ibis Vl ij dag 10 September 1897. Twaalfde Jaargang No. 621. An tirevo lutionair Orgaan IN HOC SIGN O VINCES T BOEKHOVEN. FEUILLETON. uitgever: Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco ëoe Ie zenden aan den Uitgever. &itde verschillen. Dat de liberalen van alle gading schrikkelijk verdeeld zijn in hun politieke inzichten, vinden onze par- tijgenooten niet vreemd. Dit kan niet anders, zegt men. Waar alle vastheid in den grond ontbreekt, is het onmogelijk een gebouw op te richten, dat allen bijeenhoudt. En het is niet te ontkennen, dien vasten grond missen zij, omdat zij zoomin het staatswezen als het particuliere leven laten beheerschen door Gods Woord. Daarvoor in de plaats stel len zij dan eenige uitgangspunten, die de rede hun opgeeft. Maar natuurlijk heeft de rede van den een evenveel recht als die van den ander, en derhalve, als de rede na verloop van tijd wat nieuws voort brengt, vervalt de waarde van het vorige. Het is onder hen slechts de vraag, wat de meerderheid het best acht voor land en volk. Maar dat nu ook zij, die het Godsbestuur in alles erkennen en die Jezus Christus eeren als den behouder der zielen, ook zoo verdeeld zijn, en elkaar zoowel in geschriften als bij de stembus tegenwerken dat begrijpt menigeen niet. En om er dan toch eenige verklaring aan te geven weidt men uit over de gebre ken van den hoofdleider, Dr. Kuij- per. Als die maar wat inschikkelijker was, als die maar niet ieder de wet wilde stellen, en als die maar niet allen van zich afstootte en vervreemd de, die uit eigen oogen wil zien, och dan kwam onze partij veel verder, zoo praat de een den ander vaak na. En toch is niets dieper onwaar dan deze bewering. Want wij heb ben onder de protestantsehe belijders des Heeren niet te doen met per soonlijke, maar met principieele verschillen. Met dezelfde verschillen waarmede Groen van Prinsterer van af de wording onzer partij in 1831 kennismaakte, en die des te duidelijker voor den dag kwamen naarmate men meer over de toepas sing onzer beginselen ging nadenken. En dit nadenken, dit meer bewust leven was toch niet alleen wensche- lijk, neen strikt noodig, zoude onze partij niet geheel en al versterven want wat heeft men aan beginselen, die men niet uitwerkt in de praktijk De heer Groen van Prinsterer heeft van zijn standpunt al het mogelijke gedaan om lieden van verschillende kerkelijke kringen, Hervormden en „Gescheidenen", Gereformeerden en Lutherschen, Conlessioneelen en Etisch-irinischen bij elkaar to houden, en daarom bepaalde hij zich ook meest tot; den schoolstrijd. Toch ging dit niet. Onder de mannen van den Reveil waren ook dezulken, die hunne kennis putten en voedden uit de werken der Fransche en Duit- sche theologie en wijsbegeerte, en die zich daardoor niet konden vinden in het Calvinistisch stelsel. Tegen werking van Groen was daarvan het gevolg. Ja zelfs zoover ging die tegenstand, dat do afwijkende broederen den strijd tegen het libe ralisme en het modernisme er om verzuimden. En hoe zou het dan mogelijk zijn, dat in onze dagen, nu het politiek bewustzijn zooveel beter ontwaakt is, en nu er niet alleen op schoolgebied, maar ook in tal van sociale vraagstuk ken moet beslist worden, Dr. Kuy- per alle christelijke gezinden bij elkaar hield. Dit is aan geen enkel sterveling gegeven. En dit behoeft ook niet. Wat uit verschillende bronnen gevoed wordt, mag vrij afzonderlijk wonen, mits men het maar eerlijk erkenne en niet aldoor verwijten richte tot dezen of genen leider. Meen doop meer noodig. Ons blad bemoeit zich weinig met kerkelijke zaken. Maar nu er in den laatsten tijd zooveel geschermd is van liberale zijde en door den christ. hist, Bond met den term „protestant," in tegenstel ling met „roomsch," moet het ook zelfs de aandacht van politieke schrij vers trekken, dat de Synode der Ned. Herv. Kerk onlangs een besluit nam, waardoor owgedoopten zich als lid der Herv, Kerk kunnen laten inschrijven. Welk eene beteekenis zit er op die manier in den naam van „protestant" In alle eeuwen heelt de heilige doop gegolden als teeken van aanhoorigheid aan de christelijke kerk, en de naam „protestant" doelt op een schriftmatig verzet tegen eene valsche berkregee- ring. Maar wat na te zeggen van lieden, die in hun gemeenschap ook openlijk diegenen erkennen, welke het abc van de christelijke religie niet eens kennen, en dan op den koop toe zich op zulk een christendom beroepen om andere burgera wegens hun kerkelijk gedrag uit te stooten uit de kringen die invloed op de landregeering hebben. Is het niet ergerlijk Uit de §*ers. „Bij vrieuden," antwoordde Geertje, Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en */3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. LIEVER SOCIALISTISCH DAN PAAPSCH Zooals onze lezers weten is vóór enkele dagen in Enschedé gekozen de socialist v. Kol. Hij kwain in herstemming met den Roomsch-Katholieken candidaat. Zijn verkiezing geschiedde met hulp der liberalen en van sommige chr.-histori- schen. Deze allen meenden dus aan den socialist v. Kol de voorkeur te moeten geven boven den Roomsch-Katholieken candidaat. Of hun keuze verstandig was Wij betwijfelen het en geven daarom enkele zinsneuen uit een paar geschriften van v. Kol. Liberalen 5a chr. histor. beide verzoe ken we eens te letten op het volgende. Hoe komt er verbetering, vraagt v. Kol, in den toestand der arbeiders Strijd, energieke strijd alleen kan ons hulp bieden. Een beroep op vrijhoid en humaniteit vindt geen weerklank in de harten der bezitters, dat dan dojstraffenda vwist op hun hoofden nederdale Het is droevig, maar het kan niet anders, het ruw goweld moet beslissenmacht moet alweer do schepper zijn van het recht Als eenmaal onze hand den loop van het geweer omknelt, dan niet meer gerust, voor en aleer de kolf dreunt op den gemeenschappelijken bodem, dan geen rust meer in den strijd, geen respijt meer veor den vjjand. Zou de Roomseh-Katholiek óók voor stander zijn van ruw geweld Ook de oud-liberalen te Enschedé schij nen gemeend te hebben, dat v. Kol hun nader stond dan de Roomech-Katholiek. Mogen we hun deze passage uit zijn geschriften ter lezing aanbieden De eoonomisoho vrijheid der mannen van '89 is een toonbeeld van tirannie gewordende politieko vrijheid een hemeltergende verdrukking de vrijheid van arbeid een bron van ellende. „De liberalistische theorie toont vrijheid en geeft slavernij zegt terecht Groen van Prinsterer. Aldus v. Kol, die onzen Groen als getuige oproept tegen het liberalisme Toch, als makke lammeren, gaan zo op de rij af ter stembus en kiezen den man die hen op de gevoeligste wijze geeselt. De Chr. Historieschen spreken van't Evangelie van Jezus Christus. Mogen we hen eens laten zien, hoe de man, dien ze in Enschedé kozen, over den godsdienst denkt Er is lijdon, onnoemelijk voel lijden op de we reld, en God wil niot of lean niet helpen Yeel oorspronkelijks bevat 't Christendom niet, het grootste gedeelte van zijn leer, vermoedelijk zelfs zijn naam nam het over van andere gods diensten Moet God s hulp worden afgesmeekt? Hoe lang is er niet gebeden en wat heeft 't gebaat Is God gevoelloos de werkman bidt, doch verhongert, terwijl hij aan 't bidden is. God helpt nietnoch hem, noch de zieke vrouw, noch de bleeke kinderen. Hij weert koorts, nooh tering kouda noch ellende uit hun woning. Goddelooze woordenzegt ge cn we zeggen het met u, We zouden er dan ook niet aan denken, ze af te drukken, als we niet eens met een sprekend voorbeeld wilden laten zien, aan wat soort mannen de chr. bist. èn in Juni èn thans weer hun stem gaven. Maar, hooren we fluisteren, we stem den den Katoliek niet, om de Kuyper- partij niet te versterken, die het immers toelegt op den ondergang der Ned. Herv. Kerk. Nu weet mendat dit een brutale leu gen is. Moet daarom echter v. Kol worden gestemd Helaas in dezelfde brochure, waaruit we het laatste citaat namen (Christen dom en Socialisme door Riënzi van Kol), zegt dezo met zoovele woorden, dat hij volledige scheidiug van Kerk en Staat wil En dat nog wel in socialistischen zin Dat is nog heel wat anders, dan in art. 20 van „Ons Program" staat En toch Toeh ruischt het nog in 't Oosten van ons land en de kusten der Noord zee herhalen hetLiever Socialistisch dan Paapsch] Wij zijn geeu van beiden en staan tegen beiden over. Maar als er dan geen keus is, dan toch liever een Roomsche gekozen, dan iemand, die ruw geweld predikt en God en Zijn Gezalfde op zulk een wijze lastert. Merwéb.) ff7at liejde vermag 19. HOOFDSTUK IX. „Neen voorzichtig, GeertjeVerbeeld u eens, dat zeide de arme tante, die haar bij den arm wilde tegenhouden, „verbeeld u eens, dat „Wat „Zij hebben zooveel listen en kunst grepen „Niet zooveel listen als ik vastberaden heid heb Als er daar iemand ligt te ster ven, hoe zou ik dan ooitLaat mij gaan, tante Ik moet zien, wat het is En zich zachtkens aan hare hand ont- trekkond, schoof Geertje de grendels van de deur af, terwijl tante Grietje, zooveel mogelijk in de schaduw blij vend, zich toch met uitgerekten hals en wijd open gesperde oogen, vol angstige nieuws gierigheid, naar voren boog. H O O F D S T U K X. EENE ONVERWACHTE GAST. t Was een recht droevig schouwspel, dat zij te zien kregen. iir lag oen vrouw op den drempel, bleek, onbeweeglijk, als een doode. Zij was het ongetwijfeld geweest, die door haren val de deur zoo had doen dreunen. Haar marmerwit gelaat, hare verwrongen trek ken, hare door den regen druipnat gewor den en door de modder duchtig bespatte kleederen, alles aan haar gaf te kennen, da w, uitgeput was van vermoeienis en ohjkbaar veel had moeten lijden. Geer tje boog zich tot haar en trachtte haar weer op de been te helpen. „Och Heer Och Heer riep zij onwil lekeurig uit„wat zal dat nu weer zijn Zij had een voorgevoel van het een of andere vreeselijke ongeluk, gelijk er in die dagen zooveel veorvielen. Doch al hare pogingen waren en bleven vruchteloos. Toen riep zij om hulp. „Tante tante kom eens gauw hier, wat ik u bidden mag Zij sterft Tante Grietje was even goedhartig als zwak. Zij besloot even sterk als goed te zijn. Zij verliet haar schuilplaats, stak mede de handen uit de mouwen, en nu slaagden beiden er in om, zoo goed en zoo kwaad als het dan ging, de onbekende naar binnen te dragen. Toen de huisdeur weer zorgvuldig op het naohtslot gedaan was, plaatsten zjj de vrouw in een grooten leuningstoel voor den haard, waarin Geer tje zoo gezwind mogelijk een goed flink vuur aanlegde, terwijl hare tante een verwarmenden en opwekkenden drank klaar maakte. Eindelijk en ten laatste, onder den in vloed van de warmte en van den drank, begon ar weer wat kleur te komen op de bleekroode lippen, een lichte beweging maakte de beide vrouwen half verschrikt, half blijde, de oogleden werden opgeslagen, en ontsluierden een loomen, wezonloozen blik, die een welsprekende getuige was van al de angsten van dit hart en al de grievende smarten dezer ziel. „Waar ben ik op een zóó zachtmoedigen en vertrouwen wekkeuden toon, dat de onbekende er diep door getroffen scheen „bij vrienden, tot wie do Heer u gezonden hoeftWie gij ook zijn moogt, en welke ramp u ook getroffen hebbo, gij zijt hier tehuis! Nietwaar, tante „Ja zeker, jazeker mijn kindstamelde de oude vrouw, die thans niot van vrees, maar van medelijden beefde. „Neem nog wat van dezen versterkenden drank, dat zal u goed doen En met moederlijke behoedzaamheid bracht zjj het glas aan de lippen der on bekende, die met lange teugen drenk. „Ik dank u ik dank u fluisterde zij „God zal het u vergelden Vervolgens bleef zij een tijdlang zoo zitten, met den strakken, glazigen blik gevestigd op de kolen, die in den haard lagen te gloeien. Plotseling deed een snik haren boezem krampachtig zwoegen, en nu stroomde or een vloed van tranen uit hare oogen. „O mijn Jan! mjjn Jan Zij hebban hom mij ontnomen, die ellendelingen Zij hebben hem mij ontnomen! Wraak! wraak Geertje was naast haar neergeknield, en had hare beide banden gevat. „Mij komt de wraak toe. Ik zal het vergelden,zegt do Heer,"sprakzij.„Vree- zeis van rondom, dewijl zjj te samen tegen mjj raadslaan. Maar ik vertrouw op U, o Heer! ik zeg: Gij zjj t mjjn God. Ik zeide wel iu mijn haasten ik ben afge sneden van voor U we oogen dan nog hoordet Gjj de stem mijner smeekingen, als ik tot U riep. De Heer behoedt de geloovigen en vergeldt overvloediglijk dengene, die hoogmoed bedrijft. Zijt sterk, en Hij zal ulieder hart versterken, allen gjj, die op den Heer hoopt!" „Ja, ja dat is het juist, wat hij alle dagen tot mjj zeide. Maar nu zal ik het nooit meer hooren. Zjj hebben hem mij ontroofd zjj hebben hem mjj ontroofd „Hoe kostelijk is in de oogen des Heeren de dood Zijner gunstgenooten „Engelsprak de onbekende, terwijl zjj Geertje'a blonde lokken streelde, „ja, zjjn dood moet kostelijk in 's Heeren oogen geweest zjjn Als gjj eens wist, hoeveel moed hij bad, hoeveel standvas tigheid,hoeveel geduld Ho8 trotseh ban ik op hem, en hoe onwaardig ben ik hemLuisterIk heb rust noch duur zoolang ik u deze hartbrekende geschiedenis niet verteld heb. Dan zult gjj weten wie ik ben, en waarom i!t mij hier bevind." „Wacht nog een oogenblik totdat gij wat uitgerust en van uwe vermoeienissen bekomen zjjter geen is haast bjj zeide tante Grietje, die belast en beladen kwam aanloopon. „Eet eerst eens wat Dat zal misschien nog het verstandigste zijn." „Eten O neen nu niet Ik zou niets kunnen gebruiken. Ik moet u eens ver tellen hoe ik zou er in stikken, ziet ge Eu nu werd het sombere drama ont rold, dat, helaas op zoovele andere ge leek, maar waarvan de afgrijselijke bijzon derheden een rilling van afschuw deed varen door de lichamen der beide vrouwen, die, sprakeloos van ontzetting, het verhaal aanhoorden. Zij was reeds op jeugdigen leeftijd ge huwd met Jan Kleinburg, een bijzonder vroom man en brandend van jjver voor de uitbreiding van het Koninkrijk Gods. Dank zij 's mans voortreffeljjk karakter en zjjne buitengewone werkzaamheid, had men hem in de Kerk, tot welker leden hij behoorde, het ambt van diaken opge dragen. Door geen enkel gevaar liet hjj zich afschrikken, wanneer zijn plicht hem tot iets ried. Iedereen was dan ook van oordeel, dat hjj zich veel te veel bloot stelde. Reeds had men hem weten te overreden om voor eenigen tijd de stad te verlaten, want het was bekend ge worden, dat er op hem geloerd werd. Doch daar wilde hij niet van hooren. „Zijn de haren van ons hoofd niet alle geteld vroeg hjj. „Heeit de Heer niet in Zijn geheimen Raad vooraf alles bepaald wat er gebeurd Als Hij dus besloten heeft, dat ik getuigenis zal moeten afleggen van Zijn Evangelie, dan zal Hjj mij wel weten te vinden, in welke plaats ik mij ook op- hond, en ik zou onmogelijk aan Zijne handen kunnen ontkomen En hij bleef, zonder iets aan zijns gewone levcnswjjze te veranderen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1897 | | pagina 1