste woning en toen zij
binnentraden bemerkten zij terstond dat er een
afgrijselijk drama had plaats gehad. De lijken
der verminkte vrouw, welke de onverlaat de
haren en ooren had afgesneden, en van het kind
lagen in een bloedplas op den grond. Leven was
er niet meer in. De politie bracht de lijken daarop
naar het ziekenhuis om gesohouwd te worden
terwijl het huis bewaakt bleef tot een rechterlijk
onderzoek ingesteld was.
De moordenaar herhaalde zijn eerste verklaring
Hij had zijn vrouw oerst bedwelmd voor hij de
daad beging on zoodoende hadden de buren geen
gerucht vernomen. Ra de daad had hij de deur
afgesloten en was zich gaan aangeven.
Verder vertelde hij Duitsoher van geboorte maar
in Nederland genaturaliseerd te zijn. Hij had vader
en moeder in Duitschland vermoord, daar Dog 3
moorden gepleegd, was toen naar Engeland ver
trokken waar hij 5 moorden deed en vervolgens
naar Australië alwaar hij nogmaals 3 moorden,
alle op vrouwen pleegde zonder ooit gesnapt te
zijn.
De reden zijner handelwijze kan hij niet zeggen
en evenmin waarom hij zich juist hier in handen
der justitie begaf.
De ongelukkige werd na deze bekentenis, die
gedaan werd alsof het niets bijzonders was, onder
stei k geleide geboeid des nachts ten 3 uur naar de
strafgevangenis op den Roordsingel gebracht.
Voor de deur der woning stond den gelieolen
dag een massa volks te kijken maar zag men
uatuurlijk niets dan een gesloten huis en een paar
agenten. Allen trillen eohtervan afschuw over de
afgrijselijke misdaad.
De dader wist wel den moord begaan te hebben
maar hoe hij het gedaan had, wist hij niet. Hij was
in de keuken bezig mosselen sohoon te maken met
een scherp broodmes, toen hem eensklaps de drang
tot den moord overviel. Het bedoelde mes werd
ook in de keuken met bloed bevlekt gevonden. Bij
do voeten der vrouw vond men een strijkijzer,
eveneens met bloed bevlekt. Onder het lijk werd
ook nog een versch brood gevonden, zoodat zij
vermoedelijk nog brood voor haar man heeft willen
snijden.
Rog bracht het onderzoek in de woning van de
vermoorden aan het licht, dat Miiller, vóór hij zich
op weg begaf om zijn daad bij de politie bekend te
maken, in zijn huis rondgeloopen heeft, hetgeen
bleek uit do bloedsporen, en zich de handen
gewassen heeft, want van bloed was daaraan niets
te bespeuren toen hij bij de politie kwam.
Het gezin van Miiller staat gunstig bekend, noch
op dejongelukkigejrouw was niets aan te merken.
Zeer kort woonden zij pas inde Sohooterbosoh-
straat, waar zij een stil en eenvoudig loven leidden.
Zijn patroon, de heer H. C. Fehr, Yiechsteeg 404,
waar hij de laatste anderhalfjaar als eerste bedien-