mm ii iDMDiiiijj)3ii!i 11 Mil "Vrijdag 18 Augustus 1897. Twaalfde Jaargang No. 617. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGN O VINCES FEUILLETON. I T BOEKHOVEN. WfllUMWJI. uitgever: AlSe stukken voor de filed act ie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franc© toe te zenden aan den Uitgever. Men raadgeving Nog steeds wordt er vrij veel nagepleit over de jongste Kamerverkiezingen, en dit is vooral hieruit te verklaren, dat er eigenlijk gebrek is aan nieu we stof, zoolang het thans opgetreden Kabinet zijn plannen niet ontrolt en zijn eerste wetsontwerpen niet inge leverd heeft. Inzonderheid houdt ook de toon van teleurstelling in de roomsche bladen aan. Waarom, zoo vroeg ze kere Dr v. L. in de Maasbode doen de antirevolutionairen niet ten onzen opzichte hetzelfde, dat wij te hun nen aanzien hebben gedaan, name lijk in twijfelachtige districten geen eigen candidaat stellen bij eerste stemming, maar terstond den candi daat der bevriende of deels verwante partij overnemen. Want het zou toch te veel geëischt zijn, als men wilde, dat de roomschen maar steeds meer zetels in de kamer helpen veroveren voor de antirev. partij, zonder dat deze haar contradiensten ook eens bewijst. Waarom niet in die distric ten waar de antirev. toch geen of weinig kans hebben, in herstemming te komen, terstond den roomschen candidaat helpen verkiezen. Dat zou eerst practisch zijn. En de schrijver acht het nuttig eens met ernst hier over te handelen, omdat het lang niet onmogelijk is, dat door gebrek aan harmonie tusschen regeering en volksvertegenwoordiging er eerlang weer een nieuwe verkiezingsstrijd geopend moet worden. Wat zullen wij tot deze dingen zeggen. Yan het roomsche stand punt verstaan wij best de bedoelde klacht en de daarmeê verbonden raadgeving. Want al is het alleen voor eigen profijt, dat de roomschen hulp bieden aan de antirevolutio nairen, toch neemt dit het feit niet weg dat verscheidene zetels voor de antirev. zouden verloren gegaan zijn, indien de roomschen niet dapper had den medegeholpen. En dan te on dervinden, dat de hulpvaardigheid van de andere zijde niet even gre tig en volhardend betoond wordt, is onaangenaam. Maar onbillijk is het daarom vol- stekt niet. Want de hulp der room schen berust niet op een contract of doorloopende afspraak. En het is nu eenmaal een karaktertrek onzer pariij, dat zij minder het dadelijk suc ces dan de degelijke ontwikkeling der beginselen beoogt,en dat zij hoo- gelijk prijs stelt op de handhaving harer zelfstandigheid als politieke partij Daarom zegt art. 21 van het an tirev. program ook, dat zij bij eerste stemming „gewoonlijk" met een ei gen candidaat aan de stembus op treedt. En nu zien wij wel niet in, dat er altijd en onder alle omstandig heden bij. eerste stemming eigen can- didaten moeten gesteld worden, en dat men anders onze beginselen ver loochent maar toch zal onze partij moeielijk te bewegen zijn, dezen re gel te laten varen, want in elk geval geeft het veel meer het aanzien van beginselvastheid en zelfstandigheid,en blijft men inderdaad als partij veel vrijer,wanneer men begint met uit ei gen kring de geschikste mannen aan te bevelen, dan wanneer men directzich baseert op kansberekening en dan, als de kansen zwak staan, zijn eigen mannen terstond loslaat. Bovendien heeft onze partij altijd te rekenen met zeker antipapisme, dat er krachtens onze historie, bij sommi gen diep inzit. Ministers™ Kamerleden. Nu een drietal Ministers zich na het aanvaarden der Ministerieële taak óok beschikbaar hebben gesteld voor Kamerlid zoo althans luiden de berichten wordt de vraag overwogen of de vereeniging van deze twee hooge functien wel wen- schelijk is, dat wil zeggen of er niet te veel bezwaren tegen zijn, al ver biedt de Grondwet de gelijktijdige waarneming ook niet. In het buitenland zijn de Ministers ook wel tegelijk afgevaardigden, zegt men. Maar daar schijnt het ook beter te kunnen omdat de parlementen er grooter zijn en omdat de Ministers zich daar voor de verdediging van wetsontwerpen of toelichting van quaestien laten bijstaan (in de Ka mers) door hoofdambtenaren van hun departement. In ons land echter is dit laatste niet gebruikelijk, en nu vreest men, dat de Ministers ook geen tijd zullen hebben om veel de openbare Kamerzittingen als Kamerlid bij te wonen, voor zoover geen onderwerpen, hun depar tement rakende, worden behandeld. Evenmin z,uilen zij veel in de sectie vergaderingen kunnen doen. Aldaar oordeelen zij ook soms over eigen plannen, als zij tevens Minister zyn. En als zij zich candidaat stellen en niet gekozen worden, vermindert hun prestige er door, vreest men. Zoo zou men meer kunnen noemen dat er tegenis. Voor de antirevolutionairen weegt echter het meest dit bezwaar, dat volk en overheid er niet genoeg Jdoor onderscheiden worden, wanneer de onmiddellijke, dienaren der Kroon gelijktijdig hot volk vertegenwoordi gen. Overigens moet de praktijk nog veel leeren in deze quaestie. lVat liefde vermag 4Hf Deze Courant verschijnt eiken Yrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post 50 Cent. Amerika bij vooruitbetaling f 3,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent pei plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan Advertentiën worden ingewacht tot Donderdagmorgen 10 uur. VOLftUERISrV BM2R AA1IJIM2. De keizer van Daitrischlasid met zijn gemalin en aanzienlijk gevolg is thans te Petersburg aangekomen. Het bezoek moet in de eerste plaats als een daad van courtoisie opgevat worden. De Czaar toch beeft na zijn troonsbestijging met zijn eebtgenoote een bezoek gebracht aan de bevriende hoven, 't eerst aan den Oosten- rijkschen keizer, daarna aan keizer Wil helm, vervolgens aan Parijs. Prans Jozef heeft circa twee maanden geleden bet bezoek beantwoord, keizer Wilhelm i3 thans daarmee doende, en Felix Paure maakt zich tot den tocht gereed. Dat bet bezoek echter nog iets mèèr is dan beleefheidsvorm, zal men wel willen erkennen. De Duitsche keizer wordt niet alleen vergezeld door zijne gade, maar ook door den rijkskanselier prins Hohenlobe en door den graaf Yon Bülow volgens sommigen rijkskanselier in spe terwijl de Czaar natuurlijk zijn eersten raadgever, graaf Murajef, aan zijn zijde beeft. Er is dus gelegenheid van gedachten te wisselen over de Grieksch- Turksche quaestie en over alles wat ver der de staatkundige wereld in 't Oosten en elders in beweging brengten vermoe delijk zal de houding, door de Duitsche diplomatie in de vredesonderhandelingen aangenomen, wel eens tot opmerkingen aanleiding geven. Maar, alles hoogst vrienschappelijk De verhouding van Rus land tot de triple-alliantie is tegenwoor dig zoo goed, zegt de Voss.Ztg,, dat.... de reis van Paure daarop geen schaduw zal kunnen werpen De internationale vloot kruist nu om I&t'Cta, heen. Het Italiaansch pantser schip Re Umberto ligt bij het eiland Kalyves voor anker, om den ingang van de Soedabaai te bewaken, en de Euro- peesche troepen hebben sterke positiën ingenomen te Chalepa, bij Chania. Zij zijn ruim voorzien van schietvoorraad. De op standelingen houden zich gereed om, als de gelegenheid zich voordoet, met de Europeesche troepen gemeene zaak te maken tegen de Turken, maar er zijn nog geen Turksehe oorlogsschepen te zien. Dat het eskader is uitgoloopen, moet een feit zijn doch zelfs Tewfik-pacha, de Turksehe minister van buitenlandscne zaken, zei aan de gezanten dat hij er niet meer van wist. EenigMaar of de ambassadeurs hem geloofd hebben Wat mag de IPort© toch in haar schild voeren Yolgens een telegram uit Konstantinopel aan de Standard, heerscht op het oogeublik de grootste bedrijvigheid in Yildiz-Kiosk, waar een zestal com mis siën permanent zitting houden. Vooral de militaire commissie heeft het druk zij bestudeert den aankoop van nieuw oor- logsmateriëel, de grensregeling en het verzoek van Djevad pacba, om meer troepen en minntie naar Kreta te zenden, enz. Wil de Porte een poging wagen om den invloed dien zij op Kreta verloren heeft, terug te krijgen op gevaar af dat ze in conflict komt met de mogendheden P 't Heeft er haast den schijn van als men het bovenstaande in verband brengt met de uitzending van het eskader naar de Kretensische wateren. Intusschen zullen de Turksehe schepen een heel eind uit den wal hebben te blij ven. De vreemde vlootvoogden toch hebben in eene bijeenkomst aan boord van het Ita- liaansche admiraalschip besloten, zich des noods met geweld tegen een verblijf der Turksehe vloot voor Kreta te verzetten. De Turksehe gouverneur, die tot deze bijeenkomst was uitgenoodigd, had zich wegens ongesteldheid laten verontschul digen Het |heeft er werkelijk veel van, of de Porte eens wil beproeven hoever zij wel kan gaan. HOOPDSTUK IX. HET KAMP. 15. Maar laat ons thans terugkeeren tot Prins Willem van Oranje, dien wij te paard hebben zien stijgen, om zijn dage- lijkschen inspectietocht te gaan onderne men. Na met de grootst mogelijke zorgvul digheid het kamp bezichtigd te hebben, had hij het weder verlaten en reed hij nu geheel alleen over den weg, die langs Yelp liep en bij de brug te Globbeek uitkwam, In gedachten hield hij zich met al zijne bekommeringen en al zijne verwachtin gen bezig, en legde hij als het ware de eersten in de weegschaal tegenover de laatsten. Bij het omslaan van een krom- Ü11DS ia den weg, verscheen er eensklaps een troep ruiters, die iu vollen draf op hem kwamen aanrennen. Het waren vier zyner manschappen, vergezeld vaneen koerier, die, zoodra hij in de verte den 1 iins bespeurde, herkenbaar aan zijn wit- en telganger, zijn paard de sporen gaf, eer- biediglijk groette door het afnemen en zeer laag neerbuigen van zijn vilten hoed, en een depeche aanbood, met de woor den „Uwe Hoogheid, van Zijne Excelen- »e Graaf Lodewijk van Nassau." „Is mijn broeder welvarend P" „Ja, Uwe Hoogheid. Hij heeft mjj gelast, den meest mogelijken spoed te maken, en niet stil te houden voordat ik u eigenhandig dit schrijven zou over gebracht hebben." „Zeer goed. Geef het mij. En ga nu in het kamp de rust nemen, waaraan gij wel behoefte zult hebben. Stollberg" hier wendde hij zich tot een der ruiters „ga met dezen edelman mede, geleid hem naar uwe tent, en zorg dat het hem aan niets ontbreke P" Stollberg en de bode sloegen den weg naar het kamp in de anderen keerden naar hun post terug. Willem van Oranje, alleen gebleven, bezag met zekeren angst en onrust de enveloppe't was inderdaad het zware en mannelijke kloeke handschrift van zijn broeder. Wat zou deze dépêche hem brengen goed of slecht nieuws Toen hij zag, dat alle getuigen zich tot op een genoegzamen afstand van hem verwijderd hadden, brak hij het zegel open en las den brief. Hoe groot ook de zelfbeheersching was, waarmede hij in den regel zijne aandoeningen placht te bedwingen, en de nimmer falende tegenwoordigheid van geest, die hem in staat stelde om zijne hevigste aandoenin gen te verbergen, toch kon Prins Wil lem van Oranje zich op dit oogenblik niet weerhouden, krampachtig te huiveren, en was er een uitdrukking van onbescbrijfe- lijken angst in zijne trekken te lezen. Van dien angst zal men zich eenig denkbeeld kunnen vormen, wanneer wij zeggen, dat de Graaf Yan Nassau in die dépêche aan zijn broeder meldde, dat hij verslagen was geworden. Na een inval in Friesland gedaan te hebben met een leger van tien duizend man infanterie, en drie duizend ruiters, had hij po3t gevat op een hoogte in de nabijheid der abdij van Heiligerlee, dicht bij Winschoten, op vijf mijlen afstand van Groningen. De cavalerie stond onder het opperbevel van zijn broeder Adolf. Hij was aangeval len door Jean de Ligne, Graaf van Arem- berg. Er was een moorddadige veldslag geleverd. Bij de eerte ontmoeting was Jean de Ligne gesneuveld, terwijl hij de zijnen ten strijde voerde. Adolf vanNassau was bijna op hetzelfde oogenblik gevallen. Men verhaalde, dat zij elkaar in de worste ling van man tegen man om het leven had den gebracht. Weldra was de slag ontaard in een slachting. Ondanks zjjne ontzaglij ke verliezen was Lodewijk van Nassau toeh meester van het terrein gebleven maar eenige dagen later had hij zich ge dwongen gezien, de wijk te nemen voor talrijker troepen, die hem een nederlaag hadden toegebracht, welke hij niet meer te boven zou komen. „Ik heb alles op het spel gezet, om alles te winnen sprak de Prins van Oranje, terwijl hij den brief weer dichtvoude. „Nu zal ik zonder allis voortgaan!" Hij keerde in het kamp terug, nadat de inspectie geheel was algeloopen, toen het zelfde tooneel weer trek voor trek her haald werd. Alleen met dit verschil, dat de bode nu uit het Zuiden, in plaats van uit het Noorden kwam. Het was de heer Yan Lumey, die hem kwam boodschappen dat het zijn plan geweest was, zich meester te ma ken van de een of andere versterkste plaats aan de Maas, om op die wijze in het zekere bezit te komen van een vast uitgangspunt voor zijne operatiën. Uit dien hoofde had hij besloten, een aanval te doen op Roermond. Maar de Hertog van Alva had een legermacht van vier duizend man voetvolk en drie honderd ruiters tegen hem afgezonden. Daardoor was hij genoodzaakt geworden, in allerijl de Wijk te nemen naar Luik. en zich te verschansen in het stadje Dalhem, waar hij echter aangevallen en jammerlijk verslagen was. „Nu moet ik meer dan ooit Willem de Zwijger zijn," sprak de Prins; „en nogmaals ondanks alles en zonder alles!" Toen hij zijne tent naderde, zag hij aan den ingang Marnix van Sint A lde- gonde staan, die hem daar wachtte, en nu, zoodra hij den Prins bemerkte, hem haastig te gemoet snelde. „Gij daar Marnix? En welk nieuws brengt gij Wil men naar u luisteren Wil men u volgen Monseigneur, niet zooveel als ik wel gewenscht had, maar toch meer dan ik durfde hopen." „Hoeveel man zullen zich heden och tend bij ons komen aansluiten „Driehonderd dertig, en van de besten Maar ik heb nog meer nieuws. Er wacht iemand op u, die herwaarts gezonden is door mijnheer de Admiraal." „Wat komt hij ons berichten „Dat weet ik niet. Hij heeft er nie mand iets van willen mededeelen." De Prins steeg uit den zadel, en be gaf zich naar zijne tent. Alles was even eenvoudig aan en in die tentternau wernood het strikt onmisbare. Een veld bed, een tafel vol plattegronden en landkaarten, een vouwstoel, dat was heel het ameublement, D'Escos zat in den vouwstoel, en sliep gerust. De prins stond een oogenblik stil, om hem opmerkzaam gade te slaan. Dat nog zoodra jeugdige, maar reeds zoo energieke gelaat, dat de duidelijk zicht bare sporen vertoonde van geleden leed en van heldhaftig doorstane vermoeiie- nissen, maakte een diepen indruk op Willem den Zwijgerdie zoo stil en voorzichtig mogelijk weer uit de tent sloop, en Marnix er bij riep, om hem den in slaap gevallen jongen Burggraaf te wijzen. „Ik heb hem niet zelf wakker willen maken. Roep gij hem eens. Zeg hem, dat ik op hem wacht." En Prins Willem zette zich een eind- weegs verder op een bomoste bank ne der. „Coligny Coligny fluisterde hij „laatste hulpbronuiterste hoop (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1897 | | pagina 1