arbeidsduur als een weldaad te be schouwen voor het jongere geslacht zij hadden in hun jongen tijd zoo hard moeten werken, dat zij gevoelden vóór hun tijd uitgeput te zijn. Gevoegd bij de uitkomsten in het buitenland verkregen, waar men op groote schaal proeven nam met beper king van den arbeidsdag, mag men uit deze berichten veilig afleiden,dat de ondervinding allerwegen pleit voor het houden van behoorlijke maat en grens bij den arbeid. Enkele van de allersterksten uitgezonderd heelt ieder arbeider ook slechts over een bepaal de hoeveelheid arbeidskracht per dag te beschikken. Eischt men meer van zijn gestel, dan wreekt zich dat, even als bij misbruik van planten en diereu, door verlies van kracht voor latere dagen. Overmatige arbeid, stompt ook den geest af en is dus in meer dan èèn opzicht schadelijk voor den mensch. Het is daarom zeer te wenschen, dat bij de wettelijke regeling van het arbeidscontract vooral ook op deze aangelegenheid wordt gelet. Gemengd Nieuws, Plaatselijk Nieuws. VOL.IAESIEN Bi Bi j]BB Si. De historie der Xuitl-Afi'iiltaau- sche commissie houdt iu Engeland nog de politieke gemoederen bezig. Men herinnert zich dat Hawksly enkele tele grammen niet wilde overleggen, en naar aanleiding daarvan weet nu een der bladen mede te deelen dat men deze telegrammen achter hield, wijl de naam van den prins van Wales er ia werd genoemd. Nu heeft de Eugelsche Kroonprins wel wat opziendbarend gehandeld, toen Rhodes in Engeland was. Hij sprak Rhodes veel, en wanneer de beruchte intrigant voor de Engelsche commissie kwam, dan kon men den Kroonprins daar ook nog al eens vinden, die dan met Rhodes handdrukken wisselde en min of meer vriendschappelijk omging. Die houding was niet correct. Welke persoonlijke gevoelens den prins jegens Rhodes moge hebben, hij had behooren te bedenken, dat Rhodes verdacht werd en voorwaar niet ten onrechte van zeer ernstige overtredingen. De prins had dus goed gedaan, met zich op een afstand te houden. Vermoedelijk echter is deze vriend schappelijke omgang met Rhodes de oor zaak van het onaangename bericht, dat eehtor in de Westminister Gazette onmid- delijk op gezag van de „hoogste autori teit" is tegengesproken. Dat de prins zelf aanleiding tot dit gerucht heeft gegeven kan moeilijk wor den ontkend, en de wjjze waarop de commissie een einde aan haar taak maakte, zonder tot een afdoend resultaat te zijn gekomeD, draagt niet minder de schuld aan de geboorte van dit booze gerucht. Ia do Engelsche pers komen verder geruohten voor, volgens welke het be stuur van de „Chartered Company" met den minister van koloniën overeen gekomen zou zij n, dat de regeering door twee leden in het bestuur vertegenwoor digd zal zijn. Voor die twee worden nu genoemd sir Robert Herbert, gewezen permanente ondersecretaris op het depar- temont van koloniën, en, met meer voor behoud, een Rothschild. In afwachting van de bevestiging dezer berichten, behandelt men verder de vraag, hoe de liberalen zich zullen houden bij en na het debat over de Zuid-Afrikaansche quaestie. Tusschen de gezanten en den Vui'k.- SClieii minister van «buitenlandsche zaken Tewfikpacha haeracht thans vol komen overeenstemming over de redactie van de artikelen der vredesvoorwaarden, die betrekking hebben op de grensrege ling. Turkije heeft het ontwerp van de militaire attachés der mogendheden, be houdens enkele kleinere wijzigingen van technischen aard, aangenomen. De bijeenkomst van Zaterdag is besteed aan het vaststellen van de verdere voorwaarden. Anderhalf uur waren de gezanten aan het delibereeren en onder zoeken, maar ze kwamen met hun werk nog niet klaar. In een volgende zitting hopen ze echter alles af te doen en dan staat niets meer aan de definitieve af sluiting der onderhandeling in den weg. „Alles gaat naar wensch", dat is de korte inhoud van al de berichten uit Konstan- tinopel. De heer Numa Droz heeft aan den correspondent van de Standard te Gene ve verklaard, dat het vraagstuk zijner benoeming tot gouverneur van ®Kreta nog steeds hangende is en dat hij zijn besluit zal mededeelen zoodra de vrede tussohen Turkije en Griekenland geslo ten is. Te Victoria (Britsch-Columbië) en in alle kustplaatsen van den Grooten Oceaan heerscht nog steeds groote opge wondenheid en drukte in verband met de goudontdekkingen aan de Joekon-ri- vier, in hot district Kiondykc. Men zegt, dat de mijnwerkers uit dit' district naar andere plaatsen trekken, die geheim ge houden worden, en waar nóg rijker vind plaatsen moeten zijn. De regeering neemt maatregelen om do middelen van gemeenschap met het nieuwe goudland te verbeteren, maar waarschuwt ook tegeu onberaden stappen van personen die er als prospectors heen trekken. Zekere Philscater, voor acht maanden uit Michigan naar Klondyke vertrokken, keerde nog geen twee weken later met 100,000 dollars a m stofgoud tarug. Een ander, Berry, die van Tresno in Califor- nië drie jaar geleden reeds met zijne vrouw daarheen toog, bracht 85,000 dol lars terug en heefc nu aandeelen in twaalf mijngronden, zoodat hij verwacht spoedig millionair te zijn. Volgens Berry is Klondyke het rijkste goudveld ter wereld eu is het eene gewone zaak man nen te zien loopon, zwoegend onder zoo veel stofgoud als zij maar torschen kunnen. Tal van vrouwen zoeken mee naar goud. Men wil, dat de goudstreek driehonderd mijlen ver langs de Joekoen loopt, welker zijrivieren „letterljk dampen van goud." Deze en dergelijke berichten brengen natuurljk den menschen het hootd op hol. De m jnsteden in Colorado, Californië en Montana loopen leeg en de beweging breidt zich snel uit. Te Seattle heeft de helft van het politie-personeel ontslag genomen en de tramdienst staat er bij- na stil, daar conducteurs en koetsiers naar Klondyke zjn. Men vormt veree- nigingen om stoombooten en zeilschepen te koopen, ten einde Alaska te bereiken. Bezadigder lieden vermanen om tot het voorjaar te wachten want gedeelten der reis van San Franeisco naar Klondyke (in het geheel 300 mijlen),die overland moet geschieden, zjn des winters schier onmogeljk af te leggende koude is er dan dikwjls ongeloofljk fel en jacht- sneeuwstormen komen menigvuldig voor. Wild is er niet en voor levensmiddelen worden „hongersnoodprijzen" gevraagd. Brieven aan een Vriend. GeachteVriend Christelijk-Historisch willen we zijn Dus ook Historisch, en hier treedt in de eerste plaats het Woord van den Apostel op den voorgrond Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Den vollen rijkdom van deze woorden U te doen genieten, vermag ik niet maar dit is U duidelijk, dat Hij èn in 't stoffe lijk, én in 't zedelijk èn in 't geestelijk leven de Oorsprong,Bron en Springader is niet alleen, maar ook de Onderhouder, en Bestuurder, die alles doet uitloopen op en medewerken tot het groote doel, het groote plan, dat Hij van voor de grondlegging der wereld reeds, met die wereld had. Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen; Hij heeft zijn heilige plannen reeds in de stilte der eeuwigheid gemaakt, in den tijd geopenbaard en nog zijn ze niet voltooid, maar eenmaal zalhetoogen- blik slaan, dat de laatste draad aan het groote weefsel is afgesponnen en Hij, die zijn doel heeft bereikt, op de wolken des Hemels ver schijnen zal, om te oordeelen de levenden en de dooden. Dat is het einde der Historie. Yan uit den hemel loopt een gouden draad door Edens hof, over den heuvel van Golgo tha naar den troon van Hem die is, die was en die komen zal. We zijn Christelijk-Historisch. Historie, 't is 't verhaal van de leidingen Gods met de menschenkinderen, en de sleutel om ze te openen is deze eenige: Adams val, maar herstel door Christus. Houd op deze twee feiten uw oog gevestigd, mijn Vriend, dan zullen U tal van duisterheden helder worden. Zijn Kerk ziet gij dan altijd geopenbaard al is zij drijvende op den grooten vloed, als bij Noach; al zit zij neder onder de eikenboomen van Mamre, of onder de legertenten aan den voet van Sinaï of onder de duizenden van Juda. Al bedenken de volken ijdelheid en al woeden de vijanden, al dreigen de moordtui gen en druipt het zwaard van bloed, toch is in alles de hand des Heeren, of tot bescher ming of tot tuchtiging, tot zegen of tot vloek, ter bereiking van Zijn doel. De menschenkin deren, hoe verwaten en vermetel ook, hoe wel slechts stofkens in de weegschaal en druppels in den emmer, zijn slechts zijn in strumenten. Zooals Groen ergens zegt„C'est Dieu, agissant par les hommesII les prepare, les dirige, leur communique la force." Hij geeft hun kracht, Hij bestuurt ze, Hij bereidt hun voor. En die menschen hebben hun fou ten en misslagen, hun dwaasheden en tekort komingen maar ook door die wordt zijn plan volvoerd, zoowel als door hun deugden. Wij zijn Historisch. We letten op de Histo rie. Wij trachten in en door die Historie Gods plan te vatten bij het licht van Zijn Woord. Wij beluisteren in die Historie de stemme Gods. We hooren naar het ruischen van zijn heiligen voetstap op dat pad der historie. We putten lessen uit die Historie, lessen voor 't persoonlijk en 't maatschappelijk leven, lessen voor 't huiselijk en kerkelijk leven. Die historie is het geopend boek, waaruit we wetenschap vergaderen voor 't heden en dies ook voor de toekomst. Wetenschap in den zin van levenswijsheid; wetenschap, waardoor onze levensrichting zich bepaalt. Historisch, zijn we. Maar daarom willen wij niet achterwaarts, maar voorwaarts. Voor waarts, steeds nieuwe en versche werkingen en uitwerksels trachten te winnen. V oorwaarts door 't oog te houden op hetgeen achter is, maar ook ziende op hetgeen vóór ons is Alles wat, hetzij dan door deugden of zonden, door goede of kwade werktuigen, door goddelooze ofgodvreezende menschen, door een Willem van Oranje, of door een Voltaire, onder het hooger Godsbestuur eenmaal in waarheid eene blijkbaar gevestigde en in Zijnen raad opgenomen zaak geworden is, dat nemen wij gaarne, dat nemen wij gre tig en dankbaar of geloovig ook in ons stelsel voor het welzijn van vaderland en kerk op. Geen enkele van onwaarheid overtuigde stelling of bewijsvoering verlangen wij in onzen Godsdienst, of Staatsleer of hare toepassing terug. We willen uit't oude alleen't goede en dan nog natuurlijk geplooid en geschikt naar onze hedendaagsche toestanden. Wat in de revolutie goed was, noemen wij goed en willen we behouden (kon de Heere uit 't kwade 't goede niet doen voortkomen?) wat in de evolutie (ontwikkeling) verkeerd is, bestrijden we (is alle ontwikkeling in ons heden te prijzen?) We beleven andere tijden, we hebben andere zeden, andere wtetten, andére constitutioneele vormen, andere ver houdingen in de Kerk, ja, in één woord het oude is alles „nieuw" geworden, maar voor dat „nieuwe" willen we toch wel een oude rok, als die beter past, dan de nieuwe, dien men het aangetrokken heeft. En nu kom ik weer terug op prof. Op- zoomer. Ik zou zijn woorden aldus willen wijzigen „Het is beter de kleederen van den op- schietenden knaap naar een oud model te knippen, als hij daardoor zijn lichaam voor pijn kan behoeden, dan, om in de mode te blijven, aan hem een nieuw model te geven, dat door banden, riemen en scharnieren hem 't uit doet gillen van pijn, en het is beter met ons Chr. Hist., om Hollandsche schoenen naar Hollandsche voeten te maken dan om met Professorsleerlingen de Hollandsche voeten in Fransche elegante klemlaarsjes te doen." Wij zijn chr. historisch. En ik herinner U aan het schoone lied van Da Dosta. ,,Aan Nederland in de lente van 1844.", waarin hij deze strophe aan zijn lier onttokkelt. Neengeen sluimren, neen geen stilstaanal wat leren [mist, mist God. 't Zij dan leven I t zjj beweging, maar beweging zjj [hier kracht. Geen verplaatsing slechts, door 't soliudden van den [bodem voortgebracht. Geen vervoering door den prikkel van een smaaklijk [zwijmeigift. Geen verbloemde goud- of staatszucht, geen gehate [factiedrift Ja, 't zij leven, 't zij herloven voor dit weer gespaarde [volk Maar een leven niet van droomen, stout gegrepen uit [de wolk, Niet ontvoerd aan vreemde zeden als een nuttelooze Jroof, Neen, ontwikkeld uit den wortel Tan Geschiedenis en [Geloof, In zjjn' wezen vrucht der tijden, in zijn [vorm van dezen tjjd. „Onze roeping, zoo schreef de Standaard dezer dagen nog, is en blijft, om de aloude Christelijke grondslagen, voor zoover ze nog in ons openlijk recht standhielden, voor verdere loswrikking te bewaren, en waar ze reeds losgewrikt werden, die weer vast te ankeren. Natuurlijk moet dit geschieden in overeenstemming met den eiich en de be hoefte van het tegenwoordige leven, en niet naar den maatstaf of het model van het ver leden." Wij zijn chr. historisch en anti-revolutio nair. Dat de partij van Dr. Bronsveld den euvelen moed bezit, om zich ook Christelijk historisch te noemen, getuigt óf van eene verregaande loszinnigheid op 't stuk van beginselen, óf van eene boerenbedriegerij, die geene grenzen kent. Zie niet naar haar vlag, maar let op haar lading Ze heeft de zelfde vlag als wij, maar haar lading is con trabande. Dat wij dan ook haar als een vij and begroeten 1 Met achting, Uw Vriend J. Een scheepsramp. De heer A. Mul der Jz. derde officier bij de Koninklijke Pakketvaart-Maatschappij, schrijft het volgende aan do Veend. Ct. Zaterdagmorgen 19 Juni, pl.m. half zes, waren de opvarenden van het ss. Beijnst, op reis van Batavia naar Deli, ooggetuige van een hartverscheurend schouwspel. Des avonds van 18 Juni was de Beijnst Singapore gepasseerd en zette kort daarna koers bij langs de kust vau Malakka. Het was den geheelen nacht zeer goed weer geweest, en tegen 4 uur in den m >rgen werd de lucht W.Z.W. dreigend. Kort daarna brak een zware storm, gepaard met dichten regen, los. Tegen ongeveer halfzes, toen de dageraad aanbrak, bemerkte de 2e officier aan bakboord vooruit iets bijzonders. Dich terbij gekomen, ontwaarde hij duidelijk hoofden van menschen, die even boven het water uitstaken. Onmiddelijk werd de commandant gewaarschuwd, en alles werd gereed gemaakt tot redding van een kolosaal aantal menschenlovens. De Beijnst bevond zich weldra te midden van een verschrikkelijk tooneel. Het schip bewoog zich als het ware voort door menschen, lijken, kisten en pakken. Men kon zijn oogen bijna niet gelooven. Het schouwspel was des te vreemder, daar aan den geheelen hori zon, geen ander schip was te zien dan ons schip, waarop men op de Beijnst sterk in de verbeelding was, dat de ongelukkigen passagiers waren van de Beijnst zelve, die hetzij door een hooge zee of een windvlaag in 't water waren terecht gekomen. De Beijnst had toch oen kleine 300 pissagiers aan boord. Onmidde lijk gingen alle handen aio het werk om de ongelukkigen op te halen, aan touwen en stokken. De 2de officier, genaamd Tosnsraa, van Schiermonnikoog, ging met de giek uit en smaakte het genoegen 20 menschenlevens te redden. Natuurlijk werd er aan do geredden gevraagd wat or was voorgevallen. De schipbreukelingen waren afkomstig van het Chineescho stoomschip Sri Haung Ann. Het ongeluk is gebeurd als volgt. De Sri Haung Ann was den 18den JuDi van Singapore vertrokken naar Malakka en verder naar Perak. Juist in de nabijheid van de stad Malakka word genoemd schip overvallen door de bo venvermelde bui. Daar het dik van den regen was ging het schip langzaam stoomeD, om zoodoende de vuren van Malakka in 't zicht te krijgen. Daar het schip zoodoende geen vaart meer had, begon hot kleine bootje (108 ton) vree- selijk over te halen, de dekpassagiers (honderd-negentig) en al hunne kisten gleden bij do derde maal, dat het schip slingerde, allen naar één zijde, met het noodlottig gevolg, dat het Bchip omsloeg en onmiddelijk zonk. Onder de drenkelingen bevond zich ook de kapitein, genaamd Rawingson, een Europeaan, en een Japanneos, die beiden behouden aan boord werden ge bracht. Het ongeluk gebeurde te kwart over vieren. De drenkelingen hadden pl.m. iy2 a 2 uur rondgezwommen. Als oen bijzonderheid mag worden vermeldt, dat van een inlandsohe familie, bestaande uit man vrouw en drie kinderen, slechts één kind is verdronken. Verder bevonden zich onder de geredden de 2e machinist, genaamd Felix Gomes en 2 inlandsche vrouwen, vijf kinderen en 61 Javanen, Chineezen enz. Er werden door het ss. Beijnst alzoo gered zeventig menschen levens ener zijn vermoedelijk verdronken pl. m. honderd-twintig opvarenden. Ver scheidene lijken dreven voorbij, waaron der ook dat van den lsten machinisten van drie kinderen. Toen, zoover als wij konden zien, geen levend mensch meer was te bespeuren, zette de Beinst de reis voort naar Deli. Te Dali zjjn de schipbreukelingen over gestapt op het ss. Hebedat den 20 Juni (denzelfden dag van aankomst te Deli) naar Singapore vertrok. De Voreeniging tot Verbetering van do Volkszang te Amsterdam, wil trachten, met het oog op het aanstaande Kroningsfeest eenheid te brengen in de keuze der liederen, welke zonder twijfel ook dan weder uiting moeten geven aan de feestvreugde. Zjj heeft daartoe uit haar midden eene commissie benoemd, bestaande uit de Heeren :J. Stamperius, Voorzitter P. van den Ent, W. H. de Groot Wzn, P. J. Haverkamp, G. Kap- penburg Pzn„ G. S. van Krieken, H. van Voorthuyseo, A. H. Westendorp en A. P. de Wild, Secretaris. Deze Commissie zal een keurbundeltje liederen samenstellen, welke geschikt zijn om door klein en groot te worden gezongen. Het boekje zal tot een geringen prijs verkrijgbaar gesteld worden en zoo mogelijk door het geheele land verspreid. Reeds riep de Commissie de mede werking in van alle onderwijzers eu onderwijzeressen van Nederland, maar behalve die kunnen nog velen tot het goede doel, dat de Commissie beoogst medewerken, en alle medewerking zal hoogt welkom zijn. Wij denkon hiei aan Feestcommissie's en Zanggezelschappen, die de liederen kunnen doen instudeeren, aan particulieren, die genegen zijn do goede zaak fiaautiëel te steunen present exemplaren in grooten getale te ver spreiden. In de tweede plaats strekt de arbeid der Commissie tot het in het leven roe pen van een Kroningsliod. Zij heeft daartoe een wedstrijd uitgeschre ven, waartoe alle musicis van Nederland ter deelneming zijn uitgenoodigd. Do Jury bestaat uit de HeerenRichard Hol, Dan. de Lange en Bern. Zweers. Aan de best gekeurde compositie zal een prjjs worden toegekend van f 100,of een gouden medaille van gelijko waarde. Nadere inlichtingen verschaft do Se cretaris der Commissie de Heer A. P. de Wild, Marnixstraat 372, Amsterdam. Minister-af Naar aanleiding van het feit, dat thans drie ministers optreden, die eerst sedert '94 hun departementen hebben verlaten, deelt een onzer abonné's, vroeicr jaren lang aan een ministerie werkzaam, het volgend vermakelijk en historisch feit mee Er was destijds aan mijn departement een minister, die zich bij het personeel slecht gezien maakte door de koffie-uurtjes der ambtenaren in te korten en ook te letten op den tijd, waarop zjj 's morgens present waren. Toon Zjjne Excellentie aftrad, gat dat zekere verademing men had hem niet moer te ontzien. Een der hoogere ambtenaren, dien wellicht de minister nooit persoonlijk ontmoet bad, was daar vooral erg blij om. Toen dan nu ook de ex-bewindsman als een voudig burger op straat liep en dezen ambte naar om vuur vroeg (zonder te weten dat hij een vroegere ondergeschikte voor zich had) beet deze hem norsoh toe Denkt u soms dat ik een wandelende vuurpot hen en liep door. De ander vond dit vermoedelijk wel lomp, maar ging ook zjjns weegs. Natuurljjk liet de ambtenaar niet na bij zijn calloga's erover op te snijden hoe hjj den vroegeren minister <e woord had gestaan. Haar ziet, kort na die ontmoeting ge schiedde het dat het Z. M. den Koning behaagde andermaal denzelfden vroege ren bewindsman aan het hootd van het zelfde departement te plaatsen. Doodsangst en verslagenheid bij den brutalen ambtenaar, die nu zijn carrièro gebroken zag. Hoonende spot van de colle ga's, die er pleizier in hadden hem aan te zeggen, dat hjj natuurljjk zjjn matten wel kon oprollen. Maar Z.Exc., die niet direct met de zen ambtenaar te maken had en misschien ook het heele geval vergeten was, liet alles zooals het was. Wat niet wegnam dat het brutale heer benauwde uurtjes gesleten heeft. Amst. Ct. Een nieuwe polder. Zeeland is weer een polder rijker. De Saeftinger polder, onder de gemeenten Grauw en Clinge, groot 580 H. A., is eindelijk na het te boven komen van vele tegenspoeden, tot stand gekomen. Een dijk van 5000 M. lengte sluit thans den polder van de Schel de af en bevrjjdt hem, naar men hoopt, voor goed van alle vlooden. Toch zal ge durende een drietal maanden nog een klei ne duizend man aan den arbeid bljj ven om de verdere werken, op het bestek aange geven, ten uitvoer te brengen. Eervol vermeld. Door de Maatschap pij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen is aan den machinist 2e kl. K. Vos te Hengeloo een gratificatie toegekend, ter wijl hjj bovendien eervol vermeld zal worden, omdat hjj op I dezer een goe derentrein vervoerende bemerkte dat op een overweg tusschen Oldenzaal en Hen geloo een kind over de rails liep en dit door tijdig te stoppon voor overrjjding heeft bewaard. Somiuelsdijk. De heer N. J. Pattist, onderwjjzer aan de O. L. School alhier, is als zoodanig benoemd te Rotterdam. Naar men verneemt, is de heer A. Entrop, onderwjjzer met akte Fransch aan de O. L. School dezer gemeente, als zoo danig benoemd te Njjkerk op de Veluwe. De heer J. Timmerman, benoemd lid van den gemeenteraad, hoeft verklaard dat hjj die benoeming aanneemt. Door B. en W. is aan alle ingezetenen (hoofden des gezins en alleen wonende personen,) een iuschrjj vingsbiljot gezon den, om elk ia de gelegenheid te stellen, met zjjne, al is het dan ook geringe gift, bjj te dragen, in het geschenk, hetwelk de Commissie wil aankoopen, om aan hare Mujesteit de Koningin Weduwe Regentes in 1898 aan te bieden, als blijk van waar deering voor de goede waarneming van het Regentschap en de Voogdij over onze geliefde Koningin Wilhelmina. Wjj hopen, dat geen enkel ingezetene zal willen achterblijvon in het bjjdragen van een gift, al moge die nog zoo ge ring zjjn. Middelbands. Ds. C. S. Bos, pred. te Hoogeveen, heeft voor het beroep naar de Gercf. Kerk alhier bedankt. Den Bommel 27 Juli. Hedenmiddag toen de knecht van den heer Koltf uit Mid- delharnis bjj den kastelein v. d. P. alhier een vat loste en de persoon die toezicht op de paarden hield hem behulpzaam was, gingen de paarden or van door. Na eerst bjj den burgemoestor het hek werk omvergeworpen to hebben, ging het in volle vaart de Voorstraat af langs spel len en kramen waar het hek van de pas torie het moest ontgelden. Daar werden zjj tot staan gebracht. De korte vertraging die bjj den Burgemees ter plaats vond is oorzaak geweest dat de vele kinderen zich nog in tjjds kon den bergen, daar anders het ongeluk niet te overzien wa3 geweest. Ou<le Tonge, 28 Juli. De heeren W. van Putten eu C. van Loon benoemd tot leden van den Gemeenteraad hebben verklaard deze benoeming ain te nemen. Burgemeester en Wethouders dezer gemeente hebben ter openbare kennis gebracht dat de gemeeuterekening over 1896 gedurende 14 dagen ter Secretarie ter inzage is nedergelegd, en waarvaD tegen betaling der kosten afschriften te verkrjjgen zijn. Dirkslaud. Op de gehouden premiekeu ring voor Hengsten te Rotterdam werd de prjjs van f 400 toegekend aan den 5 jarigen Hengst „Elegant" van de vereeni- ging tot verbetering van het paardenras voor Dirkslmd en omstreken. Nog werd een prjjs van f75 toegekend aan den Heer J. C. Roodzand alhier voor den Hengst Elegant II. Als een bizonderheid mag wel worden vermeid, dat B. M. Grevenstuk, op zijn erf een witte mal heefc gevangen. Mis schien mag dit in sommige streken van ons land als geen zeldzaamheid beschouwd worden, hier behoort het althans tot de zeldzaamheden. Door het in brand raken van een petro leumstel, bjj J. v. D. alhier, ontstond er def w. g. Jb. Tarwe f Haver f 2, pelen f per stuk. Ba Rottt TARWE overigens ROGGE HAVER KOOLZ. van flO,4'l KANAE Bij voor;., meerd. Lel re en meei Ook hei le qualit 2e Se le 2e lep. que ext. Ordinaire Prima A le qual. 2e qual. Zeeuw. T Zeeuw. Tg Fransch Duilsehet Inlandse ROTTE 950 steen Rotterd voerd: 17' teren ka.' varkens, Heden qual. 29 i veren 1st pen 1ste Varkens licht soo! AMST] prjjzen z Erieacl Friescl Zeeuwi Gelier Rijnsli Katwij' Katwi IJpoid Andijk Wesili Westli Westia Haarle Noord Noord Aanvo Pred Middel van Sc Stad ai Den B Ooltge: StelleD Ouddo Ouddoi <1 Dirksls Ds. A. Molissi Bert meer, Aan te Kat Bedt Nieuw e Bre' Berc d» Ve Aan TerneJ Bedt U tree] Goh ling e One jm. 3< 25 jr. Ove ter Ta mina mnd. Gel Trijnt

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1897 | | pagina 4